HET PLEEGKIND enstbode VSTBODE VRIJDAG 9 MEI. tbode GEKf elsje. bode van aart No. 109 GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON KAMEROVERZICHT. BINNENLAND ng van „NIEUWE één der avond- wordt een PER i MESTDAGH'S nette n een nette hulpzaam tezijnv timmerman; Gasthuis a'hier. e Binnenmoeder. IWER, Badhuis- ïgen vraagt eene kster alle voor- en te verrichten. ankomend Vllss Courant." igd een BRUIJNE Hotel Straat 82 tagd. erstraat 5. t I d de Ib u rg r d a m. rek in Mei Midd v. B<if t 7— 7.— wordt des mot- n. omen Transpor" e,*? Enren G. VOS EENHOORN BOSTERHOIH 919. den ver- ,.De laar wie Piet ten Een de iten Gkfm I919t VLISSIINGSCHE COURANT ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels ƒ0.80 voor iedere regel meer 20 centbij abonnement speciale prijs. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 10 cent oer regel, bij con tante betaling. Familieberichten van 1—6 regels U0, iedere regel meer 20 cent ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren 1.85 per drie maanden. Franco door het geiheele rijk 2.20. Week-albonnementen 14 cent Afzon- tertiike nummers 3 cent. REOEERINGSGOEDtREN. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen brengen ter algemeene kennis dat ingevolge hunne kennisgeving van 28 Februari 1917, behoorende bij de voor hunne gemeente geldende distributieregeling van regeeringsgoe- deren d.d. 12 en 19 Februari 1917 A no. 213, gedurende de week van 10 Mei tot en met 16 Mei 1919 verkrijgbaar is op bon no. 3075 K.G. KLEI- AARDAPPELEN a f 0.07 per K.O. op bon no. 3081 pond PEUL VRUCHTEN (diverse soorten) op bon no. 3091 ons KAAS (diverse soprten) op bón -no. 310: 1>£ ons JAM a f 0.11 per ons op bon no. 311 2 ons Ameri- kaansch SPEK a f 0.20 per ons op bon no. 312: 1 pond GECON DENSEERDE TAPTEMELK a f 0.30 per pondper flesch van 1 pond f 0.33 op bon no. 313: 3>£ ons SUIKER (diverse soorten) op Kindersuikerkaart no. 8 3>£ ons SUIKER (diverse soorten) op Kindermeelkaart no. 3 1 pond KINDERMEEL. Vlissingen, 9 Mei 1919. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, I. P. v. ROSSUM Jr. MILITIE. Zitting van den Keuringsraad. De Burgemeester der gemeente Vlis singen maakt bekend, dat de Keurings- raad voor de ingeschrevenen voor de militie, lichting 1920, dezer gemeente zitting zal houden ten Raadhuize te Vlissingen, op Maandag den 19en Mei 1919, des voor- en namiddags te 10 en 1.30 uur, op Dinsdag den 20en Mei 1919, des voorin,i-ddags 10 uur en na middags 1.30 uur; op Zaterdag den 24en Mei 1919, des voonmidida-gs 10 uur en namiddags 1.30 uur; op Vrij dag den 30en Mei 1919, des vootimid- dags 10 uur. Taak van den Keitringsraad. Behalve in de 'hierna te noemen uit zonderingsgevallen geschieden voor den Keuringsraiad de imetiing en het ge neeskundig onderzoek naar de ge schiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht lo. zij, die kleiner zijn dan 1-.55 M. 2o. zij, die lijden aan of -behept zijn met een der ziekten of gebreken ver meld op een bij Koninklijk besluit vast gestelde lijst. 84) Op zeikeren lag hield de oude heer zooals hij maandelijks placht te doen, groote inspectie in de stallingen, om naar den toestand zijner paarden en honden om te zien. Bij deze gelegen heid trok het gesprek van twee stal knechten zijn aandacht, die elkaar van een nieuiwe bewoonster van het „Spookhuis" vertelden, een onbekende, die, naar bet heette, een wonder van schoonheid moest zijn. De majoor luisterde; alles, wat op het „Spookhuis" betrekking had, was voor ham van belang en daarom kon hij niet nalaten te vragen of ze niets naders omtrent