YEissingsn en ie „Zeeland". DINSDAG 27 MEI. 134 FEUILLETON "binnênlaFd" i«i9' ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels ƒ0.80 voor iedere regel meer 20 centbij abonnement speciale prijs. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 10 cent ner regel, bij con tante betaling. Familieberichten van 16 regels f Ï.30, ied-ere regel meer 20 cent. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren: ƒ1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.20. Week-abonnementen 14 cent. Afzon- lerliilke nummers 3 cent. VII. Het zijn geweldige tijden die wij doorleven, keizers en koningen vallen van hun troon, de rijken en machtigen der aarde worden tot den (bedelstaf ge bracht. Nieuwe, voorheen geheel onbekende persoonlijkheden treden op den voor grond en oefenen een onbeperkte macht uit, om morgen misschien weder van het wereldtooneel te verdwijnen. Daar waar voorheen met ijzeren hand werd geregeerd, heerscht nu treu rige wanorde en viert de revolutie hoogtij. En wij, die daar wonen op de delta van de groote rivier van West-Europa, wij zien vol ontzetting naar het Oosten en wij vragen ons af Hoe is het toch, dat die vloedgolf der revolutie niet over ons heen slaat 1 Hoe kan het bestaan dat de regeering, aan wier hoofd een vrouw staat, de rust en den vrede bin nen onze landpalen kan handhaven Dat rust en vrede blijven gehand haafd is een logisch gevolg van het geen vooraf ging is het gevolg van een verlicht, democratisch bestuur dat rekening hield met de eischen des tijds is een gevolg, van het wederzijdsch vertrouwen tusschen de bevolking en de landsvrouwe. Onze Koningin is de telg uit een vor stenhuis dat eeuwen-iang het vertrou wen der natie heeft genoten, de nako melinge van stadhouders en koningen, die zich voelden de eerste dienaren van den Staat. De Oranje-vorsten hebben den Ne- derlandschen volksaard zoo wèl ver staan, zij hebben zoo goed begrepen dat de Nederlanders zijn eenvoudig van aanleg, wars van ijdel vertoon en trotsch op hun burgerschapsrechten. En de Nederlanders, zij hebben de goede eigenschappen der Oranjes we ten te apprecieeren, zij hebben de Oranjes inderdaad lief gehad. Niet het minst waren het de Zeeu wen die blijk, gaven van hun liefde voor Oranje Vlissingen en Veere wa ren de eerste steden die in 1572 de Spanjaarden verjoegen en die zich vóór „den Prins" verklaarden, en het waren weder de Zeeuwsche steden die Willem III en Willem IV het eerst als stadhouders erkenden. En de Oranjes hebben zich tegen over de Zeeuwen niet onbetuigd gela- ten, Vlissingen alleen reeds kan wijzen op talrijke bewijzen van genegenheid. Toen Vlissingen bitter te lijden had gehad in den tachtigjarigen oorlog, verleende Prins Willem haar het be kende „Privilegie", waardoor de lasten aanmerkelijk werden verlicht en waar door Vlissingen kreeg een vroeger nooit gekende macht en invloed. Buitendien verhoogde „de Prins" het aanzien der stad zeer aanmerkelijk door er een paleis te doen bouwen, dat bekend was als het Princen-huis. En Maurits, die van Vlissingen maakte een sterke, onneembare vesting, de sleutel van de Noordzee. En die beide andere Oranjes, Koning Willem ill en zijn broeder Prins Hen drik Koning Willem nam het initiatief tot oprichting van de maatschappij „de Schelde" en Prins Hendrik stichtte de maatschappij „Zeeland". Is het wonder dat wij Oranje-gezind zijn Behoeft het bevreemding te wek ken dat onze liefde uitging naar de Koningin, telkens als zij in ons midden was immers, wij zagen