ïlissinflen en dB „Zeeland".
HET PLEEGKIND
KAMEROVERZICHT.
DONDERDAG 22
MEI.
FEUILLETON
BINNENLAND
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ0.80 voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement
speciale prijs. Reclames 40 cent per
regel. Dienstaanbiedingen en dienst-
aativragen 10 cent ner regel, bij con
tante betaling.
Familieberichten van 16 regels
f 1.30, iedere regel meer 20 cent.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vli.ssin.gen en gemeenten op
Walcheren: ƒ1.85 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk: ƒ2.20.
Week-abonnementen 14 cent. Afzo.n-
teirlijike nummers 3 cent.
mi.
Er wordt sedert jaren een strijd ge
streden tusschen vóórstanders van
staatsexploitatie der spoorwegen en
tusschen voorstanders van particuliere
exploitatie.
De voorstanders van staatsexploita
tie stelten in het licht dat de staat zelve
het best het waarachtig landsbelang
kan bevorderen, afgezien nog van de
directe voordeelen die de exploitatie
aan 's rijks kas brengt en zij wijzen in
dit venband op de gunstige uitkomsten
in Nederlandsch-Indië. Zij betoogen
voorts, dat de regeering aan ieder deel
van het land gelijk recht zal laten we
dervaren en zich niet zal laten leiden
door commercieele overwegingen, zoo
als bijvoorbeeld de maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen altijd
heeft gedaan door aan Rotterdam
grootere faciliteiten te geven dan aan
Vlissingen, waardoor de kosten voor
Vlissingen steeds hooger zijn geweest
dan voor Rotterdam.
Ook de staat is onafhankelijker dan
een spoorweg-maatschappij, op wie
groote aandeelhouders belangrijken in
vloed kunnen uitoefenen.
De voorstanders van particuliere
exploitatie der spoorwegen voeren aan
dat een maatschappij oecono-mischer
exploiteert dan. de staat en dat de con
currentie tusschen de maatschappijen
onderling en dat is hun hoofdmotief
het publiek ten goede komt.
Nu echter is sedert kort een fusie
tot stand gekomen tusschen de twee
groote spoorweg-maatschappijen in
Nederland, tusschen de maatschappij
tot exploitatie van staatsspoorwegen
en de Hollandsche IJzeren spoorweg
maatschappij, en juist die zoo ge-
wenschte concurrentie, die een veilig
heidsklep was tegen willekeur, is op
geheven.
Toen de concurrentie nog bestond,
had de Hollandsche spoorwegmaat
schappij den Hoek te bedienen en zorg
de dat haar lijn aantrekkelijk was voor
het publiek door het invoeren van alle
mogelijk comfort en de staatsspoor
weg-maatschappij deed hetzelfde voor
de Zeeuwsche lijn.
Het publiek in het noorden en in het
zuiden des lands profiteerde van deze
omstandigheid.
Nauwelijks echter is de fusie tot
stand gekomen of de maatschappijen
willen wegnemen de mooie treinen, die
de provincie Zeeland zoo hard raoodig
heeft in haar isolement en zij willen de
bij uitstek nationale stoomvaart-maat-
IWM—iawmn—IIJWHWI«IMII,aiC?WFTgJL:aarW)BKtBf
05;
„Nou, zooals u verkiest. Indien ge
voor uw bruiloft honger wilt lijden,,
dat is uw zaak," hervatte het ruwe wijf
en ging heen.
Capitola werd verder niet gestoord
en begon zich te vervelen, toen Dorkey
om vijf uur 's avonds terugkwam.
„iMiss Clara, belieft het u nu mis
schien .naar beneden te komen vroeg
ze nogmaals aan de deur. De kapitein
is van Staunton terug en 't diner is ge
reed, men wacht alleen op u."
Onder zuchten en jammeren waagde
Capitola een langer antwoord. Zij kon
onmogelijk naar beneden ikomen, ver
klaarde ze met haar roodgeweende
oogen durfde ze zich niet aan haar
voogd vertoonen.
Dorkey ging weer heen. .Kort voor
zessen kwam de oude bewaakster voor
den derden keer.
