HET PLEEGKIND WOE!M8'»*«* 4 JUMI KAMEROVERZICHT. Md» J30 BINNENLAND™" FEUILLETON ADVERTENTIE-PRIJS Van regels 0.80 voor iedere regel meer 20 centbij abonnement speciale prijs. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 10 cent ner regel, bij con tante betaling. Familieberichten van 16 regels f 1.30, iedere regel meer 20 cent ABONNEMENTS-PRIJS Voor VKssingen en genieenten op Walcheren 1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.20. Week-abon nemen ten 14 cent Afzon- ïerliiike nummers 3 cent. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. iDe guillotine blijft werken. De amen dementen, die de Minister niet wii, wor den afgemaakt. Zoowel dat voor de surnuimeraire onderwijzers, als voor de goedkeuring van het leerplan en inzake de wachtgelden werden verworpen, met één uitzondering. Aangenomen met 49 tegen 36 «temmen werd het amende mentBulten dat het wachtgeld aldus regelt voor onderwijzers met meer dan 10 doch minder dan 25 dienstjaren zal het wachtgeld 80 van het salaris bedragen voor hen, die meer dienstja ren hebben, zal het wachtgeld gelijk zijn aan het salaris. Het was een klein groepje katholieken, die hierbij mede- ging met de linkerzijde. Na aanneming ontstond nogal heftige beroering, aan gezien de heer Nolens verstoord bleek om deze stoutigheid. Bij de overgangsbepalingen kwam nog heel wat discussie los, omdat nu eenmaal iedere overgang moeilijk is. De Minister laat de onderwijzers alle vooruitzichten die ze hadden vóór f Januari 1919 behouden. De heer Kete laar wenschte dezen datum te stellen, op 28 Mei 1919 de 'heer Gerhard wenschte den datum te bepalen op den datum waarop de wet wordt afgekon digd. Het is de bedoeling geen onrecht te doen aan hen die na 1 januari 1919 in betere conditie zijn. gekomen door dat hun salarissen na dien datum zijn herzien en verbeterd. De heer Ketelaar voegde er dit dreigement bij, dat hij zou stemmen tegen de wet indien zijn amendement werd verworpen. Dan toch zouden de onderwijzers te veel achteruit gaan en dat wenschte hij in geen geval. Dat heette geen dreigement zeide de heer Ketelaar, doch slechts een verklaring dat hij aan deze wet niet wilde medewerken. Ook de iheer Otto had een regeling voorgesteld die het onrecht ook wilde herstellen. Het was slechts een andere redactie maar het kwam op 'hetzelfde neer. Hij wenschte het verschil tu.sschen de bedragen van deze wet en de viigee- rende veranderingen ais toelage te la ten uitbetalen. Nog wilde ide heer Van der Molen de bestaande toeslagen voor het bezit van bij-akten redden, indien deze beter waren dan thans ,in deze'yet is bepaald. Op liet Amsterdamsche gemeentebe stuur oefende de beer Albarda critiek. Dat bestuur was nalatig geweest en in dien het amendementKetelaar niet werd aangenomen, zouden de onder wijzers de dupe worden van die nala tigheid. 'De 'heer Van der Molen wees op Groningen waar men nog gauw de ver ordeningen heeft verbeterd in de hoo,p, dat de termijn nog na 28 Mei zal wor den versahoven. Hij ried daarom den Minister aan, zeer voorzichtig te zijn en niet op de amendementen in te gaan. Nog vroeg de beer Van Wijnbergen de zelfde gunstige bepalingen die gelden voor de openbare onderwijzers ook te doen gelden voor de bijzóndere on derwijzers. Morgen de Minister. 