No. ^343
Jaarimig
DONDERDAG 17 OCTOBBR.
dEMEBNTEBESTUUR
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
1918
FEUILLETON
GORT.
Burgemeester van V-tts-slfigen
--taakt 'bekend dat met ingang van 6
November 1618 een Ihoofdelijk rantsoen
van gort ivan 2 ons per vier weken
wordt'vastgesteld.
Vlissingen, 16 Oototoer 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDFKF.RKE.
ZEEVISCH.
De Burgemeester van ViisSiivgen
maakt hakend, dat zij die zeevisc-h-
soorten verkoopen, venmeid Op de ma-
ximirm-iprijslijste.n, geen andere zee-
visohsoorten mogen in voorraad -heb
ben en|of afleveren.
Tot nader order zal bij verkoop aan
regeeringSvischbon no. 28 gedurende
het eerste Ihalf uur geholpen worden e.n
daarna bo.ri no. 52 en 28 door elkander.
Vlissingen, 17 October 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
PLUIMVEE.
Ofc 'Burgemeester van Vlissingen
maalt bekend dat zij, die wilde een
den, rotganzen, plevieren en wilde ko
nijnen aa,n net Rijk willen leveren, zich
kunnen wenden tot liet 'Rijkskantoor
voor pluimvee en eieren, Kanaalstraat
8, te 's-Graven:hage.
Vlissingen, 16 October 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
VLAS.
'©e Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat zij, die .nog in het
'bezit zijn van vlas, dat overeenkomt
met -het standaardimonster in de pak
huizen van het -Rij-kskantoor voor vlas,
Cstandstraat 40, 4e .Rotterdam, die be
lmoren in te -leveren vóór 1 November
1918 aan de pakhuizen voornoemd,
zullende bij nalatigheid het vlas wor-
oen in -bezit genomen.
Vlissinigen, 1 October 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
KOPER.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat vervoerbeWijzen
voor koper en kabel, vrijgemaakt uit
igeleidin-gsnetten enz. alleen zullen af
gegeven worden door het Rijkskantoor
voor koper, Prinses Madestraat 6a, te
's-Graven'hage, als -blijkt dat -het doel
waarvoor het koper verkocht wordt
kan goedgekeurd worden -en dat de
prijs 'bij aflevering, al .naar den toe
stand en afmetingen van het electro-
lytisdhe Ikoper, niet boo,ger is dan acht
tot tien gulden per kilogram.
Voor verdere bijzonderheden wordt
verwezen naar Staatscourant no. 240,
welke ter lezing ligt op het distributie-
bu reau.
Vlissingen, 16 October 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Met -eenigen goeden wil is er wel
•verband te vinden tusschen de levens
middelen-voorziening en het afmaak-
systeem bij de bestrijding van -het
-mond- en klauwzeer. Immers tic
vleesch-voorziening en de zorg voor de
veestapel zijn 'ten nauwste verbonden
-aan de algemeene levensmiddelen-zorg.
81.)
..i's'tej werkelijk onschuldig aan den
diefstal, dan konden aw bedreigingen
nepi gee?] -vrees aanjagen", antwoordde
Von Bremen, voor wiens doordringen
den blik Borg >iie -oogen. ineensloeg. ,,lk
geloof, dat de knoop elders zit of
zoudt gij van den visscher ook het bil
jet va.n duizend francs ontvangen heb
ben, waarmede -gij uw schuld bij den
geldwisselaar -voidaan hebt
Borg was van zijn stoel opgestaan
bevend van woede stond 'hij tegenover
«en edelman, die e'veneens was opge
staan, doch zijn bedaardheid niet ver
loor.
"Gij zijt tiet -dus, die Nathan tot spi-
oneerinc hebt overgehaald vroeg 'hij
<>P yeraeliteljjkcn toon. „Kim t gij zoo-
oaiiige -intriges .inet de eer van een
Ppefman vereenigen Dat igij niets
flaardoor bereikt hebt, zal Nathan u
Leas gezegd hebben ik heb dat bank-
J't rechtmatig verworven, en al was
yjn Portefeuille met zui-ke biljetten op-
lCla" kan ni«mand zich het
aanmatigen..."
