HET PLEEGKIND
WOE!M8'»*«* 4 JUMI
KAMEROVERZICHT.
Md» J30
BINNENLAND™"
FEUILLETON
ADVERTENTIE-PRIJS
Van regels 0.80 voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement
speciale prijs. Reclames 40 cent per
regel. Dienstaanbiedingen en dienst-
aanvragen 10 cent ner regel, bij con
tante betaling.
Familieberichten van 16 regels
f 1.30, iedere regel meer 20 cent
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor VKssingen en genieenten op
Walcheren 1.85 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk 2.20.
Week-abon nemen ten 14 cent Afzon-
ïerliiike nummers 3 cent.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
iDe guillotine blijft werken. De amen
dementen, die de Minister niet wii, wor
den afgemaakt. Zoowel dat voor de
surnuimeraire onderwijzers, als voor de
goedkeuring van het leerplan en inzake
de wachtgelden werden verworpen,
met één uitzondering. Aangenomen met
49 tegen 36 «temmen werd het amende
mentBulten dat het wachtgeld aldus
regelt voor onderwijzers met meer
dan 10 doch minder dan 25 dienstjaren
zal het wachtgeld 80 van het salaris
bedragen voor hen, die meer dienstja
ren hebben, zal het wachtgeld gelijk
zijn aan het salaris. Het was een klein
groepje katholieken, die hierbij mede-
ging met de linkerzijde. Na aanneming
ontstond nogal heftige beroering, aan
gezien de heer Nolens verstoord bleek
om deze stoutigheid.
Bij de overgangsbepalingen kwam
nog heel wat discussie los, omdat nu
eenmaal iedere overgang moeilijk is.
De Minister laat de onderwijzers alle
vooruitzichten die ze hadden vóór f
Januari 1919 behouden. De heer Kete
laar wenschte dezen datum te stellen,
op 28 Mei 1919 de 'heer Gerhard
wenschte den datum te bepalen op den
datum waarop de wet wordt afgekon
digd. Het is de bedoeling geen onrecht
te doen aan hen die na 1 januari 1919
in betere conditie zijn. gekomen door
dat hun salarissen na dien datum zijn
herzien en verbeterd. De heer Ketelaar
voegde er dit dreigement bij, dat hij
zou stemmen tegen de wet indien zijn
amendement werd verworpen. Dan
toch zouden de onderwijzers te veel
achteruit gaan en dat wenschte hij in
geen geval. Dat heette geen dreigement
zeide de heer Ketelaar, doch slechts
een verklaring dat hij aan deze wet
niet wilde medewerken.
Ook de iheer Otto had een regeling
voorgesteld die het onrecht ook wilde
herstellen. Het was slechts een andere
redactie maar het kwam op 'hetzelfde
neer. Hij wenschte het verschil tu.sschen
de bedragen van deze wet en de viigee-
rende veranderingen ais toelage te la
ten uitbetalen. Nog wilde ide heer Van
der Molen de bestaande toeslagen voor
het bezit van bij-akten redden, indien
deze beter waren dan thans ,in deze'yet
is bepaald.
Op liet Amsterdamsche gemeentebe
stuur oefende de beer Albarda critiek.
Dat bestuur was nalatig geweest en in
dien het amendementKetelaar niet
werd aangenomen, zouden de onder
wijzers de dupe worden van die nala
tigheid.
'De 'heer Van der Molen wees op
Groningen waar men nog gauw de ver
ordeningen heeft verbeterd in de hoo,p,
dat de termijn nog na 28 Mei zal wor
den versahoven. Hij ried daarom den
Minister aan, zeer voorzichtig te zijn en
niet op de amendementen in te gaan.
Nog vroeg de beer Van Wijnbergen de
zelfde gunstige bepalingen die gelden
voor de openbare onderwijzers ook te
doen gelden voor de bijzóndere on
derwijzers.
Morgen de Minister.
105)
„Ik zal het doen", beloofde Traver
se. „Door dit teven vol gevaren en ver
moeienissen zal ik de fout, aan Clara
begaan, uitboeten en weer je achting
verwerven."
