eisje heï"pleeskId "binnenland plaksters. instbode elsje ipleegsters. retschappii vsi aart .ijst) 1iö n r iir z4tfrdaq 17 iwm 'gemeentebestuur vae victfis. feuilleton kameroverzicht, stond geplaatst k 16 jaar. e-df ti Kanoor che Wascheiij an 4, Vlissmg- r. "g~n 1 Juli a s., personen, liefst Aanvangsalaris nd. vrij wascb, avonden in de motto „Dienst- Vliss. Courant". >eneden de 18 rden ingewacht Bur, .vi. Crt ezin wordt ge- 16 jaar. vliis Courant*. agd AdresKerk- ling van Perso- htt Gasthuis te i geplaatst melden bij Dr. Voorzitter van «straat 114, Vlis- jk. Mevr. HOU- Middelburg rdam rek in Mei v, RoK 7. Midd. 7.- 7.~ 7.- 7.— 7.'— word? desrr-Oï' ;n. Transport en F.rven G- VOS EENHOORN pOSTERHOLH ftC5T7t,f/^v -- 1SELEIN, VERK. LLAND1A". Hendrikstr. 44. Artikelen, Galanterieën. IN PAPIER. IERSE. 0. oncurr. prijzen :n Pakpapieren. IN CHOCOLA- 5RWERKEN R LEEUW, raat 29. watta-artikelen. En Detail. 1-ARTIKELEN. DRIESSE. flev. - Tel. 127. ische uitrusti-n- ormen. STIEK EN VGE. BEMMEL. Tel. 161. Behandeling. JUWELIERS. UM ZONEN. Telefoon 251. Juwelier. Tel. 287. veren Werken, tratie-fnrtehting. "ER. 1RMAN. ■ark 37. Toilet-Artikelen f Q t$ fasl m i te dpsfsnt m ipissei. .STEMMING. Burgemeester en Wethouders van Viissingcn brengen ter openbare kennis dat op Donderdag 22 Mei 1919, van des morgens acht uur tot des namid dags vijf uur, zal geschieden de stem ming tot verkiezing van de leden van den Gemeenteraad. STEMPLICHT Herinnerd wordt aan de verplichting, opgelegd bij artikel 71 tweede lid der Kieswet, dat ieder, die volgens de kie zerslijst bevoegd Vs tot de keuze mede fe werken, zich binnen den voor de stemming bepaalden tijd ter uitoefe ning van zijn. kiesrecht moet aanmelden bij het stembureau in het voor hem op tie kiezerslijst aangewezen stemdistrict. Artikel 140 der Kieswet luidt De kiezer, die niet voldoet aan de verplichting, opgelegd bij art. 71, twee de lid, wordt, tenzij den rechter van een geldige reden van verhindering blijkt, gestraft met berisping of met geldboete van ten hoo-gste drie gulden. Indien tijdens het plegen van de over treding nog geen twee jaren zijn ver- foopen sedert een vroegere veroordee- ling van den schuldige wegens gelijke overtreding' onherroepelijk is gewor den, of de deswege opgeiegde geld boete vrijwillig is betaald, wordt geld boete van ten hoogste tien gulden op gelegd. De uitspraak is aan hooger beroep noch cassatie onderworpen. Indien de straf van berisping wordt Apgelegd aan een afwezig gebleven beklaagde, wordt een schriftelijke ver maning van den Kantonrechter om aan de verplichting opgelegd bij art. 71, tweede lid, in het vervolg te voldoen, aan den veroordeelde van wege het openbaar ministerie beteekend op de wijze, voorgeschreven bij art. 144 van het Wetboek van Strafvordering: Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht luidende Hij, die opzettelijk zich voor een an der uitgevende aan een krachtens wet telijk voorschrift uitgeschreven verkie zing deelneemt, wordt gestraft niet ge vangenisstraf van ten hoogste EEN JAAR. Vlissingen-, 17 Mei 1919. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. Wee den overwonnene 1 Vae Victis 1 dat was in de oude tijden het onheil spellend droeve lot van degenen, die in den krijg de zwakste gebleken wa ren. Het oude Romeinsche rijk kende geen genade voor de volken, die het in dikwijls lange jaren van worsteling had overwonnen en ten onder gebracht. Vreeselijk was het levenslot van hen, die in de handen der ovenwinnaars wa ren gekweld en gemarteld, ten doode toe gepijnigd en zoo zij er het leven afbrachten voor al hun verdere dagen tn sombere ballingschap en- slavernij geworpen-, ziedaar hetgeen den over wonnen volken overbleef. 