No. ^343 Jaarimig DONDERDAG 17 OCTOBBR. dEMEBNTEBESTUUR KAMEROVERZICHT. BINNENLAND 1918 FEUILLETON GORT. Burgemeester van V-tts-slfigen --taakt 'bekend dat met ingang van 6 November 1618 een Ihoofdelijk rantsoen van gort ivan 2 ons per vier weken wordt'vastgesteld. Vlissingen, 16 Oototoer 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDFKF.RKE. ZEEVISCH. De Burgemeester van ViisSiivgen maakt hakend, dat zij die zeevisc-h- soorten verkoopen, venmeid Op de ma- ximirm-iprijslijste.n, geen andere zee- visohsoorten mogen in voorraad -heb ben en|of afleveren. Tot nader order zal bij verkoop aan regeeringSvischbon no. 28 gedurende het eerste Ihalf uur geholpen worden e.n daarna bo.ri no. 52 en 28 door elkander. Vlissingen, 17 October 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. PLUIMVEE. Ofc 'Burgemeester van Vlissingen maalt bekend dat zij, die wilde een den, rotganzen, plevieren en wilde ko nijnen aa,n net Rijk willen leveren, zich kunnen wenden tot liet 'Rijkskantoor voor pluimvee en eieren, Kanaalstraat 8, te 's-Graven:hage. Vlissingen, 16 October 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. VLAS. '©e Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat zij, die .nog in het 'bezit zijn van vlas, dat overeenkomt met -het standaardimonster in de pak huizen van het -Rij-kskantoor voor vlas, Cstandstraat 40, 4e .Rotterdam, die be lmoren in te -leveren vóór 1 November 1918 aan de pakhuizen voornoemd, zullende bij nalatigheid het vlas wor- oen in -bezit genomen. Vlissinigen, 1 October 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. KOPER. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat vervoerbeWijzen voor koper en kabel, vrijgemaakt uit igeleidin-gsnetten enz. alleen zullen af gegeven worden door het Rijkskantoor voor koper, Prinses Madestraat 6a, te 's-Graven'hage, als -blijkt dat -het doel waarvoor het koper verkocht wordt kan goedgekeurd worden -en dat de prijs 'bij aflevering, al .naar den toe stand en afmetingen van het electro- lytisdhe Ikoper, niet boo,ger is dan acht tot tien gulden per kilogram. Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen naar Staatscourant no. 240, welke ter lezing ligt op het distributie- bu reau. Vlissingen, 16 October 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Met -eenigen goeden wil is er wel •verband te vinden tusschen de levens middelen-voorziening en het afmaak- systeem bij de bestrijding van -het -mond- en klauwzeer. Immers tic vleesch-voorziening en de zorg voor de veestapel zijn 'ten nauwste verbonden -aan de algemeene levensmiddelen-zorg. 81.) ..i's'tej werkelijk onschuldig aan den diefstal, dan konden aw bedreigingen nepi gee?] -vrees aanjagen", antwoordde Von Bremen, voor wiens doordringen den blik Borg >iie -oogen. ineensloeg. ,,lk geloof, dat de knoop elders zit of zoudt gij van den visscher ook het bil jet va.n duizend francs ontvangen heb ben, waarmede -gij uw schuld bij den geldwisselaar -voidaan hebt Borg was van zijn stoel opgestaan bevend van woede stond 'hij tegenover «en edelman, die e'veneens was opge staan, doch zijn bedaardheid niet ver loor. "Gij zijt tiet -dus, die Nathan tot spi- oneerinc hebt overgehaald vroeg 'hij <>P yeraeliteljjkcn toon. „Kim t gij zoo- oaiiige -intriges .inet de eer van een Ppefman vereenigen Dat igij niets flaardoor bereikt hebt, zal Nathan u Leas gezegd hebben ik heb dat bank- J't rechtmatig verworven, en al was yjn Portefeuille met zui-ke biljetten op- lCla" kan ni«mand zich het aanmatigen..." Het was dus