Het was dus bejfioelijk dat de Kaïmer
de interpellatie-de Wij-kersiooth de
Weerdestein -maar tegelijk met de -in
terpellatie-Schaper wensehie te behan
delen.
Het onderwerp '1 afmaak-systeem
is miet .nieuw. Er is vaak over ge
sproken. De 'kostert zijn enorm, loopen
in de tniHicenen, terwijl de ziekte zich
toch. verbreidt. Hazen, vogels e.n insec
ten brengen- de ziektekiemen over en
dus helot het afmaken niets. Aan melk,
boter en kaak verliest dc inatie veel en
het -effect is nihil. Vandaar dat de in-
terpellant den minister diringend ver
zocht met het afmaak-systeem te bre
ken.
Niet minder dan veertien sprekers
waren reeds ingeschreven toen de al
gemeene discussie aanving. Verschil
lende nieuwelingen popelden van ver-
lingen om hun liolit te laten schijnen.
De eerste 'was de heer Kuiper van
de katholieke fractie, een genoeglijke
dikkerd, die en dat stond hem wel
wat vreemd- kwam klagen over liet j
onvoldoende broodrantsoen. Toch was
zijn idéé om -aa-n de kinderen van 12
18 jaar een toeslag-rantsoen te geven
niet ikwaad-. Deze hongerige leeftijd
heeft dat wel .noodig. Overigens opende
hij geen nieuwe gezichtspunten.
-De -heef Smeenk, anti-revolutionnair,
type van -een orthodoxen dominee, met
zalvende stem en dito uiterlijk, was no.
2. -Hij giiuï ook diverse punten uit het
debat na, doch wist al evenmin als zijn
voorganger iets te beweren wat al niet
tien-maai, nu -en vroeger, is beweerd.
Het -schijnt -een algemeen afspraakje te
zijn- om nu eens sneciaal iets te vragen.:
voor -de meisjes -en knapen, die in de*
eerste plaats lijden onder de distributie.
Ook de Iheer .SnoeCk Henkemans, één
van de oude garde, wist geen belang
rijk nieuws te vertellen. Hij achtte de
motie-Schaper owenbodi" nu de -regee-
ring verklaard heeft genegen te zijn
om contact te zoeken -met de Kamer.
Overigens juichte hij de -plannen van
den minister toe.
Wat -meer leven kwam er in de de
batten, toen de heer Wijnkoop aan. het
■woord kwam. Natuurlijk ging hij aller
eerst den heer Schaper te lijf, die z.i.
even slap -was ais de minister. De groo-
te fout van de -gansche 'Ievensmiddelen-
voorziening was z.i. dat de productie
van export-gewassen was toegelaten,
waardoor de export bleef bestaan.
Stopzetten van dén uitvoer diende het
uitgangspunt te ziin en dit zou er toe
leiden d-at alleen datgene werd ver
bouwd dat voor voeding van eigen volk
nootjig is. Wat tot nog toe is geschied
bestond hierin, dat de winstmakerij
ging -voor en boven de voeding. Het
broodrantsoen moet naar zijn meening
onmiddellijk worden verruimd en dan
moet de regeering maar zien of ze de
verantwoordelijkheid ai dan niet kan
blijven dra-ven. H-j laakte het dat er nu
nog geen -gezs-nt in- Amerika b be
noemd, waaruit 'bleek, dat het geen
ernst was met de onderhandelingen
met Amerika.
„Wat zoudt -gij in ruil willen geven
voor het -Ameri-kaansc'he graan", vroeg
de heer van der Laa-r.
j Dat snoet de rep-eerin-g weten." ant-
j waardde de heer Wijnkoop en de Ka
mer schudde van den lach.
•Et schuilt in de rede van dezen afge
vaardigde nu en*dan wel iets waars,
maar hij draagt het alles zoo verward
voor dat -het niet duidelijk wordt hoe
hij het cenc wil doen zonder dat hij liet
andere iaten moet.