in haar de draagster van de traditie van haar ge slacht, bij intuïtie voelden wij dat zij nimmer die traditie zou verloochenen. En nu Wilhelmina I Koningin van Nederland, Vrouwe van Vlissingen, wil men treden tusschen U en tusschen ons. Nu willen Rotterdamsche financiers ge bruik maken van 'hun medezegging schap op de spoorwegen om het werk ongedaan te maken dat uw Koninklijke Oom wrochtte. Nu wil men de welvaart vernietigen j die het Huis van Oranje te Vlissingen bracht. Nu wil men de stoomvaart-maat schappij wegnemen die Prins Hendrik ons schonk en waarvoor hij zijn beurs wijd opende. Maar, niet waar, Majesteit I dat zult U niet gedoogen U zult niet toestaan dat wat Uw oom met wijs beleid tot stand bracht, in euvele woede wordt weggenomen door geldmenschen, die niet voor de weivaart van het land ver antwoordelijk zijn U zult willen dal de Zeeuwen U, evenals de andere Oranje-vorsten in dankbaarheid zullen gedenken en U zullen zegenen U zult willen 'bevestigen het eeuwen-oude verband tusschen Uw Huis en onze stad. Nationale zangwedstrijden in Den Haag De Zeeuwsche en Limburgsche zang verenigingen, welke aan den wedstrijd van „Onder Ons" deelnemen, zijn Zon dagmiddag op het Huis ten Bosch door H. M. de Koningin ontvangen. Zij kwamen bijeen bij Överbosch en begaven zich vandaar naar het Huis ten Bosch, onder leiding van den heer J. Berlott, voorzitter van de jubileerende zangvereniging. In de Oranje-zaal bevond zich de Ko ningin met den Prins, de Koningin- Moeder en Prinses Juliana, terwijl me de aanwezig waren de minister-presi dent jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, de 'Commissaris van de Koningin in Limburg en verscheidene leden der hof houding. H. M. complimenteerde de vereeni- £9. een uitnoodiging om als getuigen te verschijnen in het proces van Ciara y TT FSï IT Cf3* Hi n Day teRen Gabriel Lenoir, ff f F! K IlFt uSsaS „Daar zit ik nu in een mooie verie- a k b_ o ci ik* f, j b Kri» genheid," bromde de majoor in zich j zelf, als hij vernomen had, wat er gaan- XXXÏV S was' "Dus moet mijn Cap naast 1 dezen duivel voor de rechtbank ver schijnen. indien hij eens voor schade loosstelling, voor 't verlies der eene zijn rechten op de andere deed gelden? Maar dit kan hij niet zonder zichzelf in verlegenheid te brengen, in zijn eigen belang zal hij dus moeten zwijgen." Terwijl deze bezorgdheid den majoor bezig hield, gaf zijn nicht haar tevre denheid te kennen. „O, ik zai het hun zeggen riep ze. „Van mij zullen ze de reine waarheid vernemen, wacht maar Ik zal nog meer dan de waarheid zeggen." „Nog meer lachte Herbert. „Ik dacht, dat de waarheid voldoende We keeren weer terug naar hei „On- weersnest". Capitola scheen een weinig te willen uitrusten van de vermoeienis sen en aandoeningen der laatste dagen. We vinden haar in de zaal met bor duurwerk bezig, waarbij Herbert haar gezelschap hield. Meestal ging de tijd dan vlugger om, dan beiden wenschten. Herbert las haar iets voor, waarvan meestal niet veel terecht kwam, daar Capitola het veel aangenamer vond te praten. Na tafel maakten ze gewoonlijk een wandelrit in den omtrek, 's avonds na de thee werd een partijtje whist ge speeld met oom, waarbij deze gewoon lijk moest knorren over de onoplettend heid der jongelui. Zoo verliepen van twee weken de eene dag na den anderen in vreedzaam samenleven, trien door een onverwacht toeval een kleine afwisseling in de lan delijke eenzaamheid gebracht werd. Een namiddag, ais Capitola en Her- bert in gezelschap