ONGEN. HET PLEEGKIND NA. IMTilllR EN MUTMFPII. WEN ediende MEISJE Dagmeisje Maatschappij m mvaart 1 MAART. lij deffl Qsorant befieoft oen Bfjvnpil. gemeentebestuur feuilleton "binnenland" KAMEROVERZICHT. biedingen aanvragen. oorwegen heeft ise haar entrée end spoorweg- id ingevolge de rden heeft moe- verscheidene se Ze zijn niet nsche 3e klasse hter verschillen staanplaatsen, ecten een veel s kan worden igens zijn ook en achterbal- ïen nu ze ep at een hoogere want de passa- in in de vierde laar daar staat reizen in wa- fcn keizerlijken og steeds alle ien men er nog :t is evenwel de eizend publiek nder waardeert, t van Londen is het afnemen, rn Yorkshire en iekte zich uit. L; iageie scholen ;ijn in de afge- zhen gestorven, 5 op de 1000, dat ooit be ng van een ge- k die daaraan Castle zijn tot ien aangegeven gaande week •scht de ziekte id zal beraad- el om de aan- plieht te stellen, ■d-t gemeld, dat met een nieuw -nenkort de reis agen. Het schip enzine ien voor- enoeg dus voor naar Amerika. 70 voet, het ge- machines heb- 1250 H.P. Jeelingen. ieelmgen orden. DIRECTIE. aagd een nette lypark 34. aagd een aan- zaak. Br. onder ss. Crt." nlljk s: Maison LAM- LST. 's morgens half S alf 8. Loon f lOper Van Galenstraat 8. richting.) Middelburg 11 e r d a m. rtrekin Maart. jv.^Midd. jv. Rott. en wordt desmor- raren. :e bekomen: N V. Transport en v.h. Erven G. VOS B. EENHOORN ,N OOSTERHOUT P. ARENOUT. 1919— ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 0.70 voor iedere regel meer 17'/2 cent plaatsing 3(2 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes 35 cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 10 cent oer regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels f 1.15, iedere regel meer 17'/2 cent. ABONNEMENTS-PR1JS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren: ƒ1.70 per drie maanden. Franco door liet geheele rijk f Week-abo.nnementen 13 cent. Afzon derlijke nummers 3 cent. Beslissing over ingeleverde candidaten- lijsten voor de stemming ter ver kiezing van de leden van de Provinciale Staten van Zeeland. De Voorzitter van het hoofdstem bureau in den kieskring 11 Vlissingen maakt bekend, dat het hoofdstembu reau ten raadhuize dier gemeente op Dinsdag den 4en Maart a.s. des na middags 4 uur in eene openbare zitting zal beslissen over de geldigheid der op 25 Februari .jl. voor bovengenoemde verkiezing ingeleverde lijsten en over de handhaving van de daarop voorko mende candidaten. Vlissingen, 1 .Maart 1919. De Voorzitter voornoemd, VAN DOORN VAN iKOUDEKERKE. GRONDBELASTING. Afkondiging van het suppletoir kohier der grondbelasting, dienst 1919. De Burgemeester van Vlissingen .maakt bekend dat het on lieden bij hem ontvangen suppletoir kohier der grond belasting, dienst 1919, ter invordering aan den Rijksontvanger -is verzonden ■en noo'digt mitsdien de daarop voor komende belastingschuldigen uit, om hunne aanslagen op de bepaalde ter mijnen aan te zuiveren. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 1 Maart 1919. De Burgemeester voornoemd, VAN «DOORN VAN KOUDEKERKE. Begint waarlijk de winter een einde te nemen, en gaan wij thans reeds met rassche schreden den lieflijken voor- jaarstijd tegemoet Wij, .zouden het kunnen beamen, wanneer gelijk dezer dagen meermalen het geval is geweest, ■een mild vroeg-voorjaars zonnetje op onze ruiten schijnt, de kamers daar binnen met een koesterende warmte vervult en de lucht daarbuiten, tot een genot maakt om .in te vertoeven. Het is nog veel te vroeg, dan dat de opper vlakkige toeschouwer veel verandering in de natuur kan, bespeuren, doch voor den rechten natuurminnaar zijn reeds alle onbedriegelijke kenteekenen daar, dat het rijk des winterkonings zijn ein de tegemoet ijlt, en dat een ander, een heerscheres ditmaal, de jonge lente- vorstin