bejfioelijk dat de Kaïmer de interpellatie-de Wij-kersiooth de Weerdestein -maar tegelijk met de -in terpellatie-Schaper wensehie te behan delen. Het onderwerp '1 afmaak-systeem is miet .nieuw. Er is vaak over ge sproken. De 'kostert zijn enorm, loopen in de tniHicenen, terwijl de ziekte zich toch. verbreidt. Hazen, vogels e.n insec ten brengen- de ziektekiemen over en dus helot het afmaken niets. Aan melk, boter en kaak verliest dc inatie veel en het -effect is nihil. Vandaar dat de in- terpellant den minister diringend ver zocht met het afmaak-systeem te bre ken. Niet minder dan veertien sprekers waren reeds ingeschreven toen de al gemeene discussie aanving. Verschil lende nieuwelingen popelden van ver- lingen om hun liolit te laten schijnen. De eerste 'was de heer Kuiper van de katholieke fractie, een genoeglijke dikkerd, die en dat stond hem wel wat vreemd- kwam klagen over liet j onvoldoende broodrantsoen. Toch was zijn idéé om -aa-n de kinderen van 12 18 jaar een toeslag-rantsoen te geven niet ikwaad-. Deze hongerige leeftijd heeft dat wel .noodig. Overigens opende hij geen nieuwe gezichtspunten. -De -heef Smeenk, anti-revolutionnair, type van -een orthodoxen dominee, met zalvende stem en dito uiterlijk, was no. 2. -Hij giiuï ook diverse punten uit het debat na, doch wist al evenmin als zijn voorganger iets te beweren wat al niet tien-maai, nu -en vroeger, is beweerd. Het -schijnt -een algemeen afspraakje te zijn- om nu eens sneciaal iets te vragen.: voor -de meisjes -en knapen, die in de* eerste plaats lijden onder de distributie. Ook de Iheer .SnoeCk Henkemans, één van de oude garde, wist geen belang rijk nieuws te vertellen. Hij achtte de motie-Schaper owenbodi" nu de -regee- ring verklaard heeft genegen te zijn om contact te zoeken -met de Kamer. Overigens juichte hij de -plannen van den minister toe. Wat -meer leven kwam er in de de batten, toen de heer Wijnkoop aan. het ■woord kwam. Natuurlijk ging hij aller eerst den heer Schaper te lijf, die z.i. even slap -was ais de minister. De groo- te fout van de -gansche 'Ievensmiddelen- voorziening was z.i. dat de productie van export-gewassen was toegelaten, waardoor de export bleef bestaan. Stopzetten van dén uitvoer diende het uitgangspunt te ziin en dit zou er toe leiden d-at alleen datgene werd ver bouwd dat voor voeding van eigen volk nootjig is. Wat tot nog toe is geschied bestond hierin, dat de winstmakerij ging -voor en boven de voeding. Het broodrantsoen moet naar zijn meening onmiddellijk worden verruimd en dan moet de regeering maar zien of ze de verantwoordelijkheid ai dan niet kan blijven dra-ven. H-j laakte het dat er nu nog geen -gezs-nt in- Amerika b be noemd, waaruit 'bleek, dat het geen ernst was met de onderhandelingen met Amerika. „Wat zoudt -gij in ruil willen geven voor het -Ameri-kaansc'he graan", vroeg de heer van der Laa-r. j Dat snoet de rep-eerin-g weten." ant- j waardde de heer Wijnkoop en de Ka mer schudde van den lach. •Et schuilt in de rede van dezen afge vaardigde nu en*dan wel iets waars, maar hij draagt het alles zoo verward voor dat -het niet duidelijk wordt hoe hij het cenc wil doen zonder dat hij liet andere iaten moet. Met de commissie uit de Kamer doet hij niet mee, want h-j wil geen greintje verantwoordelijkheid dragen zoolang de wetgevende en de uitvoerende „Met uw welnemen-, ten opzichte van het rechtmatig eigendom, zou ik mij de vraag willen veroorloven, of gij ook dat goud, hetwelk gij uit de speel tafel vsn graaf K. onfvreemddet, recht matig verworven