HET PLEEGKIND
No. 46 -.--BgS"7& Jaargang -1919—
MAAND4G 34 FEBRUARI.
FEUILLETON
BINNENLAND
VLISSINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ0.70 voor iedere
regel meer \ll/2 cent plaatsing 3|2 X
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes 35 cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 10 cent
oer regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels
1.15, iedere regel meer 17'/2 cent.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen e,n gemeenten op
Walcheren 1.70 per drie maanden.
Franoo door het geheele rijk 2.
Week-abonnementen 13 cent. Afzon
derlijke nummers 3 cent.
VERSLAG VAN DE GEZONDHEIDS
COMMISSIE.
Aan het verslag van de gezondheids
commissie alhier over het jaar 1918 is
he,t volgende ontleend
Tengevolge van de Spaansche griep
was de algemeene gezondheidstoestand
in het afgeloopen jaar niet zoo gunstig
als in de vorige jaren. .Behalve de slui
ting der openbare en bijzondere scho
len werden geen andere maatregelen
tot bestrijding dezer ziekte genomen.
Hoewel de ziekte een minder kwaad
aardig karakter -droeg dan in tal van
andere plaatsen, eischte zij, vooral in
de maand November, veel slachtoffers,
zoodat het sterftecijfer dit jaar niet zoo
gunstig is als de voorgaande jaren.
Er overleden in 1918 337 personen,
behoorende tot de werkelijke bevolking
der gemeente of 15 op 1Ó00 inwoners.
In 1917 bedroeg de sterfte 10.2 per
1000 inwoners, in 1916 slechts 9.36.
Over de laatste 10 jaren bedroeg het
gemiddelde sterftecijfer 10.78 per 1000
inwoners.
Klachten omtrent gebrekkige woning
toestanden. zijn door de commissie, in
overleg met de iresp. eigenaren op be
vredigende wijze opgelost.
Hoewel door het vertrek van een
groot gedeelte der .Belgen wel eenige
verbetering in de volkshuisvesting is
waar t,e nemen, laat deze toch nog veel
te wenschen over.
Door de abnormaal hóoge prijzen
der bouwmaterialen schijnt de woning
bouw voor particulieren nog geen Ioo-
nemd wer.k te zijn. -Ook dit jaar is al
thans geen enkele waning bijgebouwd,
integendeel zijn er, door slooping of
verandering van bestemming, een 20-
tal aan, de volkshuisvesting onttrokken;
bovendien is het aantal inwoners met
ruim 500 toegenomeni
Met het oog op de verplaatsing der
marine van Hellevoetsluis naar Vlissin
gen heeft het gemeentebestuur besloten
tot aanbouw van. een. twintigtal wonin
gen, voornamelijk bestemd voor huis
vesting van officieren.
Omtrent het onderzoek .naar den in
vloed, dien d,e aanbouw van 200 wo
ningen door de „Vereenigingtot Verbe
tering der Volkshuisvesting voor Vlis
singen ien. Omstreken" en de 76 wonin
gen door de vereeniging „'Gemeen
schappelijk Belang" .gebouwd, op de
volkshuisvesting heeft uitgeoefend, kan
het volgende worden medegedeeld
Het onderzoek is aangevangen toen
plm. tweederde der woningen verhuurd
waren, ml. Januari 1918 en is geëindigd
in Juli. d.a.v.
IDooir dezen aanbouw hebben 68 ge
zinnen uit andere gemeenten afkomstig
direct in de nieuwe woningen intrek
genomen en wel 30 gezinnen uit Zee
land, 68 gezinnen buiten Zeeland 4
gezinnen .gevormd door huwelijk, 16
-rT-'^-^TifrT-iliillMii"wwwi l 'Uil i i ni.il .Ml li ii en.'
21)
Het was inderdaad de neef van ma
joor Warfield, en de twee broeders
want hunne vriendschap was te innig,
dan dat men hun. dezen naam niet zou
kunnen geven omhelsden elkaar we-
derkeerig.
„O, Herbert, wat ben ik gelukkig je
weer te zienSedert wanneer ben je
terug Waarom heb je al dien tijd niets
van je laten hooren Wij spraken juist
van je. Wat ziet hij er kostelijk uit
Hij straalt van gezondheid zoo rie
pen Traverse en zijn moeder tegelijk,
terwijl beiden, hem, tegen Amerikaan-
sche gewoonte in, telkenmale opnieuw
om den hals vielen, en kusten.