van den majoor wa ren uitgereden, ontmoetten zij een ge rechtsbode van Staunton, die hen vrien delijk groette en aan Herbert en Capi tola een brief ter hand stelde. Majoor Warfield keek verwonderd, toen zijn neef en zijne nicht 't schrijven openden, dat inderdaad niets anders bevatte, dan was". „Neen, ik zal niet alleen zeggen, wat ik zelf zag en beleefde, ik zai ook zeg gen, wat ik vermoed omtrent de spook geschiedenis in 't „Spookhuis". Den volgenden dag gingen majoor Warfield, 'Capitola en Herbert tijdig op reis naar Staunton. Daar aangekomen vroegen de twee laatsten naar de woning van dokter Williams, waar zij Clara en mistress Rocke vonden, die Herbert aan Capito la voorstelde. Het was voor de meisjes een blij weerzien. Ciara begroette Ca pitola als haar redster en kon geen woorden van dankbaarheid genoeg gingen die reeds aan den wedstrijd hadden deelgenomen met den uitslag en hoopte dat ook de andere vereeni- gingen succes zouden hebben, terwijl zij hare ingenomenheid te kennen gaf naar het feit dat de zangkunst in Zeeuwsch-VIaanderen en Limburg zoo bloeit.0 Vervolgens begaven allen zich naar den tuin waar op lange tafels verver- schingen gereed stonden en waar alle zangers als souvenir aan dezen dag eenige fraaie bloemen ontvingen om in knoopsgat of corsage te dragen. Daarna werden door de vereenigin- gen ieder afzonderlijk en allen geza menlijk verschillende vaderlandsche liederen aangeheven als „Zeeuwsch- VIaanderen sta pal" „Wij willen Hol land houden" „Vlaggelied" „Zeeuwsch-VIaanderen en Limburgsch Volkslied", enz. De Koningin, de Koningin-Moeder en het (Prinsesje zongen alle liederen mede, vooral het Prinsesje, met een liederenboekje in de hand, zong dapper mede. Herhaaldelijk klonken luide kreten „Leve de Koningin, Leve de Koningin- Moeder, leve de Prins en het Prinsesje, leve de minister-president." Met de hoeden werd gezwaaid en hoera geroepen, 't Was een enthousias te huldebetooging. Het Prinsesje had blijkbaar veel schik in de Zeeuwsche meisjes in haar aardige kleederdracht en onderhield zich herhaaldelijk met haar. Nederland en België. Volgens de „Indépendance Beige" zuilen de Nederlandsch-Belgische on derhandelingen aangaande de herzie ning van het verdrag van 1839, die ge durende eenige dagen waren geschorst, binnenkort worden hervat. Men verze kert, zegt het blad, dat men thans reeds hoop kan koesteren spoedig een oplos sing te zien bereikt die aan beide par tijen voldoening zou schenken. De in druk in welingelichte kringen is zeer goed, aldus eindigt de „Indépendance". De Provinciale Raad der (Belgische) provincie Limburg, heeft, naar de „Na tion Beige" meldt, met algemeene stemmen den volgenden wensch aan genomen De Raad, vertrouwende in de pogingen door de gevolmachtigden te Parijs ingesteld om het Belgisch- Nederlandsche vraagstuk op te lossen, terwijl hij goede betrekkingen met onze Noorderburen wenscht in stand te hou den, spreekt den wensch uit dat het Verdrag van 1839 herzien wordt op een wijze die de onrechtvaardigheden, welke op dit tijdstip ten onzen opzichte werden gepleegd, goed maken en de vrije economische expansie van ons land en de verdediging van ons grond gebied waarborgen zal. De 8-urige arbeidsdag. Volgens het voorloopig verslag van de afdeelingen der Tweede Kamer over het wetsontwerp betreffende invoering van den 8-urigen arbeidsdag, stelden sommige leden op den voorgrond dat het niet aankomt op de vraag of de daarin vervatte regeling voldoet aan de wenschen der