JIBUTI
happij
Z4TERDAG 14 DECEMBER
Jfawjaarswenschen
innen.
/lissingen.
reik oi periodieke
ende,
iensfbode
s» a b,
Nieuwjaarsgroeten,
GEMEENTEBESTUUR
n>
DONKERE DAGEN
45>C»e «J
■imm-
op vertoon van
laandag 16 en
12 uur en des
aan het bureau
akaart recht ge_
)eld van welken
ïum wenscht te
andacht op dat
de braud-
ri PANDBRIEVEN
verkrijgbaar is bij
circulaire worden
Vergadering op
ur, in de So&eteit
onen, moeten hun
jdag 20 December
pandbrieven over-
s verbaal belasten
erlokaal aanwezig
en circulaires zijn
GIJSELAAR,
IAPP1J,
HE 1ANSSENS.
VAN REEDE.
elskantoor hier ter
1 Januari tijdelijk
st een aankomend
hand schrijvende
etuigen kunnende
sle aanstelling is
Salaris naar be-
o „Bediende", bur.
ourant."
nette
ONGEN
pres: KLIJBERG,
!*VROUW
M. QUASTERS,
in „INSULINDE."
;en 1 Januari een
16 jaar. Adres:
LgjeDekenstr. til.
aagd.
•straat 38.
raagd een flinke
NSTBODE.
iypark 37 (boven).
ESSoJB
16 jaar voor de
dags dengeheelen
ïuisstr. 16 (boven)
iren, niet beneden
de Ruyter 22.
Üj fes Cenrsrit aetsosfl ggp ilpeysai.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 0.70 voor iedere
regel meer 17'/2 cent plaatsing 3|2 X
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes 35 cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 10 cent
per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 "regels
1.15, iedere regel meer 17'/2 cent.
ABONNEMENTS-PRljS
Voor Vlissingfcn en gemeenten op
Walcheren 1.70 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk: ƒ2.
Week-abonneinenten 13 cent. Afzon
derlijke mummers 3 cent.
waarvan een exemplaar door het distri
butiebureau zal worden gezonden aan
de levensmiddelenbedrijven der inclu
sieve gemeenten en aan de speciale
commissie voor de vleeschvoorziening
in deze gemeente, teneinde de definitie
ve regelingen te treffen, weike nader
zuilen worden bekend gemaakt.
3 Vlissingen, 15 December 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN -KOUDEKERKE.
Evenais vorige jaren
zal in het nummer der
Vlissirigsche Coisran t
dat verschijnen zal en bij de Abonne's
bezorgd wordt op Dinsdag 31 Decem
ber 1918, de gelegenheid worden
opengesteld tot het plaatsen van
Deze advertentiën worden opge
nomen tegen verminderd tarief en
wel van 1 tot 4 regels f 0.50 iedere
regel meer 15 cent.
In de NaamlijstPer naam en per
regel 15 cent. Alles bij vooruitbetaling.
Opgaven worden ingewacht vóór
of op 30 December a.s.
THEE.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat het tijdstip waarop
weder aan consumenten thee zal wor
den verstrekt nader zal worden bekend
'emaakt.
iBon no. 52 is niet geldig voor thee
of koffie door den verbruiker deze bon
behoort le worden ingeleverd aan den
detaillist, die daarmede handelen zal
overeenkomstig de bepalingen, voorko
mende in Staatscourant no. 290, welke
ter hunner voorlichting ter inzage ligt
on het disfributiebureau.
N.B. Bovengenoemde bon behoort in-
geieverd te worden uiterlijk tot en met
17 December 1918, in 'net tegenoverge
stelde geval verliest men alle rechten.
Vlissinperr, 15 December 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
SCHAPEN- EN PAARDENVLEESCH.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat met ingang van 14
dezer overgegaan zal worden lot het
verstrekken van schapen- en -paarden-
vleesch respectievelijk tegen de maxi
mum kleinhandelprijzen- van 1 per
K.G., met dien verstande dat schapen-
vleesch met been wordt verkocht en
paardenvleesch zonder been. Te ver-
hoogen met 10 cents per K.G. voor
ritueel schapenvleesoh. Voor het be-
komene kwantum schapen- en rund-
vleesch wordt een gelijk kwantum
rundvleesch minder verstrekt. Wanneer
schapenvleesch aangevoerd wordt ont
vangt men niet tegelijk paardenvleesch
en omgekeerd. Slagers, die goedkoop
vleesch verkoopen mogen geen rund
vleesch verkoopen en omgekeerd.