„Lieve, goede moederj... .Beste Tra
verse stamelde Herbert op zijn beurt
de blijde opgewondenheid was te
groot, dan. dat hij kalm en bedaard
vermocht te spreken „eindelijk kom
ik terug om u gelukkig te maken en het
wel verdiende loon voor al het goede
te brengen., waf gij mij bewezen hebt
Eerst nadat op deze uitbarsting van
vreugde een, zekere mate van rust ge
volgd was en de drie gelukkige men-
schen zich om het haardvuur hadden
geschaard, elkanders handen vasthou
dend, als vreesden zij opnieuw geschei
den te worden, begon, het onderhoud
een kalmer verloop te nemen. Eerst
gezinnen die tot dusverre bij anderen
in de gemeente inwoonden.
Al deze woningen vallen buiten het
onderzoek naar de afschuiving, waar
voor dus 188 in aanmerking komen.
De bouw van deze 188 woningen
heeft aanleiding .gegeven tot 393 ver
huizingen binnen de .gemeente Vlissin
gen, afwisselend van 1 tot 7 verhuizin-
ge per nieuw gebouwde woning.
'Na één of meermulige verhuizing
heeft de houw van dez.e woningen in
direct aanleiding gegeven dat 76 ge
zinnen uit andere gemeenten afkomstig
zich te Vlissingen hebben, gevestigd, en
wel 37 gezinnen uit Zeeland en 33 ge
zinnen buiten Zeeland, 6 gezinnen uit
België (vluchtelingen) met de voren
genoemde .directe vestigingen is dit
te samen. 144 vestigingen, waarvan
68 uit Zeeland .en 76 buiten Zeeland.
Voorts hebben door het vrijkomen
van woningen. 7 jonggehuwde paren 'n
woning kunnen vinden, wat met de 4
vorengenoemde gevallen totaal i
nieuwe gezinnen een eigen woning
deed verkrijgen en. hebben 56 gezinnen
die tevoren bij anderen inwoonden een
eigen woning verkregen, totaal dus met
de anderen, 72 inwonende gezinnen.
iBij het einde van het onderzoek
werd bevonden, dat van de te eeniger
tijd verlaten woningen 6 werden ver
bouwd, 20 nog niet betrokken waren,
docii wel verhuurd, 4 woningen, die
vroeger gedeeltelijk thans geheel wor
den verhuurd, 2 woningen gemeubi
leerd werden verhuurd, 2 woningen
werden betrokken door gezinnen uit
de barakken bestemd voor Belgische
vluchtelingen, 3 woningen voor militai
re doeleinden door het .rijk in beslag
werden genomen en 12 woningen een
andere bestemming .kregen.
Bij de 382 verhuizingen hebhen 282
of 74 der gezinnen duurdere wonin
gen gehuurd en is in totaal 12270
meer aan huur betaald.
32 of 8 der gezinnen gelijke huur
betaald, 68 of 18 der gezinnen goed-
koopere woning gehuurd en. is in
totaal 2414 minder betaald.
Hieruit blijkt dus dat bij de verwis
seling de meerder betaalde huur de
mindere met 9856 overtreft.
Van de 30? woningen die achtereen
volgens vrij. kwamen 'bleken er 47 min
der huur te doen tot ee,n totaal bedrag
van 665 158 op de bestaande huur
te zijn gebleven, 74 meer huutr te doen,
totaal 985.52 en 29 onbekend.
Voor de meer juiste waardeering van
deze cijfers dient te worden opge
merkt, dat door vernieuwing of uitbrei
ding van woningen eeji hoogere huur
prijs ko.n worden bedongen, en dat in
de huur van 252 woningen het gebruik
van plm. 200 M2. .tuingrond voor iedere
woning begrepen .is.
De cijfers zijn dus, wat de meer of
mindere huur betreft, van geen beleeke-
nis, maar met vrij groote zekerheid .kan
hieruit geconcludeerd worden dat door
dezen aanbouw van woningen, geen
verlaging van den huurprijs heeft
plaats gehad.
Indien de huurcommissiewet niet in 't
leven was geroepen, is het niet te ge
waagd te veronderstellen, dat de huur
prijzen door den heerschenden woning
nood en d.e abnormale hooge onder
houdskosten, aanmerkelijk zouden ver
hoogd zijn geworden.