arbeiders, maar op de vraag, of zij in overeenstemming is met het algemeen beiang. Dit hangt in hoo- ge mate af van den invloed, welken de voorgestelde beperking van den ar beidstijd op de productie zal hebben. Aan dit belangrijke punt wordt in de memorie van toelichting niet de noo- dige aandacht gewijd. vinden. Men za! begrijpen, hoe vlug de tijd verstreek voor onze vriendin, want Ciara en Capitola, zoowei als mistress Rocke ien Herbert hadden elkaar veel te verteilen. Eerst toen 't hoog tijd werd om naar den zeker ongeduldig gewor den oom teru<r te keeren, scheidden zij. Herbert had mistress Rocke niets ge zegd van de aanwezigheid van den majoor hij vreesde, dat zij dan zeker een samentreffen met hem zou verme den hebben. „De toestand", zei hij tot zich zelf, als hij alleen op zijn kamer was, „is tamelijk hachelijk. Ira Warfield en Martha Rocke zijn beiden hier voor hetzelfde doel, zonder dat ze van elkaar afweten. A4orgen zullen ze elkaar voor de rechtbank ontmoeten. Wat zal het gevolg van dat onverwacht weerzien zijn Ook Lenoir zal verschijnen, die uit haat jegens den majoor de oorzaak was, dat deze zijn vrouw verstiet. Mis schien zal mijn oom eindelijk inzien, hoe onrechtvaardig hij tot nu toe je gens zijn arme onschuldige vrouw ge weest is, want al is zijn karakter ruw, zijn hart is toch goed. Laten we dus afwachten en op God vertrouwen Den volgenden ,dag begon de behan deling. Miss Clara in gezelschap van mistress 'Rocke en dokter Williams verschenen het eerst in de gerechtszaal en namen op de hun aangewezen stoe len plaats. Eenige oogenlblikken later kwanten ook majoor Warfield, Capitola en Her- bert. De voor hen 'bestemde stoelen stonden achter in de zaal, terwijl Clara, Hef voorstel is ingediend op een voor een zoo bedenkelijke proefneming hoogst ongeschikt oogenblik. De oor log heeft immers de productie geheel gedesprganiseerd. De minister wijst er op, dat, nu de oorlog geëindigd is, het aantal beschikbare arbeiders in zeer belangrijke mate zal toenemen en dat de productie door eert goede werkwijze kan worden bevorderd. Vermeerdering van het aantal arbeiders zal er toe lei den, dat meer zal kunnen worden ge produceerd dan gedurende den oorlog, maar het komt hier aan op de vraag of invoering van den 8-urigen arbeidsdag niet zal beletten het wereldtekort aan te vullen en ondanks die vermeerdering niet tot achteruitgang van de productie zal leiden. Dat tekort zal ten gevolge hebben, dat van de verbetering der werkwijzen, waarvan de minister ge waagt, voorshands niet veel zal komen. Ook wijst de minister op het gevaar, dat niet-invoering van den 8-urigen arbeidstijd tot verbittering en stakingen aanleiding zou geven. Dit door vrees ingegeven argument achtte men te minder afdoende, omdat die invoering niet den minsten waarborg levert tegen stakingen op grond van verdere eischen der arbeiders. Deze leden verlangden, dat de minister nader zou aantoonen, dat de voorgestelde regeling op de productie geen schadelijken invloed zal uitoefenen. Verder werd aangevoerd dat de er kenning, dat beiperking van den te lan gen arbeidstijd door wettelijke maat regelen noodig is, nog niet insluit, dat de maximum arbeidsduur op 8 uren en niet op 10 «ren bepaald zou moeten worden. Eenige andere leden betreurden, dat de wetgever hier wederom geroepen wordt in het maatschappelijk leven in de grijpen. Zij zouden liever gezien hebben, dat werkgevers en werknemers door onderling overleg tot verkorting van te langen arbeidsduur