Voor verdere bepalingen wordt ver
wezen naar Staatscourant no. 290,
-!(i
't1
gmeisje I INWOEI EN lEKIEIl
ROMAN VAN
IF* r. L E"HN Eb
Geen tegenstribbelen, Edith, an
ders moet' ik denken, dat je niet wilt.
Je ikuut 'bij ons brood eten. Thankmar
heeft dan vacantie en kan den volgen
den morgen uitslapen. Kom maar, ver
zocht ze op dringenden toon. We zijn
zoo langen tijd niet eens gezellig bij el
kaar geweest.
En, als aan een plotselinge gedachte
gehoor gevend voegde ze er aan toe
En hoe denkt u er over, meneer
Waldow, als u ons tegelijkertijd dat
genoegen eens deed.
Met een beminnelijk glimlachje zag
zij hem aan.
Edith was bijna verstomd dat had
zij niet verwacht. 'Hoe kon -Martha
Aarzelend antwoordde Luciaan, wien
deze uit-noodiging zeer verrassend en
onverwacht kwam
Juffrouw, ik weet deze uitnoodi
ging naar waarde te schatten, maar is
het niet opdringerig, ais i-k...
Hoe kunt u zoo iets denken, me
neer Waldow, viel Marthiai hem in de
rede. Ik geef u de verzekering, dat
SMEEROLIE.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat tot nadere aankondi
ging geen administratiekosten zullen
worden geheven voor de afgifte van
vergunningen tot 'aflevering en. vervoer
van smeerolie.
Vlissingen, 15 December 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
:Het is al somberheid om ons henen
waarheen zich ook het oog wendt, ner
gens ontmoet de vorschende blik een.
vriendelijk, vroolijk aspect in de natuur.
Wanneer we onze dagtaak aanvangen
is nauwelijks het morgenlicht door dik
ke nevelen geboord en wanneer de mid
dag slechts enkele uren verstreken is,
omwaart ons alweder een donkere, on
doordringbaar dichte nacht. Dit zijn de
„donkere dagen" voor Kerstmis, die
telkenjare daar zijn, wanneer de zonne
op het laatste .punt van haren jaarkring
is gekomen.dit zijn de korte dagen,
de kortste van heel het jaar en de lang
ste nachten dit zijn de rouwdagen der
natuur, waarin alles zich in sombere
gewaden schijnt gewikkeld te hebben-
en het al met een somber doodskleed
bedekt lijkt. Het gevogelte is heen ge
trokken naar vriendelijker oorden, de
bloemen des velds zijn reeds tang ge
storven-, de eens zoo frissche, schelle
kleurenweelde van onze herfsttuinen
heeft voor een dorre en naakte aanblik
plaats gemaakt, en op veld en akker
ligt het als in doodsche stilte tot zich-
zelve gekeerd.
Ook in ons gemoed is het thans geen
tijd van zorgelooze vroolijkheid, van
dartele scherts, van zang en blijgeestig
heid. Want evenals in de natuur daar
buiten de ernstige somberheid de over
hand he.eft, evenzoo is in ons 'hart daar
binnen geen plaats voor anders dan
diepen ernst. Immers, wij leven nu in
een tijd, die wellicht meer dan in eenige
periode van den grootsten aller oorlo
gen, tot omzichtigheid, tot zelf-besef en
tot ernstige overdenking noopt. De
zoo- lang en zoo vurig verbeide vredes
toestand schijnt niet anders te kunnen
tot standkomen-, dan temidden van ont
zaggelijke zorgen. Blijkbaar is de ont
wrichting van ons maatschappelijk le
ven en is de wan-verhouding tusschen
de volkeren, vee! grooter en moeilijker
te herstellen, dan de meesten onzer het
gedacht hebben. Alle regeeringen zijn
thans in de weer om den tijd van over
gang, van oorlog naar vrede, zooveel
mogelijk zonder groote schokken tot
stand te doen komen, doch blijkbaar
reiken de omstandigheden tot verre
buiten het 'bereik hunner goed-bedoelde
maatregelen. Noch in de landen der
Centralen, noch in die der geallieerden,
noch ook in de neutrale rijken lijkt het
mijn ouders zich ongemeen zullen ver
heugen. l.n 't ge'heim wil ik u wel toe
vertrouwen, dat papa en mama u ook
zeer bewonderen. Ik reken dus beslist
ook op uw komst. Het is toch geen
groot gezelschap. Wij zijn onder ons
geheel vrij.