105) „Ik zal het doen", beloofde Traver se. „Door dit teven vol gevaren en ver moeienissen zal ik de fout, aan Clara begaan, uitboeten en weer je achting verwerven." „Mijn achting, Traverse, iheb je niet verloren, wanneer ik mij ook een wei nig hard tegen je uitliet", hervatte Her- bert. „Doch je sprak van nood en el lende, heb je in 'Saint-Louis geen geluk gehad „Ach, Herbert, ook in dit opzicht ben ik bitter teleurgesteld. Je weet, dat ik van mijn weldoener een aanmerkelijke som gelds kreeg om de reiskosten te dekken en in den beginne te kunnen le ven. Eer ik vertrok, deelde ik ze met mijn moeder, die door haar scheiding van Clara weer in een ongelukkigen toestand geraakt was. Er bleven mij nog 500 daalders over, na mijn aan komst in St. Louis nog 300 en eenige weken later bezat ik niets meer. Wel dra kon ik de huur niet meer betalen. Ongelukkig was het ook nog een arme weduwe, bij wie ik inwoonde zij drong niet op betaling aan, doch ik zag duidelijk in welk een grooten nood zij verkeerde, omdat zij van mij geen geld kreeg. Ik troostte mij met de gedachte dat ik weldra een drukke praktijk zou hebben, maar helaas 1 daarbij kwam Clara's brief. Nu nam ik spoedig een besluit. Om mijn schulden te betalen, verkocht ik alles wat ik bezat boeken en al mijn kleeren en daarna werd i ik soldaat, om weldra in het eerste ge- vecht den dood te zoeken." j „Dat ge soldaat werdt", hernam Herbert, „is niet meer te veranderen, doch w,at ihet zoeken naar den dood betreft, laat dit aan anderen over. Ge j zult als man van eer uw plicht doen en de blauwe boonen zoo min vreezen als ik zelf, maar 'moedwillig den dood zoe ken zult ge niet, want je weet, wie daarom zich doodtreuren zou." Allengs gelukte het Herbert den on gelukkigen Traverse tot een betete stemming te brengen, ten minste hij schikte zich in zijn lot. Hij beloofde verstandig te zijn, opdat Herbert zijn strenge overste over hem tevre den zou zijn, waarna beide vrienden scheidden. Herbert gevoelde innig medelijden met zijn ongelukkigen vriend en was er oo bedacht, hoe hij zijn toestand drage lijker zou kunnen maken. Hij wist de officieren van bet regiment voor 'hem te winnen, die allen beloofden, hem volgens zijn kennis en opvoeding te behandelen. Herbert was hiermede echter niet te vreden. Daar ihet duidelijk bleek, dat Herbert niet de geringste roeping of neiging voor den soldatenstand bezatj richtte hij een verzoek om vrijstelling aan den minister van oorlog. Hij schil- Belasting op waardevermeerdering. Naar aanleiding van het bericht in de „Nieuwe Crt.", dat een wetsontwerp aan den Raad van State gezonden is, dat bedoelt den minister van financiën in staat te stellen 30 van alle waar devermeerdering van roerend en onroe rend goed tussch^ 1 Mei 1916 en 1 Mei 1919 te heffen, Verneemt het „Fin. Weekblad", dat 't wetsontwerp waar op de „N. Ct." doelt, veel verder gaat dan uit het 'bovenstaande bericht kan wonden afgeleid. Het ligt in de bedoe-, ling van den 'minister van financiën om 30 te heffen, niet enkel van de waar- de-vernieerdering van roerend en on roerend goed, maar van iedere vermo gensvermeerdering, uit welken hoofde ook ontstaan tusschen 1 Mei 1916 en 1 Mei 1919. Uitgezonderd zullen alleen worden vermogensvermeerderingen door erfenis, huwelijk enz. Deze belas ting komt dus in de eerste plaats neer op 'n verhooging van de oorlogswinst- belasting met terugwerkende kracht. Van de vermogensvermeerdering is in vele gevallen reeds 30 betaald wordt nu van de resteeremde 70 op nieuw 30 21 der oorspronke lijke 100 geheven, dan wordt daar door de totale heffing (ot 51 ver hoogd. Bovendien worden alle vermogens- vermeerderingen 'belast, die door de O. W.