ONGEN.
HET PLEEGKIND
NA.
IMTilllR EN MUTMFPII.
WEN
ediende
MEISJE
Dagmeisje
Maatschappij m
mvaart
1 MAART.
lij deffl Qsorant befieoft oen Bfjvnpil.
gemeentebestuur
feuilleton
"binnenland"
KAMEROVERZICHT.
biedingen
aanvragen.
oorwegen heeft
ise haar entrée
end spoorweg-
id ingevolge de
rden heeft moe-
verscheidene
se Ze zijn niet
nsche 3e klasse
hter verschillen
staanplaatsen,
ecten een veel
s kan worden
igens zijn ook
en achterbal-
ïen nu ze ep
at een hoogere
want de passa-
in in de vierde
laar daar staat
reizen in wa-
fcn keizerlijken
og steeds alle
ien men er nog
:t is evenwel de
eizend publiek
nder waardeert,
t van Londen is
het afnemen,
rn Yorkshire en
iekte zich uit. L;
iageie scholen
;ijn in de afge-
zhen gestorven,
5 op de 1000,
dat ooit be
ng van een ge-
k die daaraan
Castle zijn tot
ien aangegeven
gaande week
•scht de ziekte
id zal beraad-
el om de aan-
plieht te stellen,
■d-t gemeld, dat
met een nieuw
-nenkort de reis
agen. Het schip
enzine ien voor-
enoeg dus voor
naar Amerika.
70 voet, het ge-
machines heb-
1250 H.P.
Jeelingen.
ieelmgen
orden.
DIRECTIE.
aagd een nette
lypark 34.
aagd een aan-
zaak. Br. onder
ss. Crt."
nlljk
s: Maison LAM-
LST.
's morgens half S
alf 8. Loon f lOper
Van Galenstraat 8.
richting.)
Middelburg
11 e r d a m.
rtrekin Maart.
jv.^Midd. jv. Rott.
en wordt desmor-
raren.
:e bekomen:
N V. Transport en
v.h. Erven G. VOS
B. EENHOORN
,N OOSTERHOUT
P. ARENOUT.
1919—
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 0.70 voor iedere
regel meer 17'/2 cent plaatsing 3(2 X
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes 35 cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 10 cent
oer regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels
f 1.15, iedere regel meer 17'/2 cent.
ABONNEMENTS-PR1JS
Voor Vlissingen en gemeenten op
Walcheren: ƒ1.70 per drie maanden.
Franco door liet geheele rijk f
Week-abo.nnementen 13 cent. Afzon
derlijke nummers 3 cent.
Beslissing over ingeleverde candidaten-
lijsten voor de stemming ter ver
kiezing van de leden van de
Provinciale Staten van Zeeland.
De Voorzitter van het hoofdstem
bureau in den kieskring 11 Vlissingen
maakt bekend, dat het hoofdstembu
reau ten raadhuize dier gemeente op
Dinsdag den 4en Maart a.s. des na
middags 4 uur in eene openbare zitting
zal beslissen over de geldigheid der op
25 Februari .jl. voor bovengenoemde
verkiezing ingeleverde lijsten en over
de handhaving van de daarop voorko
mende candidaten.
Vlissingen, 1 .Maart 1919.
De Voorzitter voornoemd,
VAN DOORN VAN iKOUDEKERKE.
GRONDBELASTING.
Afkondiging van het suppletoir kohier
der grondbelasting, dienst 1919.
De Burgemeester van Vlissingen
.maakt bekend dat het on lieden bij hem
ontvangen suppletoir kohier der grond
belasting, dienst 1919, ter invordering
aan den Rijksontvanger -is verzonden
■en noo'digt mitsdien de daarop voor
komende belastingschuldigen uit, om
hunne aanslagen op de bepaalde ter
mijnen aan te zuiveren.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 1 Maart 1919.
De Burgemeester voornoemd,
VAN «DOORN VAN KOUDEKERKE.
