afstsensn.
t> :e
f
NSTBODE
NO. S6e JtasurgAfilE
WOENSDAG I© DECEMBER.
IPPIIIUJBTON
iiiiÈTiiEÏEiÊ
kaüër'ö"vêFzTchl
BINNiBNLAlV»*
ienj
elef. 71.
SagmsÉsje
^ieuwprswsnschen
Nieuwjaarsgroeten.
_fl EMEENTEBESTUU R
14)
O E S.
ijke afwerking.
;e verstrekt,
adres Postbus It
Y, Directeur.
tie.
ll
de morgenuren
werken. Vrijdags
Sur. .VI. Crt/
iETTE
iW gevraagd.
GLERUM, Wal
ls).
or de morgenuren
relden des avonds
Beursplein 3.
sin zonder kinde-
ïltuis. Hoog Icon.
Jtuigen onnoodig
Ier; Te bevragen.'
lourant".
aagd.
u Vliss. Cour.'
flinke
lende werken en
tuigen voorzien.
„Vliss. Courant".
beneden de 16
:j. DE WOLFF,
(boven).
f m w w m
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1i regels f 0.70 voor iedere
regei meer 17'/2 centplaatsing 3|2 X
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes 35 cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvrageu 10 cent
per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels
f 1.15, iedere regel meer 17'/4 cent.
ABQNNÈMENTS-PRIjS
Voor Vlissingen en gemeenten op
Walcheren 1.70 per drie maanden.
Franco door het geheels rijk: ƒ2.
Week-abon nemen ten 13 cent. Afzon
derlijke nummers 3 cent.
'pfggfö**» Evenals vorige jaren
Sr®6®* za! in het nummer der
Vlisslngsche Courant
dat verschijnen zal en bij de Abonne's
bezorgd wordt op Dinsdag 31 Decem
ber 1918, de gelegenheid worden
opengesteld tot het plaatsen van
Deze advertentiën worden opge
nomen tegen verminderd tarief en
wel van 1 tot 4 regels f 0.50 iedere
regel meer 15 cent.
In de NaamlijstPer naam en per
regel 15 cent. Alles bij'vooruitbetaling.
Opgaven worden ingewacht vóór
ef op 30 December a.s.
KAARSEN.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend, dat voor Januari en
Februari 1919 hetzelfde kwantum kaar
sen wordt toegewezen als voor Novem
ber en December 1918.
Voor januari en Februari 1919 zullen
een weinig meer schemerlichten be
schikbaar .komen, ter verstrekking in
gevallen va.n ziekte en dergelijke kun
nen reeds thans één doos per 50 inwo
ners bekomen worden.
Voor verdere inlichtingen wende men
zich tot de Brandstoffen-commissie.
Vlissingen, 18 December 1918.
De Burgemeester van Vlissingen.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
SOEPTABLETTEN.
De Burgemeester van Vlissingen
nood-igt in verband met Staatscou
rant .no. 293 winkeliers uit aan het dis
tributiebureau opgave te verstrekken
van de door hen verlangde hoeveelhe
den Soeptabletten voor de bereiding
van gewone-, meel-, groenten- en Ju-
lienuesoep pikante soepen jus- en
bouillon-blokjes van het merk „Primu
la". De prijzen welke winkeliers aan
de verbruikers in, rekening zuilen mo
gen brengen zijn resp. 0.10, 0.15 en
0.05.
Vlissingen, 18 December 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
ZWAVEL.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend, dat het verbod van
aflevering en vervoer van toepassing
is op hoeveelheden van niet meer dan
9000 K.G. Voor pyriet, zwavelhoudende
ijzeraarde en zwavelhoudende ijzerert
sen worden in iedere hoeveelheid en
ROMAN VAN
ÏT- r. LEEN 2£.
Zachtjes drukte Edith Th ank mar s
hand.
Deze begreep.
Ook de familie Arburg kwam spoe
dig opdagen en men ging aan tafel.
Thankmar liet zich trots zijn rebel-
lische 'gedachten, al de lekkernijen
goed smaken, en at men den gezonden
eetlust zijner achttien jaren, terwijl
Edith zich geweld aan moest doen, om
iets te nuttigen. De keel was haar als
tóegeschrciefd, als ze naar Martha zag,
die natuurlijk Luciaan als tafelheer had
uitgekozen en. geheel voor zich in be
slag nam.
juffrouw Bürkner was zeer verlegen
en durfde nauwelijks iets van de spijzen
nemen, zoodat haar schoonzuster haar
telkens n-oodigen moest.