Zij trok de lichte handschoenen aan
en was nu eindelijk gereed om te gaan.
Nog wel bedankt voor 't gezellig
avondje, voegde ze er bij.
Ook Luciaan reikte ze bij 't afscheid
de hand, hem daarbij vriendelijk toe
knikkend.
'Dus tot weerziens, meneer Wal
dow. U blijft nog? O, ik wou u niet tot
vertrek aanzetten. U is hier thuis.
O, neen, ik wilde ook juist af
scheid- nemen en tevens me veront
schuldigen dat ik zoo lang ben geble
ven.
Thankmar had zich reeds vereed ge
maakt, Martha te begeleiden en als een
vorstin -ruisch-te deze 'heen.
Het was haar een geheele geruststel
ling, dat Waldow reeds naar zijn kamer
was gegaan, terwijl zij in de gang nog
de laatste afscheidswoorden met haar
tante wisselde.
Hij stond dus niet in betrekking met
Edith, anders was hij ongetwijfeld wel
gebleven.
'Groet oom van nte, rieo Martha
r.og, toen ze de trap afging. Tot Dins
dagavond dus ïn niet zoo iaat.
er ook maar het minst op, dat een
normale toestand spoedig aanstaande
is. Integendeel komt men meer en meer
tot het inzicht, dat allerlei onverwachte
moeilijkheden en bezwaren den gelei
delijken terugkeer naar rustiger tijden
zeer in den weg komen te staan. Van
daar een diepe, een groote teleurstel
ling bij alle volken men had zich bet
oorlogseinde zoo gansch anders ge
droomd. Een spoedig herstel van het
economisch leven, een spoedig aanbre
ken van den dag, die alle volken in een
volkerenbond vereenigd zou zien, een
elkander helpende, elkander steunende
menschheid, een wederzijdsch verzach
ten der diepgeslagen oorlogswonden,
ziedaar het, helaas, vervlogen toe
komstbeeld van millioenen- onzer tijd-
genooten.
j,mmers, dit eene Is ons thans wel
zeer duidelijk geworden, dat de haat
en de afgunst, de nijd en de wraak
zucht wel degelijk nog zullen blijven
rondwaren tusschen de volken, ook
wanneer op het geduldige papier de
staatslieden een officieelen vrede en
officieele vriendschap tusschen de vol
ken., met hun handteekening bezegeld
zullen hebben. En te -midden dezer van
heel anders dan van vriendelijke verge
vingsgezindheid vervulde wereld, die
zich gereed maakt tot een feilen con-
currenti-e-strijd op alle gebieden, is het
lot der kleine landen geenszins benij
denswaardig. Reeds nu blijkt te over,
hoe weinig de groote en- machtige sta
ten zich met beweegredenen inlaten,
die niet ontieend zijn aan 't felste eigen
belang reeds nu wordt in de voorloo-
pige co-nferentiën beslist over het lot
der zwakken op een wijze, die te den
ken geeft reeds nu blijkt het maar
weder al te zeer, dat niet het recht,
maar nog altijd de macht de verhou
ding tusschen de volken bepalen -blijft.