Begint waarlijk de winter een einde
te nemen, en gaan wij thans reeds met
rassche schreden den lieflijken voor-
jaarstijd tegemoet Wij, .zouden het
kunnen beamen, wanneer gelijk dezer
dagen meermalen het geval is geweest,
■een mild vroeg-voorjaars zonnetje
op onze ruiten schijnt, de kamers daar
binnen met een koesterende warmte
vervult en de lucht daarbuiten, tot een
genot maakt om .in te vertoeven. Het
is nog veel te vroeg, dan dat de opper
vlakkige toeschouwer veel verandering
in de natuur kan, bespeuren, doch voor
den rechten natuurminnaar zijn reeds
alle onbedriegelijke kenteekenen daar,
dat het rijk des winterkonings zijn ein
de tegemoet ijlt, en dat een ander, een
heerscheres ditmaal, de jonge lente-
vorstin naar haren scepter grijpt.
.Dit is het aanstaand seizoen der snel
en onverwachts afwisselende dag-tem
peraturen, waarin ons hel eene uur nog
ijskoude hagelvlagen kan brengen, om
een uur later ons de doordringende
a«)
„Licht mij toch .eens bij beval zij
thans aan, de negerin.
„O, miss, laat mij dat als 't u belieft
niet .doen", smeekte .deze, terwij! zij
zich bevreesd In den hoek van den
schoorsteenmantel drukte en zich zoo
klein maakte als maar .mogelijk was.
„Loop hee.n, zottinnetje Waarvoor
ben je bang?" hernam Capitola. „Voor
waarts, breng licht 1"
De kleine meid, aan .gehoorzaamheid
gewend, bracht den zilveren armbla
ker, waarop drie kaarsen brandden, en
reikte deze aan haar gebiedster op zulk
een afstand, als haar arm toeliet. Nu
legde Capitola zich plat op den vloer,
met het hoofd boven den rand der ope
ning vooru.it, e.n hield den blaker zoo
diep mogelijk naar beneden om op deze
wijze misschien iets te kunnen ontdek
ken. Doch hare moeite was vergeefs,
alles bleef zwart en zij vernam niets
dan oen zeer verwijderd on-deraardsch
ruischen en bruisen, dat door een*wa-
terval scheen voortgebracht te worden.
Nadat Capitola gedurende eenige
oo-genblikken den afgrond had be
schouwd, nam zij een der brandende
kaarsen uit den blaker en liet haar naar
beneden vallen. Het licht verdween in
de diepte, zonder iets van haar gehei-
koeslering van louterende zonnestralen
te gunnen. En terwijl de nachten nog
vol kou cn sombere misten kunnen zijn,
komen zich reeds dagen aanhielden,
waarvan de lucht doortrild is van het
nieuwe natuurleven, van voorbereiden
de ontluiking en voorjaarsweelde. 'Hoe
lieflijk stemt dat alles liet voor natuur
indrukken vatbare gemoed, hoe gevoe
len wij op sommige dezer dagen, dat
langzaam de winterzorgen ons hart
verlaten en de lasten vart het barre sei
zoen ons thans geleidelijk van de
schouders vlijden Hoe gaarne ontdoet
zich onze geest van zulk een zorg en
last I Want de winter van dit jaar zal
ons nog lang blijven heugen, teleurstel
lend als hij .is geweest voor allen, die
meenden, dat met de .groote Wijziging
in het wereld-conflict, ook een spoedi
ge verbetering zou gepaard gaan. Is er
wel grooter ontgoocheling denkbaar
geweest, dan deze, dat wij nu het feite
lijk einde van het oorlogsgeweld reeds
verscheidene maanden is ingetreden,
nog rondom 'ons de zwarte.spookbeel-
uen van het vernietigingsdrama hun
paargeestig spel zien spelen. Welk een
somberen nasleep van allerlei zorgen
voert deze, thans beëindigde, krijg met
zich mede! Allerwege doemen in de we
reld de onheil brengende schimmen op
van revolutie en burgerkrijg en zwaar
drukt de hand der overwinnaars op het
overige deel der wereld; allerwege wor
den door het voortduren van gevoelens
van afkeer en haat kiemen gelegd voor
nieuwe onheilen, voor nieuwe ctorlogen.
