HET PLEEGKIND
enstbode
VSTBODE
VRIJDAG 9 MEI.
tbode
GEKf
elsje.
bode
van
aart
No. 109
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
ng van „NIEUWE
één der avond-
wordt een
PER
i MESTDAGH'S
nette
n een nette
hulpzaam tezijnv
timmerman;
Gasthuis a'hier.
e Binnenmoeder.
IWER, Badhuis-
ïgen vraagt eene
kster alle voor-
en te verrichten.
ankomend
Vllss Courant."
igd een
BRUIJNE Hotel
Straat 82
tagd.
erstraat 5.
t
I d de Ib u rg
r d a m.
rek in Mei
Midd v. B<if t
7—
7.—
wordt des mot-
n.
omen
Transpor" e,*?
Enren G. VOS
EENHOORN
BOSTERHOIH
919.
den
ver-
,.De
laar
wie
Piet
ten
Een
de
iten
Gkfm
I919t
VLISSIINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ0.80 voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement
speciale prijs. Reclames 40 cent per
regel. Dienstaanbiedingen en dienst-
aanvragen 10 cent oer regel, bij con
tante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels
U0, iedere regel meer 20 cent
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op
Walcheren 1.85 per drie maanden.
Franco door het geiheele rijk 2.20.
Week-albonnementen 14 cent Afzon-
tertiike nummers 3 cent.
REOEERINGSGOEDtREN.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter algemeene kennis
dat ingevolge hunne kennisgeving
van 28 Februari 1917, behoorende bij
de voor hunne gemeente geldende
distributieregeling van regeeringsgoe-
deren d.d. 12 en 19 Februari 1917
A no. 213, gedurende de week van
10 Mei tot en met 16 Mei 1919
verkrijgbaar is
op bon no. 3075 K.G. KLEI-
AARDAPPELEN a f 0.07 per K.O.
op bon no. 3081 pond PEUL
VRUCHTEN (diverse soorten)
op bon no. 3091 ons KAAS
(diverse soprten)
op bón -no. 310: 1>£ ons JAM
a f 0.11 per ons
op bon no. 311 2 ons Ameri-
kaansch SPEK a f 0.20 per ons
op bon no. 312: 1 pond GECON
DENSEERDE TAPTEMELK a f 0.30
per pondper flesch van 1 pond
f 0.33
op bon no. 313: 3>£ ons SUIKER
(diverse soorten)
op Kindersuikerkaart no. 8 3>£ ons
SUIKER (diverse soorten)
op Kindermeelkaart no. 3 1 pond
KINDERMEEL.
Vlissingen, 9 Mei 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
I. P. v. ROSSUM Jr.
MILITIE.
Zitting van den Keuringsraad.
De Burgemeester der gemeente Vlis
singen maakt bekend, dat de Keurings-
raad voor de ingeschrevenen voor de
militie, lichting 1920, dezer gemeente
zitting zal houden ten Raadhuize te
Vlissingen, op Maandag den 19en Mei
1919, des voor- en namiddags te 10 en
1.30 uur, op Dinsdag den 20en Mei
1919, des voorin,i-ddags 10 uur en na
middags 1.30 uur; op Zaterdag den
24en Mei 1919, des voonmidida-gs 10
uur en namiddags 1.30 uur; op Vrij
dag den 30en Mei 1919, des vootimid-
dags 10 uur.
Taak van den Keitringsraad.
Behalve in de 'hierna te noemen uit
zonderingsgevallen geschieden voor
den Keuringsraiad de imetiing en het ge
neeskundig onderzoek naar de ge
schiktheid voor den dienst.
Ongeschikt voor den dienst worden
geacht
lo. zij, die kleiner zijn dan 1-.55 M.
2o. zij, die lijden aan of -behept zijn
met een der ziekten of gebreken ver
meld op een bij Koninklijk besluit vast
gestelde lijst.
84)
Op zeikeren lag hield de oude heer
zooals hij maandelijks placht te doen,
groote inspectie in de stallingen, om
naar den toestand zijner paarden en
honden om te zien. Bij deze gelegen
heid trok het gesprek van twee stal
knechten zijn aandacht, die elkaar van
een nieuiwe bewoonster van het
„Spookhuis" vertelden, een onbekende,
die, naar bet heette, een wonder van
schoonheid moest zijn.