Te midden dezer wisselvalligheden
en algemeene onzekerheid is het voor
een. land als 'het onze dubbel plicht,
aandachtig den loop der gebeurtenis
sen na te gaan. Voorwaar, ook voor
ons is deze tijd er een, die geenszins
zonder groote zorgen is. De leiding on
zer buitenlandsche politiek vereischt
thans de vaste hand van ervaren staats
lieden de leiding der binnenl-andsche
aangelegenheden voorzeker niet min
der. Een 'bepaalde verademing, na den
tijd van zorg en kommer, heeft de tijd
van den wapenstilstand tusschen de
oorlogvoerenden, ons nog geenszins
gebracht. Wel is hier en daar een licht
straal in ons economisch bestaan door
gedrongen en klaart ook de sombere
hemel, die vooral onze vaderlandsche
scheepvaart verduisterde, wat op
doch van helderen dag is nog weinig
sprake. Gebrek aan grondstoffen, on
voldoende toevoeren, geen genoegzame
aanvulling der sterk geslonken brand
stofvoorraden, dat alles drukt onze in
dustrieën en ons 'h-andelsleven-, Aan al
les voelen wij, dat we er nog niet zijn
dóar, waar wij na het beëindigen der
vijandelijkheden toch spoedig hadden
gedacht te zullen komen,
'Het is, evenals in de natuur, ook in
ons bestaan als volk nog vol donkere
dagen het drukkende, 'het sombere,
het grauwe dat we daarbuiten ontwa
ren, vinden we ook daarbinnen, wan
neer wij, terneder zittend', het beeld
Zwijgend ruimde Edith het theeser-
I vies op, terwijl haar moeder maar al-
i door over Martha sprak, hoe vriendelijk
j ze geweest was en Edith juist zoo on-
j vriendelijk waarom ze de broche
niet had aangenomen en Martha zoo
doende had beleedigd.
Neen, -pleizier -gedaan, moeder,
antwoordde het jonge meisje bitter. Het
was 'haar in 't geheel geen ernst en dat
voelt men toch. Ze wilde zich mooi
voordoen voor meneer Waldow. Ik kon
de broche niet aannemen, omdat ik
haar had doorzien. Nu gaat u gauw
slapen, moedertje, tt hebt u ingespan
nen vanavond. Ik blijf op, tot Thank
mar weer terug is. Vader za! ook direct
wel thuis .komen. Ga nu toch, ik spoel
de kopjes .nog even om, bet water is
toch nog heet.
Zacht duwde ze haar moeder naar
de slaapkamerdeur.
Ze wilde alteen zijn, ze kon niets
meer over Martha hooren, die ze thans
meer dan ooit haatte.
Wat was ze ondrinoerig geweest te
gen Luciaan.
Edit-h had de keukendeur, die dicht
bij de huiskamer was, open gelaten, op
dat liet lichtschijnsel op de trap viel, als
Thankmar weer thuis kwam.
Ze hoorde, hoe -Luciaan zachtjes, zijn
kamerdeur opende en zachtjes op de
glazen deur der huiskamer tikte.
Snel ging ze er heen en deed de deur
aanschouwen van land en luiden van
het kleine Nederland, te midden der
groote wereld-woelingen. Toch, al
stemt het heden geenszins tot opge
ruimdheid, wij weten óók, dat het n'et
altoos zoo duren zal. Eenmaal keert het
blijde jaargetijde terug, vreugde en le
ven. schoonheid en weelde brengend
voor het hunkerend menschenhart en
eenmaal ook za! uit de woelige wente
lingen--dezer onzekere tijden, een nieuw
leven, een nieuw bestaan voor de naar
geluk en welvaart hunkerende v-lkgn
rijzen. Moge het tijdstip der verwezen
lijking daarvan spoedig aanbreken
KAMER OVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
De sociaal-democraten hebben een
kinderachtigheid uitgehaald. Op ver
zoek van de revolutionair-socialisten
werd hoofdelijke stemming gehouden
over het eerste hoofdstuk der begroo
ting, bevattende de uitgaven voor het
Huis der Koningin. De heer Schaper
kwam nu vertellen dat zijn fractie nooit
actie heeft gevoerd tegen het Koninklijk
Huis, maar dat zij thans tegen dit
hoofdstuk zou stemmen, omdat in de
laatste weken het Hoofd van Staat zich
'heeft gemengd' en nogal recht
streeks in den politieken strijd. Nu
moest zijn fractie toonen dat zij toch
altijd nog revolutionair was. Men ziet
het het zweepje van Wijnkoop werkte
weer. -Het is afgezien daarvan onzin
om tegen dit hoofdstuk te stemmen,
aangezien de Grondwet dit hoofdstuk
dwingend eischt, hetgeen door den heer
Beumer nogeens duidelijk in het licht is
gesteld.
