JIBUTI happij Z4TERDAG 14 DECEMBER Jfawjaarswenschen innen. /lissingen. reik oi periodieke ende, iensfbode s» a b, Nieuwjaarsgroeten, GEMEENTEBESTUUR n> DONKERE DAGEN 45>C»e «J ■imm- op vertoon van laandag 16 en 12 uur en des aan het bureau akaart recht ge_ )eld van welken ïum wenscht te andacht op dat de braud- ri PANDBRIEVEN verkrijgbaar is bij circulaire worden Vergadering op ur, in de So&eteit onen, moeten hun jdag 20 December pandbrieven over- s verbaal belasten erlokaal aanwezig en circulaires zijn GIJSELAAR, IAPP1J, HE 1ANSSENS. VAN REEDE. elskantoor hier ter 1 Januari tijdelijk st een aankomend hand schrijvende etuigen kunnende sle aanstelling is Salaris naar be- o „Bediende", bur. ourant." nette ONGEN pres: KLIJBERG, !*VROUW M. QUASTERS, in „INSULINDE." ;en 1 Januari een 16 jaar. Adres: LgjeDekenstr. til. aagd. •straat 38. raagd een flinke NSTBODE. iypark 37 (boven). ESSoJB 16 jaar voor de dags dengeheelen ïuisstr. 16 (boven) iren, niet beneden de Ruyter 22. Üj fes Cenrsrit aetsosfl ggp ilpeysai. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 0.70 voor iedere regel meer 17'/2 cent plaatsing 3|2 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes 35 cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 10 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 "regels 1.15, iedere regel meer 17'/2 cent. ABONNEMENTS-PRljS Voor Vlissingfcn en gemeenten op Walcheren 1.70 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2. Week-abonneinenten 13 cent. Afzon derlijke mummers 3 cent. waarvan een exemplaar door het distri butiebureau zal worden gezonden aan de levensmiddelenbedrijven der inclu sieve gemeenten en aan de speciale commissie voor de vleeschvoorziening in deze gemeente, teneinde de definitie ve regelingen te treffen, weike nader zuilen worden bekend gemaakt. 3 Vlissingen, 15 December 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN -KOUDEKERKE. Evenais vorige jaren zal in het nummer der Vlissirigsche Coisran t dat verschijnen zal en bij de Abonne's bezorgd wordt op Dinsdag 31 Decem ber 1918, de gelegenheid worden opengesteld tot het plaatsen van Deze advertentiën worden opge nomen tegen verminderd tarief en wel van 1 tot 4 regels f 0.50 iedere regel meer 15 cent. In de NaamlijstPer naam en per regel 15 cent. Alles bij vooruitbetaling. Opgaven worden ingewacht vóór of op 30 December a.s. THEE. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat het tijdstip waarop weder aan consumenten thee zal wor den verstrekt nader zal worden bekend 'emaakt. iBon no. 52 is niet geldig voor thee of koffie door den verbruiker deze bon behoort le worden ingeleverd aan den detaillist, die daarmede handelen zal overeenkomstig de bepalingen, voorko mende in Staatscourant no. 290, welke ter hunner voorlichting ter inzage ligt on het disfributiebureau. N.B. Bovengenoemde bon behoort in- geieverd te worden uiterlijk tot en met 17 December 1918, in 'net tegenoverge stelde geval verliest men alle rechten. Vlissinperr, 15 December 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. SCHAPEN- EN PAARDENVLEESCH. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat met ingang van 14 dezer overgegaan zal worden lot het verstrekken van schapen- en -paarden- vleesch respectievelijk tegen de maxi mum kleinhandelprijzen- van 1 per K.G., met dien verstande dat schapen- vleesch met been wordt verkocht en paardenvleesch zonder been. Te ver- hoogen met 10 cents per K.G. voor ritueel schapenvleesoh. Voor het be- komene kwantum schapen- en rund- vleesch wordt een gelijk kwantum rundvleesch minder verstrekt. Wanneer schapenvleesch aangevoerd wordt ont vangt men niet tegelijk paardenvleesch en omgekeerd. Slagers, die goedkoop vleesch verkoopen mogen geen rund vleesch verkoopen en omgekeerd. Voor verdere bepalingen wordt ver wezen naar Staatscourant no. 290, -!