DINSDAG T JANUARI. «Jgraurgfëfcxig 1 i§M9 COURANT ADVERTENTIE-PRIJS Van 1—4 regels ƒ0.70 voor iedere regel meer 17'/: centplaatsing 3(2 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes 35 cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaan wagen10 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.15, iedere regel irieer 17'/2 cent. ABONNEMENTS-PR1JS Voor Vlissingem en gemeenten op Walcheren ƒ1.70 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2. Week-abonnementen 13 cent. Afzon derlijke nummers 3 cent. BINNENLAND Belgische huldebetuiging. Het officieel Belgisch comüeit voor Nederland heeft ter gelegenheid der jaar wisseling en van het a s. vertrek der Belgische uitgewekenen onderstaand hulde-adres aan de Koningin verzon den Het officieel Belgisch Comiteit meent, mei zekerheid de tolk te wezen van alle Belgen, die een zoo milde gastvrij heid in Nederland hebben genoten, wanneer het Uwe Majesteit en aan het geheele Nederlanösche volk, waarvan het de beminde en vereerde landsvor- slin is, de hulde hnnner vurige dank baarheid aanbiedt. Wanneer de eüendige uittocht, ont slaan door de baschienng van Antwer pen, een menigte Belgen dwong een toevlucht te zoeken in een onzijdig land, hebben zij vanzelf bttn blikken gewend n.aar Nederland, het naastlig gend land, een bevriend volk. Daar is het, dat zij steun gaan. vragen. In massa zijn se aangekomen ais een reusachtige mcnschenzee, in dit voortdurend door de zeegolven bespoeld en steeds over winnend land. Hoe dezen nieuwsoorti- gen aanval te weerstaan Hoe te voor komen, dat deze stortvloed van have- looze, ten onder gegane en verplette rende vluchieiingen het land overstroo- men? Hoe te voorzien in de behoeften dezen menschenkudde, wien alles, brood, beschutting cn zelfs hoop ontbrak in de donkere dagen, er. no» denkerder nach ten van Oéta'oer 1914? Dit scheen on mogelijk en toch hebben onder de edel moedige ingeving van Uwe Majesteit de Nederlandsehe regeering en de ge heele Nederlandsche bevolking, wed ijverend in krachtsinspanning, dit won der verricht. Ben groofsch en troostrijk schouwspel wa; het deze stralende lief dadigheid te zien glanzen, terwij! in een naburig land zware gruwelen plaats vonden. Van dit tragisch uur af en gedurende meer dan vier jaar, hebben de open bare instellingen en de private liefda digheid niet nagelaten zich met de on tembare volharding, welke een derken- rekken is van het nationaal karakter, bezig te houden met het verzachten van het lot der ongelukkigsten onzer land- genooten en hei waarborgen, in de mate van het mogelijke, niet slechts van hun stcffeiijk be6taan, maar, wat nog kost baarder is, van hun geestelijk leven en zelfs vari hun vers'andige ontwikkeling. Zij hebben dit gedaan in weerwil der rampen, welke Nederland zelf hebben getroffen op zeker tijdstip van dit on heilvol tijdperk, tengevolge der her nieuwde aanvallen der zee, deze eeuwi ge erfvijand, in weerwil der ontberin- FEUILLETON ROMAN VAN F r. LEDK XT BJ. 28) Ze hoopte haar broer gunstiger te stemmen. Zacht zeide ze We hebben ernstig met Thank- mar gesproken en hebben hem van alles voorgesteld. Hij gelooft echter met een klein beetje hulp het in or de te kunnen krijgen. En toen toen dacht ik, dat jij, Otto, hem wel zou willen helpen voor jou is het een kleinigheid. Het was er uit en angstig zag ze haar broeder aan, die bij haar laatste woorden voor haar was blijven staan, beide handen op tafei geleund en tot haar overgebogen. Zoo, weet jij dat zoo precies? Een kleinigheid voor mij Natuurlijk, alsof ik het geld op straat voor 't oprapen heb. Uit een kleine onder steuning wordt het een groote en tenslotte heeft men neeflief geheel op den hals. Hij zal wel weten', waarom hij je hierheen heeft gezonden. Thankmar weet er niets van, dat ik hier ben. Ach, Otto, wil je ons dezen grooten dienst niet bewij- getr van alien aard, welke de oorlog, de