De majoor luisterde; alles, wat op
het „Spookhuis" betrekking had, was
voor ham van belang en daarom kon
hij niet nalaten te vragen of ze niets
naders omtrent de vreemde wiisten.
„Neen," antwoordde zijn koetsier
JOhn, „uwen vertelt, dat het een engel
van een miss moet zijn ze is diep in
de rouw."
,;Hem, hem 1" bromide de oude 'drift
kop, „weer een nieu-w offer... ja, ja,
een nieuw slachtoffer iik zet tien tegen
een En wie heeft je dat gezegd,
John vroeg hij weer aan den koet
sier.
„Ik vernam het van Toim, mijnheer,
den koetsier van pastoor Goodwin,"
Alleen zij, die bij de meting blijken
de vereisdh-te lichaamslengte te bezit
ten, wouden onderworpen aan het ge
neeskundig onderzoek.
De uitpsraken van den Keuringisraad
wonden in het openbaar medegedeeld.
Wie voor den Keuringsraad moeten
verschijnen.
Vioor den Keuri-pgsraad moet in het
algemeen- venschijnen ieder ingeschre
vene, die niet bij onherroepelijk gewor
den uitspraak van den dienst voorgoed
of tijdelijk vrijgesteld dan wél voor
goed of vóortoopig uitgesloten is. On
herroepelijk is een uitspraak tot vrij
stelling óf uitsluiting eerst, wanneer
tegen de uitspraak geen bezwaar is
ingebracht of beroep ingesteld is bin
nen den daarvoor bij de wet gestelden
termijn of de uitspraak bij de eindbe
slissing is gehandhaafd,
Hij, die voor den Keuringsnaad moet
verschijnen, is verplicht zioh- aldaar
aan een onderzoek naar zijn lichaams
lengte en, zoo noodig, aan een genees
kundig onderzoek te onderwerpen. Hij
kan edhter aan den Cramissaris der Ko
ningin i,n de provincie het verzoek
doen om het onderzoek voor een an
deren Keuringsraad te ondergaan. Dit
verzoek kan ongezegeld zijn, doch
moet gefrankeerd verzonden worden.
Het staat den ingeschrevene vrij bij
de keuring een geneeskundige verkla
ring omtrent de lichaamsgesteldheid
over te leggen, opdat de keurende ge-
neeSheeTen daarmede rekening kunnen
houden.
Wie niet voor den Keuringsraad behoe
ven te verschijnen.
Voor den Keuringsraad behoeven
niet te verschijnen de ingeschrevenen
die in vrijiwilliigen militairen dienst zijn,
en verder
lo. die doen blijken door ziekte of
gebreken tot die venschij-ning buiten
staat te zijn
De hier bedoelde ingeschrevenen
worden onderzocht op de plaats, waar
zij zich bevinden, mits deze binnen het
Rijk gelegen is zij zijn veilplicht zich
aan dit onderzoek te onderwerpen.
2o. die zich in verzekerde bewaring
bevinden of die verpleegd worden in
een rijkswerkinrichting, een rijksop
voedingsgesticht of een tuchtschool
Vioor liet onderzoek van deze cate
gorie van ingeschrevenen gelden de-
zetóde bepalingen ais voor de categorie
ond.er lo. venmeld.
3o. die verpleegd worden in een
krankzinnigen-, idioten-, doofstom
men- of blind en gesticht
Voor deze ingesohrevenen wordt
door de bestuurders der gestichten een
geneeskundige verklaring overgelegd.
4o. die hun beroep maken van de
buitenfanidsche zeevaart of van de zee-
visscherij buitenslands
Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij
keuring wenschen, zich hetzij voor den
keuringsraad aan het onderzoek onder
werpen, hetzij vóór 16 Mei tot het on
dergaan v,an dit onderzoek aanmelden
bii den plaatselijke- of garnizoenscom
mandant in een garnizoen te hunner
keuze, wiaar een officier van gezond
heid is, of bij den commandant der af-
deeling Mariniers te Rotterdam. Bij
deze aanmelding, die op een werkdag
des voormiddag® negen uur moet ge
schieden, moet de ingeschrevene zijn
bewijs van inschrijving voor de militie
medebrengen en ten genoegen van den
Commandant aan-toonen, dat hij een
beroep als hierbedoeild uitoefent. Ten
minste één dag vóór de aanmelding
moet de aanvrage oim keuring aan den
Commandant hetzij schriftelijk, hetzij
mondeling worden gedaan.