Met de commissie uit de Kamer doet
hij niet mee, want h-j wil geen greintje
verantwoordelijkheid dragen zoolang
de wetgevende en de uitvoerende
„Met uw welnemen-, ten opzichte
van het rechtmatig eigendom, zou ik
mij de vraag willen veroorloven, of gij
ook dat goud, hetwelk gij uit de speel
tafel vsn graaf K. onfvreemddet, recht
matig verworven hebt", viel Von Bre
men met botenden spot in de rede. „Het
was de laatste heldendaad, dien gii als
kamerdienaar van -den -vraat verrichtte,
en met dat goud toegont gij uw loop
baan van avonturier en fortuinzoeker,
die thans wei eens eén einde kon ne
men."
Borg was reeds b" de eerste woor
den opgestoven. Thans werd het hem
duideiük, dat hij verloren was, wanneer
hij zicli niet op -genade of'ongenade
aan dien vreeselijken tegenstander
o-vergaf.
Maar hij kon zich ook niet verhelen,
dat die tegenstander 'hem, den arge-
Jooze, in een strik gelokt had, en zijn
eigen domheid speet hem nog meer dan
de ontmaskering zelve. Met geweld
poogde -hij den inwendig woedenden
stor-m te bedwingen, om -ten minste zijn
uiterlijke kalmte te bewaren, Hij erken
de de -noodzakelijkheid het gevaar te
troteeeren, en aan de -vreesdijke aan
klacht; die tegen hem werd ingesteld,
Stout het hoofd te bieden.
„Wie heelt 41 dat sprookje opge-
disdh't vroeg hij, een -spottenden toon
aannemende. „Wie 'heetf u dat
ik een kamerdienaar igeweesf ben
maclit niet 'beiden in handen zijn van
'het volk en- de volksvertegenwoordi
ging, op de wijze wis het thans in Rus
land het geval is, -een verklaring die al
weer veel hilariteit uitlokte. De heer
Wijnkoop protesteerde tegen dat ge
lach.
-Het betoog van den heer Schaper
werd -nog eens gesteund door zijn par
tijgenoot Sannes.
Hij vergastte de Kamer op de mede-
deelingen uit diverse provincies over
het fijne wittebrood en -de hoeveelhe
den boter en vet die overal te krijgen
zijn. Als de minister -maar beter liet
zoeken, zou hij heel wat vinden.
De heer de Wijckerslooth kreeg weer
zijn steun van den heer Teenstra, die
ook vroeger zich 'kradhtig heeft ge
roerd in zake de bestrijding van het
mond- e.n klauwzeer. Daarna verdedig
de hij de boeren tegen de verwijten van
den heer Schaper, dat zij niet meewer
ken en dat zij clandestiene voorraden
bezitten. Naar het -oordeel van dezen
afgevaardigde staat het er met de aard
appel-voorziening slecht voor. Niet
minder dan negert duizend hectaren
zijn er dit jaair nllnder verbouwd en de
opbrengst per hectare is ooi! -dit ja2ir
minder. Boyendien is het een jan-boel
bij -de distributie en liggen er weer
massa's te rotten.
Bij het sluiten der vergadering waren
er -nog... 20 -sprekers ingeschreven.
Onze nieuwe gezant te Washington.
Naar -het Haagsdhe Correspondentie-
bureau verneemt, kan de benoeming
van den heer J. T. Cremer, oud-minis
ter van kol-ouién, tot gezant te Wash
ington zeer spoedig worden tegemoet
gezien.
De komst der vluchtelingen.
Gisterenmiddag was bij het gemeen
tebestuur van Roosendaal, dat in voort
durende verbinding met -de grens staat,
nog geen bericht ingekomen over het
tijdstip van de komst der vluchtelingen.
De autoriteiten, zullen door de gene-
raal-kommandantur (e Brussel tijdig
gewaarsCh u wd -worden
Naar ..de Maas'b." uit de beste bron
verneemt zal de "peering een hoeveel
heid voedsel aan Roosendaal ter be
schikking stellen voor het onderhoud
van 10.000 personen gedurende 10 da
gen. Het rantsoen der vlschteitogen zal
door dc militairen óf wel houd wel
warm op het slation worden toege
diend.