ellendige oorlog, waarvan de Bel gen de smet- en biaamlooze slachtof fers zijn geweest, hun onrechtstreeks heeft opgelegd. Er is geen onzijdige natie, wier liefdadigheid op zulk een zware proef werd gesteld, geen, die de heilige taak, welke Nederland vrijwillig op zich heeft heeft genomen, met on vermoeibaarder toewijding zou hebber, kunnen volbrengen. Dit was meer dan mensohlievendheid, het was broederlijk, een ver»e herinnering misschien aan den in de XVle eeuw samen gestreden strijd voor de zegepraal van vrijheid en recht. Voor de vijfde maal sedert het ont staan van den oorlog, begroeten een zeer groot aantal Belgen op uw gast vrijen bodem de geboorte van een nieuw jaar. Veien zijn naar hun vaderland te ruggekeerd. Allen zullen naar hun haard steden een onuitwlschbare en diep-be- wogene herinnering meedtagen van hun onthaal alhier. Alten leggen aan de voe len Uwer Majesteit de hulde hunner dankbaarheid, met de eerbiedige wen- schen voor haar welzijn en voor de welvaart van het land, waarvan zij zoo waardig de lotsbestemming leidt. Nederland en België, De annexionistischa beweging in België schijnt meer en meer terrein te verliezen. Ook zou van de zijde der vreemde regeeringen géén steun meer in deze te verwachten zijn. De ex keizer. Hel antwoord van den heer Heems kerk, minister van justitie, en den heer Van Karnebeek, minister van buiten- landsche zaken, (ingezonden 6 Januari 1919), op de vragen van den heer Van Embden, betreffende het verblijf van den voormaligen Du.tschen kuzer in Nederland, luidt De vragen zijn, zooais zij zijn ge steld, niet voor beantwoording vatbaar. De ondergeteeke.-.den moeten er zich dus toe bepalen om ten aanzien van het onderwerp der vragen het volgen de mede te deelen 1. Dat verkeerde beoordeelingen van de gedragslijn der regeering in deze onder den invloed van onjuiste voor stellingen in het buitenland voorko men, is de np.dergeteekendiin bekend- De minister van binneniandsche zaken, tijdelijke voorzitter van den minister raad, heef; het standpunt -der regee ring in de Tweede Kamer der Slaten- Generaal in de vergadering van 10 December i918 uiteengezet. De onder- geieekenden hebben de eer daarnaar te verwijzsn. 2. Een commissie tot bepaling van de rechtsposüie van den voormaligen Duitschen keizer is niet ingesteld. Een commissie met d e bevoegdheid zou ook niet kunnen zijn ingesteld. De minister van justitie heeft op zijn ver zoek een gemeenschappelijk advies ontvangen van de heeren inrs. B. C. Loder, A. A. H. Struycken en A. E. Bre-, waarvan door de regeering met groote belangstelling is kennis geno men. 3 De regeering oordeelt dit advies te moeten beschouwen als van ver- trouwelijken aard. De minister van justitie heeft het gevraagd tot zijn voorlichting, met het oog op beslissin gen, die hij zou kunnen worden ge roepen te nemen. Het slaat hem naar zijn overtuiging niet vrij door open baarmaking van dat advies op eenige zeil Je hebt mooi praten. Geen cent krijgt hij, daarmee basta. Ik smeek je-, Ottö, wees barm hartig. Verlicht mijn zoon zijn toe komst, smeekte zij, wanneer hij eerst gevestigd is, zal hij alles terug be talen. Zeker als Paschen en Pinkste ren op één dag vallen Dat kennen we. Neen, het gebeurt niet. Een ding wil ik je nog zeggen, Line. Stuur mij dien bengel, dien Thankmar eens hier, ik zai hem die plannen wei uit het hoofd jagen. Studeeren wil hij zonder één cent men moet werkelijk lachen. En wie heeft hem die domheid in 't hoofd gepraat? jullie alleen hebt daaraan schuld. Waarom stuur je dien jongen naar 't gymnasium. Dat was heelemaal niet noodig. Toen ik 19 jaar oud was, verdiende ik al geld. We hoefden immers geen schoolgeld te betalen en Thankmar kan zoo goed leeren. Ach wat allemaal onzin. Alsof men in meer practische beroe pen ook geen knappe koppen noodig heeft. En een onmensch hoeft men niet te zijn. Toen hij drieklassen had afgeloopen,' had