Men wane toch niet, dat de volkeren
bond, welke men thans doende is in
Frankrijk's hoofdstad te vormen, ook
maar eenigszins gelijken zal op wat eik
redelijk denkend en niet haatdragend
mensch zich van een echten bond van
broederen, van een waarachtigen bond
van volken voorstelt. Welk een wereld
vrede die dus genaamd in stand ge
houden moet blijven, door een leger
van circa 2 millioen' soldaten, 'door de
vier Entente-landen op de been gehou
den Waarlijk .ook dat zal noch kan de
ware wereldvrede worden. President
Wilson,, thans weder in zijn eigen land
vertoevend, zal ginds moeten trachten
te bekomen van de groote en vele te
leurstellingen, die hem bij. zijn Euro-
peesch verblijf werkelijk niet gespaard
'gebleven zijn Wilson's geestdrift om
te strijden voor wat hij goed en edel
acht zal er, hopen wij, niet minder op
worden, maar wel achten wij de kansen
voor het welslagen zijner nobele denk
beelden luttel, na de ervaring in de
laatste maanden te dien opzichte opge
daan.
Hoe weinig goeds belovend is dat al
les hoe weinig vertrouwen, verdient
hetgeen wij tha.ns ter vredesconferentie
zien gebeuren, met betrekking tot liet
waarachtig geluk der volkeren. De
schokken in het maatschappelijk leven
teweeggebracht in de achter ons lig
gende 'oorlogsjaren blijken maar al te
zeer na te werken en eer nog toe te ne
men, dan te verminderen. In dit troebele
licht 'der omstandigheden, gezien, wordt
het des te bedroevender, wanneer men
bedenken gaat, .dat nu ook onze zui
delijke naburen ons volo.p reden tot
teleurstelling geven. Of zoo het al niet
de bevolking van .België zelve is, dan
toch zeker hare regeering, die maar te
zeer van annexionistische denkbeelden
zwanger gaande, ganschelijk uit het
oog verliest, dat ondankbaar te zijn
zoowel 'den mensch afzonderlijk, als
een regeering onteert. Aldus 'hoopen
zich de stoffen op om nieuwe moeilijk
heden, nieuwe bekommering, nieuwe
lasten, onderwijl de vorige nog niet
men te hebben onthuld.
.Nu stond liet jonge meisje op, niet
zonder eventjes te rillen, maar desniet
temin met de noodige koelbloedigheid,
om, alvorens de valdeur dicht te ma
ken, het mechaniek der sluiting te on
derzoeken. Drie ijzeren grendels, op ge
lijken .afstand van elkander geplaatst,
staken onder den vloer, boven den rand
der -opening uit. Zonder deze eerst ach
terwaarts te .schuiven, zou 't sluiten van
den kuil onmogelijk zijn. Capitola be
greep hoe dit gedaan moest worden.
Zij beval aa.n haar negerin, weder op
het engelenkopje aan den schoorsteen
mantel te drukken, en inderdaad, toen
dit geschiedde, schoven de grendels
terug. Hield het drukken op, dan spron
gen zij weder vooruit drukte Pitapat
opnieuw, dan verdwenen zij.
Eerst nu, .nadat zij zich overtuigd
had, dat een omlaagvallen van het luik,
wanneer dit eenmaal gesloten was, niet
stond te vreezen, zoolang er niemand
op het bewuste knopje drukte, dat zij
derhalve ongehinderd en onbevreesd
over de deur kon loopen en er op kon
staan of er boven gaan zitten, al naar
gelang de omstandigheden zulks mee
brachten, trok zij de deur door .middel
van haar riem omhoog en sloot haar
toe.