„Mijn achting, Traverse, iheb je niet
verloren, wanneer ik mij ook een wei
nig hard tegen je uitliet", hervatte Her-
bert. „Doch je sprak van nood en el
lende, heb je in 'Saint-Louis geen geluk
gehad
„Ach, Herbert, ook in dit opzicht ben
ik bitter teleurgesteld. Je weet, dat ik
van mijn weldoener een aanmerkelijke
som gelds kreeg om de reiskosten te
dekken en in den beginne te kunnen le
ven. Eer ik vertrok, deelde ik ze met
mijn moeder, die door haar scheiding
van Clara weer in een ongelukkigen
toestand geraakt was. Er bleven mij
nog 500 daalders over, na mijn aan
komst in St. Louis nog 300 en eenige
weken later bezat ik niets meer. Wel
dra kon ik de huur niet meer betalen.
Ongelukkig was het ook nog een arme
weduwe, bij wie ik inwoonde zij
drong niet op betaling aan, doch ik zag
duidelijk in welk een grooten nood zij
verkeerde, omdat zij van mij geen geld
kreeg. Ik troostte mij met de gedachte
dat ik weldra een drukke praktijk zou
hebben, maar helaas 1 daarbij kwam
Clara's brief. Nu nam ik spoedig een
besluit. Om mijn schulden te betalen,
verkocht ik alles wat ik bezat boeken
en al mijn kleeren en daarna werd
i ik soldaat, om weldra in het eerste ge-
vecht den dood te zoeken."
j „Dat ge soldaat werdt", hernam
Herbert, „is niet meer te veranderen,
doch w,at ihet zoeken naar den dood
betreft, laat dit aan anderen over. Ge
j zult als man van eer uw plicht doen en
de blauwe boonen zoo min vreezen als
ik zelf, maar 'moedwillig den dood zoe
ken zult ge niet, want je weet, wie
daarom zich doodtreuren zou."
Allengs gelukte het Herbert den on
gelukkigen Traverse tot een betete
stemming te brengen, ten minste hij
schikte zich in zijn lot. Hij beloofde
verstandig te zijn, opdat Herbert
zijn strenge overste over hem tevre
den zou zijn, waarna beide vrienden
scheidden.
Herbert gevoelde innig medelijden
met zijn ongelukkigen vriend en was er
oo bedacht, hoe hij zijn toestand drage
lijker zou kunnen maken. Hij wist de
officieren van bet regiment voor 'hem
te winnen, die allen beloofden, hem
volgens zijn kennis en opvoeding te
behandelen.
Herbert was hiermede echter niet te
vreden. Daar ihet duidelijk bleek, dat
Herbert niet de geringste roeping of
neiging voor den soldatenstand bezatj
richtte hij een verzoek om vrijstelling
aan den minister van oorlog. Hij schil-
Belasting op waardevermeerdering.
Naar aanleiding van het bericht in de
„Nieuwe Crt.", dat een wetsontwerp
aan den Raad van State gezonden is,
dat bedoelt den minister van financiën
in staat te stellen 30 van alle waar
devermeerdering van roerend en onroe
rend goed tussch^ 1 Mei 1916 en 1
Mei 1919 te heffen, Verneemt het „Fin.
Weekblad", dat 't wetsontwerp waar
op de „N. Ct." doelt, veel verder gaat
dan uit het 'bovenstaande bericht kan
wonden afgeleid. Het ligt in de bedoe-,
ling van den 'minister van financiën om
30 te heffen, niet enkel van de waar-
de-vernieerdering van roerend en on
roerend goed, maar van iedere vermo
gensvermeerdering, uit welken hoofde
ook ontstaan tusschen 1 Mei 1916 en
1 Mei 1919. Uitgezonderd zullen alleen
worden vermogensvermeerderingen
door erfenis, huwelijk enz. Deze belas
ting komt dus in de eerste plaats neer
op 'n verhooging van de oorlogswinst-
belasting met terugwerkende kracht.
Van de vermogensvermeerdering is in
vele gevallen reeds 30 betaald
wordt nu van de resteeremde 70 op
nieuw 30 21 der oorspronke
lijke 100 geheven, dan wordt daar
door de totale heffing (ot 51 ver
hoogd.
Bovendien worden alle vermogens-
vermeerderingen 'belast, die door de O.
W.-foetasting niet zijn getroffen, zoo
als koerswinst op effecten, waarde-ver-
meerdering van onroerend bezit, enz.