de vreemde wiisten. „Neen," antwoordde zijn koetsier JOhn, „uwen vertelt, dat het een engel van een miss moet zijn ze is diep in de rouw." ,;Hem, hem 1" bromide de oude 'drift kop, „weer een nieu-w offer... ja, ja, een nieuw slachtoffer iik zet tien tegen een En wie heeft je dat gezegd, John vroeg hij weer aan den koet sier. „Ik vernam het van Toim, mijnheer, den koetsier van pastoor Goodwin," Alleen zij, die bij de meting blijken de vereisdh-te lichaamslengte te bezit ten, wouden onderworpen aan het ge neeskundig onderzoek. De uitpsraken van den Keuringisraad wonden in het openbaar medegedeeld. Wie voor den Keuringsraad moeten verschijnen. Vioor den Keuri-pgsraad moet in het algemeen- venschijnen ieder ingeschre vene, die niet bij onherroepelijk gewor den uitspraak van den dienst voorgoed of tijdelijk vrijgesteld dan wél voor goed of vóortoopig uitgesloten is. On herroepelijk is een uitspraak tot vrij stelling óf uitsluiting eerst, wanneer tegen de uitspraak geen bezwaar is ingebracht of beroep ingesteld is bin nen den daarvoor bij de wet gestelden termijn of de uitspraak bij de eindbe slissing is gehandhaafd, Hij, die voor den Keuringsnaad moet verschijnen, is verplicht zioh- aldaar aan een onderzoek naar zijn lichaams lengte en, zoo noodig, aan een genees kundig onderzoek te onderwerpen. Hij kan edhter aan den Cramissaris der Ko ningin i,n de provincie het verzoek doen om het onderzoek voor een an deren Keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan ongezegeld zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden. Het staat den ingeschrevene vrij bij de keuring een geneeskundige verkla ring omtrent de lichaamsgesteldheid over te leggen, opdat de keurende ge- neeSheeTen daarmede rekening kunnen houden. Wie niet voor den Keuringsraad behoe ven te verschijnen. Voor den Keuringsraad behoeven niet te verschijnen de ingeschrevenen die in vrijiwilliigen militairen dienst zijn, en verder lo. die doen blijken door ziekte of gebreken tot die venschij-ning buiten staat te zijn De hier bedoelde ingeschrevenen worden onderzocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is zij zijn veilplicht zich aan dit onderzoek te onderwerpen. 2o. die zich in verzekerde bewaring bevinden of die verpleegd worden in een rijkswerkinrichting, een rijksop voedingsgesticht of een tuchtschool Vioor liet onderzoek van deze cate gorie van ingeschrevenen gelden de- zetóde bepalingen ais voor de categorie ond.er lo. venmeld. 3o. die verpleegd worden in een krankzinnigen-, idioten-, doofstom men- of blind en gesticht Voor deze ingesohrevenen wordt door de bestuurders der gestichten een geneeskundige verklaring overgelegd. 4o. die hun beroep maken van de buitenfanidsche zeevaart of van de zee- visscherij buitenslands Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wenschen, zich hetzij voor den keuringsraad aan het onderzoek onder werpen, hetzij vóór 16 Mei tot het on dergaan v,an dit onderzoek aanmelden bii den plaatselijke- of garnizoenscom mandant in een garnizoen te hunner keuze, wiaar een officier van gezond heid is, of bij den commandant der af- deeling Mariniers te Rotterdam. Bij deze aanmelding, die op een werkdag des voormiddag® negen uur moet ge schieden, moet de ingeschrevene zijn bewijs van inschrijving voor de militie medebrengen en ten genoegen van den Commandant aan-toonen, dat hij een beroep als hierbedoeild uitoefent. Ten minste één dag vóór de aanmelding moet de aanvrage oim keuring aan den Commandant hetzij schriftelijk, hetzij mondeling worden gedaan. 