„Wij behoeven niet bevreesd te zijn",
zeide zij tot Pitapat, terwijl zij het
vloerkleed weder terecht legde, „deze
muizenval is niet gevaarlijk. Nochtans
is he't een huiverig .iets, boven zoo'n
afgrond te wonen."
eens zijn opgehouden te bestaan. En
weinig rijk aan goede beloften lijkt ons
Europa's naaste politieke en economi
sche toekomst.
Welk een tegenstelling biedt in hare
verscheidenheid van aanblik natuur en
maatschap-P'' in deze ernstige dagen
Daar het onbedriegelijk begin èener
nieuwe gelukkiger periode, hier tal van
duidelijke teekenen, dat de 'oude ramp
volle tijd nog lang niet beëindigd is en
integendeel nog veei onheilspellends
brengen kan daar schuchtere maar
niettemin vaststaande symptonen eener
noodwendig komende beterschap, hier
een onverminderd voortgaan van zorg
volle omstandigheden en beklemmende
lasten. Of mogen wij-verwachten, dat
ook .in ,de maatschappij, zij het ook
voor ons naspeurend oog nu nog ver
borgen, zich een kentering ten goede
voorbereidt en dat van uit deze zorg
volle tijden, eenmaal een gelukkiger
periode zich zal baan breken, een tijd
perk, waarin de volken geleerd en ge
louterd door het ondervonden leed,
naar een schooner samenleving zullen
streven
Wie onzer is er, die zulks niet vurig
hoopt 1
Nederland en België.
De Tweede Kamer heeft, naar „de
Standaard" meent te hebben opge
merkt, de mededeeling van minister
Van Karnebeek niet zonder ongerust
heid vernomen. Vooral de woorden,
waarin, de minister zijn mededeeling
kleedde, ontstemden de Kamer. Zóó
toch zou de minister zich niet in zijn
mededeelingen hebben uitgelaten, in
dien men in het kabinet niet vrij zeker
was, dat er straks uit Brussel volgen
zou, wat onze nosith: in hooge mate
zou kunnen bemoeilijken. Een minis
ter van buitenlandsche zaken laat zich
geen uiting van zoo ontmoedigend ka
rakter ontvallen, of hij ziet zich ge
noodzaakt zelf het probleem min of
meer donker in te zien.
Het blad wil nog a.loos hopen, dat
hetgeen ons straks ter kennisse zal
worden gebracht, niet dan van voorbij
gaand karakter zal zijn, maar het wa
kende .oog mag thans bij ons niet ont
breken. En waar het vooral op aan zal
komen, is, dat heel tl.™ Kamer als één
man voor de handhaving van onze on-
vervreembare rechten optreedt.
De „Maasbode" a.cht het antwoord
volkomen ontwijkend het toont dat
België niét zuiver .in de schoenen staat.
Misschien, zoo zegt het blad, heeft de
Belgische geheimzinnigheid nog iets
anders ten doel dan alleen Nederland te
misleiden. .Misschien schaamt de Bel
gische regeering zich reeds haar bru
tale eischen ten aanschouwe van de
geheele wereld te too-nen.
:Wat nog meer waarschijnlijk is, zij
zal haar eigen volk de betreurenswaar
dige diplomatiek, waarin zij zich
heeft begeven, niet willen bekennen.
Hoe kan een volk, dat zelf het
slachtoffer is ceweest, van de machia
vellistische diplomatie van het Europa
vóór 1914, duiden, dat de oude paden
van geheimzinnigheid en onbetrouw
baarheid weer betreden 'zullen worden,
alsof er niets gebeurd is.
Zou dan het beklagenswaardigste
slachtoffer van den 'oorlog niets heb
ben geleerd
Wij zijn overtuigd, dat het Belgische
volk niet in zijn geheel achter de bru
tale eischen van een roofzuchtige groep
belanghebbenden zich scharen kan.