91) „Ik hoorde in eik geval een groot rumoer", stamelde Clara, „ook meende ik eenwrouwenstem te hooren, die hulp riep." „O, dat was ik zelf", verzekerde Dorkey haastig. ,De ellendeling wilde mi; worgen, toen ik hem ontdekte." „Zeidet ge niet zooeven, dat de ka pitein hem ontdekt had „Ja... zeker. De kapitein kwam er bij, doch ik was de eerste, die den- roo- ver zag. Sta maar op, miss, mijnheer Craven zal u ailes vertellen, indien gij er belang in stelt, waaraan ik niet twij fel, Het gevaar is nu voorbij. God zij dank", voegde zij er huichelachtig bij, ..doch ik beef n-og, als ik denk, wat ons lot had kunnen wezen." Vol afschuw wendde Clara haar oogen van de oude af. „Mijn hemel 1" dacht ze, „in welk huis, onder welke menschen leef ik Er is een afschuwelijke misdaad ge pleegd, dat staat vast. Welke Ik weet het niet. Wie was het slachtoffer? Het zal toch aan 't licht komen, daaraan twijfel ik niet 1 Zij wil mijn vermoeden afleiden, doch haar oogen en haar ver klaringen verraden een misdrijf." Beleven wij, nu meer dan twintig eeuwen later, betere tijden Geldt het „vae vkrtis" thans niet meer voor de vólkern, die in hardnekkigen strijd ten slotte gebleken zijn de zwakste te zijn? Wij zouden het niet gaarne toegeven. Immers, de feiten zijn daar om er ons aan te herinneren, dat ook al ligt tus- schen die oude tijden en nu, het stof van tientallen eeuwen, toch de men schen geenszins zoo veranderd zijn, als men zoo gaarne gelooft. De groote we reldoorlog Is ten einde, en na een strijd van jaren is ten slotte gebleken, dat er een partij is,-die overwon, en een an dere die de nederlaag geleden heeft. -Een -nederlaag, zoo volkomen en af doende al® weinigen zich, nog geen jaar geleden, hadden kunnen voorstel ten, En opnieuw klinkt ons het „vae victis" in de ooren, het wee aan de overwonnen volken. Hun toekomstig lot is thans geheel in handen van hen, met wie zij ta) van jaren in feilen kamp leefden. Zr»aar drukt de hand des overwin naars, en verpletterend is de last, dien hij aan, den ten onder gebrachten te genstander oplegt. Sedert kort is de 5 wereld er van kond gedaan, hooxle En- tente zich voorstelt, dat de Europee- sche machtsverhoudingen er voortaan I uit zuilen zien. Wij hebben het in de i aan Duitschland medegedeelde vredes- j voorwaarden gelezen, en de inhoud I laat geen plaats voor maar den min- jj sten twijfel Duitsohlajui is tot den 'f ondergang gedoemd 1 Het eertijds machtigste rijk van hel Europeesche vasteland ligt verslagen te gronde en 1 .zij.it toekomst is weinig anders dan die van de volken der oudheid, wanneer zij jj den voet des overwinnaars zich op den nek voelden gezet. Zijn grenzen zijn s verkleind, zijn bronnen van welvaart I verstopt, zijn vleugelen gekortwiekt, I ontredderd, en welhaast een ruïne, zoo is het toekomstig lot van den eenmaal grootsten en krachtigsten vijand der Entente. 'Helaas, het is nu eenmaal niet an ders in den krijg, waarvan de inzet de geheele verandering der wereld-machts verhoudingen beteekende, dat de over winning voor de eene partij, den on dergang voor de andere uitmaakt. Ware net anders geioopen in deze vol- kerereworsteling en ware eens Duitsch land en zijn bomdgenooten overwin- l nend uit het sfrijdj>erk getreden, wij allen zouden ongetwijfeld van een „vae victis", een „wee der overwonnen En- tente" getuigen zijn geweest, zeker niet J minder onbarmhartig als wij nu getui- gen zijn van het „vae Gerananiae". Dit zal ons zeer zeker behoeden voor mis- plaatste gevoelens van medelijden, doch zal ons inmiddels niet