Spoorwegen in Zeeland.
De heer De Muralt heeft de volgende
vragen gericht tot den minister van
waterstaat
le. Is de overeenkomst, waarbij de
betrokken concessionaris (.maatschap
pij stoomtram Breskens-Maldeghem)
zich verplicht tot aanleg en exploitatie
van den spoorweg van Breskens over
Cadzand en Retran-chement naar Sluis
met zijlijnen, waarvoor bij de wet van
29 Mei 1916 uit 's rij'ks schatkist een
renteloos voorschot beschikbaar werd
gesteld, reeds tot stand gekomen
2e. Zoo je, welke zijn de oorzaken,
dat nog niet met den aanleg is 'begon
nen en wanneer zal met den aanleg een
aanvang worden gemaakt
3e. Indien het renteloos voorschot in
verband irnet de tijdsomstandigheden
imoet worden verhoogd, is de minister
dan bereid te bevorderen, dat ten spoe
digste een voorstel daartoe bij de Sta-
ten-Generaal aanhangig wordt ge
maakt
Kolen uit Duitschland.
Aan het „Hibld." wordt gemeld, dat
de onderhandelingen omtrent kolenle-
vering door Duitschland, waaromtrent
dezer dagen werd bericht, slechts be
trekking hadden op ondergeschikte
punten. De algemeene overeenkomst,
die een minimum-invoer van 250.000
ton per maand betreft, loopt tot ultimo
December van dit jaar en een nieuwe,
waarbij 6 a 7000 ton daags wordt ge
waarborgd, is dus overbodig.
Uitvoer van chocolade.
De bezwaren tegen den uitvoer van
chocolade zijn tlhans opgeheven.
Cacao kan echter nog niet worden
uitgevoerd, in verband met de hooge
prijzen van dit artikel hier te lande.
De ex-keizer.
Uit Berlijn verneemt 'het Holl. N.-
bureau Het Haagsche bericht van de
„New-York Times", als zouden perso
nen uit de omgeving van den vroegeren
Duitschen keizer naar Duitschland zijn
getrokken om aldaar een verblijf voor
den ex-keizer voor te bereiden, wordt
door Duitsche autoriteiten gelogen
straft met de verklaring, dat geen en
kele voorbereiding voor de terugkeer
van den ex-keizer wordt getroffen.
Het wetsontwerpDe Visser.
„De Loods", het orgaan van den
Economischen Bond, beantwoordt de
i vraag of de uitslag der besprekingen
over het wetsontwerp-de Visser toe te
juichen, dan wel te betreuren valt als
j volgt
i Wie met ons doordrongen is van de
groote beteekenis van goed onderwijs
voor de ontwikkeling in geestelijk en
stoffelijk opzicht van de natie, beseft 't
gewicht van deze vraag. Een .erste
voorwaarde toch voor degelijk onder
wijs is de aanwezigheid van een onder
wijzerskorps, dat, niet gedrukt door
broodzorgen, zich met opgewektheid
en lust kan wijden aan de schoone
taak van de verstandelijke vorming en
opvoeding van jong-Nederland. Wil het
onderwijs werkelijk staan op hoog peil,
dan moet het gehalte der onderwijzers
niets te wenschen overlaten. Dan nroe-
i ten de onderwijzers bij voorkeur ook
j worden gerecruteerd uit die standen
1 der maatschappij, waarin reeds van
huis uit algemeene ontwikkeling en be
schaving wordt aangetroffen, dan moet
de kennis van den onderwijzer niet uit
sluitend berusten op wat hij op de
kweekschool heeft geleerd of zich daar
naast uit boekenstudie moeizaam heeft
eigen gemaakt, dan moet zijn cultuur
niet maar een dun vernisje zijn maar
hij moet van kindsbeen af verkeerd
hebben in een kring van ontwikkelde
wei opgevoede lieden, hij moet stam
men uit een gezin van personen met
ruimen gezichtskring goede manieren,
waarin hij ,a!s 't ware spelenderwijs die
kundigheden en die vorming opdoet,
welke de onderwijzer, die niet het ge
luk had uit zulk een kring voort te ko
men, wellicht nimmer zich volkomen
eigen weet te maken. In één woord
wil de volksschool er inderdaad toe
bijdragen ons volk te brengen op hoo-
ger peil, dan moet de volksonderwijzer
in elk opzicht boven zijn leerlingen
staan dan moet 'hij komen uit een
milieu, waar een hooger cultuurleven
heerscht en kan heerschen, omdat de
onmisbare voorwaarde daarvoor ze
kere, zij 't ook bescheiden, welstand,
niet ten eenenmaie ontbreekt.