5o. Die woonplaats hebben of ver
blijf houden in het buitenland.
antwoordde de knecht. „Hij staat met
Davis, den koetsier van generaal Le
noir op goeden voet, deze had hem
verteld, dat hij op 'f eind der vorige
maand met'zijn heer naar een landgoed
nabij Staunton gereden was, waar al
les in diepe rouw was voor een ouden
heer. Hiervan had de kolonel een jong
■meisje, waarschijnlijk de dochter van
'den overledene, meegenomen
„O, 't is zooals ik zeg," bromde ma-
'joor Warfield in zijn baard, „weer een
■nieuiw slachtoffer Die ongelukkige, ze
fe te beklagen, wie zich in de macht
van dien ellendeling bevindt, is redde
loos verloren."
De majoor zette zijn inspectie voort,
prees hier en keurde daar af en ten
islofte verzamelde hij al het dienstper
soneel oim hun te zeggen, dat hij hen
■naar den duivel zou jagen, indien ze
geen ijver in den idienst aan den dag
(iegiden.
„En wat de jonge miss, de vreemde
in het „Spookhuis" betreft," voegde hij
er bij, „zoo verbied ik u bij uw gezon
de knoken die iik u allen stuk sla,
indien ge mijn verbod overtreedt
rnog eens over haar fe spreken. Ik wil
■niét, dat mijn nicht hier er iets van
verneemt en dit kan altteen gebeuren,
■wanneer niemand er over spreekt. Past
idus op, of ik laat u levend de huid
kerven 1"
De zwarten staken de hoofden bijeen
Deze ingeschrevenen kunnen niette
min, zoo zij keuring wenschen, zich bij
den Keuringsraad aan het onderzoek
onderwerpen. Zij kunnen bovendien op
de hiervoren aangegeven wijze verzoe
ken om het onderzo©k-,voor een ande
ren Keuringsraad fe ondergaan.
(Het verzoek moet niet door den
vader, moeder of voogd, maar door
den ingesdhrevene zelf worden ge
daan.)
Voor zooveel deze ingeschrevenen
echter door ziekte of gebreken buiten
staat zijn voor den Keuringsraad te
verschijnen, kunnen zij volstaan met
bij den Keuringsraad vóór de sluiting
zijner zifting in te zenden een na 1 Mei
Bijgegeven venklaring, waariut blij kt
a. dat de ingeschrevene met ge
slachtsnaam, voornamen en leeftijd aam
te duiden wegens ziekte of gebre
ken buiten staat is voor den Keurings
raad te verschijnen
'b. dat de ingeschrevene door hen,
die de verklaring hebben afgegeven,
ongeschikt voor den dienst wondt ge
oordeeld
c. de aard em de graad van de ziekte
of van het gebrek, op grond waarvan
de ongeschiktheid aanwezig wordt ge
acht, zoomede de beziwa.ren, door de
ziekte of het gebrek veroorzaakt.
Deze verlklarig moet de onderteeke-
ning dragen van twee geneesheeren,
die ter plaatse van afgifte bevoegd
zijn tot uitoefening van de genees- en
heelkunde. In de Ne-d-erlaradsche kcrlo-
niën mag de verklaring door enkel
doikfers-djawa echter alleen dan wor
den afgegeven, wanneer ter plaatse
geen ander geneeskundige is, en mag
zij door jaen doktendjawa met een an
der geneeskundige alleen dan worden
afgegeven, wanneer ter plaatse niet
meer dan één ander geneeskundige is.
De han-dteekenig-en van hen, die de
veriklaring hebben afgegeven, moeten
behoorlijk voor echt zijn verklaard, on
der bijvoeging, dat zij, door wie de
haodteekeningen zijn gesteld,ter plaat
se bevoegd zijn tot uitoefening van de
genees- en. heelkunde, dan wel dok-ter-
djawa zijn. Zoo het stuik is onidertee-
kend door dokter-djawa's of med-e-
onderteekend door een dokter-djawa,
moet bovendien blijken welk van de
hiervo-ren bedoelde gevallen aanwezig
■is.
Strafbepalingen.