men hem van school kunnen nemen en een practisch beroep leerenik zou je daarbij gaarne met raad en daad hebben bijgestaan, daar wijze vooruit te loopen op zulke be slissingen. Omtrent de wijze waarop deze siechts voorloopig geregelde aangelegenheid zou kunnen worden afgewikkeld, zoo als het in de vraag heet, heeft de mi nister van binneniandsche zaken in zijn rede van 10 December gezegd, wat daarvan in den tegenwoordigen stand der zaak te zeggen va!?. De correspondent van het „Hbl." te Amerongen seint Zondagavond verschenen aan de poort van het kasteel h'uys te Ame rongen Iwee gepantserde auto's, waarin een 12 tai persone, waren, gezeten, die, naar ik heb vernomen, den keizer te spreken vroegen. Vanwege het late uur, half tien on geveer, en de wijze waarop de inzit tenden zich voordeden, vond de wacht de zaak verdacht Op dat oogenbiik was geen dorpe ling aanwezig, zoorlat ik onmogelijk kon te weten komen, wat toen geschied is. Maar zeker-is het, uit wat later bleek, dat de komst van de auto's het noodig maakte dat de geheeie politie macht met geladen karabijnen en re volvers de auto's omringden. De inzit tenden waren druk ia de weer en, naar men verzekerde, bleken in een der auto's geweren te zijn. De heeren werden een oogenbiik in verhoor ge nomen op het kantoor van den rent meester van Amerongen. Daarbij was de burgemeester, de grafelijke familie en een rechercheur, hier aanwezig, tegenwoordig. Omtrent het onderhoud, noch het doel van de komst der hee ren heb iets te weten kunnen komen. De auto's kwamen uit de richtirg van Rlienen en vertrokken om half 11 ook weder in die richting Ik vernam nog. dat de inzittenden voorgaven gezonden te zijn van den Amerikaanschen gezant om den Keizei te spreken. meer aan detaillisten worden afge leverd 2o. gedurende het tijdvak, aanvan- gende'8 Februari 1919 en eindigende 28 Februari, moe! door detaillisten 0 1 K. G. thee worden afgeleverd tegen inwisseling van bon no. 5' aan die verbiuikers, van welke zij het lichaam der thee- en koff.ekaart gewaarmerkt hebben voor ontvangst van bon no. 52. Bij aflevering der thee rnoet aan het op 't lichaam der kaart aangebrachte waarmerk duidelijk met inkt het getal 51 worden toegevoegd, ten bewijze dat déze aflevering heeft plaats gevonden. De vastgestelde maximumprijzen voor thee in tusschenhande! en kleinhandel blijven gehandhaafd. De minister heeft bepaald dat militairen, die met onbe paald (klein) verlof zijn gegaan of als nog zuüen gaan gedurende het tijdvak 17 December 1918-8 Februari 1919en die den bon 52 niet bij een winkelier hebben kunnen inleveren, dezen bon alsnog kunnen inleveren bij het Levens middelen bedrijf hunner gemeente en wel uiferiijk den 8en Februari 1919. Na dien datum zal daartoe geen gelegen heid meer zij". De oude ihee- en kofrlekaarfcen. De minister var. landbouw heeft be paaldA. dat de bons no. 21 der oude thee- en koffiekaarten niet geldig zijn voor aanvulling van theevoerradéh van detaillisten, en genoemde bons dus door dezen vernietigd kunnen wordenB. dat de bons no 23 en 25 der oude thee- en koffi. kaarten niet meer geldig zuüen gemaakt worden voor den aan koop van thee of koffie door den ver bruiker en genoemde bons dus door de houders dier kaarlen vernietigd kunnen worden. De ataalsleeniag ruim voiieekend. Omtrent ds inschrijvingen op (ie Staatsleehlng van f 350 miliioeri worat gemeld, dat deze ruim volieekend is. In totaal is voor een bedrag van ruim f385 iniliioen ingeschreven, waarvan uil Amerdem f 175,000,000, uit Rotter dam f 62.000,000, 's-Gravenhage {41,900,060, uit Uirecht meer dan 1 10,000,000, terwijl een aantal plaatsen ir. de provincies als Tiiburg, Haarlem, Arnhem, Enschedé, Dordrecht bedragen van f2 tot f5 milhoen hebben opge leverd. Verstrekking van thee in Februari. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft A bepaald: lo. de leveranciers vaa thee aan detaillisten die ingevolge laatstgenoemde beschikking bons no. 52 van de detaillisten in ontvangst ge,romer, hebben, zullen van 8 Januari 1919 af zooveel maal 0.1 KG. thee aan die detaillisten moeten afleveren ais het aantal bons no. 52 bedraagt, dat zij van hem ontvangen hebben, tenzij krachtens net in artikel 7 van voor noemde beschikking bepaalde de af levering aan detaillisten door het rijks kantoor voor thee en koffie geheel of gedeeltelijk aan een anderen leverancier wotdt opgedragen deze aflevering behoort, voor zoover mogelijk vóór 8 Februari 1929 plaats te vinden na 28 Februari 1919 mag geen thee je man daarvan zoo weinig verstand heeft. Alleen om jou zou ik dat gaarne gedaan hebben. Maar je nu te heipen, zou de grootst mogelijke dwaasheid zijn. Hij had zich zoo opgewonden, dat hij bijna blauw in 't gelaat werd. Otte, wind te toch niet zoo op, verzocht zijn vrouw. Laat je dan lie ver niet kennen op een twintig mark, in de maand. Hij lachte hoonend. Geen roode cent, ik herhaal het. Uit principe niet. Men moet nooit boven zijn stand gaan. Geen roode cent. Is dat je laatste woord, broer Ja. En ter bekrachtiging sloeg hij met de vuist op tafel. Juffrouw Bürkner brak in tranen uit. Als ik ook zoo eens gesproken had, toen je vijf duizend mark wilde hebben? Toen kon je ook wel vra gen, om je uit de verlegenheid te helpen. En ik heb je volgaarne ge holpen. Van toen af ging het je goed. Maar natuurlijk, dat wordt vergeten en Wat snauwde hij haar toe, daar hij niet graag aan dien tijd herinnerd werd. Wat Heb ik je dat geid niet tot den laatsten cent terug betaald Zelfs met 5 procent rente Overal had ik 't tegen vier procent De komende arbeidswet. Naar aanleiding van verschillende klachten, dat minister Aalberse „blijk baar niets voelde voor de beiangen van de handels- en kantoorbedienden en het winkelpersoneel", heeft het „Cen trum" zich tot den minister gewend, die hem machtigde mee te deelen, dat deze beschouwingen op een misver stand berusten. Door den tijdelijken voorzitter van Óen ministeaaad was meegedeeld, dat er een nieuwe Aiteidswet zou komen op de basis van den achturendag in fabrieken en werkplaatsen. Hieruit schijnen veien te hebben afgeleid dat das kantoren en winkels daar buiten zouden vaiien. Dit was geenszins de bedoeling. De nieuwe Arbeidswet zal inderdaad ook betrekking hebben op winkels, kanto ren, apotheken, hotels, koffiehuizen en waarschijnlijk ook ziekenhuizen. Na tuurlijk za' met de eigenaardigheden van ieder dezer inlichtingen rekening worden gehouden. Dienstboden en landarbeiders zullen niet onder de wet vallen. Voor de laatstgenoemden zal een speciale land- aröeiderswet moeten zorgen, die vol doende rekening houdt met de zeer bijzondere omstandigheden in dit bedrijf. Huideblijk generaal Snijders Het dagelijksch bestuur der Neder landsche vereeniging „Ons Leger" heeft zich gedwongen gevoeld den afgetreden opperbevelhebber open lijk blijk te geven van de groote waardeering die in breede lagen der burgerij en van het leger wordt gevoeld voor de enorme toewijding, dekennis en de geestkracht, welke generaal Snijders gedurende vier zeer afmattende jaren aan zijn taak heeft geschonken ten bate van onze landsverdediging. Bij monde van den voorzitter, den heer F. M. Wilton, en van den onder voorzitter, den heer K. E. Oudendijk, werd aan den afgetreden generaat Maandagmiddag te zijnen huize een in zilver gedreven embleem der vereeniging (leeuw en vlag op marmeren voetstuk) aangeboden als blijk van hulde. De heer Wilton voerde daarbij hst woord en deed uitkomen, dat hij de wijze, waarop de generaal had moeten aftreden, niet overeenkomstig de waardigheid der Nederlandsche naiie achtte en dat hij het verlies van den generaai mu in deze moeilijke omstandigheden ten zeerste betreurde. Ook de heer Oudendijk gaf uiting aan de waardeering die in legerkringeh voor den afgetreden opperbevelhebber