„Kapitein Lenoir en mijnheer Craven/
laten vragen, miss, of u .bereid is, mee
naar de kerk te rijden. Het rijtuig staat
gereed.
Het gejammer van Capitola ging nu
in een fuid schreien over. „Mijn God I
Mijn God moet 't dan zijn riep ze.
schappij „Zeeland" noodzaken de voor
haar gunstig gelegen haven van Vlis
singen te verlaten om zich aan den
Hoek te vestigen.
Het deert die maatschappijen niet,
dat de haven van Vlissingen een groot
deel van haar- belangrijkheid zou ver
liezen het laat die maatschappijen
volkomen koud, dat Vlissingen een
1500-tal inwoners minder zou hebben
en een .belangrijk deel van haar belas
ting-penningen zou missen het is de
spoorweg-maatschappijen om het even
dat Zeeland een groot deel van zijn
vreemdelingenverkeer zou kwijt raken.
De maatschappijen geven hier dui
delijk te kennen dat zij werken, alleen
en uitsluitend voor haar ,aandeelhou-
ders, dat de publieke zaak niet haar
zaak is.
De spoorweg-maatschappijen die het
groot-kapitaal vertegenwoordigen,
doen in deze een onbarmhartigen aan
val op een oeconomisch zwak deel van
Nederland o/m een oeconomisch sterk
deel des lands nóg sterker, nóg rijker
te maken.
De spoorweg-maatschappijen spelen
hier echter „hoog spel". Nu eerst recht
zullen de voorstanders van staats
exploitatie veld winnen en de excen
trisch gelegen deelen van ons land zul
len bij de verkiezingen voor de volks
vertegenwoordiging in de eerste plaats
van de candidaten eischen, dat zij zich
zullen verklaren voor afschaffing van
de concessies der spoorwegmaatschap
pijen.
•De spoorwegmaatschappijen dragen
er toe bij dat alle handel en alle
1 scheepvaart rïaar Rotterdam wordt
overgebracht, dat dóór ontstaat een
zeer welvarend, zeer. rijk gebied ten
koste van het zuiden.
De spoorwegmaatschappijen veroor
zaken dat de moeizaam verkregen ont
wikkeling van Zeeland weer belangrijk
wordt gereduceerd.
Wij zijn geen principieele voorstan
ders van staaasexplotatie der spoorwe
gen. Wij zijn niet blind voor de be
zwaren die daaraan zijn verbonden,
maar wanneer onze stad, wanneer ons
gewest met ondergang zou worden be
dreigd, wanneer men hef meest belang
rijke uit onze haven zou wegnemen,
zeker dan drijft men ons in de armen
van de staats-exploitanten.
Wij hopen dat de spoorweg-maat
schappijen, in haar eigen èn in ons be
lang, den aanval op Zeeland en Vlissin
gen zullen opgeven. Gaan zij echter op
den ingeslagen weg door en mochten
zij het pleit winnen, dan zouden wij eT
ongelukkig door worden, maar zij zou
den het vertrouwen van de natie verlie
zen en zij zouden tegen zich innemen
alle bewoners van de door haar arm
gemaakte streken, zij zouden een be
weging in het leven roepen, waarvan
zij zelve ten slotte de dupe zullen
worden.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De heer Wijnkoop heeft verlof gekre
gen om tot den Minister van justitie
vragep te richten ter zake van de in
beslagneming van Earbusse's boek „De
Hel." Op een nader te bepalen dag zal
die interpellatie plaats hebben.
„Ja." antwoordde Dorkey, „tegen
spartelen helpt niet. De kapitein is be
sloten geweld te gebruiken, indien ge
niet gewillig volgt. Hij zal de deur la
ten open-breken, wanneer ge niet opent.
Gebruik dus u-w verstand, miss. Is het
dan zoo'n. groot ongeluk, een jonge
man te trouwen
„Ach," stamelde Cap, die nauwelijks
haar lachen kon onderdrukken, „indien
het dan -zijn moet... .mogen zij mij
halen."