waren ge komen. Vele andere leden konden zich met deze beschouwingen niet vereenigen. Het wetsontwerp beoogt inwilliging van wenschen, sedert vele jaren door de arbeidersklasse gekoesterd, en aan neming daarvan zal een belangrijke verbetering in het lot der arbeiders brengen. Of de voorgestelde regeling de productie zal bevorderen of althans niet zal belemmeren, is niet het eenige waarop het aankomt. Sommige leden achtten, ook met het oog op hetgeen in het buitenland ge schiedt, de vraag gewettigd, of liet ontwerp niet te ver gaat, nu het voor fabrieken en werkplaatsen niet slechts den 8-urigen arbeidsdag, maar ook de 45-urige arbeidsweek wil invoeren. Aan de dienaangaande in de kringen der industrie geuite bedenkingen zou huns inziens tegemoet gekomen kunnen worden zonder aan de algemeene strekking van het wetsontwerp tekort te doen. Anderen achtten die bezwaren zeer overdreven. Enkele leden hadden in de memorie van toelichting een beschouwing ge mist omtrent den invloed van de voor gestelde regeling op de verhouding tus schen .de groot-, midden en kleinbedrij ven. Naar hun inzien zou deze regeling de kleine bedrijven te zeer bevoordee- len. Verscheidene leden betreurden, dat de minister niet zijn medewerking heeft willen verieenen tot behandeling van het wetsontwerp-Schaper c.s. Dan zou een behoorlijke regeling van den ar- mistress Rocke en dokter Williams dicht bij de tafel der rechters zaten. Aan twee tafeltjes links en rechts had den de advocaten plaats genomen. Rechts de advocaat Templeton, de [dei- ter voor Ciara, en links Mrs. Spring field, die de verdediging van kapitein Lenoir waarnam. Bij deze verdeeling der plaatsen was het den majoor onmogelijk mistress Rocke in 't gezicht te zien, wanneer ze zich niet omkeerde. Dit zou in den loop van den voormiddag wel gebeuren en toch dacht Herbert er met angst aan. Hij vroeg zich'af, of 't niet beter ge weest ware den majoor op de aanwe zigheid van zijn echtgenoote voor te bereiden, doch nu was 't te laat en bleef er niets anders over dan den in druk af te wachten, die 't onverwachte weerzien op den ouden heer zou ma ken. Zonderling, mistress Rocke scheen J van 't eerste oogenblik af de opmerk zaamheid van den majoor bijzonder te boeien. Instinctmatig richtte hij zijn blikken op de tengere vrouwengestalte, die hij slechts van achteren zien kon, waardoor echter zijn nieuwsgierigheid des te meer geprikkeld scheen. ,,'t is dom," bromde hij, „dat die slanke vrouw zich niet eens omkeert, opdat men zich overtuigen kan of haar gezicht zoo mooi is ais haar leest. Doch door 't binnentreden der advoca ten werd de majoor een weinig afge leid. Hij verwachtte nu, dat ook kapi tein Lenoir zou verschijnen, doch tot zijn groote teleurstelling verklaarde beidstijd veel vroeger tot stand geko men kunnen zijn. Verscheidene leden waren van mee ning, dat het wetsontwerp in verschil lende opzichten den arbeidsduur niet in voldoende mate beperkt. In de eerste plaats waren er, die den 8-urigen arbeidstijd voor nagenoeg alle bedrijven wenschten ingevoerd te zien. Buiten -fabrieken en werkplaatsen het minimum van den arbeidsduur op 10 uren te stellen, achtte men met 's mi nisters eigen opvattingen niet overeen te brengen. Voorts kwamen verscheidene leden op tegen de artikelen der wet welke bedoelen zoowel voor geheele bedrijfs takken als voor bepaalde ondernemin gen enkele jaren van overgang toe te staan. Men vreesde, dat het den werk gevers zou gelukken een zoodanige toepassing van deze