behoeven j te verhinderen te erkennen, dat, hoe schuldig ook de verwekkers van den rampzaligen Oorlog mogen zijn, voor deernis met het zoo fel geteisterde votk te gevoelen, niemand zich behoeft te schamen. Het is op dit oogeirblik nog gansch ondoenlijk te voorzien, wat het beloop voor de eerstvolgende dagen aan ge- beurtenissen zal zijn. Duitschland ligt zoo volkomen uitgeput en onmachtig ter aarde, dat het zich niet vermag te s weren tegen welke vredesvoorwaarden J ook. De vraag der eventueele onder- i Miss Day kleedde zich aan om aan i de uitnoodiging van Dorkey, in de eet- i zaal te komen, gevolg te geven. Het i jonge meisje besefte, dat zij voorloo- pig den schijn moest aannemen, dat ze het verhaal van Dorkey geloofde, j Craven vertelde haar aan 't ontbijt hetzelfde, wat ze reeds van Dorkey j vernomen had. 5 „Het is een gevaarlijke bandiet, dien J mijn vader er, ik dez-n nacht gevangen hebben", zei hij. „Welk een geluk, dat i we hem ontdekten. Weiiicht zou hij er zich niet bij bepaald hebben, ons te j bestelen, want de kerel was tot de tan- j den gewapend." I „En van zijn tanden bediende hij j zich zelfs ais wapen", voegde Dorkey er bij, „zooals u aan mijh hand kunt I 2,.?n'. waarin de ellendeling beet, toen hif zich overweldigd zag." t Met moeite nam Ciara den schijn aan, als geloofde zij het verhaal van 1 Craven, die intusschen het gesprek op I andere zaken keerde en zich alle moei te gaf om zijn nicht te verstrooien. Na het ontbijt verzocht hij haar een onderhoud tusschen vier oogen zon der eerst haar toestemmum af te wach ten, zond hij de oude Dorkey weg. „Ciara", begon hij, „wat ik u te zeg gen heb is eigenlijk slechts een herha ling van hetgeen gij reeds meer uit mijn mond gehoord hebt het zijn drie kleine en toch gewichtige woorden ik bemin u I" teekenln-g is derhalve eigenlijk geen vraag meer, doch slechts een kwestie van vorm. Ook ongeteekend kan, zoo zij wil, de Entente aan het land een vrede opleggen, zooals zij dit belieft. Eén onderstelling is nochtans niet uit gestoten, deze dat in een laatste en uiterste poging om aan de vreeselijke lotsbeschikking te ontkomen, óf het volk tot een algemeen gewelddadig verzet zich aangordt, het moge er dan van komen wat wil,óf wel dat Duitsch- land zich in de anmen werpt van het i Russische communisme, en aldus met eigen ondergang, ook den ondergang der Enten-te tracht te bewerken. I Wij houden evenwel beide mogeüjk- heden voor zeer onwaarschijnlijk. Im mers veeleer doet zich de oplossing aan de hand, dat de Duitsche regeering zal trachten te verkrijgen met ai de kracht waarover zij op het oogenbük aan diplomatiek inzicht beschikt, om nog eenige verzachting der voorwaar den aan te brengen, waarmede zij dan voor een deel haar eer als gered kan beschouwen. Alsdan valt het te hopen, dat de Entente in de toepassing der onderteekende voorwaarden een zeke re mildheid betrachten zal, waardoor de ailerscherpste kanten wat afgeveiid kunnen worden. Een iotaal geruïneerd Duitschland kan toch onmogelijk tot een herstel der wereldvernieling bijdra gen, dit zal men, als eenmaal het hoog tepunt der gevoelens van haat en af keer voorbij is, wel moeten inzien. En vooral voor ons land zou het van ont zaggelijke waarde ziin, indien het land dat onze oostelijke grenzen uitmaakt en waarmede onze handei en, industrie ten nauwste betrokken zijn, wederom in economisch opzicht een koopkrach tige en credietwaardige factor wordt, ■waarmede wij in de toekomst vele en veelomvattende relatiën hebben. Wij zijn nu eenmaal een handeldrijvend volk, dat ongaarne zich verstoken zou zien van een leverancier zijner grond stoffen