-Harr imponeerde deze zo-o openlijk
getoonde rijkdom buitengewoon en een
•bitter gevoel bekroop haar als zij dacht
dat zij in zoo kommervolle omstandig
heden zicli door 't leven heen moest
staan.
Als haar man ook maar wat meer
practische.r was.
De hoeren onderhielden zich zeer le
van zwavelzuur boven 9000 K.G. verder
geen administratiekosten geheven.
iD:e verbodsbepalingen op de afleve
ring en het vèrvoer van zwave! gesteld,
zijn opgeheven.
Vlissingen, 18 December 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
EERSTE KAMER.
De hear Michiets van KesSinich
wenschte als Limbufger van geboorte i
een woord van ernstig protest te doen j
booren tegen de ophitsing en beörei-
ging in zekere kringen en in de bui- j
tenlandsche pers iot annexatie van Lim
burg. Niemand die geboren is in Lim-
burg wenscht die annexatie. De aan- j
hankelijkheid aan het vorstenhuis en
vaderland is zóó hecht, dat slechts met
geweld een gedeelte van het grondge
bied kan wordtin afgescheuro van het
moederland. Wij hopen, dat de Ne- j
deriandsche regeering ons zal bescher-
men tegen het onwaardig streven,
waardoor wij worden bedreigd (luid j
applaus).
Dc heer Fokker sloot zich ais Zeeuw
volkomen bij deze woorden aan, mede 1
om te protesteeren tegen de bedreiging
van Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook hier
zijn alle Zeeuwen tevens Nederlanders
er, zii wenschen dat te blijven (instem- I
tning)
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De Kamer houdt er een rommelige J
werkwijze op na. Vrijdagmiddag was
•de minister van buitenlandsche zaken
aan het woord vandaan staat zijn
'hoofdstuk niet op de agenda, omdat
vandaag kleinere ontwerpen en binnen- j
landsche zaken aan de orde zijn ge
steld, aangezien minister Ruijs morgen j
verhinderd zal zijn.
Er 'kwam tegen die rommelige werk- j
wijze verzet uit de Kamer. De heer Van
Doom, gesteund door de heeren Scha
per en Van Ravesteijn wenschten in
verband met het geschil met België
in het officieels bericht van gisteren
vermeld onmiddellijk minister Van i
Karnebeek aan het woord te laten. Men
wilde die kwestie geen dag laten wach- i
ten.
■Bij monde van den heer Nolens ver- j
zette de geheele rechterzijde zich tegen j
deze verhaastin-g(?) van één dag en t
ten slotte hield de Kamer zich aan haar
sukkeldrafje. Van links stemden de
vrijzinnig-democraten tegen de over-
haasting.
Dus ging de Kamer nu aan ee,n paar j
kleine ontwerpen, waarvan het eenige
belangrijke was dat betreffende de
brandstoffencvoorziening. De strekking j
daarvan is om tot onteigening tc kun-
nen komen van veengronden indien de
eigenaars daarvan niet zelf tot veendei- j
ving overgaan. Het wetsontwerp komt
eigenlijk vier jaar te laat. Er is in Ne
derland turf genoeg om de geheele in
dustrie te voorzien, maar het voortdu
rende getalm bij de prijsbepaling heeft
alles iegengehou-den.Thans moet eigen
lijk nog begonnen worden met de turf-
outtrekkiug aan den bodem. Had men
betere prijzen uitgeloofd, dan zou de
particuliere productie zeer zijn aange-
wakkerd. En zonder die particuliere
medewerking komen wij er toch niet.
Een -on-teigeni-ngs-procedure zal zeer
lang duren en voor de onmiddellijke
voorziening zullen wij daaraan niets
hebben.
Dit was de aigemeene opvatting, die
door de heeren Van Beresteijn, Van
Doorn en de Jong nader werden toege
licht en verdedigd.