Capitola maakte zich de weinige
oogeniblikken, die haar nog restten, ten
nutte, om zich tot den strijd uit te rus
ten. Ze had Clara's zwarten hoed op
gezet en een dito sluier voorgedaan,
zoodat men. niets van haa,r gezicht kon
zien.
„Zulke brurdskleeren mag ik wel,"
fluisterde Capitola, .die zeifs op 't be
slissend oogenblik nog haar vroolijke
luim behield. „Weik een bekoorlijke
bruid, die zoo zwart als een kraai naar
de kerk rijdt... Ja, indien ze .mij herken
nen, eer we in de kerk zijn, dan ben ik
verloren Zijn we eenmaal aan 't al
taar, dan ben i,k gered, want Goodwin,
de vriend van mijn oom, zal mij zeker
in bescherming nemen.
Capitola- trok juist haar handschoe
nen aan, toen de twee hoeren aan haar
deur klopten. Zij opende.
„Lieve .nicht," zei Craven. „Heden
morgen hebt ge mij gedwongen tot u
Het wetsontwerp in zake de munitie
en de wapenen werd aangenomen met
53 tegen 15 stemmen. Alleen de socia
listen en de communisten stemden er
tegen.
Bij het ontwerp tot wijziging van de
wet op de arisenijbereidkunst verde
digde de lieer Schaper een amendement
om Zondags- en nachtdienst in de apo
theken te beperken. Reeds heb,ben vele
apothekers onderling dit punt geregeld
doch andere onttrekken zich aan zoo
danige regeling en daarom wilde de
heer Schaper een verplichting voor
schrijven. Minister Aalberse achtte dit
amendement niet voldoende voorbereid
en dus voorbarig, waarna de heer
Schaper het in arren moede weer in
trok. Het ontwerp werd goedgekeurd.
Eindelijk kwam dan de Minister van
onderwijs aan het woord om de vele
sprekers te beantwoorden, die over de
onderwijzerss-alarissen het woord heb
ben gevoerd. Vóórop stelde hij de ur
gentie van aigemeene regeling, omdat
de groote stelselloosheid die nu .bij de
salarieering bestaat, steeds meer tot
mistandeti leidt. Het rapport der Be-
vredigingscommissie is in groote lijnen
gevolgd. Het Rijk zal niet meer de mi
nimum-salarissen vaststellen, maar
wel het volle salaris van alle onderwij
zers. De gemeentebesturen zullen het
recht houden de Kroon te verzoeken
deze salarissen te verhoogen. Toen het
ontwerp het departement verlief, waren
de ontworpen salarissen up to date. De
gemeentebesturen konden nu gemak
kelijk tot verhooging overgaan in het
vooruitzicht, dat de Staat straks de sa
larissen geheel of bijna geheel zou
overnemen. De cijfers van „De Bode"
waren alle foutief, beweerde de Minis
ter, omdat de duurtetoeslagen blijven,
zoodat die bij sprekers wetje geteld
moeten worden.
Deze mededeeiing, die met vele cij
fers werd toegelicht, maakte grooten
indruk, omdat het geheele betoog van
de heeren Ossendorp en Ketelaar on
derste /boven lag. Het was merkwaar
dig stil in den rooden hoek. Van de 752
gemeenten gingen slechts in 17 de on
derwijzers in salaris achteruit. Onder
die gemeenten kwamen als de grootste
voor Amsterdam, Zaandam en En
schedé. in alle andere gemeenten gaan
de onderwijzers over de geheele lijn in
salaris vooruit.
Na deze eerste afstraffing kwam de
tweede.- Met .iwr hebben de heeren
Ossendorp en Zadelhoff altijd gestre
den voor de stelling onderwijs Rijks
zaak. Zij leverden dus mede de grond
slagen voor het werk van den Minister.