hebt", viel Von Bre men met botenden spot in de rede. „Het was de laatste heldendaad, dien gii als kamerdienaar van -den -vraat verrichtte, en met dat goud toegont gij uw loop baan van avonturier en fortuinzoeker, die thans wei eens eén einde kon ne men." Borg was reeds b" de eerste woor den opgestoven. Thans werd het hem duideiük, dat hij verloren was, wanneer hij zicli niet op -genade of'ongenade aan dien vreeselijken tegenstander o-vergaf. Maar hij kon zich ook niet verhelen, dat die tegenstander 'hem, den arge- Jooze, in een strik gelokt had, en zijn eigen domheid speet hem nog meer dan de ontmaskering zelve. Met geweld poogde -hij den inwendig woedenden stor-m te bedwingen, om -ten minste zijn uiterlijke kalmte te bewaren, Hij erken de de -noodzakelijkheid het gevaar te troteeeren, en aan de -vreesdijke aan klacht; die tegen hem werd ingesteld, Stout het hoofd te bieden. „Wie heelt 41 dat sprookje opge- disdh't vroeg hij, een -spottenden toon aannemende. „Wie 'heetf u dat ik een kamerdienaar igeweesf ben maclit niet 'beiden in handen zijn van 'het volk en- de volksvertegenwoordi ging, op de wijze wis het thans in Rus land het geval is, -een verklaring die al weer veel hilariteit uitlokte. De heer Wijnkoop protesteerde tegen dat ge lach. -Het betoog van den heer Schaper werd -nog eens gesteund door zijn par tijgenoot Sannes. Hij vergastte de Kamer op de mede- deelingen uit diverse provincies over het fijne wittebrood en -de hoeveelhe den boter en vet die overal te krijgen zijn. Als de minister -maar beter liet zoeken, zou hij heel wat vinden. De heer de Wijckerslooth kreeg weer zijn steun van den heer Teenstra, die ook vroeger zich 'kradhtig heeft ge roerd in zake de bestrijding van het mond- e.n klauwzeer. Daarna verdedig de hij de boeren tegen de verwijten van den heer Schaper, dat zij niet meewer ken en dat zij clandestiene voorraden bezitten. Naar het -oordeel van dezen afgevaardigde staat het er met de aard appel-voorziening slecht voor. Niet minder dan negert duizend hectaren zijn er dit jaair nllnder verbouwd en de opbrengst per hectare is ooi! -dit ja2ir minder. Boyendien is het een jan-boel bij -de distributie en liggen er weer massa's te rotten. Bij het sluiten der vergadering waren er -nog... 20 -sprekers ingeschreven. Onze nieuwe gezant te Washington. Naar -het Haagsdhe Correspondentie- bureau verneemt, kan de benoeming van den heer J. T. Cremer, oud-minis ter van kol-ouién, tot gezant te Wash ington zeer spoedig worden tegemoet gezien. De komst der vluchtelingen. Gisterenmiddag was bij het gemeen tebestuur van Roosendaal, dat in voort durende verbinding met -de grens staat, nog geen bericht ingekomen over het tijdstip van de komst der vluchtelingen. De autoriteiten, zullen door de gene- raal-kommandantur (e Brussel tijdig gewaarsCh u wd -worden Naar ..de Maas'b." uit de beste bron verneemt zal de "peering een hoeveel heid voedsel aan Roosendaal ter be schikking stellen voor het onderhoud van 10.000 personen gedurende 10 da gen. Het rantsoen der vlschteitogen zal door dc militairen óf wel houd wel warm op het slation worden toege diend. Event-is in 1914 zullen de -militaire autoriteiten po- 0 de inkomende vluch telingen te registreerex De onmogelijk heid daarvan zal thans nog duidelijker blijken dan toen. Koffie. De minister van landbouw hééft be paald dat gedurende elk der tijdvak-, ken van i15 November 1918 en van 1530 November 1918 door detaillis ten aan verbruikers resp. op de bons 40 e.i 41 eener thee- en knffiekaart 0.05 