De ingeschrevene, die verplicht is
voor den Keuringsraad te verschijnen
en niet op de daarvoor aangewezen
plaats of tijd verschijnt, of die, aldaar
'verschenen zijnde, zich niet aan de me
ting of aan het geneeskundig onder
zoek onderwerpt, alsmede de inge
schrevene, die moet worden onder
zocht op de plaats, waar hij zich be
vindt en zich niet onderwerpt aan de
mieting of het geneeskundig onderzoek,
■wordt gestraft met hechtenis van ten
ihooigste veertien dagen of geldboete
j van tem hoogste honderd vijftig gul-
j den. Pleegt hij het feit opzettelijk, dan
j wordt hij gestraft met gevangenisstraf
j vam ten hoogste twee maanden of
geldboete van ten hoogste zeshonderd
j gulden.
j Nieuw geneeskundig onderzoek.
Een nieuw geneeskundig onderzoek
-va'rv een ingeschrevene heeft plaats
zoo het gevoelen van de beide ge
neeskundigen van den Keuringsraad
niet van dezelfde strekking is. Het
nieuwe onderzoek geschiedt voor den
Militieraad in zijn tweede zitting in
Augustus.
j Overigens kan van een ingesehreve-
ne, omtrent wien door den Keurings-
j 'raad uitspraak is gedaan, bij den Mi-
litieraad een nieuw geneeskundig on-
j derzoek worden aangevraagd
ais de oude wegging en zooidra hij ver
genoeg weg was, begonnen ze eerst
Iza-Chtjes en daarna luidop over de
vreemde te spreken en te gissen naar
ide beweegredenen van den ouden heer,
om hun het zwijgen op te leggen over
■een persoon, waarin hij toch scheen
'belang te stellen.
De beweegreden was geen andere,
afsdat hij niet zonder grond vreesde,
tdat Capitola in 't hoofd zou krijgen, de
«vreemde in het „Spookhuis" te be
zoeken.
's Avonds aan de thee sprak hij
daarom geen enikel woondje over de
vreemde. Doch 't stond geschreven, dat
-Capitola niet naar bed zou gaan, zon
der van alles op de hoogte te zijn.
Pitap.at kon niet 'van zich verkrijgen,
om te zwijgen, ofsdhoon ze zich meer
malen op de praatzieke tong had ge
beten. Het moest er uit, 't lag haar op
't hart en daarom begon zij een ge
sprek.
„Weet u reeds, miss, wat er voor
mieurwis is in de buurt zei Pitapat op
een toon van iemand, die iets gewich
tigs weet.
„Wat vroeg Capitola nieuwsgie-
rin en 't overige kwam van zelf, want
twee minuten later wist onze heldin
alles, wat haar bezongde oom zoo
streng voor haar wilde geheim houden.
„Ja, imiss Capitola", besloot Pitapat
baar mededeelimg, Jhet moet een won-
lo. door den ingeschrevene, wien de
uitspraak geldt, of door zijm vader,
■moeder, voogd of curator
2o. door elk der overige voor de ge
meente ingeschrevenen, of door zijn
vader, moeder, voogd of curator
De aanvrage moet, zoo zij wordt in
gediend door een der onder 2o. be
doelde personen, berusten op aanne
melijke, in de aanvrage omschreven
gronden, en binnen tién dagen na den
dag, waarop de uitspraak van den
Keuringsraad in het openbaar werd
medegedeeld, zijn ingeleverd bij den-
Burgemeester der gemeente, waar de
ingeschrevene, -wien het geldt, voor de
militie is ingeschreven. Van de inleve
ring wordt een beiwijs van ontvangst
afgegeven. Aanvragen, niet ingericht
oi niet ingeleverd op de wijze, hier om
schreven, kunnen geen gevolg hebben.
IndeeRng bij de zeemilitie of bij een
der korpsen van het leger.
De voorzitter van den Keuringsraad
verzamelt tijdens de zitting gegevens
omtrent de imdeeüng.
In veiba-nd hiermede staat het den
ingeschrevene vrij alsdan aan dien
voorzitter mede te deelen, of hij zou
wenschen te worden bestemd voor de
zeemilitie, voor een bereden korps of
voor de ad-ministrati-etroepen en ook
aan welk kopps of garnizoen hij zich
amders gaarne zou zien toegewezen.
Ook kan de ingesdhrevene den voor
zitter een schriftelijke verklaring ter
hand stellen, ten- bewijze, dat hij voor
eeni-g vak of eenigen arbeid bijzondere
geschiktheid bezit.
Vlissingen, 7 Mei 19!9.