Nemen wij aan, .d.at een ledigstaan
van gedurende ten hoogste één maand
een spoedige wederverhuring is te noe
men, dan blijkt dat van de 248 wonin
gen 225 of iruim 90 spoedig weder
waren verhuurd en 23 of bijna 10
was het nog een. over- en weer vragen,
zooals tusschen vrienden na een onver
hoopt wederzien na lange scheiding
steeds plaats heeft toen moest Her-
bert zijn lotgevallen en avonturen me-
dedeelen, waarbij hij zich geheel en al
van de verdenking zuiverde, zijn ge
liefden te hebben vergeten, doordien hij
verzekerde, dat hij zoo dikwijls als
mogelijk was had geschreven. „Maar
nu," voegde hij er aan het einde zijner
mededeeiingen bij, die meer dan een
uur in ffeslag genomen hadden, „nu,
nadat gij weet, hoe het mij gegaan is
en hoe ik deze d'rie jaren heb doorge
bracht, laat mij nu ook iets vertellen,
wat u beiden betreft, goede vrienden
en wat u ongetwijfeld veel pleizier zal
doen."
„Wat ons betreft En een pleizier
antwoordde Traverse. „Het grootste
genoegen heb je ons met je terugkomst
verschaft."
„Zeker, wat zou ons .nog gelukkiger
kunnen maken bevestigde mistress
Rocke.
„Alvorens ik het u zeg", hernam
Herbert Greyson lachend, „moet gij mij
eerst vertellen, hoe gij liet hebt ge
maakt in die drie jaren. Tot nu toe is
er niet anders dan over mij alleen ge
sproken, also! gij mij ongetwijfeld niet
veel zoudt hébben mede te deelen. Hoe
hebt gij al dien tijd doorgewurmd
„O, net als anders", verzekerde mi-
stress Rocke, die haren pleegzoon niet
uit zijn opgeruimd humeur wilde bren
gen. „Niet slechter en niet beter dan
vroeger. Traverse heeft echter zijn lie-
gedurende langeren tijd ledig stonden.
'Uit liet vorenstaande blijkt od. .dui
delijk dat de aangenomen grens van
3 voor ledigstaande woningen, thans
voor deze gemeente aanmerkelijk lager
kan worden gesteld.
Dit blijkt ook trouwens uit het ver
slag de.r huuropzeggingswet, die we
gens schaarschte aan woningen in de
meeste gevallen den opzeggingstermijn
meermalen moest verlengen, niettegen
staande daardoor in. vele gevallen de
belangen van, den verhuurder werden
geschaad.
Het aantal, besmettelijke ziekten,
waarvan de commissie in kennis werd
gesteld bedroeg 54 gevallen van rood
vonk, 17 diphteritis.
in het gasthuis zijn. gedurende 1918
verpleegd .geworden 221 personen met
12211 verpleegdagen of gemiddeld 60
verpleegdagen per patient.
in het verslag wordt nog medege
deeld dat d.oor de gezondheids-com
missie in beginsel is besloten tot het
houden van een woningtelling. Door Üe
abnormale tijdsomstandigheden zal
daarmed'e echter gewacht wouden tot
meer normale toestanden zijn ingetre
den.
Een brief van de Koningin aan
Clemenceau.
Naar de Panische correspondent van
het „iBbld," seint, heeft de .Nederland
sche gezant aan Clemenceau een
eigenhandigen brief van .de Koningin
ter hand gesteld.
De BelgGehe eischen.
Naar de Brusrelsche correspondent
van de „Telverneemt, heeft de Bel
gische regetring nog niet geantwoord
op het Nedeilandsch verzoek sm inlich
tingen. Minister Hymans, die heden te
Brussel werd verwacht, heeft zijn te, ug-
keer eenige dagen verschoven. Het is
dus megelljk, dat het actwoord nog
korten tijd uitblijft. Intusschen bestaat
er geen twijfel over de algemeefte lij
nen, waarin het antwoord zal vervat
zijn en waarin nadere besprekingen
zuilen worden voorgesteld.
Inderdaad ooideelcn bevoegde kringen
hier, dat de besprekingen over de her
ziening van hetve.drag van 1839,waarin
de Belgische eischen kunnen worden
caamgevat niet mogel^k zijn zonder dat
Nederland daaraan deelneemt. Staeds
heeft kier de opvatling voorgezeten dat
Nederland daartoe moest worden uit-
genoodigd, deen men kan zich moeilijk
tet Nederland wendes, alvorens de
bondgenooten als mede-onderteekenaars
van het verdrag op de hoogte van de
Belgische wenschen waren gesteld.