Event-is in 1914 zullen de -militaire
autoriteiten po- 0 de inkomende vluch
telingen te registreerex De onmogelijk
heid daarvan zal thans nog duidelijker
blijken dan toen.
Koffie.
De minister van landbouw hééft be
paald dat gedurende elk der tijdvak-,
ken van i15 November 1918 en van
1530 November 1918 door detaillis
ten aan verbruikers resp. op de bons
40 e.i 41 eener thee- en knffiekaart 0.05
K.G. koffie zal -mogen worden afgele
verd.
Distributie van thee.
Naar ds*- (Chr.) „Amsterdammer"
verneemt, is de kans groot, dat er we
der thee zal -gedistribueerd worden. De
onlangs aangekomen zendingen blijken
dit mogelijk te maken. Omtrent liet
tijdstip en de hoeveelheid van de e
distribueeren thee kan echter nog niets
worden medegeedeeld'.
„Wilt mi het ontkennen
„Zoo gij den lasteraar meer gelooi
schenkt dan mij, zijn m'jn woorden
overtollig, ik vraa<' slechts, wie het u
gezegd -heeft I Vijanden en beniiders
heb ik, -sedert mevrouw Blote mij haar
vriendschap schonk, in zoo grooten ge
tale, dat de laster zelve mij geenszins
bevreemdt alleen zou ik gaarne willen
weten, aan iwien ik deze krankzinnige
mededceliug te danken 'heb, die -slechts
uit een ziekelijk brein -kan voortgespro
ten zijn."
„Genoeg, mijnheer zeide Von Bre
men met krachtige -stem, „-het leidt tot
niets, -dat wij hierover vele woorden
verliezen het feit is onherroepelijk, en
zoo n-oodi-g kan ik 'net door bewijzen
staven. Gij waart kamerdienaar in
dienst van graaf -K. ge hebt op zeke
ren dag de speeltafel van uw heer
opengebroken en met het'goud, het
welk ge daarin -vondt, u uit de voeten
gemaakt. Sedert ieiddet igij -het leven
van een avonturier met baron Von
Felsen -waart ge nauw bevriend, en ge
meenschappelijk met hem hebt ge, 0111
de noodtge middelen van toestaan fc
verwerven, menige daad bedreven, die,
ware .zij der justitie -ter oore gekomen,
met onverbiddelijke gestrengheid ge
straft zou worden. Laat imij -uitspreken:
ik ben met mijn aanklacht -nog niet ten
einde. Vo.n Felsen zag de noodzake
lijkheid eener scheiding in, toen hij te
Verruiming van bet -belastinggebied
der gemeenten.
Het „Hbld!" verneemt van de meest
bevoegde zijde, dat. de -minister van fi
nanciën -het voornemen.'heeft, het wets
ontwerp betreffende de verruiming van
het 'belastinggebied der gemeenten, in
1S09 onder het ka-bmetoHeemskerk in
gediend, in principe te handhaven en
dc behandeling daarvan -binnen korten,
tijd zooveel mogelijk te bevorderen.
IN 'T LAND VAN HULST.
Bannelingen in 't Land van Waas.
'De „Walsoorden" meert aan 't lange
hoofd van 't géhucht, waarnaar de
kleine boot, die van Hansweent naar
den „overkant" vaart, is genoemd. Rei
zigers met en zonder fietsen, een scha-
ren-sliiper met zijn kraam, leurders met
-hun mars, schommelen over 't stijgende
plankier, waar dwarslatten -uw voeten
steun geven. We bereiken den dijk en
't veerhuis, waar de tram voor Huist
wacht. Ma?a' met de fiets gaat het vlug
ger, want de zware locomotief trekt
niet alleen rijtuigen -net passagiers,
maar -ook wagens met bieten-, en met
klompen immers ginds achter Hulst
ligt Ihet land -der „kloefkappers", dat
zich aan beide zijden der grens uit
strekt.
Ik volg weer „een weg naar België",
■waarvan ik weet dat-hij ergens stuit
op den „draad des doods" die nog niet
verwijderd, maar toch tot ondergang
gedoemd -is. Een. veelbelovend fietspad
loopt naast de hobbelige keien, doch 't
houdt zijn- belofte niet vol, en verwil
dert 'hier -en daar tot slijkerige wagen
sporen en modderige "lassen, zoodat
we onze toevlucht zoeken tot een
strook naast de tramlijn.