K.G. koffie zal -mogen worden afgele verd. Distributie van thee. Naar ds*- (Chr.) „Amsterdammer" verneemt, is de kans groot, dat er we der thee zal -gedistribueerd worden. De onlangs aangekomen zendingen blijken dit mogelijk te maken. Omtrent liet tijdstip en de hoeveelheid van de e distribueeren thee kan echter nog niets worden medegeedeeld'. „Wilt mi het ontkennen „Zoo gij den lasteraar meer gelooi schenkt dan mij, zijn m'jn woorden overtollig, ik vraa<' slechts, wie het u gezegd -heeft I Vijanden en beniiders heb ik, -sedert mevrouw Blote mij haar vriendschap schonk, in zoo grooten ge tale, dat de laster zelve mij geenszins bevreemdt alleen zou ik gaarne willen weten, aan iwien ik deze krankzinnige mededceliug te danken 'heb, die -slechts uit een ziekelijk brein -kan voortgespro ten zijn." „Genoeg, mijnheer zeide Von Bre men met krachtige -stem, „-het leidt tot niets, -dat wij hierover vele woorden verliezen het feit is onherroepelijk, en zoo n-oodi-g kan ik 'net door bewijzen staven. Gij waart kamerdienaar in dienst van graaf -K. ge hebt op zeke ren dag de speeltafel van uw heer opengebroken en met het'goud, het welk ge daarin -vondt, u uit de voeten gemaakt. Sedert ieiddet igij -het leven van een avonturier met baron Von Felsen -waart ge nauw bevriend, en ge meenschappelijk met hem hebt ge, 0111 de noodtge middelen van toestaan fc verwerven, menige daad bedreven, die, ware .zij der justitie -ter oore gekomen, met onverbiddelijke gestrengheid ge straft zou worden. Laat imij -uitspreken: ik ben met mijn aanklacht -nog niet ten einde. Vo.n Felsen zag de noodzake lijkheid eener scheiding in, toen hij te Verruiming van bet -belastinggebied der gemeenten. Het „Hbld!" verneemt van de meest bevoegde zijde, dat. de -minister van fi nanciën -het voornemen.'heeft, het wets ontwerp betreffende de verruiming van het 'belastinggebied der gemeenten, in 1S09 onder het ka-bmetoHeemskerk in gediend, in principe te handhaven en dc behandeling daarvan -binnen korten, tijd zooveel mogelijk te bevorderen. IN 'T LAND VAN HULST. Bannelingen in 't Land van Waas. 'De „Walsoorden" meert aan 't lange hoofd van 't géhucht, waarnaar de kleine boot, die van Hansweent naar den „overkant" vaart, is genoemd. Rei zigers met en zonder fietsen, een scha- ren-sliiper met zijn kraam, leurders met -hun mars, schommelen over 't stijgende plankier, waar dwarslatten -uw voeten steun geven. We bereiken den dijk en 't veerhuis, waar de tram voor Huist wacht. Ma?a' met de fiets gaat het vlug ger, want de zware locomotief trekt niet alleen rijtuigen -net passagiers, maar -ook wagens met bieten-, en met klompen immers ginds achter Hulst ligt Ihet land -der „kloefkappers", dat zich aan beide zijden der grens uit strekt. Ik volg weer „een weg naar België", ■waarvan ik weet dat-hij ergens stuit op den „draad des doods" die nog niet verwijderd, maar toch tot ondergang gedoemd -is. Een. veelbelovend fietspad loopt naast de hobbelige keien, doch 't houdt zijn- belofte niet vol, en verwil dert 'hier -en daar tot slijkerige wagen sporen en modderige "lassen, zoodat we onze toevlucht zoeken tot een strook naast de tramlijn. Kloosterz-an.de is 't eerste en 't eenige dorpje waardoor de wag loopt. Even voorbij de. kom -ligt te -midden van een wal een uitgestrekte weide, waar eens een klooster stond, dat tot de -beroem de Duinenabdij 'behoorde. -Hoe nauw is onze geschiedenis toch -samengeweven Die Duinenatodij verhief zich vóór de Hervorming bij'Coxyde, achter 't Yzer- gebied -waar we n-o-g haar mooie -hoeve van- Bogaerde kenden, 't Klooster te Zan-de, werd nad-ien een heeren-huis, domein van Oranje, en de kapel, welke we nog tussdhen 't herfstgoud van een boomengroep o-ntwanen. dient thans als hervormd kerkje der gemeente Hon- tenisse. 