naar haren scepter grijpt. .Dit is het aanstaand seizoen der snel en onverwachts afwisselende dag-tem peraturen, waarin ons hel eene uur nog ijskoude hagelvlagen kan brengen, om een uur later ons de doordringende a«) „Licht mij toch .eens bij beval zij thans aan, de negerin. „O, miss, laat mij dat als 't u belieft niet .doen", smeekte .deze, terwij! zij zich bevreesd In den hoek van den schoorsteenmantel drukte en zich zoo klein maakte als maar .mogelijk was. „Loop hee.n, zottinnetje Waarvoor ben je bang?" hernam Capitola. „Voor waarts, breng licht 1" De kleine meid, aan .gehoorzaamheid gewend, bracht den zilveren armbla ker, waarop drie kaarsen brandden, en reikte deze aan haar gebiedster op zulk een afstand, als haar arm toeliet. Nu legde Capitola zich plat op den vloer, met het hoofd boven den rand der ope ning vooru.it, e.n hield den blaker zoo diep mogelijk naar beneden om op deze wijze misschien iets te kunnen ontdek ken. Doch hare moeite was vergeefs, alles bleef zwart en zij vernam niets dan oen zeer verwijderd on-deraardsch ruischen en bruisen, dat door een*wa- terval scheen voortgebracht te worden. Nadat Capitola gedurende eenige oo-genblikken den afgrond had be schouwd, nam zij een der brandende kaarsen uit den blaker en liet haar naar beneden vallen. Het licht verdween in de diepte, zonder iets van haar gehei- koeslering van louterende zonnestralen te gunnen. En terwijl de nachten nog vol kou cn sombere misten kunnen zijn, komen zich reeds dagen aanhielden, waarvan de lucht doortrild is van het nieuwe natuurleven, van voorbereiden de ontluiking en voorjaarsweelde. 'Hoe lieflijk stemt dat alles liet voor natuur indrukken vatbare gemoed, hoe gevoe len wij op sommige dezer dagen, dat langzaam de winterzorgen ons hart verlaten en de lasten vart het barre sei zoen ons thans geleidelijk van de schouders vlijden Hoe gaarne ontdoet zich onze geest van zulk een zorg en last I Want de winter van dit jaar zal ons nog lang blijven heugen, teleurstel lend als hij .is geweest voor allen, die meenden, dat met de .groote Wijziging in het wereld-conflict, ook een spoedi ge verbetering zou gepaard gaan. Is er wel grooter ontgoocheling denkbaar geweest, dan deze, dat wij nu het feite lijk einde van het oorlogsgeweld reeds verscheidene maanden is ingetreden, nog rondom 'ons de zwarte.spookbeel- uen van het vernietigingsdrama hun paargeestig spel zien spelen. Welk een somberen nasleep van allerlei zorgen voert deze, thans beëindigde, krijg met zich mede! Allerwege doemen in de we reld de onheil brengende schimmen op van revolutie en burgerkrijg en zwaar drukt de hand der overwinnaars op het overige deel der wereld; allerwege wor den door het voortduren van gevoelens van afkeer en haat kiemen gelegd voor nieuwe onheilen, voor nieuwe ctorlogen. Men wane toch niet, dat de volkeren bond, welke men thans doende is in Frankrijk's hoofdstad te vormen, ook maar eenigszins gelijken zal op wat eik redelijk denkend en niet haatdragend mensch zich van een echten bond van broederen, van een waarachtigen bond van volken voorstelt. Welk een wereld vrede die dus genaamd in stand ge houden moet blijven, door een leger van circa 2 millioen' soldaten, 'door de vier Entente-landen op de been gehou den Waarlijk .ook dat zal noch kan de ware wereldvrede worden. President Wilson,, thans weder in zijn eigen land vertoevend, zal ginds moeten trachten te bekomen van de groote en vele te leurstellingen, die hem bij. zijn Euro- peesch verblijf werkelijk niet gespaard 'gebleven zijn Wilson's geestdrift om te strijden voor wat hij goed en edel acht zal er, hopen wij, niet minder op worden, maar wel achten wij de kansen voor het welslagen zijner nobele denk beelden luttel, na de ervaring in de laatste maanden te dien opzichte opge daan. Hoe weinig goeds