Uit de mededeeiingen van den mi
nister bleek, dat er nog 879 Hectare in
Nederland liggen, waar turf tc graven
valt. In Drente liggen nog 600 H.A., in
Zuid-Holland 97, in Overiisel 100, in
Noord-Brabant 59 en in N. Holland 50
H.A. Van één hectare graaft men 60
miilioen turven er is dus nog 40 mili-
ard-, hetgeen tienmaal de huidige pro
ductie is.
Na eenige discussie van weinig be-
teekenis werd het wetsontwerp goed
gekeurd.
Vervolgens was -n,u aan de órde de
begrooting van bi-nnenland'sche zaken.
Het eerste dat te vermelden valt is
de opmerking van den heer Beumer,
dat de stemplicht mislukt is. Het getal
ongeldige stemmen is zeer groot ge
weest. Dat is z.i. het gevolg hiervan
dat vele menschen nu eenmaal niet wil
len stemmen. Hij wilde dus maar den
stemplicht afschaffen.Verder werd door
dezen afgevaardigde en nog eenige an
dere leden gepleit voor een technische
herziening van regeling der evenredige
vertegenwoordiging. De inrichting van
het stembiljet heeft volgens den heer
Beumer geleid tot vergissingen, waar
van zelfs de uitslag der verkiezingen
heeft afgehangen. Vaak is het hokje
achter den naam in plaats van dat
daarvóór zwart gemaakt, hetgeen er
toe leidt, dat een geheei andere can-
didaat werd gestemd.
De positie van de burgemeesters
werd besproken. De heeren Ravesteijn,
en Duijs pleitten voor een apd-ere rege
ling, zoodat de burgemeester meer on
afhankelijk wordt van den minister. In
dat verband besprak de heer Duijs de
kwestie van de roode vlag in Zaandam.
Naar zijn meening had de minister
daarover niets te zeggen, wanneer het
een besluit is van den raad cf van B.
en W. Hij wees er op, dat in Maastricht
wel de pauselijke vlag mocht worden
ontplooid. Wat de katholieken voor
zichzelf wenschen, weigeren zij dus aan
anderen. Zij roepen sollicitanten op, die
echter alleen katholieken mogen zijn.
Zelfs verhuren zij alleen gemeente
grond aan katholieken en zoo al meer.
Zoo had de heer Duijs diverse adver
tentiën, waarin alleen katholieken in
aanmerking werden gebracht en voorts
een gemeenteblaadje te Spaarnewoude,
waarin een felle 'ppositie wordt ge
voerd tegen de S. 'D. A. P. Het blaadje
wordt betaald door de gemeente. Dat
is 'nog wat anders dan een rood vlag
getje op het stadhuis te Zaandam.
Dok de heer Ter Hall deed^een boek
je open over de censuur v'an burge
meesters op tooueelstukken en films.
Hij had er ervaring van. Een overge
schreven stuk met eenige variaties werd
goedgekeurd/nadat het oorspronkelijke
was geweigerd. De huizen van ontucht
worden- in de wet in één adem genoemd
met concertgebouwen-. Hij vroeg wijzi
ging der gemeentewet om daaraan eens
een einde te maken.
Het debat wordt morgenavond voort
gezet.
jsa»Btb«iiwm«MWUMimBiiju -PM«3n8«BBtE»i nu iiT»aa.»:
Trouw aan. Koningin en Vaderland.
H. M. de Koning-n heeft nog een
lange leeks telegrammen van gemeen
teraden, vereenigingen en com.té's uit
Limburg en Zeeuwsch-l'laanderen ont
vangen, waarin aanhankelijkheid en
trouw aa:. Koningin en Vadt;land wordt
betuigd.
A! deze uitingen versterken de over
tuiging dat do bewoners dier gewesten
zich volkomen één gevoelen met Ne
derland.
Nederland en België.
-De Parijsche correspondent van „de
TeL" seint
De Fransche bladen pubiceeren een
officieuse -Brusselsche nota, waarin ge
zegd wordt, dat de Nederlandsche Ka-
m-er-debatcen, betreffende de beweerde
nnnexionistisdhe oogmerken van België
bewijzen, dat er in -Nederland -nog lie
den zijn, wien. de -oorlog niets geleerd
heeft en die bovendien -niets wilier, loe
ien. Het is zeker betreurenswaardig te
lezen, dat de rechische partijen over de
mogelijkheid van oorlog spreken op het
oogenblik, dat de geheele wereld zich
gereed maakt, van den eindelijk her
bonden vrede te genieten, -en 'het is nog
betreurenswaardiger dat de Nederland
sche regeering niets weet mede te dee-
ien, om de gemoederen te kalmeeren en
de zaken tot hun ware gedaante terug
te brengen.