en van een afnemer zijner door- voerproducten, die, welke politieke syrn- of antipathiën mpn ook overigens kan hebben, 0ntegen.2jeggel.ijk een be langrijke factor steed£ geweest is, en ook in de toekomst- zal kunnen zijn voor de instandhouding en de bevorde ring van onze nationale welvaart. Zoo wel derhalve op idieeie gronden als ook om zeer praktische redenen is het èn voor het Duitsche volk èn voor de andere volken hoogst gewenscht, dat bet „Vae Victis" der oudheid niet in geheel zijn verdelgenden omvang in dezen modernen tijd opnieuw toepas- sing vindt. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De regeeringsverkiarmg die de tijde- liike voorzitter van den Ministerraad heden aflegde ter zake van België's op treden bevatte voor onze Regeering al thans één succesje. Ze had geweicerd deel te nemen aan een bespreking die ais een onderdeel der Vredesconferen tie was te beschouwen. Begrijpelijk want op die conferentie zou zij niet op voet van gelijkheid zijn behandeld en dat alleen kon, ze toelaten. Op haar verzoek verkreeg zij een, afzonderlijke I j „En ik, mijnheer", riep Ciara veront rust, „ik herhaal u, wat gij reeds weet, dat ik die taal niet^iooren wil, dat ik j ze niet hooren mag, omdat mijn hart aan een ander toebehoort." j „Uiw h3rt, Clara?... Dat zal ik we- ten te veroveren, wanneer mij uw hand toebehoort", hernam de zoon, van den i kapitein met vermetel vertrouwen. „Meent u dat werkelijk hernam 1 Clara verachtelijk. „Tot nu toe, Craven Lenoir", gingzij toornig verder, „wist ge alleen, dat ik uw voorgewende lief de niet beantwoord, dat gij mijn gene genheid niet bezit. Nu verklaar ik u, dat mij uw nabijheid met afkeer ver vult, en sinds hedennacht in afschuw veranderd is. Gij kunt mij door het sprookje van den bandiet niet de over tuiging ontnemen, dat ergens een, mis daad begaan is, waaraan ge ook uw deel hadt." „Hoe, Ciara Een misdaad stot terde Craven. „Hoe komt ge op dien dwazen inval „Noem het dwaas, mijnheermaar een, bandiet roept niet met een vrou wenstem om hulp, een overwonnen roover brengt men niet 's nachts weg in een gereedstaand rijtuig, een bandiet brengt kapitein Lenoir- niet persoonlijk naar Staunton, een bandiet draagt geen witte vrouwenkleeren, waarvan ik he denmorgen op de trap dit stuk vond I" Zij haalde een stukje witte kant te voorschijn, dat afgetreden was gewor- oonferentie, waarop zij naast België zal onderhandelen met den Oppersten Raad der Geassocieerden. Overigens herhaalde de minister de uitdrukkelijke verklaring dat zij van geen afstand van rechten anders dan in volle vrijheid wii weten. In verband met de bespre kingen is minister van Karnebeek naar Parijs vertrokken. Wij kunnen gelaten het verdere verloop afwachten. De wenschen, die van Belgische zijde zul ten worden voorgelegd, zullen aan een ernstig en onbevangen onderzoek wor den onderworpen, zoo luidt de slot zin. De bereidwilligheid tot bespreking toonend, zet de regeering bij voorbaat zich schrap tegen alle opdringerige „eischcn". sS De discussiën over de onderwijzers- salarissen sjokten voort.Tegenover het voorgedragen stelsel plaptste de heer Van Ravesteijn het communistische stelsel waarbij ieder zal krijgen waf hij noodig heeft. Hij was in elk geval te gen alle soort toeslagen die den schijn wekken dat zij in die richting gaan. Krachtig werd het nieuwe stelsel, •waarbij de gemeenten zijn uitgesloten, bestreden door den he,er Visser van fjzendoorn, die de voorkeur blijft ge ven aan het oude stelsel, opdat er per spectief zal ziften in het leven van den onderwijzer, opdat er avans zij in, de salarieering. Het bestaande stelsel ver