Maar dan spreekt het vanzelf, dat de
onderwijzer voor zijn werkzaamheden
hooger gesalarieerd moet worden dan
andere ambtenaren, van wie vaak veel
minder zware arbeid en minder be
kwaamheid woTdt gevorderd. Dan
dient de onderwijzersstand onder het
ambtenarenkorps een elite te vormen,
die zich ruim kan bewegen, in een aan
gename omgeving van de dagtaak kan
uitrusten, zich niet behoeft te bekrim
pen op huishoudelijke uitgaven om zich
de noodige studiewerken aan te schaf
fen. Dan moet het een voorrecht en een
eer zijn, van dat korps een deel uit te
derde den jongen dokter als een onge
lukkige, die slechts uit wanhoop sol
daat geworden was, terwijl de weten
schap een groot verlies in hem leed.
Zooa-ls men ziet, liet Herbert Grey-
son niets onbeproefd om het treurig lot
van zijn vriend eenigermate te verlich
ten en hem zelfs .van den ransel te be
vrijden.
'Hij deed ook nog een anderen stap,
waarvan hij zich het beste resultaat
voorstelde. Hij verzocht namelijk Tra
verse zich te laten fotografeeren, om
zijn moeder en zijn bruid daarmede te
verrassen. Een^terde vroeg hij voor
zich zelf en dit*Pd hij, zonder mede
weten van Traverse, aan majoor War-
field, wien hij er bij schreef of hij we!
zijn zoon herkende en nog langer zoo
hardnekkig aan zijn trouwe vrouw de
plaats in huis zou weigeren, die hen
toekwam.
We zullen later zien, welke uitwer
king de brief yan Herbert met het bij
gevoegde portr'et op zijn oom teweeg
bracht nu blijven we bij het leger, om
onzen vriend Traverse niet uit het oog
te verliezen, voor wien de militaire
loopbaan een ware kwelling moest
worden, ats men bedenkt, hoe- zwaar
hij dengene beieedigd had, die nu zijn
kapitein was.
XXXVII.
Het leger van generaal Scott 'had
roem geoogst. Na de gedenkwaardige
dagen van 22 tot 26 Maart 1847 had de
dappere bevelhebber Veracruz tot de
maken, waartegenover dan ook veel
hooger eischen dan thans aan den on
derwijzer zullen mogen en moeten wor
den "esteld.
Ging nu het ontwerp-de Visser in
deze richting? Tot ons leedwezen moet
het antwoord beslist ontkennend lui
den. Ongetwijfeld had het deze goede
zijde, dat het aan het de tot dusver
bestaande achterstelling van de bijzon
dere bij de oipen'bare onderwijzers een
einde maakte. Wij willen voorts gaarne
erkennen dat ook de openbare onder
wijzers over het geheel uitgezonderd
in enkele groote gemeenten er door
dit ontwerp niet op achteruit zijn ge
gaan én dat het stelsel van kindertoe
slagen principieel niet onjuist is. Maar
daartoe bepaalt zich onze ingenomen
heid met het voorstel-de Visser. Veel
is er geredetwist over de vraag of de
classificatie goed- of afkeuring ver
dient. Wij achten dit bijzaak. Hoofd
zaak is, moet althans zijn, of de onder
wijzers behoorlijk bezoldigd zijn. En
dat zijn zij, naar onze vaste overtui
ging, door deze regeling allerminst.
Het Nederlandsche stoomschip „Harlin-
gen" gezonken.
Het Nederlandsche stoomschip „Har-
lingen" is in <de Noordzee op een mijn
geloopen en gezonken. Een stoomdrif-
ter redde de 'bemanning en landde deze
op^de Tyne.
Er zijn twee stoomschepen imet den
naam Harlingen.