belovend is dat al les hoe weinig vertrouwen, verdient hetgeen wij tha.ns ter vredesconferentie zien gebeuren, met betrekking tot liet waarachtig geluk der volkeren. De schokken in het maatschappelijk leven teweeggebracht in de achter ons lig gende 'oorlogsjaren blijken maar al te zeer na te werken en eer nog toe te ne men, dan te verminderen. In dit troebele licht 'der omstandigheden, gezien, wordt het des te bedroevender, wanneer men bedenken gaat, .dat nu ook onze zui delijke naburen ons volo.p reden tot teleurstelling geven. Of zoo het al niet de bevolking van .België zelve is, dan toch zeker hare regeering, die maar te zeer van annexionistische denkbeelden zwanger gaande, ganschelijk uit het oog verliest, dat ondankbaar te zijn zoowel 'den mensch afzonderlijk, als een regeering onteert. Aldus 'hoopen zich de stoffen op om nieuwe moeilijk heden, nieuwe bekommering, nieuwe lasten, onderwijl de vorige nog niet men te hebben onthuld. .Nu stond liet jonge meisje op, niet zonder eventjes te rillen, maar desniet temin met de noodige koelbloedigheid, om, alvorens de valdeur dicht te ma ken, het mechaniek der sluiting te on derzoeken. Drie ijzeren grendels, op ge lijken .afstand van elkander geplaatst, staken onder den vloer, boven den rand der -opening uit. Zonder deze eerst ach terwaarts te .schuiven, zou 't sluiten van den kuil onmogelijk zijn. Capitola be greep hoe dit gedaan moest worden. Zij beval aa.n haar negerin, weder op het engelenkopje aan den schoorsteen mantel te drukken, en inderdaad, toen dit geschiedde, schoven de grendels terug. Hield het drukken op, dan spron gen zij weder vooruit drukte Pitapat opnieuw, dan verdwenen zij. Eerst nu, .nadat zij zich overtuigd had, dat een omlaagvallen van het luik, wanneer dit eenmaal gesloten was, niet stond te vreezen, zoolang er niemand op het bewuste knopje drukte, dat zij derhalve ongehinderd en onbevreesd over de deur kon loopen en er op kon staan of er boven gaan zitten, al naar gelang de omstandigheden zulks mee brachten, trok zij de deur door .middel van haar riem omhoog en sloot haar toe. „Wij behoeven niet bevreesd te zijn", zeide zij tot Pitapat, terwijl zij het vloerkleed weder terecht legde, „deze muizenval is niet gevaarlijk. Nochtans is he't een huiverig .iets, boven zoo'n afgrond te wonen." eens zijn opgehouden te bestaan. En weinig rijk aan goede beloften lijkt ons Europa's naaste politieke en economi sche toekomst. Welk een tegenstelling biedt in hare verscheidenheid van aanblik natuur en maatschap-P'' in deze ernstige dagen Daar het onbedriegelijk begin èener nieuwe gelukkiger periode, hier tal van duidelijke teekenen, dat de 'oude ramp volle tijd nog lang niet beëindigd is en integendeel nog veei onheilspellends brengen kan daar schuchtere maar niettemin vaststaande symptonen eener noodwendig komende beterschap, hier een onverminderd voortgaan van zorg volle omstandigheden en beklemmende lasten. Of mogen wij-verwachten, dat ook .in ,de maatschappij, zij het ook voor ons naspeurend oog nu nog ver borgen, zich een kentering ten goede voorbereidt en dat van uit deze zorg volle tijden, eenmaal een gelukkiger periode zich zal baan breken, een tijd perk, waarin de volken geleerd en ge louterd door het ondervonden leed, naar een schooner samenleving zullen streven Wie onzer is er, die zulks niet vurig hoopt 1 Nederland en België. De Tweede Kamer heeft, naar „de Standaard" meent te hebben opge merkt, de mededeeling van minister Van Karnebeek niet zonder ongerust heid vernomen. Vooral de woorden, waarin, de minister zijn mededeeling kleedde, ontstemden de Kamer. Zóó toch zou de minister zich niet in zijn mededeelingen hebben uitgelaten, in dien men in het kabinet niet vrij zeker was, dat er straks uit Brussel volgen zou, wat onze nosith: in hooge mate zou kunnen bemoeilijken. Een minis ter van buitenlandsche zaken laat zich geen uiting van zoo ontmoedigend ka rakter ontvallen, of hij ziet zich ge noodzaakt zelf het probleem min of meer donker in te zien. Het blad wil nog a.loos hopen, dat hetgeen ons straks ter kennisse zal worden gebracht, niet dan van voorbij gaand karakter zal zijn, maar het wa kende .oog mag thans bij ons niet ont breken. En waar het vooral op aan zal komen, is, dat heel tl.