Alsnu begaf zij zich ter ruste, terwijl
Pitapat zich op een stroozak naast hét
ledikant van haar gebiedster neer-
vleide.
Nadat zij haar avondgebed had ver
richt, sloot Capitola de oogen. Haar
laatste gedachte was „Ik zou waar
lijk bang worden, als ik niet Capitola
heette 1"
VIII.
Den volgenden morgen stand Capi
tola vroegtijdig op. .Nadat zij, zich snel
had aangekleed, ging zij naar beneden,
om het oude kasteel, dat zij voortaan
als haar blijvende woon-nlaa-ts kon be
schouwen, ook van buiten te bezich-
toyyj^vaarbij zij zich voornam, op ont-
tfemng uit te gaan, of er misschien
niet ergens ceq. ingang was te ontdek
ken, waardoor men mogelijk in dat af-
schuwcijkc hol onder haar kamer kon
komen. De morgenstond was schoon
en de blauwe hemel, die zich boven de
kronen der slanke, rijzige -boomen welf
de, zoo helder, dat 'a.lle -sombere ge
dachten over de huiverige akelige da
gen en geschiedenissen der bloedige
gebeurtenissen, waarmede Capitola
wakker was geworden, weldra alle ne
velbeelden voor den vroplijken zonne
schijn wegvloeiden.
„Bah 1" zeide zij bij zkhzelven, ter
wijl zij na lange, vergeefsche pogingen
van aile verdere -opsporingen naar den
geheimen ingang tot het onderaardsche
hol afzag en zich voornam, alles op
zijn beloop te laten, „ik wil er in 't
Wat deze geheimzinnige diplomatie
in Parijs^aan het wroeten is, dat kan
niet wezen hef verlangen van het Bel
gische volk.
En daarom verwachten wit dat, in
dien ook al de Nederlandsclie regeering
geen opheldering ontvangt, dan toch
het Belgische volk van zijn eigen re
geering zal eischen opheldering en
voorlichtinrr.
Het „Volk" vindt het bedenkelijk, dat
de .Belgische re«eering niet begint met
te trachten niet onze regeering tot
overeenstemming te geraken. Dat ge
tuigt niet van vriendschappelijke be
doeling. Doch bovendien, door zich di
rect tot den hoogen raad der geasso
cieerden te wenden wekt hef de ver
denking .een oplossing te wensehen, die
van vriendschappelijk overleg njgtons
niet is te verwachten. België^iaitgt
daardoor dien hoogen raad; fieri voor-
Iooper van den uitvoerenden raad van
den Volkenbond, in verdenking niet als
onpartijdig scheidsrechter te zuilen op
treden, doch ais uitbuiter van de mili
taire overwinning der geassocieerden.
Als de hooge raad niet wijzer is zou dat
een allerslechtst begin zijn van den
nieuwen tijd. Het blad hoopt, dat de
eenige die van .deze houding van Bcl-
gfiës .regeering het nadeel zal ondervin
den, deze regeering zelf is.
De Parijsche correspondent van het
„Hbl-d." seint
Men kan zeggen, dat de voornaamste
werkzaamheid der commissie voor de
Belgische territoriale eischen zal zijn
de herziening van het verdrag van
1839. Dit verdrag is ten aanzien van
.de mogendheden, die de neutraliteit
van België gegarandeerd -hebben, nietig
.geworden door het feit van den inval in
België, maar niet ten aanzien van Ne
derland, dat geen waarborgende mo
gendheid was, doch partij.
Het blijft 'dus bindend voor België
en Nederland -en ten opzichte van Ne
derland blijft België een neutraal land.
Er moeten dus onderhandelingen tus-
sche beide landen voorbereid worden.
Het is waarschijnlijk, -dat de commissie
bij het opstellen van haar .rapport ten
aanzien der revisie noch België, noch
Nederland zal hooren, maar is haar
werk eenmaal afgeloopen, dan zal de
quaestie voor den Raad van Tienen ko
men, die dan zeer waarschijnlijk beide
partijerf zal hooren.