-foetasting niet zijn getroffen, zoo als koerswinst op effecten, waarde-ver- meerdering van onroerend bezit, enz. Spoorwegen in Zeeland. De heer De Muralt heeft de volgende vragen gericht tot den minister van waterstaat le. Is de overeenkomst, waarbij de betrokken concessionaris (.maatschap pij stoomtram Breskens-Maldeghem) zich verplicht tot aanleg en exploitatie van den spoorweg van Breskens over Cadzand en Retran-chement naar Sluis met zijlijnen, waarvoor bij de wet van 29 Mei 1916 uit 's rij'ks schatkist een renteloos voorschot beschikbaar werd gesteld, reeds tot stand gekomen 2e. Zoo je, welke zijn de oorzaken, dat nog niet met den aanleg is 'begon nen en wanneer zal met den aanleg een aanvang worden gemaakt 3e. Indien het renteloos voorschot in verband irnet de tijdsomstandigheden imoet worden verhoogd, is de minister dan bereid te bevorderen, dat ten spoe digste een voorstel daartoe bij de Sta- ten-Generaal aanhangig wordt ge maakt Kolen uit Duitschland. Aan het „Hibld." wordt gemeld, dat de onderhandelingen omtrent kolenle- vering door Duitschland, waaromtrent dezer dagen werd bericht, slechts be trekking hadden op ondergeschikte punten. De algemeene overeenkomst, die een minimum-invoer van 250.000 ton per maand betreft, loopt tot ultimo December van dit jaar en een nieuwe, waarbij 6 a 7000 ton daags wordt ge waarborgd, is dus overbodig. Uitvoer van chocolade. De bezwaren tegen den uitvoer van chocolade zijn tlhans opgeheven. Cacao kan echter nog niet worden uitgevoerd, in verband met de hooge prijzen van dit artikel hier te lande. De ex-keizer. Uit Berlijn verneemt 'het Holl. N.- bureau Het Haagsche bericht van de „New-York Times", als zouden perso nen uit de omgeving van den vroegeren Duitschen keizer naar Duitschland zijn getrokken om aldaar een verblijf voor den ex-keizer voor te bereiden, wordt door Duitsche autoriteiten gelogen straft met de verklaring, dat geen en kele voorbereiding voor de terugkeer van den ex-keizer wordt getroffen. Het wetsontwerpDe Visser. „De Loods", het orgaan van den Economischen Bond, beantwoordt de i vraag of de uitslag der besprekingen over het wetsontwerp-de Visser toe te juichen, dan wel te betreuren valt als j volgt i Wie met ons doordrongen is van de groote beteekenis van goed onderwijs voor de ontwikkeling in geestelijk en stoffelijk opzicht van de natie, beseft 't gewicht van deze vraag. Een .erste voorwaarde toch voor degelijk onder wijs is de aanwezigheid van een onder wijzerskorps, dat, niet gedrukt door broodzorgen, zich met opgewektheid en lust kan wijden aan de schoone taak van de verstandelijke vorming en opvoeding van jong-Nederland. Wil het onderwijs werkelijk staan op hoog peil, dan moet het gehalte der onderwijzers niets te wenschen overlaten. Dan nroe- i ten de onderwijzers bij voorkeur ook j worden gerecruteerd uit die standen 1 der maatschappij, waarin reeds van huis uit algemeene ontwikkeling en be schaving wordt aangetroffen, dan moet de kennis van den onderwijzer niet uit sluitend berusten op wat hij op de kweekschool heeft geleerd of zich daar naast uit boekenstudie moeizaam heeft eigen gemaakt, dan moet zijn cultuur niet maar een dun vernisje zijn maar hij moet van kindsbeen af verkeerd hebben in een kring van ontwikkelde wei opgevoede lieden, hij moet stam men uit een gezin van personen met ruimen gezichtskring goede manieren, waarin hij ,a!s 't ware spelenderwijs die kundigheden en die vorming opdoet, welke de onderwijzer, die niet het ge luk had uit zulk een kring voort te ko men, wellicht nimmer zich volkomen eigen weet te maken. In één woord wil de volksschool er inderdaad toe bijdragen ons volk te brengen op hoo- ger peil, dan