(i 't1 gmeisje I INWOEI EN lEKIEIl ROMAN VAN IF* r. L E"HN Eb Geen tegenstribbelen, Edith, an ders moet' ik denken, dat je niet wilt. Je ikuut 'bij ons brood eten. Thankmar heeft dan vacantie en kan den volgen den morgen uitslapen. Kom maar, ver zocht ze op dringenden toon. We zijn zoo langen tijd niet eens gezellig bij el kaar geweest. En, als aan een plotselinge gedachte gehoor gevend voegde ze er aan toe En hoe denkt u er over, meneer Waldow, als u ons tegelijkertijd dat genoegen eens deed. Met een beminnelijk glimlachje zag zij hem aan. Edith was bijna verstomd dat had zij niet verwacht. 'Hoe kon -Martha Aarzelend antwoordde Luciaan, wien deze uit-noodiging zeer verrassend en onverwacht kwam Juffrouw, ik weet deze uitnoodi ging naar waarde te schatten, maar is het niet opdringerig, ais i-k... Hoe kunt u zoo iets denken, me neer Waldow, viel Marthiai hem in de rede. Ik geef u de verzekering, dat SMEEROLIE. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat tot nadere aankondi ging geen administratiekosten zullen worden geheven voor de afgifte van vergunningen tot 'aflevering en. vervoer van smeerolie. Vlissingen, 15 December 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. :Het is al somberheid om ons henen waarheen zich ook het oog wendt, ner gens ontmoet de vorschende blik een. vriendelijk, vroolijk aspect in de natuur. Wanneer we onze dagtaak aanvangen is nauwelijks het morgenlicht door dik ke nevelen geboord en wanneer de mid dag slechts enkele uren verstreken is, omwaart ons alweder een donkere, on doordringbaar dichte nacht. Dit zijn de „donkere dagen" voor Kerstmis, die telkenjare daar zijn, wanneer de zonne op het laatste .punt van haren jaarkring is gekomen.dit zijn de korte dagen, de kortste van heel het jaar en de lang ste nachten dit zijn de rouwdagen der natuur, waarin alles zich in sombere gewaden schijnt gewikkeld te hebben- en het al met een somber doodskleed bedekt lijkt. Het gevogelte is heen ge trokken naar vriendelijker oorden, de bloemen des velds zijn reeds tang ge storven-, de eens zoo frissche, schelle kleurenweelde van onze herfsttuinen heeft voor een dorre en naakte aanblik plaats gemaakt, en op veld en akker ligt het als in doodsche stilte tot zich- zelve gekeerd. Ook in ons gemoed is het thans geen tijd van zorgelooze vroolijkheid, van dartele scherts, van zang en blijgeestig heid. Want evenals in de natuur daar buiten de ernstige somberheid de over hand he.eft, evenzoo is in ons 'hart daar binnen geen plaats voor anders dan diepen ernst. Immers, wij leven nu in een tijd, die wellicht meer dan in eenige periode van den grootsten aller oorlo gen, tot omzichtigheid, tot zelf-besef en tot ernstige overdenking noopt. De zoo- lang en zoo vurig verbeide vredes toestand schijnt niet anders te kunnen tot standkomen-, dan temidden van ont zaggelijke zorgen. Blijkbaar is de ont wrichting van ons maatschappelijk le ven en is de wan-verhouding tusschen de volkeren, vee! grooter en moeilijker te herstellen, dan de meesten onzer het gedacht hebben. Alle regeeringen zijn thans in de weer om den tijd van over gang, van oorlog naar vrede, zooveel mogelijk zonder groote schokken