beferen, zóó dat de gemeenten ook aan het bijzonder onderwijs zullen geven wat zij aan het openbaar geven, was zijn wensch. Tegen de classificatie dus, vóór de medezeggenschap der gemeen ten en ten siotte tegen de toeslagen voor huwelijk en kinderen. Bij geen en kelen ambtenaar bestaa.n die toeslagen en voor onderwijzers dient geen uit zondering te bestaan. in hoofdzaak de heer van Wijn bergen wei met de classificatie mede. Hij wilde echter het aantal klassen van 5 terugbrengen tot 3 en daarnaast aan de gemeentebesturen de verplichting opleggen om bij te passen wat even tueel onderwijzers in salaris mochten achteruitgaan.door dit ontwerp. Op die wijze werd naar zijn meaning tege moetgekomen aan veler bezwaren, ter- wij! dit stelsel leidt tot langzaam her stel van de gewenschte gelijkheid. Krachtig deed hij een beroep op de samenwerking aller partijen om door gemeenschappelijk overleg tot een af doende oplossing te komen. Hoe merkwaardig men met cijfers omspringt, foonde.de heer van der Mo len aan. Het minimum voor hoofd eener school te Amsterdam zou 1550 gulden lager zijn in dit ontwerp dan in de A.m- sterdamsche verordening. Daarbij ver geet men echter dat de dienstjaren als onderwijzer meetellen bij de verhoo gingen als hofd. In Rotterdam is aan de onderwijzers reeds een voorschot van bijna 5 ton verleend op dit ont werp. Hoe het dus mogelijk is dat de openbare onderwijzers in geheel Ne derland slechts 3 a 3'/2 ton vooruit gaan is hem een raadsel. Merkwaardig was, dat de heer Teen stra lijnrecht tegen zijn partijgenoot Ketelaar inging. Hij wenschte niet bena deeling van hei platteland, die zal plaats hebben als de gemeenten het maximum mogen verhoogen en dus de beste krachten van het platteland weg halen. Daardoor komt het platteland weer in de zelfde ongunstige conditie als thans het geval is. Hij wenschte dus wel het stelsel van den minister behalve dan de classificatie. Volgens den heer de Buisonjé gin gen 41 onderwijzers in zijn gemeente 10.400 gulden in salaris achteruit. Vol gens hem en volgens den heer Juten was het aanvangssalaris te laag. Tot slot de heer Dresselhuijs, die voor de hoofden van scholen pleitte. Eindelijk is de minister aan het woord. e e Steenkolen int België. Naar aanleiding van de opheffing van uitvoervergunningen voor steen- koot naar Nederland, verneemt Reuter uit bevoegde bron dat deze consenten zito ingetrokken daar men van oordeel is dat dit land momenteel voldoende voorzien is. Van den anderen kant is het aantal aangevraagde uitvoervergunningen zoo grooj, dat de vervoermiddelen onvol doende zijn. Op het oogenblik worden de onderhandelingen over den uitvoer .naar Holland echter voortgezet. Men heeft alle reden te gelooven, dat deze een gunstig resultaat zullen, opleveren. Gesneuvelde Nederlanders. Veertienhonderd Nederlandscne vrij willigers hebben zich bij het uitbreken van de,n oorlog in het Vreemdelingen legioen van het Fransche leger geën gageerd. Elfhonderd zijn gedood. i De raadsverkiezing te Rotterdam. Volgens den door „de Maasbode" berekenden, dus niet-officieelen uitslag, zijn bij de verkiezing voor den raad gisteren uitgebracht 89.475 geldige stemimen. Hiervan verkregen de katholieken 14.962 de anti-revolutionairen 12.586; de Christ, historischen 7455 de S. D. A. P. 37.670 de unie-liberalen 3038 de vrijz. dem. 2230 de vrij lib. 3797 de econ. bond 1126 de middenstands partij 1854 de algemeene staatspartij 1854 de communistische partij 2777. Zoodat gekozen zijn 7 roomsch-ka- thoiieken, 6 anti-revolutionairen, 4 christ.-historischen, 2 unie-liberalen, 19 sociaal-democraten, 1 communist, 1 al gemeene staatspartij, 1 middenstands partij, 1 economische bond, 1 vrijz.