Wel zijn die heeren iets van meening
veranderd, maar 'n groot deel van hun
vrienden is nog steak voor onderwüs-
rijkszaak. Ook de heer Tydeman heeft
altijd het stelsel verdedigd en ook hij
heeft medegewerkt aan de grondslagen
waarop het ontwerp van den Minister
berust. De grondgedachte is dat de
concurrentie tusschen de gemeenten
moet verdwijnen en de afhankelijkheid
van de onderwijzers van die besturen
moet worden opgeheven. De uitschake
ling van de gemeentebesturen is voor
den Minister een punt van het grootste
gewicht. Mocht zijn ontwerp op dit
punt gewijzigd worden, dan is hij niet
langer .bereid het te verdedigen. De
Minister stelde dus voor dit punt alleen
reeds de portefeuille-kwestie.
De classificatie wensent de Minister
te behouden, maar hij is bereid het
aantal klassen van 5 op 3 te brengen.
De aanvangswedden wo.rden dan 920,
960 en 1000 gld. In de eerste klasse
komen dan, meer gemeenten, o.a. Arn
hem en Zaandam.
-Het was een krachtige, forsche rede
van den Minister. Ze was duidelijk en
te spreken op een wijze, die ik nu diep
betreur. Uw weerstand en uw trots
wekten mijn toorn op. Vergeef mij, dat
ik ha.rd jegens u was. Nu ge weer de
zachte Clara zijt en ik u bereid vind,
mij naar de kerk te volgen, zult ge u
niet meer over mij te -beklagen hebben;
alels w.at in mijn macht is, zal ik doen,
om u gelukig te maken."
De vermeende Capitola antwoordde
slechts met snikken.
„Wij zullen gaan riep de kapitein
ongeduldig. „Voor zulke verklaringen
is na het huwelijk nog tijd genoeg. We
moeten om acht uur in de kapel zijn.
Als je blieft." ,Dit -zeggende wees shij
op de deur.
Craven bood zijn -bruid den arm
aan, waarop Capitola haar hand legde.
Met gebogen hoofd, voortdurend wee-
nende, als een veroordeelde, die den
beul ten dood leidt, ping ze naast Cra
ven de trap af. Rechts ging de kapitein.
Zoo kwamen ze aan het rijtuig, waarin
alle drie plaats namen. De reeds inval
lende duisternis het was November
begunstigde Capitola's waagstuk.
Eenmaal in het rijtuig, kon ze hopen,
niet meer herkend te worden.
Na een sterken ,rit van twee uur
kwamen ze voor de boschkapel van
Tip-Top aan. Tevergeefs had Craven
onderweg beproefd, zijn. bruid aan het
praten te brengen. Ze weigerde hard
nekkig ieder antwoord slechts 'n paar
goed gedocumenteerd. De heer de Vis
ser heeft een voortreffelijk antwoord
geleverd op de vele simaad die hem in
de laatste weken is aangedaan.
De Minister deed een -beroep op aller
samenwerking om art. 192 der Grond
wet uit te werken in dit ontwerp. Hij
hield echter vast aan de grondbeginse
len, de classificatie eenigszins ge
temperd- moest -blijven de mede
werking der gemeentebesturen diende
uitgeschakeld te blijven. De Minister
stelde zich op het standpunt, dat hij
het onderwijs in het algemeen heeft te
bezien en- dat opheffing van de stelsel
loosheid een noodzakelijke eisch is om
de heillooze concurrentie tusschen de
gemeenten op te heffen.
-Uit de replieken stippen wij even aan
de verdediging van den heer Ossendorp
die betoogde dat onder de 17 gemeen
ten waar de onderwijzers achteruit
gaan, verschillende groote gemeenten
schuilen, zoodat het percentage onder
wijzers, dat schade lijdt veel groot-er is
dan de cijfers 17 en 752 doen vermoe
den.
Na een korte dupliek van den Minis
ter werden de aigemeene beschouwin
gen gesloten.
Nederland en België.
(O f f i c i e e i.) Het ministerie van
buitenlandsche zaken deelt het volgen
de /mede
De vergadering van de ministers van
.buitenlandsche zaken- van de groote
mogendheden en België en Nederland
heeft Maandag en Dinsdag jl. het
vraagstuk behandeld van de revisie
van de tractaten van 1830.