Tegenover deze ongelukkige houding
moet men de volkomen waardigheid
plaatsen- van de Belvische regeering,
die de regeling der internationale
vraagstukken overlaat aan een vredes
conferentie. Er is reden om te gelooven,
dat de Belgische regeering bovendien
weldra in het parlement een verklaring
ever deze onderwerpen zal afleggen,
maar thans is het duidelijk, dat heel
België eenparig zal eischen een gron
dige herziening van de tractaten van
1815 en 1839.'
Op het -congres van Weenen werd
tusschen Europa en Frankrijk een uit
gestrekte barrière-linie gesticht door
de vereeniging van Belgic met Neder
land. Toen reeds moest men aan Prui
sen, dat zijn gewoonte om twist te
stooken, voio-o reeds deed kennen, con
cessies doen. Daarom nam men van
België een reeks districten af, waarvan
de bevolking uit Belgen bestond, wier
taal, aard en zeden met dat grondge
bied overeen -kwam en die aan Pruisen
gegeven werden in ruil voor gedeelten,
die door Pruisen aan Saksen waren af
gestaan en die Pruisen sedert dien al
weer hernomen heeft.
In 1830 werd de barrière, geschapen
door „het -EuropeesCh concert", ver
dubbeld en- aan België de neutraliteit
opgelegd. !n het oog der mogendheden
moest België beschermd worden door
die neutraliteit, die vijf mogendheden
op zich genomen hadden, te waarbor
gen, toen in 1839 Nederland aannam
dezen toestand te bekrachtigen. Toen
ontving -Nederland van die mogendhe
den vermeerdering van gebied het
oostelijk gedeelte van Luxemburg, los
gescheurd .vah België, ging over aan
het Huis van Oranje-Nassau.
Europa achtte Nederland, dank zij de
gebieden, die van Bettfni waren vrijge
maakt, sterk genoeg om eveneens de
neutraliteit van België te kunnen be
schermen.
Maar juist het tegenovergestelde
heeft zich voorgedaan. Het is juist de
houding, die België in 1914 heeft aan
genomen, welke Nederland gered heeft.
De Nederian-dsche pers spreekt dik
wijls van de dankbaarheid, die Beigië
aan Nederland verschuldigd is, maar de
dienst, door Beigië in 1914 aan Neder
land bewezen, weegt ruimschoots op
tegen alle diensten, die Nederland den
vluchtelingen heeft kunnen bewijzen.
Het vraagstuk, geschapen door de
oude tractaten, blijft dus onopgelost.
De doortocht over Limburg.
Havas en- Reuter seinen Uit Brussel
d.d. 17 dezer
Met betrekking tot de opmerking
van het Nederlandsche departement van
buitenlandsche zaken over de Belgische
nota van 15 December dient het vol
gende opgemerkt te worden
Het is juist,'dat de brief van den mi
nister van buitenlandsche zaken aan
baron Failon, gedateerd 12 November
een antwoord was op de Belgische nota
van October. Daarin vroeg de Beigi-
sche regeering vrijlating van de in Ne
derland geïnterneerde Belgen of ten
minste van bepaalde categorieën, ba-
seerende dit verzoek op het feit, dat
Nederian-d niet in staat was voldoende
voedsel ie verschaffen en dat van den
anderen kant de oorlogvoerenden zelf
besloten- 'hadden, van weerskanten
krijgsgevangenen, die meer dan acht
tien maanden in gevangen-schap had
den doorgebracht, de vrijheid te herge
ven, omdat men bij het vaststellen van
de bepalingen, waarbij deze aangele
genheid werd geregeld, geen oorlog
van zoo langen duur had voorzien.
Op deze -nota antwoordde de Neder
landsche regeering den dertienden-No
vember, dat zij er zich eerst bij de
Duitsebe regeering van moest verge
wissen, of deze geen bezwaren had te
gen het vrijlaten van Belgische militai
ren, die in Nederland geinterneerd wa
ren en dat land wenschten te verlaten.