Doordat aan de algemeene beschou
wingen waren vastgeknoopt de kwes
ties van den Duitschen keizer en den
doortocht door Limburg, was aan het
hoofdstuk „buitenlandsche zaken" de
aantrekkelijkheid ontnomen.. Er bleef
nu niet veel meer over dan wat ge-
causeer over den volkenbond en de
economische voorlichting in den vreem
de, den consulairen dienst en nog eeni
ge andere -punten. De heer van -Bere-
steijn vroeg verlof nog even te mogen
terugkomen op de doortochtskwestie
teneinde eenige vragen te stellen over
deze kwestie. Het is nl. uit de persbe
richten nog maar nooit duidelijk ge
worden hoe het toch met eventueele
protesten van- de gezanten gesteld is.
Is er geprotesteerd Wanneer is dat
geschied Wanneer zijn de nota's ge
komen waarvan minister Ruys de Bee-
renbrouck gisteren sprak
De economische voorlichting is een
geliefkoosd onderwerp in de Kamer. De
heer van Beresteijn. wenscht zelfs op
richting van een zelfstandig Centraal
Bureau- voor deze voorlichting, dat
contact za-1 brengen tusschen onzen
handel en de betrekkingen in het bui-
tentand.
Weliswaar is de minister er toe over
gegaan om handelsattaché's aan te
stellen, maar dat is nog niet voldoen
de. Meer consuls, ook ambulante con
suls wenschte de heer de Jonge, die
tevens pleitte voor een meer democra
tische inrichting van dit departement
in -overeenstemming met de wijzigin
gen in de diplomatie die het gevolg zijn
van den wereldoorlog. Een breedere
taak is voor dit departement wegge
legd, zoowel op diploifia-tiek als econo
misch gebied. In verband hiermede
pleitte de heer "Dresselhuijs voor een
op -een kier ooen.
Wat is er, Luciaan Ga nu, wees
voorzichtig, als iemand ons eens zag,
fluisterde ze angstig, ik smeek je, ga.
Hij drong zich door den kier naar
binnen en sloeg zijn armen om haar
heen, haar vaster tegen, zich aandruk
kend.
-Niemand kan ons zien, alles Is
stil, -fluisterde hij, ik ga direct lk wii
mijn kus alleen maar hebben, lieveling,
en je mog zegden, dat je het liefste
meisje bent o.p de heele wereld Ik
moet je dit nog even zeggen nu goe
den nacht, slaap wel.
Jnnig drukte hij een kus op haar half
geopenden mond en zacht vroeg ze,
haar hoofdje tegen zijn schouder leg
gend
Luciaan, je hebt me immers lief
Je bent mijn alles, mijn schat.
Teeder streek hii over haar gelaat.
Tevreden en gelukkig ging Edith een
half uur later slapen.
Nu was ze kalm. -Zii was zeker van
haar .Luciaan -niemand zou in staat
zijn, baar hem te ontfutselen.
-IV.
Je bent gisteren flink laat thuis
gekomen, Martha. Papa en ik, we wa
ren beiden zoo moe, dat we niet langer
konden wachten.
Met deze woorden ontving mevrouw
Hitdebrandt den volgenden morgen
haar dochter.
samengaan met de Skandinavische lan
den, opdat o.a. een betere regeling v/n
de prijsgerechten zal worden verkre
gen, waaraan de vele on-rechten, die
onze schepen zijn aangedaan, zullen
worden voorgelegd. -Het is z.i. noodig
dat de vrijheid ter zee volledig wordt
gekregen en- dat herstel wordt veroverd
van het vele nadeel dat ons door tor
pedeeringen en opbrengingen van sche
pen is aangedaan. In verband hiermede
weschte hij de instelling van -een com
missie die alle schade za! onderzoeken-.
Tegenover de eischen die men aan ons
wil stellen, kan Nederland ook heel wat
eischen stellen. Herhaaldelijk is ons
recht geschonden -en men heeft voort
durend allerlei tractaten als scheurpa
pier beschouwd'. Ook de heer van
Doorn was van die opvatting. Deze
kwain ook eens krachtig op tegen het
handhaven van den heer de Stuers als
gezant te Parijs. Deze man is geen per
sona grata in Frankrijk, ook al omdat
hij de schoonvader is van een Duitèch
gezant. Bovendien is hij 78 jaar en dus
is hei de vraag of hij wel. de meest ge
schikte man is om onze belangen te be
hartigen.