Volgens gesprekken, -die ik heb ge
voerd schijnt de conferentie geen uit
eenzettingen te zullen aanvaarden, die
niet gegrond zijn op ethnografische ar
gumenten, maar voornamelijk op eco
nomische en strategische overwegin
gen. In ieder geval schijnt men hoewel
sympathiek staande tegenover België
als martelaar, -zoo ruim mogelijk de be
langen van Nederland te willen in het
oog houden en het land geenerlei ge
weld te willen aandoen.
Volgens de Temps" is het waar
schijnlijk, -dat -de commissie Maandag
s.s. met haar werkzaamheden gereed
is. Dadelijk -daarna zal de raad der mo
gendheden zich moeten uitspreken over
de herziening van het verdrag van
1839. Het gaat met .name om de vraag,
of -die revisie moet verzocht worden
door België alleen ol .door de geallieer
den, -die de neutraliteit van .België ge
waarborgd 'hebben, of wel .d-oor den
Volkerenbond.
De .Belgische Hetze.
-Naar ,,-d-e Maasbode" verneemt is de
Nederlandsclie coupletzanger, de heer
Dumas, toen hij dezer dagen in hef
Winterpaleis te Antwerpen, waarvoor
geheel niet .meer aan de-nken. Het kan
trouwens niets anders zijn dan een
oude, onbruikbaar geworden kelder,
waarin zich water heeft verzameld en
al die vertelseltjes van sluipmoord en
geraamten, waarbij iemands haren te
berge rijzen, zijn niets dan onnoozele
praatjes, die oude wijven in lange win
teravonden oprakelden, om zich den
tijd te korten."
Over dit .punt met zich zelve op zoo'n
verstandige w'ize een-s, keerde zij naar
het kasteel terug en begaf zich naar de
-eetzaal, daar inmiddels het uur voor 't
ontbijt was aangebroken.
De oude heer bevond zich reeds daar
en kapittelde voor afwisseling weder
eens zijn beredderaar den armen Wool,
wegens de een of andere Onhandig
heid, waaromtrent Capitola niets na
ders vernam, daar het luide -schelden
en tieren van den majoor overging tot
een dof gemompel, dat gelijk de don
der, die in de verte aftrekt, langzamer
hand vertoonde. 'Hij beantwoordde Ca-
pitola's groet met een tamelijk brom
merig, kort afgemeten „goeden mor
gen" en zette zich zonder een woord
te spreken aan tafel. 'Na het ontbijt
liet hij zich door Wool hoed en stok
brengen, om zich naar zijn 'plantage te
begeven, waar hij zijn opzichter Will
Czv met al zijn negers geducht de le
vieten wilde lezen, daar die luie slun
gels, naar hij beweerde, zijn afwezig
heid slechts gebruikt hadden, om hun
gemak te nemen.
Capitola, thans weder alleen, door-
iiil een uitnoodiging had ontvangen,
wilde optreden, door het aanwezige
publiek op onheusche wijze bejegend.
Hit de zaai werd hem toege
schreeuwd „heb je den Duitschen
keizer bij je?" „geen Hollanders op
hel toonvel", welke uitroepen gepaard
gingen met een oorverdoovend lawaai,
zoadat het den heer Dumas onmogelijk
was zijn repertoire aan te vangen.
De heer Dumas heeft daarop België
verlaten.
Te Amsterdam wordt nu, naar wordt
gemeld, door Nederlandsche artisten
een beweging voorbereid, om, zoolang
onze artisten een dergelijk onthaal in
België vinden, met Belgische artisten
niet m-eér tezamen op te treden.
Spek en vleesch.
De „Vee- en Vleesehandel" zegt ge
gronde hoop te hebben, dat de regee
ring voor het geheele land zal bepalen,
dat het Amerikaansche spek buiten het
vleeschrantsoen om beschikbaar zal
worden gesteld.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
We begonnen dezen dag met zes
sprekers op de lijst en vijf moties.