Waar dit au is geschied, is men hier
van meening dat de besprekingen met
Nederland kunnen worden geopend.
Uit Parijs heeft de „Independanct
beige" hei volgende bericht ontvangen
De verklaring van de Nederlandsche
regeering In de Tweede Kamer over de
Belgisehe eischen gaat gepaard met eea
hernieuwde aclie der Nederlandsche
officieuse agenten te Parijs en te Lon
den, dis met alle mogelijke middelen
den indruk va* de Belgische uiteenzet
ting trachten te niet te doea Deze
manoeuvre zal echter niet lukkende
groote mogendheden welen sinds lang
wat zij over Nederland te denkan heb
ben. Ze'.fs het voeiuitzicht dat dit land
zich bij de Entente zal aansluiten,
velingsdenkbeeld, naar de hoogeschool
te gaan, nog altijd niet kunnen verwe
zenlijken."
„Desniettemin heb ik eenigen voort
gang in mijn studiën gemaakt", voegde
deze er bij.
„ik bezoek thans de hoogste klasse
der kostelooze school van dokter Day,
dien braven man, die mij voortdurend
zijn geheel bijzondere tevredenheid be
tuigt. Hij heeft mij ook zijn bibliotheek
ter beschikking gesteld, diat wil zeggen,
ik mag buiten d.e lesuren, welke hij mij
wekelijks geeft, naar zijn huis gaan en
daar zijn boeken gebruiken. Bij die ge
legenheden geeft hij mij dikwijls een
les in dc meetkunde en .in het Latijn,
zoodat ik wel van, mijn medescholieren
de knapste ben."
„De waarheid is", vulde mistress
Rocke het gezegde van, haar zoon aan,
„dat master Day, een, zooals gij weet,
zeer geleerd man en examinator aan
het college te Willow-Heights, mij ver
zekerde, dat hij onder de honderden
van scholieren, waarmede hij in aanra
king kwam, geen enkelen kende, die,
met alle hulpmiddelen/welke deze zo
nen van welgestelde families ten dien
ste staan, zulke vorderingen maakt als
Traverse. Hij zeide onlangs, dat mijn
zoon..."
„Loop heen onderbrak Traverse
glimlachend en blozend zijn trotsche
moeder, „herhaal deze ai te toegevende
en welwillende woorden, van den goe
den dokter toch niet. Hij beoogt niet
anders dan mij wat aan te sporen; om
dat 'hij weet met welke moeilijkheden
een der „argumenten" dier Nederland-
sohe agenten zou de mogendheden
er niet kunnen toebrengen om de Bel
gische belangen op te offeren.
„De Loods" geeft een goedgeslaagde
teekening van P. v. d. Hem Koning
Albert als standbeeld de hand uitstrek
kende naar Zeeuwsch Vlaanderen. Een
Zeeuwtch boertje roept hem van daar
toe: „Als je er naar grijpt, dan val je
van je voetstuk
Onze nota aan België.
De Antwerpsche oorrespondent van
„de Tel." meldt aan zijn blad
Het ziet er niet naar uit, alsof de nota
der Nederlamdsche regeering hier bij
zonder veel emotie heeft verwekt. Men
is er in ieder geval ver van af haar als
een. soort ultimatum te beschouwen.
De pers onthoudt zich over liet alge
meen van alle commentaar.
'Een. dar weinige bladen, die er een
artikel aan wijden, is d,e annexion,isti-
sche „Inldépendance Beige", maar dit
artikel 'is verrassend kalm. De „Indé-
pendance" meent, 'dat de .Belgische re
geering met haar antwoord niet verle
gen zal zijn. De heer Hymans, aldus het
blad, heeft geen enkelen eiscli gefor
muleerd. Hij heeft er zich bij bepaald
den toestand voor te stellen, die door
het tractaat van 1839 geschapen, is. Hij
heeft doen uitkomen, dat de oorlog ai
de nadeeten heeft aan het licht ge
bracht, die voor België aan dit tractaat
verbonden zijn ien hij heeft gevraagd,
dat, met het oog op de .herziening van
dit tractaat onder de verschillende mo
gendheden, .die het onderteekenden,
nieuwe onderhandelingen zouden ge
opend worden,, waaraan Nederland zou
deelnemen.
En verder hieeft hij niets anders ge
zegd op de conferentie te Parijs. Hij
heeft geen enkelen eisch betreffende af
stand van grondgebied geformuleerd.