Over den volkerenbond hebben ver
schillende leden hun licht laten schij
nen. Men... hoopt algemeen dat er veel
van terecht zal komen-, maar voorzich
tigheid blijft geboden, betoogde de heer
Schaper, omdat die "bond niet eenzijdig
moet zijn ten gunste van de Entente.
Voor Zeeuwsch-Viaanderen sprak de
heer van der Bilt een warm woord.
Dinsdag de minister.
BINNENLAND
Een Belgische nota.
Reuter verneemt, dat als gevolg van
de onlangs plaats gehad hebbende
doorlating van- Duitsche troepen en
oorlogsmateriaal door Limburg de Bel
gische regeerina aan de Nederlandsche
verzocht heeft faciliteiten toe te staan
voor 'het vervoer van oorlogsmateriaal
over de Schelde naar Antweroen.
Naar aanleiding hiervan schrijft de
„Nieuwe Ct."
Dat verlangen zal als Reuter het
juist heeft geformuleerd wel worden
ingewilligd. Onze regeering heeft in
haar jongste maatregelen bewezen, dat
zij -den oorlog ais afgeloopen be
schouwt en wil helpen liquideeren en
waar gedurende den oorlog bewanende
handelsvaartuigen werden geweerd uit
onze wateren, worden thans bijv. zelfs
oorlogsschepen toegelaten.
Het is dus hoogstwaarschijnlijk, dat
tegen een aanvoer va.n oorlogsmate
riaal over de Schelde naar Antwerpen
mits -onder de handelsvlag geen be
zwaar zal worden gemaakt. Vóór den
oorlog toch zou dergelijk vervoer ook
geen moeilijkheden hebben ondervon
den.
Maar treft het nu het departement
van buitenlandsche zaken niet zelf als
iets ergetijk zonderlings, dat het Neder
landsche volk, wel- van minister Ruijs
in de Kamer hoort er zijn niet-gelijk-
fuiden-de nota's in zake den doortocht
van (ontwapende) Duitschers van En
tente-zijde ontvangen, maar dan van
Reuter moet vernemen, wat er in die
nota's staat
Men heeft blijkbaar gemeend, dat het
beter was om ons volk tegelijk het ant
woord der eigen regeering voor te zet
ten, tnaar een dergelijk besluit heeft
toch alleen zin, als men zeker is, dat
ook van andere zijde geen publicatie
pi'aats vindt, en die zekerheid is er im
mers niet. Indien Reuters lezing nu in
e.enig opzicht onjuist is, dan wordt we
derom een verkeerd denkbeeld geves-
Je wou toch on z'n- laatst om tien
uur thuis zijn. Was het gezellig bij de
Bürkners
Martha haalde de schouders op en
een geringschattende trek kwam om
haar mond.
Nu ja, men zag den goeden wil.
Alles is er zoo armoedig, dat men zich
bijna geneert, een kop thee en een stuk
koek te nemen. Het soeet -me bijna, dat
ze de uitgaven hadden gedaan. Dat
moeten ze zeker vandaag -op 't eten
weer uitzuinigen.
Het jonge meisje zat in een elegante
negligé aan de rijkelijk gedekte ontbijt
tafel en smeerde zich een broodje met
'honig.
Haar vader, in een bonten Turkschen
slaaprok gehuld, was al druk bezig een
broodje, dicht met vleesch bedekt, naar
binnen te stuwen af en toe wierp hij
een blik in de naast hem liggende krant,
haastig en luid smakkend.
De geheele kamer, de tafel, en de
aanzittenden maakten den indruk van
een behaaglijk renteniersleven, vrij van
alle zorgen-,
Wat zei Edith van den mantel
Was ze er blij mee? vroeg mevrouw
Hildebrandt, -een groote. grotbeenderi-
ge vrouw, met gladgestreken nog ge
heel- donker haar en een alled'aagsch
gezicht, waarop een een-igszi-ns onte
vreden uitdrukking lag.
(Wordt vervolgd.)