tot stand te doen komen, doch blijkbaar reiken de omstandigheden tot verre buiten het 'bereik hunner goed-bedoelde maatregelen. Noch in de landen der Centralen, noch in die der geallieerden, noch ook in de neutrale rijken lijkt het mijn ouders zich ongemeen zullen ver heugen. l.n 't ge'heim wil ik u wel toe vertrouwen, dat papa en mama u ook zeer bewonderen. Ik reken dus beslist ook op uw komst. Het is toch geen groot gezelschap. Wij zijn onder ons geheel vrij. Zij trok de lichte handschoenen aan en was nu eindelijk gereed om te gaan. Nog wel bedankt voor 't gezellig avondje, voegde ze er bij. Ook Luciaan reikte ze bij 't afscheid de hand, hem daarbij vriendelijk toe knikkend. 'Dus tot weerziens, meneer Wal dow. U blijft nog? O, ik wou u niet tot vertrek aanzetten. U is hier thuis. O, neen, ik wilde ook juist af scheid- nemen en tevens me veront schuldigen dat ik zoo lang ben geble ven. Thankmar had zich reeds vereed ge maakt, Martha te begeleiden en als een vorstin -ruisch-te deze 'heen. Het was haar een geheele geruststel ling, dat Waldow reeds naar zijn kamer was gegaan, terwijl zij in de gang nog de laatste afscheidswoorden met haar tante wisselde. Hij stond dus niet in betrekking met Edith, anders was hij ongetwijfeld wel gebleven. 'Groet oom van nte, rieo Martha r.og, toen ze de trap afging. Tot Dins dagavond dus ïn niet zoo iaat. er ook maar het minst op, dat een normale toestand spoedig aanstaande is. Integendeel komt men meer en meer tot het inzicht, dat allerlei onverwachte moeilijkheden en bezwaren den gelei delijken terugkeer naar rustiger tijden zeer in den weg komen te staan. Van daar een diepe, een groote teleurstel ling bij alle volken men had zich bet oorlogseinde zoo gansch anders ge droomd. Een spoedig herstel van het economisch leven, een spoedig aanbre ken van den dag, die alle volken in een volkerenbond vereenigd zou zien, een elkander helpende, elkander steunende menschheid, een wederzijdsch verzach ten der diepgeslagen oorlogswonden, ziedaar het, helaas, vervlogen toe komstbeeld van millioenen- onzer tijd- genooten. j,mmers, dit eene Is ons thans wel zeer duidelijk geworden, dat de haat en de afgunst, de nijd en de wraak zucht wel degelijk nog zullen blijven rondwaren tusschen de volken, ook wanneer op het geduldige papier de staatslieden een officieelen vrede en officieele vriendschap tusschen de vol ken., met hun handteekening bezegeld zullen hebben. En te -midden dezer van heel anders dan van vriendelijke verge vingsgezindheid vervulde wereld, die zich gereed maakt tot een feilen con- currenti-e-strijd op alle gebieden, is het lot der kleine landen geenszins benij denswaardig. Reeds nu blijkt te over, hoe weinig de groote en- machtige sta ten zich met beweegredenen inlaten, die niet ontieend zijn aan 't felste eigen belang reeds nu wordt in de voorloo- pige co-nferentiën beslist over het lot der zwakken op een wijze, die te den ken geeft reeds nu blijkt het maar weder al te zeer, dat niet het recht, maar nog altijd de macht de verhou ding tusschen de volken bepalen -blijft. Te midden dezer wisselvalligheden en algemeene onzekerheid is het voor een. land als 'het onze dubbel plicht, aandachtig den loop der gebeurtenis sen na te gaan. Voorwaar, ook voor ons is deze tijd er een, die geenszins zonder groote zorgen is. De leiding on zer buitenlandsche politiek vereischt thans de vaste hand van ervaren staats lieden de leiding der binnenl-andsche aangelegenheden voorzeker niet min der. Een 'bepaalde