gekoesterd werd en gaf de verzekering, dat de generaal i., het huldeblijk een bewijs mocht zien, dat de officieren den chef die zooveel voor onze weerkracht heeft gedaan, nimmer zouden vergeten, i Ook generaal Van de Wal sprak een f kort woord als oud kameraad. De generaal toonde zich met het huldeblijk zeer ingenomen en beant- woordde de verschillende sprekers I waarbij hij er op wees, dat hij inderdaad onverwacht en zeer onvoldaan zijn I ontslag had gevraagd en aldus naar zijn meening. ontijdig zijn gewichtige betrekking had móeten neerleggen. Dat de vereeniging „Ons Leger" welker j streven hi; sieeds hoogeiijk had ge- waardeerd en zooveel mogelijk bad aangemoedigd, hem thans dit huldeblijk kwam aanbieden stemde hem zeer dankbaar, omda* hij daaruit ondervond, dat velen in den iande het volste ver trouwen in zijn leiding hadden gesteld. Stads= ea Provincienieuws VLISSiNGEN, 7 JANUARI. AGENDA VAN HET DISTRIBUTIE BEDRIJF. WOENSDAG 8 JANUARI Vetkaart. De vetkaart loopt niet van 5—13 Januari, doch tot en met 13 januari. Chocolade. Van 9 tol 10 uur afhaien kelder stadhuis. Bakkers. Zakken inleveren lederen Woensdag pakhuis Baljeustraat. De inlevering moet beslist iedere week geschieden. Melk. Door het Rijkskantoor voor melk en kaas afdeeling meik te 's Gravenhage wordt er ons op gewezen dat wij het rantsoen meik hebben overschreden. Redenen waarom wij bij de verstrek king van melk de uiterste zuinigheid moeten betrachten en de ingezetenen moeten aanmanen van melkuroducten gebruik te maken. Vetten. Wij ontvangen de verrassende mede- deeling dat bij den aanvang van de nieuwe vetkaart op 23 Januari 1919 ons meer vet en boter zal gezonden kunnen krijgen. En dat verwijt je me nu Nu kan men eens zien, wat voor lui of jelui bent. En waar is dat geld dan mr, hè Daarvan kun je Thank mar laten studeeren. Misschien wordt hij wel professor. Geef het hem toch. Waarvoor heb je mij dan noodig Maar natuurlijk, er is niets meer van over juiiie hebt er alles doorge bracht. Tevergeefs verzocht mevrouw Hii- debrandt haar man, die met zijn armen heftig in de lucht gesticuleerde en wiens stem dreigde over te slaan, zich toch kalm te houden. Juffrouw Bürkner stond op, ze kou zich nauwelijks staande houden, zoo hamerde van opwinding haar arm ziek hart. Met bevende hand bond ze de hoedenbanden vast. Ik wil je niets slechts toewen- schen niettegenstaande je hardvoch tigheid, zeide ze met snikkende stem, maar naar ik hoop, komt eens de dag, die je zal toonen, hoezeer je on gelijk hebt gehad. We hebben er niets doorgebracht, liet brood, dat wij eten, is zuur verdiend. En even min als jij het kunt helpen, dat het je goed is gegaan, kunnen wij het helpen, dat wij geen geluk hebben. We zijn echter ook zoo tevreden jij hebt echter heelemaal vergeten Houd nu op, anders viel hij haar in de rede, doch voleindigde den zin niet, daar zijn vrouw hem een waarschuwenden biik toewierp. Hij bromde nog eenige onduidelijke woorden voor zich heen. Juffrouw Bürkner wankelde naar de deur. Haar broer draaide zich niet meer naar haar om, maar trommelde op de ruiten. Zou men niet van'kwaadheid bui ten zich zelf zijn, als men zoo iets hoorde niets te eten bijna en dan nog aan studeeren denken Misschien lag de oorzaak van zijn kwaadheid echter dieper. Want hij had in zijn zak een brief van den directeur van het instituut tot voorbereiding voor het vrfjwilli- gers-examen voor „Einjahrige", waar in hem medegedeeld werd, dat het raadzaam was, dat zijn zoon maar van het examen afzag, daar er abso luut geen kans op slagen bestond Dat zou nu toch de drommel halen. Eenmaal was Kurt al gezakt en nu nog eensWas het niet, om alle ge duld te verliezen Moedertje, wat is u stii en wat is u bleek. Bent u niet goed vroeg Edith vol bezorgdheid, haar moe der, die zwijgend voor zich uit zat te staren voor de kachel. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1