Hij heeft een staat van zaken bloot ge
legd, die in ons belang en in dat van
Europa nieuwe oplossingen eischt en
hij heeft zich gehaast te vragen, dat
Nederland aan de onderhandelingen
zou deelnemen.
Men zal moeten toegeven, ,dat voo,r
een onzer voornaamste annexionisti-
sche bladen de toon dezer beschouwing
al verbazend gematigd" klinkt. De ande
re spreektrompetten van het annexio-
nis'me zijn nog gematigder. Die zeggen
heelemaal .niéts. Censuur op de druk
pers bestaat er feitelijk niet meer, maar
toch hebben de autoriteiten, zich het
recht voorbehouden om als 't past stille
wenken te geven, en nu zou men wel
zeggen, dat ze in dit geval van dat
recht gebruik hebben gemaakt, even-
ais tegenover sommige verwoede anti-
Viaamsche bladen .als de Gentsche
„Flandre Liberale", (die bevel ontvan
gen heeft om haar campagne tegen al
les wat Vlaamsch is «ogenblikkelijk te
staken.
De kolenvoorziening.
'Hoewel de positie aanmerkelijk ver
beterd is, mag de kolenvoorziening van
ons land op dit «ogenblik toch nog niet
bevredigend heeten. schrijft het „Hbl.".
De vorst heeft langen tijd het vervoer
van, turf geheel, dat van bruinkool in
zeer hooge mate belemmerd ,en het ge-
Volg is geweest, dat voor de industrie
niet meer dan 3049 pet. van het nor
maal gebruik is beschikbaar gesteld
over Februari. De turf woedt nl. uitslui
tend over waterwegen, getransporteerd,
terwijl men thans een beperkte hoeveel-
ik 'heb te kampen,."
„Bah waarom zou Herbert het niet
mogen vernemen, die toch ongetwijfeld
zich er over verheugt hernam miss
Rocke. „Hij beweerde dan, zooals ik
zeide, dat Traverse eenmaal zijn 'naam
eer zou aandoen."
„Zulke loftuigingen zullen mij o.p 't
laatst nog ijdel maken", zeide Traverse
lachend. „Maar", voegde hij er ernstig
bij,, „wat zeg je wel van de edelmoe
digheid des professors, die, zonder ee
nige andere schadevergoeding dan een
arme .drommel op het doornig pad der
wetenschap voort te helpen, zoo menig
uur van zijn kostbaren tijd aan mij be
steedt
„Dat vind ik heel mooi van hem",
antwoordde .Herbert, „maa.r hij, is niet
de eenige grootmoedige ziel, die ik
ken", voegde hij met een dankbaren
blik op miss Rocke er bij, „noch de
laatste, die gij zult ontmoeten. En nu",
riep hij, „Iaat mij u nu de goede lijding
mededeelen, d e ik te brengen heb."
„Wij zijn geheel oor, Herbert. Spreek
maar gauw... Je hebt waarschijnlijk je
eigen schip
„Neen, er is geen sprake van mij,
goede moeder, maar van u beiden.
Misschien hebt ge reeds vernomen, dat
ik een rijken oom heb. Ik had hem
vroeger noo.it gezien, want sedert het
huwelijk tot aan, den dood mijner lieve
moeder waren die twee niet bij elkaar
gekomen, daar zij juist wegens dat hu
welijk op zeer gespannen voet, ja, om
het bij den, rechten naam te noemen, in
vijandschap leefden."
held bruinkool in convooi per trein
heeft afgevoerd.
Inmiddels geeft de ontwikkeling van
den aanvoer uit het buitenland wel re
den tot hopen-.
Was in Januari de 'Limburgsche pro
ductie pl.m. 270.000 ton, (aanzienlijk
geringer dus dan de bereikte maxi
mum-productie), bij een aanvoer van
omstreeks 25.000 torn uit Amerika, van
10.000 ton uit Engeland en van 30.000
ton uit Duitschland, deze maand zal bij
een eigen voortbrenging van 250.000
ton (Februari heeft immers slechts 28
dagen) een aanzienlijk 'hooger import-
cijfer geven. Men mag aannemen dat de
aanvoer uit Amerika en Engeland te
zamen niet beneden 80.000 ton blijven
zal, terwijl de import uit Duitschland
dezelfde hoogte bereiken zal. Naast het
verVoer per trein warden thans ook te
water kolen uit Duitschland geïmpor
teerd.