verademing, na den tijd van zorg en kommer, heeft de tijd van den wapenstilstand tusschen de oorlogvoerenden, ons nog geenszins gebracht. Wel is hier en daar een licht straal in ons economisch bestaan door gedrongen en klaart ook de sombere hemel, die vooral onze vaderlandsche scheepvaart verduisterde, wat op doch van helderen dag is nog weinig sprake. Gebrek aan grondstoffen, on voldoende toevoeren, geen genoegzame aanvulling der sterk geslonken brand stofvoorraden, dat alles drukt onze in dustrieën en ons 'h-andelsleven-, Aan al les voelen wij, dat we er nog niet zijn dóar, waar wij na het beëindigen der vijandelijkheden toch spoedig hadden gedacht te zullen komen, 'Het is, evenals in de natuur, ook in ons bestaan als volk nog vol donkere dagen het drukkende, 'het sombere, het grauwe dat we daarbuiten ontwa ren, vinden we ook daarbinnen, wan neer wij, terneder zittend', het beeld Zwijgend ruimde Edith het theeser- I vies op, terwijl haar moeder maar al- i door over Martha sprak, hoe vriendelijk j ze geweest was en Edith juist zoo on- j vriendelijk waarom ze de broche niet had aangenomen en Martha zoo doende had beleedigd. Neen, -pleizier -gedaan, moeder, antwoordde het jonge meisje bitter. Het was 'haar in 't geheel geen ernst en dat voelt men toch. Ze wilde zich mooi voordoen voor meneer Waldow. Ik kon de broche niet aannemen, omdat ik haar had doorzien. Nu gaat u gauw slapen, moedertje, tt hebt u ingespan nen vanavond. Ik blijf op, tot Thank mar weer terug is. Vader za! ook direct wel thuis .komen. Ga nu toch, ik spoel de kopjes .nog even om, bet water is toch nog heet. Zacht duwde ze haar moeder naar de slaapkamerdeur. Ze wilde alteen zijn, ze kon niets meer over Martha hooren, die ze thans meer dan ooit haatte. Wat was ze ondrinoerig geweest te gen Luciaan. Edit-h had de keukendeur, die dicht bij de huiskamer was, open gelaten, op dat liet lichtschijnsel op de trap viel, als Thankmar weer thuis kwam. Ze hoorde, hoe -Luciaan zachtjes, zijn kamerdeur opende en zachtjes op de glazen deur der huiskamer tikte. Snel ging ze er heen en deed de deur aanschouwen van land en luiden van het kleine Nederland, te midden der groote wereld-woelingen. Toch, al stemt het heden geenszins tot opge ruimdheid, wij weten óók, dat het n'et altoos zoo duren zal. Eenmaal keert het blijde jaargetijde terug, vreugde en le ven. schoonheid en weelde brengend voor het hunkerend menschenhart en eenmaal ook za! uit de woelige wente lingen--dezer onzekere tijden, een nieuw leven, een nieuw bestaan voor de naar geluk en welvaart hunkerende v-lkgn rijzen. Moge het tijdstip der verwezen lijking daarvan spoedig aanbreken KAMER OVERZICHT. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De sociaal-democraten hebben een kinderachtigheid uitgehaald. Op ver zoek van de revolutionair-socialisten werd hoofdelijke stemming gehouden over het eerste hoofdstuk der begroo ting, bevattende de uitgaven voor het Huis der Koningin. De heer Schaper kwam nu vertellen dat zijn fractie nooit actie heeft gevoerd tegen het Koninklijk Huis, maar dat zij thans tegen dit hoofdstuk zou stemmen, omdat in de laatste weken het Hoofd van Staat zich 'heeft gemengd' en nogal recht streeks in den politieken strijd. Nu moest zijn fractie toonen dat zij toch altijd nog revolutionair was. Men ziet het het zweepje van Wijnkoop werkte weer. -Het is afgezien daarvan onzin om tegen dit hoofdstuk te stemmen, aangezien de Grondwet dit hoofdstuk dwingend eischt, hetgeen door den heer Beumer nogeens