5o. Die woonplaats hebben of ver blijf houden in het buitenland. antwoordde de knecht. „Hij staat met Davis, den koetsier van generaal Le noir op goeden voet, deze had hem verteld, dat hij op 'f eind der vorige maand met'zijn heer naar een landgoed nabij Staunton gereden was, waar al les in diepe rouw was voor een ouden heer. Hiervan had de kolonel een jong ■meisje, waarschijnlijk de dochter van 'den overledene, meegenomen „O, 't is zooals ik zeg," bromde ma- 'joor Warfield in zijn baard, „weer een ■nieuiw slachtoffer Die ongelukkige, ze fe te beklagen, wie zich in de macht van dien ellendeling bevindt, is redde loos verloren." De majoor zette zijn inspectie voort, prees hier en keurde daar af en ten islofte verzamelde hij al het dienstper soneel oim hun te zeggen, dat hij hen ■naar den duivel zou jagen, indien ze geen ijver in den idienst aan den dag (iegiden. „En wat de jonge miss, de vreemde in het „Spookhuis" betreft," voegde hij er bij, „zoo verbied ik u bij uw gezon de knoken die iik u allen stuk sla, indien ge mijn verbod overtreedt rnog eens over haar fe spreken. Ik wil ■niét, dat mijn nicht hier er iets van verneemt en dit kan altteen gebeuren, ■wanneer niemand er over spreekt. Past idus op, of ik laat u levend de huid kerven 1" De zwarten staken de hoofden bijeen Deze ingeschrevenen kunnen niette min, zoo zij keuring wenschen, zich bij den Keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervoren aangegeven wijze verzoe ken om het onderzo©k-,voor een ande ren Keuringsraad fe ondergaan. (Het verzoek moet niet door den vader, moeder of voogd, maar door den ingesdhrevene zelf worden ge daan.) Voor zooveel deze ingeschrevenen echter door ziekte of gebreken buiten staat zijn voor den Keuringsraad te verschijnen, kunnen zij volstaan met bij den Keuringsraad vóór de sluiting zijner zifting in te zenden een na 1 Mei Bijgegeven venklaring, waariut blij kt a. dat de ingeschrevene met ge slachtsnaam, voornamen en leeftijd aam te duiden wegens ziekte of gebre ken buiten staat is voor den Keurings raad te verschijnen 'b. dat de ingeschrevene door hen, die de verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst wondt ge oordeeld c. de aard em de graad van de ziekte of van het gebrek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig wordt ge acht, zoomede de beziwa.ren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verlklarig moet de onderteeke- ning dragen van twee geneesheeren, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkunde. In de Ne-d-erlaradsche kcrlo- niën mag de verklaring door enkel doikfers-djawa echter alleen dan wor den afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander geneeskundige is, en mag zij door jaen doktendjawa met een an der geneeskundige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet meer dan één ander geneeskundige is. De han-dteekenig-en van hen, die de veriklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, on der bijvoeging, dat zij, door wie de haodteekeningen zijn gesteld,ter plaat se bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en. heelkunde, dan wel dok-ter- djawa zijn. Zoo het stuik is onidertee- kend door dokter-djawa's of med-e- onderteekend door een dokter-djawa, moet bovendien blijken welk van de hiervo-ren bedoelde gevallen aanwezig ■is. Strafbepalingen. De ingeschrevene, die verplicht is voor den Keuringsraad te verschijnen en niet op de daarvoor aangewezen plaats of tijd verschijnt, of die, aldaar 'verschenen zijnde, zich niet aan de me ting of aan het geneeskundig onder zoek onderwerpt, alsmede de inge schrevene, die moet