™ Kamer als één man voor de handhaving van onze on- vervreembare rechten optreedt. De „Maasbode" a.cht het antwoord volkomen ontwijkend het toont dat België niét zuiver .in de schoenen staat. Misschien, zoo zegt het blad, heeft de Belgische geheimzinnigheid nog iets anders ten doel dan alleen Nederland te misleiden. .Misschien schaamt de Bel gische regeering zich reeds haar bru tale eischen ten aanschouwe van de geheele wereld te too-nen. :Wat nog meer waarschijnlijk is, zij zal haar eigen volk de betreurenswaar dige diplomatiek, waarin zij zich heeft begeven, niet willen bekennen. Hoe kan een volk, dat zelf het slachtoffer is ceweest, van de machia vellistische diplomatie van het Europa vóór 1914, duiden, dat de oude paden van geheimzinnigheid en onbetrouw baarheid weer betreden 'zullen worden, alsof er niets gebeurd is. Zou dan het beklagenswaardigste slachtoffer van den 'oorlog niets heb ben geleerd Wij zijn overtuigd, dat het Belgische volk niet in zijn geheel achter de bru tale eischen van een roofzuchtige groep belanghebbenden zich scharen kan. Alsnu begaf zij zich ter ruste, terwijl Pitapat zich op een stroozak naast hét ledikant van haar gebiedster neer- vleide. Nadat zij haar avondgebed had ver richt, sloot Capitola de oogen. Haar laatste gedachte was „Ik zou waar lijk bang worden, als ik niet Capitola heette 1" VIII. Den volgenden morgen stand Capi tola vroegtijdig op. .Nadat zij, zich snel had aangekleed, ging zij naar beneden, om het oude kasteel, dat zij voortaan als haar blijvende woon-nlaa-ts kon be schouwen, ook van buiten te bezich- toyyj^vaarbij zij zich voornam, op ont- tfemng uit te gaan, of er misschien niet ergens ceq. ingang was te ontdek ken, waardoor men mogelijk in dat af- schuwcijkc hol onder haar kamer kon komen. De morgenstond was schoon en de blauwe hemel, die zich boven de kronen der slanke, rijzige -boomen welf de, zoo helder, dat 'a.lle -sombere ge dachten over de huiverige akelige da gen en geschiedenissen der bloedige gebeurtenissen, waarmede Capitola wakker was geworden, weldra alle ne velbeelden voor den vroplijken zonne schijn wegvloeiden. „Bah 1" zeide zij bij zkhzelven, ter wijl zij na lange, vergeefsche pogingen van aile verdere -opsporingen naar den geheimen ingang tot het onderaardsche hol afzag en zich voornam, alles op zijn beloop te laten, „ik wil er in 't Wat deze geheimzinnige diplomatie in Parijs^aan het wroeten is, dat kan niet wezen hef verlangen van het Bel gische volk. En daarom verwachten wit dat, in dien ook al de Nederlandsclie regeering geen opheldering ontvangt, dan toch het Belgische volk van zijn eigen re geering zal eischen opheldering en voorlichtinrr. Het „Volk" vindt het bedenkelijk, dat de .Belgische re«eering niet begint met te trachten niet onze regeering tot overeenstemming te geraken. Dat ge tuigt niet van vriendschappelijke be doeling. Doch bovendien, door zich di rect tot den hoogen raad der geasso cieerden te wenden wekt hef de ver denking .een oplossing te wensehen, die van vriendschappelijk overleg njgtons niet is te verwachten. België^iaitgt daardoor dien hoogen raad; fieri voor- Iooper van den uitvoerenden raad van den Volkenbond, in verdenking niet als onpartijdig scheidsrechter te zuilen op treden, doch ais uitbuiter van de mili taire overwinning der geassocieerden. Als de hooge raad niet wijzer is