't Herfstgoud, zeggen we. Wat is het poover dit jaar,ook Sier in 't wel boom rijke land van Huist. En meer nog dan anders denken we aan GezeHe's rege len Hoe zeere vallen, ze af, - de zieke zomefbiaren, hoe zinken ze, altemaal die eer zoo groene waren te grondewaard. Neen, de herfstregens en stormen gunnen de blaren den tijd niet met hun iievlstpra-aht te prijken. En waar is het ook op dezen W-eg, aan Kuilaart en Ter'holen, ar 11 die mooie kreek tusschen T bui-gend riet Hoe zeere vallen ze af onhoorbaar in de lochtcn en schier onzichtbaar, in -de natte nevelvochten der droeve maand... En de blik is beperkt. De mist, die soms 'motregen wordt, hangt in de ha gen, in de takken, over de hoeven, op' de akkers, -om de rijen mannen en vrou wen, die iiverig aardappelen rooien. Maar de mist verdooft niet de stem van 't kanon, dat ginds ift 't Zuiden roffelt, ai maar door roffelt, zooals het dezen nacht was, zooals het lieden voortduurt, een döodmarsoh voor jon- Luzern zich bij vrijheer Von Sfeinfeis wilde aansluiten. Gij waart voortaan aan 11 zelve overgelaten, en zaagt voor uit. dat ook-deze loopbaan weldra haar einde moest toereiken. Uw kas was le dig. er bood zich een -gunstige gelegen heid -aan haar weer te vullen en zonder -ian.-g dralen naamt gij h-aa-r te baat. Gij wist dat mevrouw Blote rijk was, en dat zulke -dames nret oen welgevulde kas plegen te reizen. Het eerste ver moeden moest natuurlijk op -het perso neel van het (hotel vallen, en kwam het j tót een huiszoeking, dar- hadt ge intus- stóten ruimschoots tijd gevonden, het gestöfeiie elders tc verbergen. Maar gij vondt buiten verwachting -nog meer geld en -geldswaarde igij -vondt fami- liepapieren, die vooir mevrouw -Blote van grooter gewicht waren die voor haar zelfs, in verkeerde -handen, ge vaarlijk konden worden. Daar-.p toornv liet gij uw plan imet -deze papieren zoudt gij de dame öf tot aanzienlijke geldelijke offers,óf tol een huwelijk met u dwingen, en -berei-kje gij het laatste,, dan 'waart ge voor geheel uw leven geborgen. Gii staat thans voor liet doel. maar bereikt 'hebt gij het nog niet voor u liggen nog altijd twee wegen:de eene leidt naar -het aliaar, de andere naar bet tuchthuis. Wellicht zult ge mij antwoorden, dat ik u -dit alles niet be wijzen -kan-ik raad u echter dringend, waag ihet -niet -met de proefde bewij- gere -en- oudere mannen, die sterven terwijl de vrede daagt... en tevens een bevrijd-ingsmairsdh voor 't kleine land, dat zijn vijand wii'ken- ziet. De mist omhult den 'hoogen, schoo- nen toren, van Hulst, marg eindelijk tooh daagt lliij op, boven 't -geboomte, dat 't -grijze stadje -met een krans siert. En ik rijd -door de D-u'b'belpoo.rt, over de ViSchmarkt, door de Steenst-raat, over de Groote Markt en door'de Gent- schestraat, de Gentsdhe po-o-rt weer uit. 