artikelen te ver krijgen, dat met de invoering van den voorgestelden arbeidstijd langer wordt gewacht dan noodig is. Ook ten aanzien van de beperking van den nachtarbeid gaat bet ontwerp, naar de meening van verscheidene le den niet ver genoeg. Voor mannen za! die arbeid worden toegelaten als dit om redenen van technischen of maat- schappelijken aard noodig wordt ge acht. Deze omschrijving is zeer vaag en kan tot zeer uiteenloopende opvat tingen aanleiding geven. De minister acht den nachtarbeid van typografen voor het doen verschij nen van ochtendbladen om maatschap pelijke redenen noodig. Sommige leden beantwoordden deze vraag in ontken- nenden zin. Voor renteniers moge het verschijnen van ochtendbladen aange naam zijn, maatschappelijk noodzake lijk zijn zij niet. Voorts werd de meening geuit, dat het verrichten van overwerk in 'het wetsontwerp niet genoeg wordt tegen gegaan. Anderen achtten het niet wenschelijk ten aanzien van de beperking van den arbeidstijd verder te gaan dan voorge steld is. Met de bestaande toestanden en den aard der bedrijven dient reke ning gehouden te worden. Dit geldt ook ten opzichte van de artikelen 26 en 27. In de memorie van toelichting worden de redenen, welke deze overgangsbe palingen noodig maken, op zeer duide lijke wijze uiteengezet. Er waren leden, die meenden, dat het wetsontwerp niet genoeg doet voor de bevordering van de Zondagsrust. Som migen kwamen op tegen het maken van minder strenge bepalingen omtrent de Zondagsrust voor mannen dan voor vrouwen. Patrimonium. In hotel „Belvedere" te Amsterdam hield gisterenmiddag het Nederlandsch „Werklieden-Verbond Patrimonium" zijn zes-en-dertigste jaarlijksche alge meene vergadering onder presidium van den heer J. Douwes. De waarnemende voorzitter wensch- te een woord van protest te laten hoo- ren tegen den machtsvrede, waarin de basis ligt voor een nieuwen oorlog en waardoor millioenen volkeren geknecht worden. Verder memoreerde spr. de Novem- berpoging der sociaal-democraten, welke deerlijk mislukt is, dank zij de actie der Christelijke en R. K. mannen. Op voorstel van den voorzitter werd besloten een telegram van hulde te zenden aan H. M. de Koningin. Hierop bracht de secretaris het jaar verslag uit. advocaat Springfield, dat de kapitein drie dagen geleden bevel had gekregen onmiddellijk naar Mexico te vertrek ken, om 'f bevel te voeren over een re giment, zoodat hij verhinderd was per soonlijk aanwezig te zijn. Het heele »>lan van Herbert viel hier door in duigen. Hij had gehoopt, den majoor met zijn echtgenoote te verzoe nen door den kapitein tof een verkla ring te dwingen. Doch dit was nu on mogelijk. Des te meer vreesde hij nu voor 't weerzien van den majoor en mistress Rocke. Majoor Warfield sloeg geen oog van de in 't zwart gekieede dame af. „Zeg mij eens, Herbert", zei de oude driftkop, „ken je ook die zwarte dame, die naast miss Day zit „ja, die ken ik," stamelde Henbert. „Wel, en wie is ze dan „Gij schijnt u zeer voor haar te in teresseeren," zei Herbert met een ge- maakten glimlach. „Wat ik schijn, raakt je niets. Wil je mij haar naam niet noemen, ellendige kerel, wat beduidt dat „in 't geheel niets." „Welnu, mag ik haar naam niet we ten „Wel zekerhernam Herbert, die geen .anderen uitweg meer wist. „Zij heet..." mistress Rocke wilde hij zeg gen, doch dit scheen hem een beleedi- ging aan zijn edele verpleegster, daar om zei hij „Zij heet mistress Ira War field (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1