Nadat de Belgische minister van
buitenlandsche zaken het standpunt
van zijn regeering had uiteengezet,
werd door den Nederlandschen minis
ter van buitenlandsche zaken verklaard
dat de regeering bereid was, aan een
herzieninp- van deze tractaten deel te
nemen onder uitdrukkelijk voorbehoud,
dat aan den territorialen statu quo, die
gebaseerd is öp historische rechten en
in overeenstemming met den wensch
der -bevolking, niet zou worden ge
raakt.
De heer Van Karnebeek trad daarna
in een beschouwing van de door den
heer Hijmans ontwikkelde historische
economische en .politieke overwegingen
en verklaarde zich gaarne bereid om,
wanneer de desirata van België werden
■geformuleerd, deze in nauwgezet on
derzoek te nemen. In verband met dit
laatste deed de .heer Hijmans in de
tweede vergadering een voorstel no
pens de verdere behandeling van deze
aangelegenheid, hetwelk een punt van
bespreking uitmaakte en ten aanzien
waarvan de vertegenwoordiger der Ne
derlandsche regeering zich tot overwe
ging bereid verklaarde, onder opmer
king, dat hij eerlang zijn zienswijze aan
de vergaderinic hoopte kenbaar te ma
ken en daaromtrent rechtstreeks met
den Belgischen minister, voor zoover
noodig, overleg hoopte te plegen. De
heer Van Karnebeek wees er daarbij
op, dat er naast de kwestie der revisie
een andere is van nog hooger belang,
namelijk het herstel van het met name
in den laatsten tijd geschokte onderling
vertrouwen der beide volken, een be
lang, waaraan elke te kiezen werkwijze
dienstbaar behoort te worden gemaakt.
Uit Parijs meldt men aan de „N. R.
Ct." Het is mogelijk, dat het geschil
punt inzake de herziening van de ver
dragen van 1839 wordt voorgelegd
aa-n een commissie van technici, mili
tairen en economen, in welke commis-
maal had ze eventjes ja gefluisterd,
waarin zelfs een geoefend oor toch de
stem van Clara zou herkend hebben.
De kapel stond eenige passen van
den weg. Hierin zag Capitola een mid
del tot redding.
Het was wel laat, toch konden er
misschien nog niensclien voorbijkomen.
,De verlichte vensters zouden de
nieuwsgierigheid der voorbijgangers
gaande maken en dan kwam er van zelf
hulp.
Toen 't rijtuig stil hield, stapten de
heeren Lenoir 't eerst uit en daarna
volgde de bruid.
Graven en Lenoir namen haar tus
schen zich en traden langzaam het
heiligdom binnen. Wat Capitola ge
hoopt had, namelijk dat er menschen
binnen, zouden zijn, was gebeurd. Vijf
of zes boeren, die van Tip-Top naar
huis gingen, wilden zien, wat hier nog
op dit ongewone uur zou plaats heb
ben-!
De twee heeren keken de aanwezi
gen met scherpe blikken aan Capi
tola. heette hen in haar hart welkom.
Een gemompel van verbazing ging uit
de toeshouwers op, als deze de zwart
gekleede en gesluierde dame zagen.
Capitola meende te verstaan, dat zij
zich afvroegen, hoe deze kieeding bij
een bruiloft .paste I
Terwijl zij met haar twee geleiders
door den hoofdingang de kapel betrad,
sie de vijf groote mogendheden, Bel
gië en Nederland vertegenwoordigd
zouden zijn en welke tot taak zou heb
ben een regeling te zoeken, waarbij re
kening wordt gehouden met de verde
diging van België, waarvan de veilig
heid van Westelijk Europa heet af te
hangen, en, van Nederland.
De correspondent seint nog nader
aan liet blad, dat het antwoord van de
Nederlandsche regeering dadelijk aan
den raad van vijf zal worden uitge
bracht en dat er geen andere besprekin
gen tusschen België en Nederland direct
zullen plaats vinden, omdat de herzie
ning van de tractaten van 1839 niet al
leen van belang is voor Nederland en
België, maar voor geheel Europa en
zelfs voor geheel de wereld.
(De redactie van de „N, R. Ct." tee
kent hierbij aan, dat dit niet strookt
met bovenstaande officieele mededee-
ling.)