moet de volksonderwijzer in elk opzicht boven zijn leerlingen staan dan moet 'hij komen uit een milieu, waar een hooger cultuurleven heerscht en kan heerschen, omdat de onmisbare voorwaarde daarvoor ze kere, zij 't ook bescheiden, welstand, niet ten eenenmaie ontbreekt. Maar dan spreekt het vanzelf, dat de onderwijzer voor zijn werkzaamheden hooger gesalarieerd moet worden dan andere ambtenaren, van wie vaak veel minder zware arbeid en minder be kwaamheid woTdt gevorderd. Dan dient de onderwijzersstand onder het ambtenarenkorps een elite te vormen, die zich ruim kan bewegen, in een aan gename omgeving van de dagtaak kan uitrusten, zich niet behoeft te bekrim pen op huishoudelijke uitgaven om zich de noodige studiewerken aan te schaf fen. Dan moet het een voorrecht en een eer zijn, van dat korps een deel uit te derde den jongen dokter als een onge lukkige, die slechts uit wanhoop sol daat geworden was, terwijl de weten schap een groot verlies in hem leed. Zooa-ls men ziet, liet Herbert Grey- son niets onbeproefd om het treurig lot van zijn vriend eenigermate te verlich ten en hem zelfs .van den ransel te be vrijden. 'Hij deed ook nog een anderen stap, waarvan hij zich het beste resultaat voorstelde. Hij verzocht namelijk Tra verse zich te laten fotografeeren, om zijn moeder en zijn bruid daarmede te verrassen. Een^terde vroeg hij voor zich zelf en dit*Pd hij, zonder mede weten van Traverse, aan majoor War- field, wien hij er bij schreef of hij we! zijn zoon herkende en nog langer zoo hardnekkig aan zijn trouwe vrouw de plaats in huis zou weigeren, die hen toekwam. We zullen later zien, welke uitwer king de brief yan Herbert met het bij gevoegde portr'et op zijn oom teweeg bracht nu blijven we bij het leger, om onzen vriend Traverse niet uit het oog te verliezen, voor wien de militaire loopbaan een ware kwelling moest worden, ats men bedenkt, hoe- zwaar hij dengene beieedigd had, die nu zijn kapitein was. XXXVII. Het leger van generaal Scott 'had roem geoogst. Na de gedenkwaardige dagen van 22 tot 26 Maart 1847 had de dappere bevelhebber Veracruz tot de maken, waartegenover dan ook veel hooger eischen dan thans aan den on derwijzer zullen mogen en moeten wor den "esteld. Ging nu het ontwerp-de Visser in deze richting? Tot ons leedwezen moet het antwoord beslist ontkennend lui den. Ongetwijfeld had het deze goede zijde, dat het aan het de tot dusver bestaande achterstelling van de bijzon dere bij de oipen'bare onderwijzers een einde maakte. Wij willen voorts gaarne erkennen dat ook de openbare onder wijzers over het geheel uitgezonderd in enkele groote gemeenten er door dit ontwerp niet op achteruit zijn ge gaan én dat het stelsel van kindertoe slagen principieel niet onjuist is. Maar daartoe bepaalt zich onze ingenomen heid met het voorstel-de Visser. Veel is er geredetwist over de vraag of de classificatie goed- of afkeuring ver dient. Wij achten dit bijzaak. Hoofd zaak is, moet althans zijn, of de onder wijzers behoorlijk bezoldigd zijn. En dat zijn zij, naar onze vaste overtui ging, door deze regeling allerminst. Het Nederlandsche stoomschip „Harlin- gen" gezonken. Het Nederlandsche stoomschip „Har- lingen" is in <de Noordzee op een mijn geloopen en gezonken. Een stoomdrif- ter redde de 'bemanning en landde deze op^de Tyne. Er zijn twee stoomschepen imet den naam Harlingen. Dat van de Zeevaartmaatschappij Groningen vertrok 2 Juni van Middles- bro naar Kalurodlborg de „Harlingen" van v. d. Eb en Dresseihuys' scheep vaartmaatschappij te Rotterdam is ook in de