Voor den Burgemeester voornoemd,
De Griffier ter Secretarie,
M. VAN DBR BEK-E CALDBNiFELS.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Alvorens de discussie over het vrou
wenkiesrecht voort te steepen, maakte
de Kamer een nominatie op voor
raadsheer in den -Ho-ogen -Raad. De
oud-minister van justitie, imr. B. Orf,
die een vorige maal rap zeer demon
stratieve wij-ze is gepasseerd, werd met
één stem imeer 34 van de 66 als
no. 1 op de nominatie geplaatst. Bij
zonder eervol was deze onderscheiding
niet.
Een on-derwenp als dat'van vrouwen
kiesrecht is er één waarover kan wor
den -meegepraat -door iedereen. Het is
zelfs heel gemakkelijk om er ',n „boom"
over op te zetten. Maar juist daarom is
bet heel moeilijk er iets buitengewoons
over te izeggen, iets dat nieu-w en in
teressant is. T-ot dat laatste blijken de
Kamerleden niet in st-aat. Wat wij tot
nog toe hebben gehoord, is zeer laag
,bij den grond, isam-s zelfs miserabel
simpel. Het is zelf-s de moeite niet
waard aan te duiden wat -gezegd
wordt. Over de karaktereigenschappen
va,n d-e vrou-w -wonden allerlei fraaiig
heden gezegd men s.c>ha.t plotseling de
meerderheid >van de vrouw zeer hoog
en ziet in dat zij uitstekend kan -mee
doen aan het staatsbestel. Dit heeft
dan d-e oorlog geleerd -heet het. En
zoo voiort.
Met de vnou-wen was het niet slech
ter geweest rap -de wereld, imeent de
heer Rinik ik -wil het verlangen van de
vrouwen zelf naar opheffing gaarne
steunen, beweert de heer Van Schalk
jullie geeft dat kiesrecht -slechts uit
vrees voor -de revolutionaire strooming, j
betoogt de heer Kruijt, dodh het zal -
ten stofte de revolutionaire gedachte
denschoon -mei-sje zijn -met hemelsblau
we oogen en goudgele tokken. Ze gaat
zwart gekleed en schijnt veel- kommer
te hebben zooafe -men zegt, weent ze
den ih-eelen -dag. Miaar dgt is geen won
der", voegde ide kleine -praatkous er bij,
„zoo levendig begraven te zijn in een
somber, onlheiinrelijik huis, dat midden
iin een lbosch ligt en waarin faooze
imenschen wonen -en -waar het zelfs
spookt." -
„Is het -wenkelijik, izooals je mij ver
telt riep Capitola en woont «laar
werkelijk een jonge da-me
„Zoo -wiaar als ik hier voor -u sta,
miss bevestigde Pitapat.
„O, dat is -heerlijk nieuws. -Ut ver
heug imij, gezelschap -in de buurt te
hebben. Het spréékt -van zelf, dat ik
Ih-aar zal bezoeken."
„Ach, doe dat niet rie-p de jonge
negerin verschrikt. „Om '-s hemelswil,
de oude heer zou mij -ombrengen, als
hij hoorde, id-at ik de schuld daarvan
w'ais. Hij heeft ons allien streng verbo
den, met -u over de vreemde -miss te
spreken."
„Zoo, zoo Ja, ihij -wil zeker niet, dat
i,k mij in de nabijheid van het „Spook
hui-s" waag. Waarom weef ik zelf niet.
Dat zal mij edhfer niet -weerhouden bij
de eerste gelegenheid de sch-oone on
gelukkige te foezoéken want ik zal blij
zijn, dat ik weer een ander gezicht te
zien k-rijg ais het zwarte van jou."
ve-rtioogen en de revolutionaire actie
verdiepen. Daarom wil hij het vrou
we,nikiesrecht -graag hebben. Zij-n partij
was de eenige christelijke partij die
van stonde af vóór het vrouwenkies
recht was .geweest.
De eigenaardige opvatting -van den
heer Van Wijnberge-n w-end ook inge
nomen -door den -heer De Wilde. Na
tuur en aanleg van de vrouw zijn naar
zij-n -meenig in strijd -met het kiesrecht.
De Nederlandsche vrouw verlangt
niet naar 'het kiesrecht. Men -gaat het
haar .nu -opdringen. Het gevolg daar
van zal zijn, dat die vrouwen zullen
deelnemen aan den politieken strijd,
welke den meesten tijd hebben. Dus
niet de huismoeders, die feitelijk het
meeste belang -hebben bij de wijze
waarop de St-aat wordt geregeerd. De
ze -afgevaardigde ziet geen en-kel voor
deel in de toekenning en daarentegen
menig nadeel. -Hij zal er dus tegen
stemme.