duidelijk in het licht is gesteld. Doordat aan de algemeene beschou wingen waren vastgeknoopt de kwes ties van den Duitschen keizer en den doortocht door Limburg, was aan het hoofdstuk „buitenlandsche zaken" de aantrekkelijkheid ontnomen.. Er bleef nu niet veel meer over dan wat ge- causeer over den volkenbond en de economische voorlichting in den vreem de, den consulairen dienst en nog eeni ge andere -punten. De heer van -Bere- steijn vroeg verlof nog even te mogen terugkomen op de doortochtskwestie teneinde eenige vragen te stellen over deze kwestie. Het is nl. uit de persbe richten nog maar nooit duidelijk ge worden hoe het toch met eventueele protesten van- de gezanten gesteld is. Is er geprotesteerd Wanneer is dat geschied Wanneer zijn de nota's ge komen waarvan minister Ruys de Bee- renbrouck gisteren sprak De economische voorlichting is een geliefkoosd onderwerp in de Kamer. De heer van Beresteijn. wenscht zelfs op richting van een zelfstandig Centraal Bureau- voor deze voorlichting, dat contact za-1 brengen tusschen onzen handel en de betrekkingen in het bui- tentand. Weliswaar is de minister er toe over gegaan om handelsattaché's aan te stellen, maar dat is nog niet voldoen de. Meer consuls, ook ambulante con suls wenschte de heer de Jonge, die tevens pleitte voor een meer democra tische inrichting van dit departement in -overeenstemming met de wijzigin gen in de diplomatie die het gevolg zijn van den wereldoorlog. Een breedere taak is voor dit departement wegge legd, zoowel op diploifia-tiek als econo misch gebied. In verband hiermede pleitte de heer "Dresselhuijs voor een op -een kier ooen. Wat is er, Luciaan Ga nu, wees voorzichtig, als iemand ons eens zag, fluisterde ze angstig, ik smeek je, ga. Hij drong zich door den kier naar binnen en sloeg zijn armen om haar heen, haar vaster tegen, zich aandruk kend. -Niemand kan ons zien, alles Is stil, -fluisterde hij, ik ga direct lk wii mijn kus alleen maar hebben, lieveling, en je mog zegden, dat je het liefste meisje bent o.p de heele wereld Ik moet je dit nog even zeggen nu goe den nacht, slaap wel. Jnnig drukte hij een kus op haar half geopenden mond en zacht vroeg ze, haar hoofdje tegen zijn schouder leg gend Luciaan, je hebt me immers lief Je bent mijn alles, mijn schat. Teeder streek hii over haar gelaat. Tevreden en gelukkig ging Edith een half uur later slapen. Nu was ze kalm. -Zii was zeker van haar .Luciaan -niemand zou in staat zijn, baar hem te ontfutselen. -IV. Je bent gisteren flink laat thuis gekomen, Martha. Papa en ik, we wa ren beiden zoo moe, dat we niet langer konden wachten. Met deze woorden ontving mevrouw Hitdebrandt den volgenden morgen haar dochter. samengaan met de Skandinavische lan den, opdat o.a. een betere regeling v/n de prijsgerechten zal worden verkre gen, waaraan de vele on-rechten, die onze schepen zijn aangedaan, zullen worden voorgelegd. -Het is z.i. noodig dat de vrijheid ter zee volledig wordt gekregen en- dat herstel wordt veroverd van het vele nadeel dat ons door tor pedeeringen en opbrengingen van sche pen is aangedaan. In verband hiermede weschte hij de instelling van -een com missie die alle schade za! onderzoeken-. Tegenover de eischen die men aan ons wil stellen, kan Nederland ook heel wat eischen stellen. Herhaaldelijk is ons recht geschonden -en men heeft voort durend allerlei tractaten als scheurpa pier beschouwd'. Ook de heer van Doorn was van die opvatting. Deze kwain ook eens krachtig op tegen het handhaven van den heer