Noordzeevaart tusschen Engeland en Frankrijk. Welke van deze twee schepen ver gaan is, valt rui et op te maken. Het dienstbodenvraagstuk. Het dienstbodenvraagstuk is te Lei den plotseling actueel geworden. De Ned. Bond van Huispersoneel richtte daar een afdeeling oip en liet mej. Lod der uit Baarn in een openbare verga dering optreden, in deze vergadering, die ook bezocht was door enkele me vrouwen, werden de eischen van het huispersoneel geformuleerd. Den me vrouwen sloeg de schrik om het hart en uit tegenweer belegde de Leidsche afdeeling van de Nederlandsche Veree- niging van Huisvrouwen ook een open bare vergadering, waar een 400 vrou wen bijeen waren. De leidsters der dienstbodenbeweging waren ook op het appél en hoewel het eerst 'leek dat het tot een conflict zou komen, heeft zich de zaak ,nog al geschikt, al werd men ;het niet eens. De presidente, me vrouw prof. Eerdmans, leverde een scherpe critiek op de voorloopige yoorstellen van de zijde der dienstbo denorganisatie, terwijl een ander be stuurster, mevrouw Verver, aantoonde, dat middelmatig groote gezinnen met minder dan 5000 inkomen geen dienstboden meer zullen kunnen hou den, wat tmen van anbeiderszijde heel goed vond. Ten slotte kwam het toch tot een soort compromis. Beide organisaties zullen 'hun voorwaarden nader formu leeren en dan hoopt men door onder ling overleg tot overeenstemming te komen. De 'mevrouwen echter zullen er wel het loodje moeten leggen. Het weer in Mei. Hef Kon. Ned. Meteorologisch Insti- overgave gedwongen, waarna hij tegen Xalapa oprukte, dat hij den 22 April innam en toen zijn hoofdkwartier naar Puabla verlegde, waar hij eenfge maan den op versterking moest wachten. Nadat hij nieuwe troepen gekregen had, zette Scott met 12000 man zijn zegetocht weer voort en leverde de be slissende slagen van Confreras en Chu- rubusco, tengevolge waarvan generaal Santa Ana een wapenstilstand vroeg, dien Scott wel aannam, doch die in de eerste dagen van September reeds door de Mexicanen gebroken werd. In deze korte pauze willen we onze vrienden Herbert Greyson en Traverse Rocke bezoeken. We vinden den eerste, die zich de dapperste onder de dapperen getoond had, met de majoors-epauletten ver sierd de laatste echter was nog altijd gewoon soldaat, ofschoon hij vaak een moed getoond had, een betere zaak waardig. De wraakzucht van den ka pitein was een beletsel voor zijn bevor dering de dapperheid van zijn per soonlijken vijand erkende deze niet, maar hij wendde alle middelen aan, om den ongelukkigen jongeling te gronde te richten. Kapitein Lenoir vernederde zich zelfs zoo ver, dat hij Traverse dagelijks openlijk beschimpte, met het -doel om een beleediging uit te lokken. Hoe meer Traverse van den kapitein te lijden had, des te ijveriger stelde Herbert zich in de weer hem uit den nood te redden. „Zijn beleedigingen", tuut te De Bildt geeft het volgende overzicht van het weer in de maand Mei De temperatuur in de maand Mei week, wat de oohtendtemperatuur en het dagelijksche minimum betreft, ge middeld weinig van de normaal af de dagelijksche maxima daarentegen wa ren in de laatste drie weken ongeveer drie graden Celsius er boven. Den 23sten steeg op verscheiden plaatsen de thermometer boven 25 gra den. Lichte nachtvorsten kwamen veel voor sterke worden alleen van den 6, 12, 19 en 20 bericht. De hoeveelheid neerslag 'bedroeg slechts 50 tot 60 van de normale re- maandsoim, de regenval beperkte zich hoofdzakelijk tot de eerste twee dagen en tot de onweders op den 10 en 11 overigens was het meestal droog