Op denzelfden dag nu heeft de Ne
derlandsche regeering, zonder dat zij
de geallieerde regeeringen te voren had
geraadpleegd -of van hen- eenige autori
satie 'had -ontvangen, de terugtrekkende
Duitsch-e troepen dan. doortocht door
Limburg toegestaan.
Het is dit verschil in houding, die
door het Beigisdhe communiqué in het
licht wordt gesteld. In liet antwoord
van Nederland wordt die geenszins ge
rechtvaardigd. Bovendien ka-n de wa
penstilstand niet als verontschuldiging
aanvaard worden voor den doortocht
aan het terugtrekkende -Duitsche leger
toegestaan-. Uit de wapenstilstands
voorwaarden blijkt duidelijk, dat de
oorlogvoerende mogendheden tot over
eenstemming geraakt waren over het
vrijlaten -der krijgsgevangenen. Gesti
puleerd was, dat de krijgsgevangenen
■der geallieerden- uit Duitschland en-
Oostenrijk-Hongarije zouden worden
teruggezonden, doch geenszins weder-
keerigbeid inhielden en In art. 2 for
meel wondt bepnald, dat dc Duiteche
troepen, die het bezette gebied niet
hadden verlaten binnen het vastgestel
de tijdstip als krijgsgevangenen- zouden
worden beschouwd.
Er valt dus niet aan te twijfelen, dat
de Nederian-dsche regeering de Duit-
schers inzake de ontruiming geen fa
ciliteiten mocht verleenen. Elke gelijk
stelling van den doortocht door Lim
burg -en het vrijlaten der geïnterneer
den dient reeds bij voorbaat, als zijnde
niet-ontvankelijk, van de hand te wor
den gewezen.
De huldiging van den Nederlandschen
gezant te Brussel.
De redacteur te Brussel van „de
Maasbode" seint aan zijn blad-
De huldiging door Kamer -en Senaat
van den heer Van Vollenhoven en de
andere beschermende gezanten heeft
een schitterend verloop gehad,
i Onder de talrijke aanwezigen was
ook kardinaal Merciér.
j Bij hun intrede werden de gezanten
j luide toegejuicht. Het eerst brengt de
j voorzitter van den Senaat hulde aan
de drie diplomaten.
vendig over politiek en wat dies meer
zij. Thankmar amuseerde zich kostelijk
over de inzichten van zijn oom en diens
vriend. Wanneer zijn vader er eens een
-opmerking tusschen -door maakte, die
het tegendeel inhield van wat de beide
anderen voorstonden, zag meneer Hii-
debrandt hem medelijdend aan. Wat
had zoo'n boekenworm voor verstand
van het werkelijke leven hoe kon die
meepraten
Zijn moeder was een door en door
goede vrouw, zonder geestelijke ont
wikkeling echter, en bovendien door
haar behoeftige omstandigheden waf
terneergedrukt en- vooral tegenover
haar familie bijna als om verontschul
diging vragend, dat zij daar dorst te
komen-, bij de Hildebrandt's werd alles
immers naar den rijk-dom beoordeeld.
Thankmar -ergerde zich inwendig
daarover hij bezat ook trots en deze
verliet hem nooit.
Na tafel sprak men den perzikbowl
fiin'k aan en de stemming werd vroo-
1 ijker.
Men-eer Hiidebrandt hield zijn neef
den gevulden sigaren-koker voor.
Ook eens opsteken Hier, deze,
die heb je zeker nog nooit gerookt, die
is bijzonder fijn, .noodigde hij.
Bescheiden, maar beslist dankte
Thankmar.
Ik rook in 'f geheel niet, en wil
me .niet aan -het genot wennen, dan
merkt men deze ontzegging ook niet.
zeid-e hij.
je hebt gelijk, je hebt gelijk, je
1 bent een goede philisoof, lachte meneer
I Arburg op zijn luidruchtige wijze. Je
bent een nu hoe heet die kerel ook
al weer in zijn ton het komt -er cigen-
i lijk ook niet op aan vertel maar lie
ver eens, wat je worden wilt. Je doet
immers met Paschen examen
Bij de^e vraag sprang meneer Hiide
brandt op en loerend fo-nke'.den zijn
oogen achter de briilegiazen. Wat zijn
neef antwoorden zou
Deze aarzelde echter niet met zijn
antwoord.