-de- mocraat, 2 vrij-liberalen. i De oude raad bestond uit 4 roomsch katholieken 7 christ.-historischen 6 anti-revolutionairen 12 sociaal-demo craten 10 vrij-liberalen,5 unie-libe ralen 2 vrijz.-democratenI algem. staatspartij. j VERHOOGING JAARWEDDEN GEMEENTE-AMBTENAREN. i Door Burg. en Weth. dezer gemeen^ te is het volgende voorstel bij den ge- i meenteraad ingediend Ten vorigen jare werden de jaar- wedden en loonen van de ambtenaren, beambten en werklieden, dezer gemeen te met ingang van 1 Juni verhoogd. Ook de jaarwedde-regeling der onder- wijzers bij het lager onderwijs werd I aan een herziening onderworpen. i Omtrent de totstandkoming dezer i zaak wenschen wij het volgende te me- j moreeren. Nadat wij In April 1918 een voorstel tot herzien,in~ der ibezoldi^inven ter ta fel brachten, werd in Mei d.a.v. deze aangelegenheid in handen gesteld van een raadscommissie, teneinde haar te onderzoeken en na te gaan, of geen be zuiniging op ons voorstel ,kon worden verkregen. 'Het resultaat van een en ander is I geweest, dat de salarisverhoogingen, welke daarna werden toegekend, min der bedroegen dan die, welke ons col lege aanvankelijk had voorgesteld. 1 den. Clara had dat bewijsstuk eerst nu getoond, omdat ze had willen zwijgen, doch verontwaardigd over de liefdes verklaring van Craven op een oogen blik, dat het bloed van zijn slachtoffer nog aa,n zijn handen scheen te rooken, ontmaskerde ze den misdadiger, door onverholen haar overtuiging uit te spreken." Craven toonde zich in 't begin een beetje getroffen, doch hervatte spoedig zijn gewone koelbloedigheid. „Ei, miss Ciara", zeide hij, „ik ben verbaasd over uw scherpzinnigheid, die u dingen doet zeggen, die, waren ze wezenlijk gebeurd, beter door u ont kend werden. Tot opheldering van het nachtelijk tooneel,waarover gij tn dwa ling verkeert, vertelde ik u reeds, hoe ,zich de zaak toedroeg. Indien, u dit niet gelooven wilt, 't staat u vrij ik zal er geen woord meer over verspillen. Daarentegen veroorloof ik mij, geachte nicht, ondanks den weerzin en den af schuw, die u voor mij gevoelt, u nog maals te verzekeren, dat Ik u bemin en dat ik u, miss Ciara Day, uw hand vraan." Mijnbeer, gij vergeet, dat Ik mijn. hand reeds weggeschonken heb", riep Clara fier. „Geschonken... aan een bedelaar", hernam Craven Lenoir spottend, „ge schonken, zonder inwilliging van mijn vader Neen, neen, Clara, zuik een ver loving onder kinderen is niet geldig. De kleine Rocke mag een aardige jon gen zijn geweest, die uw vader mooi heeft weten te bepraten en op u als onervaren kind een gunstigen indruk wist te maken; Traverse Rocke, met zijn zachte manieren en zijn week hart, niaig zich dankbaar getoond hebben voor de weldaden van uw vader doch, indien gij ernstig nadenkt, zult ge nu beschaamd moeten wezen, over uw daad." Clara stond op om de kamer te ver laten. „Ik ben een zwak, hulpeloos meisje", zei ze, en kan op geen andere wijze uw beleedigingen ontgaan, dan door mij te verwijderen." „Nog niet, Clara riep Craven. „We ziin nog niet aan net einde, ik wil u tot eiken prijs tot vrouw hebben." „Welk een dwaze vermetelheid riep Ciara, „hoe zult ge mij dwingen, u naar het altaar te volgen. Zoudt ge mij bet jawoord afpersen ,;Laat die zorg aan mij en mijn vader over, lieve miss. Daarvoor zijn doel treffende maatregelen genomen. Dezen avond nog zal, in de boschkapel bij Tip-Top ons huwelijk voltrokken wor den." ,;En al zoudt ge mij met geweld in de kerk sfeepen, ge zoudt van mij een driewerf neen hooren." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1