zou dat een allerslechtst begin zijn van den nieuwen tijd. Het blad hoopt, dat de eenige die van .deze houding van Bcl- gfiës .regeering het nadeel zal ondervin den, deze regeering zelf is. De Parijsche correspondent van het „Hbl-d." seint Men kan zeggen, dat de voornaamste werkzaamheid der commissie voor de Belgische territoriale eischen zal zijn de herziening van het verdrag van 1839. Dit verdrag is ten aanzien van .de mogendheden, die de neutraliteit van België gegarandeerd -hebben, nietig .geworden door het feit van den inval in België, maar niet ten aanzien van Ne derland, dat geen waarborgende mo gendheid was, doch partij. Het blijft 'dus bindend voor België en Nederland -en ten opzichte van Ne derland blijft België een neutraal land. Er moeten dus onderhandelingen tus- sche beide landen voorbereid worden. Het is waarschijnlijk, -dat de commissie bij het opstellen van haar .rapport ten aanzien der revisie noch België, noch Nederland zal hooren, maar is haar werk eenmaal afgeloopen, dan zal de quaestie voor den Raad van Tienen ko men, die dan zeer waarschijnlijk beide partijerf zal hooren. Volgens gesprekken, -die ik heb ge voerd schijnt de conferentie geen uit eenzettingen te zullen aanvaarden, die niet gegrond zijn op ethnografische ar gumenten, maar voornamelijk op eco nomische en strategische overwegin gen. In ieder geval schijnt men hoewel sympathiek staande tegenover België als martelaar, -zoo ruim mogelijk de be langen van Nederland te willen in het oog houden en het land geenerlei ge weld te willen aandoen. Volgens de Temps" is het waar schijnlijk, -dat -de commissie Maandag s.s. met haar werkzaamheden gereed is. Dadelijk -daarna zal de raad der mo gendheden zich moeten uitspreken over de herziening van het verdrag van 1839. Het gaat met .name om de vraag, of -die revisie moet verzocht worden door België alleen ol .door de geallieer den, -die de neutraliteit van .België ge waarborgd 'hebben, of wel .d-oor den Volkerenbond. De .Belgische Hetze. -Naar ,,-d-e Maasbode" verneemt is de Nederlandsclie coupletzanger, de heer Dumas, toen hij dezer dagen in hef Winterpaleis te Antwerpen, waarvoor geheel niet .meer aan de-nken. Het kan trouwens niets anders zijn dan een oude, onbruikbaar geworden kelder, waarin zich water heeft verzameld en al die vertelseltjes van sluipmoord en geraamten, waarbij iemands haren te berge rijzen, zijn niets dan onnoozele praatjes, die oude wijven in lange win teravonden oprakelden, om zich den tijd te korten." Over dit .punt met zich zelve op zoo'n verstandige w'ize een-s, keerde zij naar het kasteel terug en begaf zich naar de -eetzaal, daar inmiddels het uur voor 't ontbijt was aangebroken. De oude heer bevond zich reeds daar en kapittelde voor afwisseling weder eens zijn beredderaar den armen Wool, wegens de een of andere Onhandig heid, waaromtrent Capitola niets na ders vernam, daar het luide -schelden en tieren van den majoor overging tot een dof gemompel, dat gelijk de don der, die in de verte aftrekt, langzamer hand vertoonde. 'Hij beantwoordde Ca- pitola's groet met een tamelijk brom merig, kort afgemeten „goeden mor gen" en zette zich zonder een woord te spreken aan tafel. 'Na het ontbijt liet hij zich door Wool hoed en stok brengen, om zich naar zijn 'plantage te begeven, waar hij zijn opzichter Will Czv met al zijn negers geducht de le vieten wilde lezen, daar die luie slun gels, naar hij beweerde, zijn afwezig heid slechts gebruikt hadden, om hun gemak te nemen. Capitola, thans weder alleen, door- iiil een uitnoodiging had ontvangen, wilde optreden, door het aanwezige publiek op onheusche wijze bejegend. Hit de zaai werd hem toege schreeuwd „heb je den Duitschen keizer bij je?" „geen Hollanders op hel toonvel", welke uitroepen gepaard gingen met een oorverdoovend lawaai, zoadat het den heer Dumas onmogelijk was zijn repertoire aan te vangen. De heer Dumas heeft daarop België verlaten. Te Amsterdam wordt nu, naar wordt gemeld, door Nederlandsche artisten een beweging voorbereid, om, zoolang onze artisten een dergelijk onthaal in België vinden, met Belgische artisten niet m-eér tezamen op te treden. Spek en vleesch. De „Vee- en Vleesehandel" zegt ge gronde hoop te hebben, dat de regee ring voor het geheele land zal bepalen, dat het Amerikaansche spek buiten het vleeschrantsoen om beschikbaar zal worden gesteld. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. We begonnen dezen dag met zes sprekers op de lijst en vijf moties. De groote vraag is zullen wij op den zelfden militairen weg doorgaan met eenige verbeteringen óf zul'.en wij een o-ansch nieuwen weg .inslaan De heer Schokking de zelfde weg, met een weinig verbetering. 'De heer Bomans een nieuwe weg ■die leidt tot bezuiniging en verminde ring der bewaoeni.np'. Om die twee vragen groepeerden zich lange debatten, waarin de heer Wijnkoop een felle rede ten beste gaf over de beruchte Amsterdamsche rel letjes. Zijn vrienden hadden zich als lammetjes gedragen. Als er een bijl bij geweest is, was dat toevallig en was deze waarschijnlijk het eigendom van een werkman die op weg naar huis zijn gereedschap 'bij zich had. Namens de sociaal-democratische partij legde de heer Schaper de verkla ring af, dat zijn fractie nog steeds wenscht beschouwd te worden als anti militaristisch, dat zij tegen de oorlogs- begrooting zal stemmen, doch vóór alle .moties die in de richting van be perking -der bewapening gaan. De motie-Duyni2-er van Twist (posi tieverbetering voor onderofficieren) werd door den minister aanvaard en door de Kamer zonder stemming aan- e nomen. De motie-Ter Laan (toegeven aan de wensehen van den Bond van dienst plichtigen) werd verworpen met 53 tegen 22 stemmen. De motie-Zadelhoff (steun aan alle gedem-obiliseerden tot een bedrag van zes gulden per maand met een maxi mum van 120 gulden) werd verworpen met 45 tegen 32 stemmen. Wel werd aangenomen -de conclusie der commissie voor het adres van dienstplichtigen. Alie gedemobiliseer d-en 'die blijken het noodig te hebben zullen steun k-ritoen, .echter in gelijke mate ,als bepaald is voor hen, die na 1 Augustus 1918 gedemobiliseerd zijn. De motie-Bom-a.ns (reeds thans aan merkelijke vermindering van hoofdstuk Vin en reorganisatie van onze weer macht) werd aangenomen met 43 tegen 17 stemmen. Van rechts stemden vóór de .heeren v. (Rijswijk, v. d. -Laar, v. liep -nu de kamers van 'het kasteel en overtuigde zich, dat mistress Codiment ze volgens waarheid als vochtig en onbewoonbaar had afgeschilderd toen begaf zij zich naar haar eigen vertrek, dat haar thans, nu een heldere winter zon het vroolijk bescheen, en vooral nu zij -de andere kamers had bekeken, reeds niet meer zoo leeg en ongezellig voorkwam als daags te voren. Zelfs de oude meubelen bleken bij nauwkeuriger beschouwing geen wormstekige rommel te zijn, maar in tegendeel, kostbare antiquiteiten, welke Capitola niet ineer droevig aanstaar den, maar er zich over schenen te ver heugen, ter -beschikking te staan van een zoo lieve meesteres. -Opgeruimd en zonder nog om den valkuil en zijn geheimen te denken, be gon Capitola haar koffers uit te pakken en de menigte fraaie zaken, welke zij aan de onbegrensde vrijgevigheid van den majoor had te danken, een plaats te -geven. -Niet al-leen in New-York, maar ook in Washington had de ma joor tot zijn nicht gezegd „Kindlief, een oude vrijgezel als ik heeft geelt verstand van de toiletbeii-oodigdheden eener jonge dame. ik geef je derhalve onbepaalde volmacht je moogt uit kiezen en koopen waar je zin in hebt. Ik zal de rekeningen betalen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1