De groote vraag is zullen wij op
den zelfden militairen weg doorgaan
met eenige verbeteringen óf zul'.en wij
een o-ansch nieuwen weg .inslaan
De heer Schokking de zelfde weg,
met een weinig verbetering.
'De heer Bomans een nieuwe weg
■die leidt tot bezuiniging en verminde
ring der bewaoeni.np'.
Om die twee vragen groepeerden
zich lange debatten, waarin de heer
Wijnkoop een felle rede ten beste gaf
over de beruchte Amsterdamsche rel
letjes. Zijn vrienden hadden zich als
lammetjes gedragen. Als er een bijl
bij geweest is, was dat toevallig en was
deze waarschijnlijk het eigendom van
een werkman die op weg naar huis zijn
gereedschap 'bij zich had.
Namens de sociaal-democratische
partij legde de heer Schaper de verkla
ring af, dat zijn fractie nog steeds
wenscht beschouwd te worden als anti
militaristisch, dat zij tegen de oorlogs-
begrooting zal stemmen, doch vóór
alle .moties die in de richting van be
perking -der bewapening gaan.
De motie-Duyni2-er van Twist (posi
tieverbetering voor onderofficieren)
werd door den minister aanvaard en
door de Kamer zonder stemming aan-
e nomen.
De motie-Ter Laan (toegeven aan de
wensehen van den Bond van dienst
plichtigen) werd verworpen met 53
tegen 22 stemmen.
De motie-Zadelhoff (steun aan alle
gedem-obiliseerden tot een bedrag van
zes gulden per maand met een maxi
mum van 120 gulden) werd verworpen
met 45 tegen 32 stemmen.
Wel werd aangenomen -de conclusie
der commissie voor het adres van
dienstplichtigen. Alie gedemobiliseer
d-en 'die blijken het noodig te hebben
zullen steun k-ritoen, .echter in gelijke
mate ,als bepaald is voor hen, die na 1
Augustus 1918 gedemobiliseerd zijn.
De motie-Bom-a.ns (reeds thans aan
merkelijke vermindering van hoofdstuk
Vin en reorganisatie van onze weer
macht) werd aangenomen met 43 tegen
17 stemmen. Van rechts stemden vóór
de .heeren v. (Rijswijk, v. d. -Laar, v.
liep -nu de kamers van 'het kasteel en
overtuigde zich, dat mistress Codiment
ze volgens waarheid als vochtig en
onbewoonbaar had afgeschilderd toen
begaf zij zich naar haar eigen vertrek,
dat haar thans, nu een heldere winter
zon het vroolijk bescheen, en vooral nu
zij -de andere kamers had bekeken,
reeds niet meer zoo leeg en ongezellig
voorkwam als daags te voren.
Zelfs de oude meubelen bleken bij
nauwkeuriger beschouwing geen
wormstekige rommel te zijn, maar in
tegendeel, kostbare antiquiteiten, welke
Capitola niet ineer droevig aanstaar
den, maar er zich over schenen te ver
heugen, ter -beschikking te staan van
een zoo lieve meesteres.
-Opgeruimd en zonder nog om den
valkuil en zijn geheimen te denken, be
gon Capitola haar koffers uit te pakken
en de menigte fraaie zaken, welke zij
aan de onbegrensde vrijgevigheid van
den majoor had te danken, een plaats
te -geven. -Niet al-leen in New-York,
maar ook in Washington had de ma
joor tot zijn nicht gezegd „Kindlief,
een oude vrijgezel als ik heeft geelt
verstand van de toiletbeii-oodigdheden
eener jonge dame. ik geef je derhalve
onbepaalde volmacht je moogt uit
kiezen en koopen waar je zin in hebt.
Ik zal de rekeningen betalen."
(Wordt vervolgd.)