worden onder zocht op de plaats, waar hij zich be vindt en zich niet onderwerpt aan de mieting of het geneeskundig onderzoek, ■wordt gestraft met hechtenis van ten ihooigste veertien dagen of geldboete j van tem hoogste honderd vijftig gul- j den. Pleegt hij het feit opzettelijk, dan j wordt hij gestraft met gevangenisstraf j vam ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd j gulden. j Nieuw geneeskundig onderzoek. Een nieuw geneeskundig onderzoek -va'rv een ingeschrevene heeft plaats zoo het gevoelen van de beide ge neeskundigen van den Keuringsraad niet van dezelfde strekking is. Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den Militieraad in zijn tweede zitting in Augustus. j Overigens kan van een ingesehreve- ne, omtrent wien door den Keurings- j 'raad uitspraak is gedaan, bij den Mi- litieraad een nieuw geneeskundig on- j derzoek worden aangevraagd ais de oude wegging en zooidra hij ver genoeg weg was, begonnen ze eerst Iza-Chtjes en daarna luidop over de vreemde te spreken en te gissen naar ide beweegredenen van den ouden heer, om hun het zwijgen op te leggen over ■een persoon, waarin hij toch scheen 'belang te stellen. De beweegreden was geen andere, afsdat hij niet zonder grond vreesde, tdat Capitola in 't hoofd zou krijgen, de «vreemde in het „Spookhuis" te be zoeken. 's Avonds aan de thee sprak hij daarom geen enikel woondje over de vreemde. Doch 't stond geschreven, dat -Capitola niet naar bed zou gaan, zon der van alles op de hoogte te zijn. Pitap.at kon niet 'van zich verkrijgen, om te zwijgen, ofsdhoon ze zich meer malen op de praatzieke tong had ge beten. Het moest er uit, 't lag haar op 't hart en daarom begon zij een ge sprek. „Weet u reeds, miss, wat er voor mieurwis is in de buurt zei Pitapat op een toon van iemand, die iets gewich tigs weet. „Wat vroeg Capitola nieuwsgie- rin en 't overige kwam van zelf, want twee minuten later wist onze heldin alles, wat haar bezongde oom zoo streng voor haar wilde geheim houden. „Ja, imiss Capitola", besloot Pitapat baar mededeelimg, Jhet moet een won- lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijm vader, ■moeder, voogd of curator 2o. door elk der overige voor de ge meente ingeschrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of curator De aanvrage moet, zoo zij wordt in gediend door een der onder 2o. be doelde personen, berusten op aanne melijke, in de aanvrage omschreven gronden, en binnen tién dagen na den dag, waarop de uitspraak van den Keuringsraad in het openbaar werd medegedeeld, zijn ingeleverd bij den- Burgemeester der gemeente, waar de ingeschrevene, -wien het geldt, voor de militie is ingeschreven. Van de inleve ring wordt een beiwijs van ontvangst afgegeven. Aanvragen, niet ingericht oi niet ingeleverd op de wijze, hier om schreven, kunnen geen gevolg hebben. IndeeRng bij de zeemilitie of bij een der korpsen van het leger. De voorzitter van den Keuringsraad verzamelt tijdens de zitting gegevens omtrent de imdeeüng. In veiba-nd hiermede staat het den ingeschrevene vrij alsdan aan dien voorzitter mede te deelen, of hij zou wenschen te worden bestemd voor de zeemilitie, voor een bereden korps of voor de ad-ministrati-etroepen en ook aan welk kopps of garnizoen hij zich amders gaarne zou zien toegewezen. Ook kan de ingesdhrevene den voor zitter een schriftelijke verklaring ter hand stellen, ten- bewijze, dat hij voor eeni-g vak of eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Vlissingen, 7 Mei 19!9. Voor den Burgemeester voornoemd, De Griffier ter Secretarie, M. VAN DBR BEK-E CALDBNiFELS. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Alvorens de discussie over het vrou wenkiesrecht voort te steepen, maakte de Kamer een nominatie op voor raadsheer in den -Ho-ogen -Raad. De oud-minister van justitie, imr. B. Orf, die een vorige maal rap zeer demon stratieve wij-ze is gepasseerd, werd met één stem imeer 34 van de 66 als no. 1 op de nominatie geplaatst. Bij zonder eervol was deze onderscheiding niet. Een on-derwenp als dat'van vrouwen kiesrecht is er één waarover kan wor den -meegepraat -door iedereen. Het is zelfs heel gemakkelijk om er ',n „boom" over op te zetten. Maar juist daarom is bet heel moeilijk er iets buitengewoons over te izeggen, iets dat nieu-w en in teressant is. T-ot dat laatste blijken de Kamerleden niet in st-aat. Wat wij tot nog toe hebben gehoord, is zeer laag ,bij den grond, isam-s zelfs miserabel simpel. Het is zelf-s de moeite niet waard aan te duiden wat -gezegd wordt. Over de karaktereigenschappen va,n d-e vrou-w -wonden allerlei fraaiig heden gezegd men s.c>ha.t plotseling de meerderheid >van de vrouw zeer hoog en ziet in dat zij uitstekend kan -mee doen aan het staatsbestel. Dit heeft dan d-e oorlog geleerd -heet het. En zoo voiort. Met de vnou-wen was het niet slech ter geweest rap -de wereld, imeent de heer Rinik ik -wil het verlangen van de vrouwen zelf naar opheffing gaarne steunen, beweert de heer Van Schalk jullie geeft dat kiesrecht -slechts uit vrees voor -de revolutionaire strooming, j betoogt de heer Kruijt, dodh het zal - ten stofte de revolutionaire gedachte denschoon -mei-sje zijn -met hemelsblau we oogen en goudgele tokken. Ze gaat zwart gekleed en schijnt veel- kommer te hebben zooafe -men zegt, weent ze den ih-eelen -dag. Miaar dgt is geen won der", voegde ide kleine -praatkous er bij, „zoo levendig begraven te zijn in een somber, onlheiinrelijik huis, dat midden iin een lbosch ligt en waarin faooze imenschen wonen -en -waar het zelfs spookt." - „Is het -wenkelijik, izooals je mij ver telt riep Capitola en woont «laar werkelijk een jonge da-me „Zoo -wiaar als ik hier voor -u sta, miss bevestigde Pitapat. „O, dat is -heerlijk nieuws. -Ut ver heug imij, gezelschap -in de buurt te hebben. Het spréékt -van zelf, dat ik Ih-aar zal bezoeken." „Ach, doe dat niet rie-p de jonge negerin verschrikt. „Om '-s hemelswil, de oude heer zou mij -ombrengen, als hij hoorde, id-at ik de schuld daarvan w'ais. Hij heeft ons allien streng verbo den, met -u over de vreemde -miss te spreken." „Zoo, zoo Ja, ihij -wil zeker niet, dat i,k mij in de nabijheid van het „Spook hui-s" waag. Waarom weef ik zelf niet. Dat zal mij edhfer niet -weerhouden bij de eerste gelegenheid de sch-oone on gelukkige te foezoéken want ik zal blij zijn, dat ik weer een ander gezicht te zien k-rijg ais het zwarte van jou." ve-rtioogen en de revolutionaire actie verdiepen. Daarom wil hij het vrou we,nikiesrecht -graag hebben. Zij-n partij was de eenige christelijke partij die van stonde af vóór het vrouwenkies recht was .geweest. De eigenaardige opvatting -van den heer Van Wijnberge-n w-end ook inge nomen -door den -heer De Wilde. Na tuur en aanleg van de vrouw zijn naar zij-n -meenig in strijd -met het kiesrecht. De Nederlandsche vrouw verlangt niet naar 'het kiesrecht. Men -gaat het haar .nu -opdringen. Het gevolg daar van zal zijn, dat die vrouwen zullen deelnemen aan den politieken strijd, welke den meesten tijd hebben. Dus niet de huismoeders, die feitelijk het meeste belang -hebben bij de wijze waarop de St-aat wordt geregeerd. De ze -afgevaardigde ziet geen en-kel