weer. Winden uit Oostelijke richtingen wa ren talrijker dan gewoonlijk. Het aantal uren met zonneschijn te de Bildt bedroeg 300 tegen gemiddeld 20! uren in Mei het record der maand werd hiermede overschreden, tot dus ver was in 1909 de grootste maandsom met 279 uren bereikt. Ook een manier 1 In „De Courant" komt de volgende veelzeggende advertentie voor „Huwelijk. Onderwijzer, 57 jaar, zoekt onderwijzeres om voor den vorm een huwelijk aan te gaan, teneinde bei der salaris pl.m. 500 te verhoogen. Na huwelijk gaat elk zijns weegs. Br. left, enz." GECOMBINEERDE VERGADERING VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL. (Vervolg en Slot.) De heeren Bosman en Fokker (Mid delburg) drongen eveneens aan op een betere spoorwegverbinding de laatste vooral ook met het oosten des lands, waardoor het vervoer met de „Zee land" zal toenemen. De heer Bosman wilde ook nog eens wijzen op de groote voordeelen van de i „Zeeland" door de veiligheid.Hij vraagt ook of er niet wat anders achter scihuilt i nl. dit, wanneer de lijn te Vlissingen wordt opgeheven, niet bijv. een Engel- sohe maatschappij een lijn zou openen, profiteerende van de vele voordeelen welke de haven van Vlissingen aan biedt. De heer Van Niftrik stelde daarna de volgende motie voor De Kamers van Koophandel en Fa brieken te Vlissingen, Middel-burg, Ter Neuzen, Bergen op Zoom in gecombineerde vergadering bijeen ten stadhiuze van Vlissingen vernomen hebbende dat de Holland- sche- en Staatsspoorwegmaatschappij en, wier belangen door de fusie thans vereenigd zijn, het daarheen trachten te leiden dat de stoomvaartmaatschap pij „Zeeland" worde overgeplaatst van Vlissingen naar Hoek van Holland spreken ais haar meening uit dat de verlegging van het verkeer, die van de overplaatsing het gevolg zal zijn, zeer schadelijk zou werken op handel, industrie, tuinbouw en vissche- rij in het zuidelijk deel van het rijk dat de spoorwegmaatschappijen slechts concessionarissen zijn van een openbaar middel van verkeer en dat het ontoelaatbaar is dat deze concessiona rissen ingrijpende maatregelen nemen, uitsluitend in het belang van hun aan deelhouders, doch zeer ten nadeele van een belangrijk deel van het rijk dat buitendien Vlissingen de eenige zeide hij tot den jongen vrijwilliger, „moeten op uw geduld en lijdzaamheid' schipbreuk lijden. Slechts op deze wijze kunt gij hem ontwapenen." Traverse volgde den raad ter wille van zijn moeder en van Clara de ge dachte aan zijn geliefden schonk hem moed en troost. „Het ,zal hem niet gelukken mij in het verderf te storten", hernam Traverse on de welgemeende vermaning van zijn vriend. „Na het eindigen van den oor log zal ik hem als dokter Rocke ophel dering vragen van zijn schandelijk ge drag." Herbert noch Traverse wisten, dat de laatste reeds den kapitein tot verant woording kon roepen, want hij had reeds ontslag uit den dienst gekregen, doch de kapitein had dit achtergehou den, alsmede alle brieven die voor Tra verse aankwamen. Nog had de kapitein zijn doel niet bereikt, nog was zijn dorst naar wraak niet gelescht. Hij had een ander boos aardig plan .beraamd, waardoor hij zijn doel trachtte te treffen. Hij had name lijk een officier, met na-me Zuten, een man met een laag karakter, tot de ver trouwde van zijn plan gemaakt. In de zen vond hij een willig werktuig. Zooals reeds gezegd is, was er een wapenstilstand gesloten, doch binnen weinige dagen zouden de vijandelijk heden weer beginnen en dus was een strenge pafrouilledienst noodiig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1