't -Duurt immers niet lang, om Huist te doorkruisen. De -stilte ligt tu-sschen de huizen, -hier een- oude, ruime heeren woning, a-is de voormalige Refuge der Duinena-bdij, daar een trapg-eveltje naast een smakeloos gebouwtje van onze dzgeni Een geïnterneerd soldaat, die -een wagen hout vervoert en me herkent van de lezingen uit -Harder wijk, roept ime aan en vraagt wat ik „van -den vrede peins?" -Landgenooten die weten dat ik van „over" kom, infor- meeren naar 't laatste oorlogsnieuws. En -ge eischt niet, dat ik .nu rustig de gebouwen van- Hulst ga beschrijven, die nobele kerk, -door een dikken muur- in een -afdeeling voor Roomsdh-Kafho- lieken en Protestanten gescheiden. Ja. gescheiden en toch onder één -dak, wat een -les van verdraagzaamheid Of het stadhuis met den kloeken, foren en de sierlijke pui.... Of zelfs de nog geweldige wallen en diepe vesten, geiuigen van zoo menig roerig -beleg, -herinnerend aan Frederik Hendrik, den stedendwinger, maar die nu zooveel kalmte, zulk eer.- diepe stilte, en het klein le-ven, omringen. Buskruit- magazijnen, tuighuizen, ze ziin geluk kig -verdwenen. En ook ginds over den draad storten ze ineen, breekt men ze op, iruimt me,n 't oorlogsmateriaal. Ja, no-g staat daar de draad, en sluit ze den weg, dien ik .in den geest zoo goed volgen kan, door de sparrentoosschcn en 'langs -akkers op die bosschen ver overd, voorbij 't stationnetje van Kcm- seke én door 't dorpje Sint -Pauwels, tot hij overgaat in de (buurten van het nette 'Sint Nicolaas. waar de gulden Madonna van den 'hoogen toren de weleer-vreedzame streek van Waas, Viaandarens tuin, overschouwde. Nog -staat daar de draad. Neen nog niet is de lüdensbeker geledigd. Een staaltje maar. In Waasla-nd, juist over die versperring, vertoeven ,nu duizen den bannelingen, weggevoerde burgers van Knokke en uit 't Vlaamsche kust- gebied, wier vertrek we verladen week beschreven-. Tot 'hie-r ging hun caivarietocht... Daar lijden ze gebrek en ontbering, ge scheiden van vrouw en kin-deren-, van de oude moeder, den grijzen vader. Daar v-erdringt zich ook 't opgejaagde ■vee uit West-Vlaanderen. En zoo is 't evèneens verder, want overal wemelt het van verdrev'enen, van dolenden en- dompelaars. En Dult- sche veidwendanmeni en patrouille'® trekken door -den na-ohi, cm den weg naar -Holland nog meer af te sluiten. Maar de Duitsche "bezetting schokt en kraakt. Dat zegt ons 't gebulder, dat van Rousse'Iare klinkt, ook tot in 't land van Hulst. En zoo wacht en hoopt inert ernstig en vooral gedenkend zij, die nog in -deze laatster- tijd hun schoon kostbaar ieven offeren voor de bevrij ding van hun land-, A. HANS. RECHTSZAKEN, De moord te Alfen a.d. Rijn. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft r-rrest gewezen in de zaak van M. v. <d. P. en. B. A-l. P.,' te Bodegraven, j die door de Haagsdhe rechtbank we- j gens Iberooving van-, en -geweldpleging ze:-, die ik op het «ogenblik 'bezit, zijn neer -dan toereikend, om een volledige breuk fussdhen u en mevrouw Blöte te bewerkstelligen. Voor de -verdere -be wijzen- zon ik dan -ook zorg dragen ik ben niet de man, die iets liohf-vaar- dig -beweert, wat ihij -niet kan volhou den." Borg had toed-aard toegehoord slechts éèn-maal bedroefde hij, de vree- seliike aanklacht te ontken-nen-maar toen deze pogi" schipbreuk leed, toe sloot 'hit te zwiigen. Hoewel -een zweem van spotternij en verachting op zijn samen-gekrulde lip pen zweefde, gaf zijn ongeruste blik foc.'i te kennen, dat (hij zich boog -onder het -gewicht dier aanklacht, en dat hij vergeefs naar een wapen zocht, met hetwelk-lm haar-ontzenuwen kon. „Wat beoogt gij met deze belachelij ke bedreigingen vroeg -hij met ge dwongen kalmte, toen Von Bremen zweeg. „Verder niets, dan dat mij in staat stelt graat Gustaaf von Felsen 1e wre ken." „Ik?" „Ja, -ilc weet, -dat gij liet kunt „Op welke wijze „Ik wensch alleen te weten waf toen maals in het café du Théatre te Luzern is besproken geworden." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1