Dat van de Zeevaartmaatschappij
Groningen vertrok 2 Juni van Middles-
bro naar Kalurodlborg de „Harlingen"
van v. d. Eb en Dresseihuys' scheep
vaartmaatschappij te Rotterdam is ook
in de Noordzeevaart tusschen Engeland
en Frankrijk.
Welke van deze twee schepen ver
gaan is, valt rui et op te maken.
Het dienstbodenvraagstuk.
Het dienstbodenvraagstuk is te Lei
den plotseling actueel geworden. De
Ned. Bond van Huispersoneel richtte
daar een afdeeling oip en liet mej. Lod
der uit Baarn in een openbare verga
dering optreden, in deze vergadering,
die ook bezocht was door enkele me
vrouwen, werden de eischen van het
huispersoneel geformuleerd. Den me
vrouwen sloeg de schrik om het hart
en uit tegenweer belegde de Leidsche
afdeeling van de Nederlandsche Veree-
niging van Huisvrouwen ook een open
bare vergadering, waar een 400 vrou
wen bijeen waren. De leidsters der
dienstbodenbeweging waren ook op
het appél en hoewel het eerst 'leek dat
het tot een conflict zou komen, heeft
zich de zaak ,nog al geschikt, al werd
men ;het niet eens. De presidente, me
vrouw prof. Eerdmans, leverde een
scherpe critiek op de voorloopige
yoorstellen van de zijde der dienstbo
denorganisatie, terwijl een ander be
stuurster, mevrouw Verver, aantoonde,
dat middelmatig groote gezinnen met
minder dan 5000 inkomen geen
dienstboden meer zullen kunnen hou
den, wat tmen van anbeiderszijde heel
goed vond.
Ten slotte kwam het toch tot een
soort compromis. Beide organisaties
zullen 'hun voorwaarden nader formu
leeren en dan hoopt men door onder
ling overleg tot overeenstemming te
komen.
De 'mevrouwen echter zullen er wel
het loodje moeten leggen.
Het weer in Mei.
Hef Kon. Ned. Meteorologisch Insti-
overgave gedwongen, waarna hij tegen
Xalapa oprukte, dat hij den 22 April
innam en toen zijn hoofdkwartier naar
Puabla verlegde, waar hij eenfge maan
den op versterking moest wachten.
Nadat hij nieuwe troepen gekregen
had, zette Scott met 12000 man zijn
zegetocht weer voort en leverde de be
slissende slagen van Confreras en Chu-
rubusco, tengevolge waarvan generaal
Santa Ana een wapenstilstand vroeg,
dien Scott wel aannam, doch die in de
eerste dagen van September reeds door
de Mexicanen gebroken werd. In deze
korte pauze willen we onze vrienden
Herbert Greyson en Traverse Rocke
bezoeken.
We vinden den eerste, die zich de
dapperste onder de dapperen getoond
had, met de majoors-epauletten ver
sierd de laatste echter was nog altijd
gewoon soldaat, ofschoon hij vaak een
moed getoond had, een betere zaak
waardig. De wraakzucht van den ka
pitein was een beletsel voor zijn bevor
dering de dapperheid van zijn per
soonlijken vijand erkende deze niet,
maar hij wendde alle middelen aan, om
den ongelukkigen jongeling te gronde
te richten.
Kapitein Lenoir vernederde zich zelfs
zoo ver, dat hij Traverse dagelijks
openlijk beschimpte, met het -doel om
een beleediging uit te lokken.
Hoe meer Traverse van den kapitein
te lijden had, des te ijveriger stelde
Herbert zich in de weer hem uit den
nood te redden. „Zijn beleedigingen",
tuut te De Bildt geeft het volgende
overzicht van het weer in de maand
Mei
De temperatuur in de maand Mei
week, wat de oohtendtemperatuur en
het dagelijksche minimum betreft, ge
middeld weinig van de normaal af de
dagelijksche maxima daarentegen wa
ren in de laatste drie weken ongeveer
drie graden Celsius er boven.
Den 23sten steeg op verscheiden
plaatsen de thermometer boven 25 gra
den. Lichte nachtvorsten kwamen veel
voor sterke worden alleen van den
6, 12, 19 en 20 bericht.
De hoeveelheid neerslag 'bedroeg
slechts 50 tot 60 van de normale re-
maandsoim, de regenval beperkte zich
hoofdzakelijk tot de eerste twee dagen
en tot de onweders op den 10 en 11
overigens was het meestal droog weer.