voor deel in de toekenning en daarentegen menig nadeel. -Hij zal er dus tegen stemme. Na de bewuste Novemberdagen klonk thans voor het eerst weer de stem van mr. T-rrael-stra. Hij besprak de „zonder linge houding" van den heer Van Wijnbergen. In de verte mompelde een Kamerlid zoo iets als „daar moet hij van spréken". Toen goochelde de heer Troelstra met -het woord revolutie. Daaronder verstaat men thans iets an ders dan de Fransohe revolutie. De heer Van Wijnlbiengen wil de .liberale staatsleer, die haar oorsprong vindt in de Fransdhe revolutie, consequent doorzetten om de nie-uwe revolutie te keeren. Het vrouwenkiesrecht moet voor hem het reactionaire boiwerk zijn waarachter men zich wil verschuilen tegen de nieuwe stroomin-gen. Toch verzet de heer Troelst-ra er zich niet tegen, omdat hij in -de toekomst wel verandering wacht. Het moderne leven van de maatschappij zal zich ontwik kelen en het vrouwelijk gesladht zal er zich door opheffen. In de verlaging van de leeftijdsgrens van 25 tot 23 jaar zag hij een correctief rap de reactie. Daarom heeft hij een amendement in gediend. Zijn de 2325-jarigen dan meest socialistisch Ten slotte verklaarden de heeren van der Laar en Sipeenik, dat zij vóór zul len stemmen. Nederland en België. In de Brussetsc-he „Standaard" be toogt prof. Fran-s van Cauwetaert de noodzakelijkheid van een verbond tus- schen België en Nederland-Het is zoo duidelijk, dat België en Nederland ge- r-o-epen zijn om sa-men te gaan, dat men zich alleen kan verwonderen dat zij zoo lang aan elkander zijn vreemd ge bleven. Maar natuur is sterker als der mensohen kortzichtigheid en het staat voor on-s vast, dat vandaag of morgen de samenwerking op economisch en- militair gebied, welke voor beide sta ten een levenskwestie i®, zal- tot stand komen, niettegenstaande al het dwaas gestook, w-aa-rmede .men uit zekeren hoek getracht heeft de betrekkingen tusschen hen te verstoren. Vandaag of -morgen, maar liever vandaag dan morgen want een ver bond met Holland kan er veel toe bij dragen om onze economische- herleving te vergama-hkelijiken en lost met één slag zoowel het Schelde- als het Maas- vraagstuk tot bei-der landen voldoening en voord-eel oiP- Wij vermoeden dat men in Holland nog wel een beetje huiverig zal zijn als er sprake is van een militair venbond, maar wij vragen in gemoede, aan onze noorderbroeders, is het nu een tijd om De door Capitola vurig verlangde -gelegenheid liet niet lang op zich waahten. Eenige dagen na het gesprek reed majoor Warfield met Wool naar Tip-Top Oapitola was nu alleen, en besloot een uitstapje naar het „Spook huis" te maken. Z-e liet door Pita-pat bevel geven haar pon-ny te za-delen en tro-k juist haar rijkleed aan, toe-n mistress Codi- m-ent bij haar binnemkwam. „Hoe, riep d-e bange huis houdster, „wiil u weer geheel a-Heen een rijtoer maken U weet toch, lieve miss, dat oom dit mi-et gaarne ziet." „Hij ziet het in het geheel niet", her nam Capitola lachend-, „Hij moest wel een goeden verekijker hebben, indien hij van Tip-Top tot hier zien kon. Overigens weet ge, dat ik mij geen dwang laat opleggen." „Maar blijf dan ten minste niet lang weg en ga- niet te ver van het kasteel, miss, want er is een zwaar onweer op til." „Een omw-eer En dat bij zulk een heldere, blauwe lucht Ik geloof, dat ge droomt, beste mistres." „Neen, neen, geloof -rn-ij, ik ken- veel van het weer. Er beweegt zic'h geen blaadje en de lucht is zoo drukkend. Daar in 't Westen vertoont zich een wolkje, dat een hevigen storm voor spelt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1