Na de bewuste Novemberdagen klonk
thans voor het eerst weer de stem van
mr. T-rrael-stra. Hij besprak de „zonder
linge houding" van den heer Van
Wijnbergen. In de verte mompelde een
Kamerlid zoo iets als „daar moet hij
van spréken". Toen goochelde de heer
Troelstra met -het woord revolutie.
Daaronder verstaat men thans iets an
ders dan de Fransohe revolutie. De
heer Van Wijnlbiengen wil de .liberale
staatsleer, die haar oorsprong vindt in
de Fransdhe revolutie, consequent
doorzetten om de nie-uwe revolutie te
keeren. Het vrouwenkiesrecht moet
voor hem het reactionaire boiwerk zijn
waarachter men zich wil verschuilen
tegen de nieuwe stroomin-gen. Toch
verzet de heer Troelst-ra er zich niet
tegen, omdat hij in -de toekomst wel
verandering wacht. Het moderne leven
van de maatschappij zal zich ontwik
kelen en het vrouwelijk gesladht zal er
zich door opheffen. In de verlaging van
de leeftijdsgrens van 25 tot 23 jaar
zag hij een correctief rap de reactie.
Daarom heeft hij een amendement in
gediend. Zijn de 2325-jarigen dan
meest socialistisch
Ten slotte verklaarden de heeren van
der Laar en Sipeenik, dat zij vóór zul
len stemmen.
Nederland en België.
In de Brussetsc-he „Standaard" be
toogt prof. Fran-s van Cauwetaert de
noodzakelijkheid van een verbond tus-
schen België en Nederland-Het is zoo
duidelijk, dat België en Nederland ge-
r-o-epen zijn om sa-men te gaan, dat men
zich alleen kan verwonderen dat zij
zoo lang aan elkander zijn vreemd ge
bleven. Maar natuur is sterker als der
mensohen kortzichtigheid en het staat
voor on-s vast, dat vandaag of morgen
de samenwerking op economisch en-
militair gebied, welke voor beide sta
ten een levenskwestie i®, zal- tot stand
komen, niettegenstaande al het dwaas
gestook, w-aa-rmede .men uit zekeren
hoek getracht heeft de betrekkingen
tusschen hen te verstoren.
Vandaag of -morgen, maar liever
vandaag dan morgen want een ver
bond met Holland kan er veel toe bij
dragen om onze economische- herleving
te vergama-hkelijiken en lost met één
slag zoowel het Schelde- als het Maas-
vraagstuk tot bei-der landen voldoening
en voord-eel oiP-
Wij vermoeden dat men in Holland
nog wel een beetje huiverig zal zijn als
er sprake is van een militair venbond,
maar wij vragen in gemoede, aan onze
noorderbroeders, is het nu een tijd om
De door Capitola vurig verlangde
-gelegenheid liet niet lang op zich
waahten. Eenige dagen na het gesprek
reed majoor Warfield met Wool naar
Tip-Top Oapitola was nu alleen, en
besloot een uitstapje naar het „Spook
huis" te maken.
Z-e liet door Pita-pat bevel geven
haar pon-ny te za-delen en tro-k juist
haar rijkleed aan, toe-n mistress Codi-
m-ent bij haar binnemkwam.
„Hoe,
riep d-e bange huis
houdster, „wiil u weer geheel a-Heen een
rijtoer maken U weet toch, lieve miss,
dat oom dit mi-et gaarne ziet."
„Hij ziet het in het geheel niet", her
nam Capitola lachend-, „Hij moest wel
een goeden verekijker hebben, indien
hij van Tip-Top tot hier zien kon.
Overigens weet ge, dat ik mij geen
dwang laat opleggen."
„Maar blijf dan ten minste niet lang
weg en ga- niet te ver van het kasteel,
miss, want er is een zwaar onweer op
til."
„Een omw-eer En dat bij zulk een
heldere, blauwe lucht Ik geloof, dat
ge droomt, beste mistres."
„Neen, neen, geloof -rn-ij, ik ken- veel
van het weer. Er beweegt zic'h geen
blaadje en de lucht is zoo drukkend.
Daar in 't Westen vertoont zich een
wolkje, dat een hevigen storm voor
spelt."
(Wordt vervolgd.)