Voor Maart m,ag men, zoo er geen
stagnatie komt in den. [Duitschen aan
voer, optimistisch zijn. Ook omdat dan
van storingen in 'het vervoer door na
tuurlijke oorzaken geen. sprake meer
zal zijn.
Het Bureau voor Mededeeiingen
inzake de Voedselvoorziening.
Naar 'wij vernemen, zal in verband
met de voortschrijdende verbetering in
de voorziening van, ons land met le
vensmiddelen enz. en de daarmede ge
paard gaande geleidelijke beëindiging
der distributie, ook het „Bureau voor
Mededeeiingen .inzake de voedselvoor
ziening" met 1 April worden opgehe
ven.
Oud-minister Treub over Staats
socialisme.
Voor de vereeniging vootr Aula-
voordrachten te Amsterdam heeft oud-
minister Treub een voordracht gehou
den over staatssocialisme. Hij -wees er
op, dat het nog garuimen, tijd zal duren
voor men weer volledige vrijheid ter
zee en vrijheid van verkeer zal .krijgen;
in verband daarmede is het n,og niet te
voorzien, wanneer er weder volledige
bedirijfsornanisatie zat komen. De heer
Treub behandelde daarna het staats
socialisme en onderwierp dit aan criti-
sche beschouwingen. Hij wees er voor
al op, dat er .bij het staatssocialisme,
zooals 'de sociaal-democraten in Ne
derland zich dat voorstellen, niet vol
doende rekening is gehouden met de
maatschappelijke ontwikkeling en mo
gelijkheden in ons land. De Nederland
sche socialistische philosophic speelt te
veel leentjebuur bij. hare zuster èn
Duitschland, waar de toestanden echter
geheel anders zijn, en, waar de industrie
veel meer geconcentreerd e.n gekartel-
leerd is en 'n reusachtig bitrn.enlan.dsch
afzetgebied heeft. iDe heer Treub kwam
tot de conclusie, dat nóch de economi
sche, nóch de phsychische voorwaar
den in .ons land gunstig zijn voor het
staatssocialisme. Het leek hem dan.
ook anw.aarschijn.lijk, dat het in ons
land zal kunnen worden doorgevoerd.
Staatscommissie salarieering gemeente-
personeel.
Het ligt in. de .bedoeling dezer staats
commissie haar voorstellen te doen
steunen op de volledige kennis der op
1 Januari 1919 geldende salarissen, van
burgemeesters en ambtenaren (in den
ruimsten zin.) en 'werklieden der ge
meenten.
De formulieren, waarop de inlichtin
gen aan de gemeenten zullen worden
gevraagd, zijn besproken en grooten-
„Ja", antwoordde miss iRocke met
zachte, nauwelijks hoorbare stem, ter
wijl zij maar de vloer staarde, „ik heb
daarvan, gehoond, maar je moeder en
ik roerden dat feit hoogst zelden aan."
„Het is waar, moeder zaliger sprak
er .n.iet .gaarne over. Begrijp nu eens, bij
mijn komst aan wal in New-York, drie
dagen, geleden, stap ik af aan mijn. ge
woon hotel en w.ien denkt ge, .dia.t ik
daar ontmoet Niemand anders dan
juist, dien, oom, wiens naam ik alleen
maar kende. Hij was daar gekomen om
een jong meisje, eigenlijk nog een .kind,
dat hij geadopteerd had en dat ik van
vroeger toevallig kende, af te 'halen.
De kleine verneemt mijn aankomst,
sleept mij naar boven, stelt mij voor,
en hij, toen hij mijn naam hoorde en
door de gelijkenis met zij.n zuster over
tuigd was, dat ik zijn, neef ben, ont
vangt mij met de grootste hartelijkheid
en do,et zich mij als mijn, oom kennen,
Doch wei verre zich tevreden te stellen
met onze bloedverwantschap te erken
nen, bood hij mij zij.n (gastvrijheid aait
en beloofde mij een plaats aan de mili
taire academie te West Point voor mij
te bezorgen., nadat ik hem bekend had,
het meeste zin te hebben in den krijgs
dienst. Welnu, zijf ge niet blij, moe
derlief en ook jij, Traverse, dat ik zoo
gelukkig was een zoo edelen oom te
vinden zeide Herbert, terwij,1 hij zijn
vriend op den schouder klopte.
(Wordt vervolgd.)