Ik zou graag dokter willen wor
den.
Ei, ei, jonge vriend, -groote plan
nen. Dat kost een heele "boel geld.
Dat w-eet ik en toch hoop ik liet
zoover te brengen.
En hoe dat, beste Thankmar?
vroeg zijn oom.
In 't kort zeide de jongeling nu het
zelfde, wat hij- reeds aan Martha had
gezegd. Hij had geen reden, zijn plan
nen te verbergen, hoe we! zijn- moeder
hem gevraagd had, liever te zwijgen
om zijn oom niEt van te voren tegen
het pian in ie nemen.
Hoofdschuddend luisterde meneer
Hiidebrandt toe.
-Daar ziet men nu het jeugdig on
verstand en lichtzinnigheid, die niet re-
la:nt behalve met zijn zoogenaamde
idealen, zeide hij. Ér. zich dan tot
Thankmar's vader wendend, vroeg hij
En hoe d-enk jij er -over, zwager Jij
hebt -toch ook een Woordje mee te
t spreken
Ik heb hem gezegd, dat mijn mid-
delen hem geen enkele studie, welke
da-n ook, mogelijk maken. Hij weet
dus, dat hij van mij. op niets te rekenen
heeft. Ik heb Thankmar van alles voor
gesteld, doch wil hem tot geen enkel
beroep dwingen, waarvoor hij geen
roeping voelt. Kan hij niet bereiken,
wat hij zich heeft voorgesteld, zij.n ver
worven kennis is nooit verloren en stelt
hem tot wat anders in staat.
jij maakt -het je ai -heel gemakke
lijk, zwager, -dat moet ik zeggen, merkr
te meneer Hiidebrandt op, en de toon,
waarop hij dit zei, was hoonend. Je
moet het echter zelf weten. Volgens
mijn ideeën was het beter, dat je zoon
een practisch beroep leerde, waarin hij
ook vlug wat verdient. Dat is verstan
diger, dan zich met dergelijke onzekere
dingen in- te laten. Geld verdienen en
i het dan weten te bewaren en te ver
meerderen, dat is d-e hoofdzaak. Wat
baat ie.-nand alle geleerdheid, als men
niets te eten beeft Niemendal Wan
neer het hier mankeert, nu
Hi; wees daarbij op z'n zak en toe
stemmend knikte zijn vriend Arburg,
die blijkbaar dezelfde meening was
toegedaan.
Thankmar zag, dat deze woorden
zijn vader pijn- deden,, in tegenwoordig
heid van een vreemde gesproken, en
voor gene tijd vond, iets te antwoor
den, bracht hij het gesprek op -een an-
der thema.
Waartoe zou hij zich hier opwinden
f en beweren, dat er nog hoogere idealen
i in een ïnenschenleven zijn dan- geld ver-
j dienen Het liefst had hij al zijn ver-
j achting getoond maar ziin verstand
i deed hem hier zwijgen-, -om zijn ouders
wil.
Handig betrok hij Luciaan in het ge
sprek, die zich toinutoe geheel aan de
dames had gewijd.
De jonge kunstenaar was zeer opge
ruimd en bracht met zijn grappige in
vallen allen aan 't lachen-hij was hee-
lèthaal in zijn element en de rijkelijk
genoten perzikbowl deed het overige.
Ik ben zoo goed -geluimd- van-d-aag,
dat ik de geheele wer-eld wel omarmen
kon, riep hij uit.
Nu, begin dan ma-ar met mij,
meneer -de kapelmeester, lachte Arburg
niet zijn- dreunenden lach. Niet Öf
misschien met mijn oudje Ook niet
De jonge dames zeker liever, ja, op uw
keus kan ik zeker niets aanmerken
ik zou het precies zoo doen. Proost.
Hij hield Waldow het gevulde glas
toe.
Is er een bijzondere reden voor
uw goed temeu-r vroeg Martha, met
eer, koketten glimlach tot Waldow
opziend.
Zeker.
(Wordt vervolgd.)