de Stuers als gezant te Parijs. Deze man is geen per sona grata in Frankrijk, ook al omdat hij de schoonvader is van een Duitèch gezant. Bovendien is hij 78 jaar en dus is hei de vraag of hij wel. de meest ge schikte man is om onze belangen te be hartigen. Over den volkerenbond hebben ver schillende leden hun licht laten schij nen. Men... hoopt algemeen dat er veel van terecht zal komen-, maar voorzich tigheid blijft geboden, betoogde de heer Schaper, omdat die "bond niet eenzijdig moet zijn ten gunste van de Entente. Voor Zeeuwsch-Viaanderen sprak de heer van der Bilt een warm woord. Dinsdag de minister. BINNENLAND Een Belgische nota. Reuter verneemt, dat als gevolg van de onlangs plaats gehad hebbende doorlating van- Duitsche troepen en oorlogsmateriaal door Limburg de Bel gische regeerina aan de Nederlandsche verzocht heeft faciliteiten toe te staan voor 'het vervoer van oorlogsmateriaal over de Schelde naar Antweroen. Naar aanleiding hiervan schrijft de „Nieuwe Ct." Dat verlangen zal als Reuter het juist heeft geformuleerd wel worden ingewilligd. Onze regeering heeft in haar jongste maatregelen bewezen, dat zij -den oorlog ais afgeloopen be schouwt en wil helpen liquideeren en waar gedurende den oorlog bewanende handelsvaartuigen werden geweerd uit onze wateren, worden thans bijv. zelfs oorlogsschepen toegelaten. Het is dus hoogstwaarschijnlijk, dat tegen een aanvoer va.n oorlogsmate riaal over de Schelde naar Antwerpen mits -onder de handelsvlag geen be zwaar zal worden gemaakt. Vóór den oorlog toch zou dergelijk vervoer ook geen moeilijkheden hebben ondervon den. Maar treft het nu het departement van buitenlandsche zaken niet zelf als iets ergetijk zonderlings, dat het Neder landsche volk, wel- van minister Ruijs in de Kamer hoort er zijn niet-gelijk- fuiden-de nota's in zake den doortocht van (ontwapende) Duitschers van En tente-zijde ontvangen, maar dan van Reuter moet vernemen, wat er in die nota's staat Men heeft blijkbaar gemeend, dat het beter was om ons volk tegelijk het ant woord der eigen regeering voor te zet ten, tnaar een dergelijk besluit heeft toch alleen zin, als men zeker is, dat ook van andere zijde geen publicatie pi'aats vindt, en die zekerheid is er im mers niet. Indien Reuters lezing nu in e.enig opzicht onjuist is, dan wordt we derom een verkeerd denkbeeld geves- Je wou toch on z'n- laatst om tien uur thuis zijn. Was het gezellig bij de Bürkners Martha haalde de schouders op en een geringschattende trek kwam om haar mond. Nu ja, men zag den goeden wil. Alles is er zoo armoedig, dat men zich bijna geneert, een kop thee en een stuk koek te nemen. Het soeet -me bijna, dat ze de uitgaven hadden gedaan. Dat moeten ze zeker vandaag -op 't eten weer uitzuinigen. Het jonge meisje zat in een elegante negligé aan de rijkelijk gedekte ontbijt tafel en smeerde zich een broodje met 'honig. Haar vader, in een bonten Turkschen slaaprok gehuld, was al druk bezig een broodje, dicht met vleesch bedekt, naar binnen te stuwen af en toe wierp hij een blik in de naast hem liggende krant, haastig en luid smakkend. De geheele kamer, de tafel, en de aanzittenden maakten den indruk van een behaaglijk renteniersleven, vrij van alle zorgen-, Wat zei Edith van den mantel Was ze er blij mee? vroeg mevrouw Hildebrandt, -een groote. grotbeenderi- ge vrouw, met gladgestreken nog ge heel- donker haar en een alled'aagsch gezicht, waarop een een-igszi-ns onte vreden uitdrukking lag. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1