Ons wittebrood.
Van bevoegde zijde werd aan „de
Maasbode" medegedeeld, dat van circa
half Juli a.s. af de regeeringsbloem, de
grondstof van wittebrood, alléén zal
bestaan uit tarwemeel, zoodat van dien
tijd af de mengproducten, ais aardap
pelmeel, gedroogde aardappelen, rog
gebloem, tapiocameel en dergelijke niet
meer in dit .brood zullen worden ver
werkt.
Men zal in de tweede helft van Juli
dus weer echt wittebrood kunnen koo-
pen.
De ex-kroonprins.
in het Engelsche Lagerhuis ant
woordend op de vraag of de geallieer
den voornemens waren strafrechtelijk
op te treden tegen den Duitschen ex-
kroonprins en de kampcommandanten,
die zich schuldig hebben gemaakt aan
onmenscheiijke behandeling, zeide Bo-
nar Law, dat de ex-kroonprins en de
andere genoemde personen volgens de
voorwaarden van het vredesverdrag
onderworpen waren aan vervolging op
dezelfde wijze als andere vijandelijke
personen, bij den oorlog betrokken.
De Nederlandsche werkgevers en de
8-urige arbeidsdag.
Het bestuur der vereeniging van Ne
derlandsche werkgevers heeft aan de
commissie van rapporteurs in zake het
wetsontwerp arbeidswet-Aalberse een
telegram gezonden, waarin gezegd
wordt, dat, ofschoon het v.an oordeel
is, dat de invoering van den achturi-gen
werkdag, waar mogelijk, bevorderd
moet worden, het toch meent, met het
oog op de reeds afgekondigde of voor
genomen buitenlandsche minder vér
gaande regelingen, dat een voorgaan
van Nederland met een 45-urige
werkweek zeer ongewenscht en voor
onze met het buitenland hier of in den
vreemde concurreerende industrieën/
uiterst gevaarlijk zou zijn en zoodoen
de ook niet in het welbegrepen belang
der ahbeiders zelf zal zijn.
Het bestuur verzocht derhalve met
aandrang de medewerking der com
missie van rapporteurs, opdat door
vermelding van dit punt in het afdee-
lingsversiag de gelegenheid geopend
wordt voor een nader schriftelijk en
mondeling debat over dit punt. De in
dustrie zou liefst alleen in de wet ge
sproken zien van een 48-urigen werk
week, zoodat met behoud van vrijen
Zaterdagmiddag werkdagen van acht
en half uur mogelijk worden.
Bespreking van sociale kwesties.
Het Christ. Nationaal Vakverbond
heeft een schrijven ontvangen van het
N. V. V., waarin werd gevraagd of het
verscheen op het koor reeds de eer
waarde heer Goodwin, die zich voor
het altaar plaatste en het bruidspoar
verwachtte.
„We zijn niet alleen", fluisterde de
kapitein zijn slachtoffer in het oor, ter
wijl zij het altaar naderden. Wisch uw
tranen af, anders baart het opzien."
.,lk ween al niet meer", hernam Ca
pitola- zachtjes.
De kolonel, over dit antwoord ver
wonderd, wist niet hoe hij 't had. Hij
zag de bruid van zijn zoon verbaasd
aan. Zonderling Zij ging niet meer
zoo gebogen, zoo aarzelend, zoo ge
dwongen. Bezat zijn pupil zulk een
sterke wilskracht, dat zij haar ge
moedsaandoening zoo kon -beheer-
schen Welke verandering was er in
haar gebeurd, dat zij zich eensklaps
zoo moedig in haar lot scheen te schik
ken, Zou ze werkelijk van plan zijn,
op 't beslissende oogenblik „neen" te
zeggen
Al deze vragen drongen zich bij den
kapitein onwillekeurig op, doch te laat.
Al gebeurde ook het ergste, kolonel Le
noir kon het niet meer veranderen-,
want het bruidspaar en hij hadden het
altaar bereikt. Omkeeren was niet meer
mogelijk, er bleef niets anders over,
dan alies af te wachten.
(Wordt vervolgd.)