Winden uit Oostelijke richtingen wa
ren talrijker dan gewoonlijk.
Het aantal uren met zonneschijn te
de Bildt bedroeg 300 tegen gemiddeld
20! uren in Mei het record der maand
werd hiermede overschreden, tot dus
ver was in 1909 de grootste maandsom
met 279 uren bereikt.
Ook een manier 1
In „De Courant" komt de volgende
veelzeggende advertentie voor
„Huwelijk. Onderwijzer, 57 jaar,
zoekt onderwijzeres om voor den vorm
een huwelijk aan te gaan, teneinde bei
der salaris pl.m. 500 te verhoogen.
Na huwelijk gaat elk zijns weegs. Br.
left, enz."
GECOMBINEERDE VERGADERING
VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL.
(Vervolg en Slot.)
De heeren Bosman en Fokker (Mid
delburg) drongen eveneens aan op een
betere spoorwegverbinding de laatste
vooral ook met het oosten des lands,
waardoor het vervoer met de „Zee
land" zal toenemen.
De heer Bosman wilde ook nog eens
wijzen op de groote voordeelen van de
i „Zeeland" door de veiligheid.Hij vraagt
ook of er niet wat anders achter scihuilt
i nl. dit, wanneer de lijn te Vlissingen
wordt opgeheven, niet bijv. een Engel-
sohe maatschappij een lijn zou openen,
profiteerende van de vele voordeelen
welke de haven van Vlissingen aan
biedt.
De heer Van Niftrik stelde daarna de
volgende motie voor
De Kamers van Koophandel en Fa
brieken te Vlissingen, Middel-burg, Ter
Neuzen, Bergen op Zoom
in gecombineerde vergadering bijeen
ten stadhiuze van Vlissingen
vernomen hebbende dat de Holland-
sche- en Staatsspoorwegmaatschappij
en, wier belangen door de fusie thans
vereenigd zijn, het daarheen trachten
te leiden dat de stoomvaartmaatschap
pij „Zeeland" worde overgeplaatst van
Vlissingen naar Hoek van Holland
spreken ais haar meening uit
dat de verlegging van het verkeer,
die van de overplaatsing het gevolg zal
zijn, zeer schadelijk zou werken op
handel, industrie, tuinbouw en vissche-
rij in het zuidelijk deel van het rijk
dat de spoorwegmaatschappijen
slechts concessionarissen zijn van een
openbaar middel van verkeer en dat het
ontoelaatbaar is dat deze concessiona
rissen ingrijpende maatregelen nemen,
uitsluitend in het belang van hun aan
deelhouders, doch zeer ten nadeele van
een belangrijk deel van het rijk
dat buitendien Vlissingen de eenige
zeide hij tot den jongen vrijwilliger,
„moeten op uw geduld en lijdzaamheid'
schipbreuk lijden. Slechts op deze wijze
kunt gij hem ontwapenen."
Traverse volgde den raad ter wille
van zijn moeder en van Clara de ge
dachte aan zijn geliefden schonk hem
moed en troost.
„Het ,zal hem niet gelukken mij in het
verderf te storten", hernam Traverse
on de welgemeende vermaning van zijn
vriend. „Na het eindigen van den oor
log zal ik hem als dokter Rocke ophel
dering vragen van zijn schandelijk ge
drag."
Herbert noch Traverse wisten, dat de
laatste reeds den kapitein tot verant
woording kon roepen, want hij had
reeds ontslag uit den dienst gekregen,
doch de kapitein had dit achtergehou
den, alsmede alle brieven die voor Tra
verse aankwamen.
Nog had de kapitein zijn doel niet
bereikt, nog was zijn dorst naar wraak
niet gelescht. Hij had een ander boos
aardig plan .beraamd, waardoor hij zijn
doel trachtte te treffen. Hij had name
lijk een officier, met na-me Zuten, een
man met een laag karakter, tot de ver
trouwde van zijn plan gemaakt. In de
zen vond hij een willig werktuig.
Zooals reeds gezegd is, was er een
wapenstilstand gesloten, doch binnen
weinige dagen zouden de vijandelijk
heden weer beginnen en dus was een
strenge pafrouilledienst noodiig.
(Wordt vervolgd.)