Kloosterz-an.de is 't eerste en 't eenige
dorpje waardoor de wag loopt. Even
voorbij de. kom -ligt te -midden van een
wal een uitgestrekte weide, waar eens
een klooster stond, dat tot de -beroem
de Duinenabdij 'behoorde. -Hoe nauw is
onze geschiedenis toch -samengeweven
Die Duinenatodij verhief zich vóór de
Hervorming bij'Coxyde, achter 't Yzer-
gebied -waar we n-o-g haar mooie -hoeve
van- Bogaerde kenden, 't Klooster te
Zan-de, werd nad-ien een heeren-huis,
domein van Oranje, en de kapel, welke
we nog tussdhen 't herfstgoud van een
boomengroep o-ntwanen. dient thans
als hervormd kerkje der gemeente Hon-
tenisse.
't Herfstgoud, zeggen we. Wat is het
poover dit jaar,ook Sier in 't wel boom
rijke land van Huist. En meer nog dan
anders denken we aan GezeHe's rege
len
Hoe zeere vallen, ze af,
- de zieke zomefbiaren,
hoe zinken ze, altemaal
die eer zoo groene waren
te grondewaard.
Neen, de herfstregens en stormen
gunnen de blaren den tijd niet met hun
iievlstpra-aht te prijken. En waar is het
ook op dezen W-eg, aan Kuilaart en
Ter'holen, ar 11 die mooie kreek tusschen
T bui-gend riet
Hoe zeere vallen ze af
onhoorbaar in de lochtcn
en schier onzichtbaar, in
-de natte nevelvochten
der droeve maand...
En de blik is beperkt. De mist, die
soms 'motregen wordt, hangt in de ha
gen, in de takken, over de hoeven, op'
de akkers, -om de rijen mannen en vrou
wen, die iiverig aardappelen rooien.
Maar de mist verdooft niet de stem
van 't kanon, dat ginds ift 't Zuiden
roffelt, ai maar door roffelt, zooals het
dezen nacht was, zooals het lieden
voortduurt, een döodmarsoh voor jon-
Luzern zich bij vrijheer Von Sfeinfeis
wilde aansluiten. Gij waart voortaan
aan 11 zelve overgelaten, en zaagt voor
uit. dat ook-deze loopbaan weldra haar
einde moest toereiken. Uw kas was le
dig. er bood zich een -gunstige gelegen
heid -aan haar weer te vullen en zonder
-ian.-g dralen naamt gij h-aa-r te baat. Gij
wist dat mevrouw Blote rijk was, en
dat zulke -dames nret oen welgevulde
kas plegen te reizen. Het eerste ver
moeden moest natuurlijk op -het perso
neel van het (hotel vallen, en kwam het
j tót een huiszoeking, dar- hadt ge intus-
stóten ruimschoots tijd gevonden, het
gestöfeiie elders tc verbergen. Maar gij
vondt buiten verwachting -nog meer
geld en -geldswaarde igij -vondt fami-
liepapieren, die vooir mevrouw -Blote
van grooter gewicht waren die voor
haar zelfs, in verkeerde -handen, ge
vaarlijk konden worden. Daar-.p toornv
liet gij uw plan imet -deze papieren
zoudt gij de dame öf tot aanzienlijke
geldelijke offers,óf tol een huwelijk met
u dwingen, en -berei-kje gij het laatste,,
dan 'waart ge voor geheel uw leven
geborgen. Gii staat thans voor liet doel.
maar bereikt 'hebt gij het nog niet
voor u liggen nog altijd twee wegen:de
eene leidt naar -het aliaar, de andere
naar bet tuchthuis. Wellicht zult ge mij
antwoorden, dat ik u -dit alles niet be
wijzen -kan-ik raad u echter dringend,
waag ihet -niet -met de proefde bewij-
gere -en- oudere mannen, die sterven
terwijl de vrede daagt... en tevens een
bevrijd-ingsmairsdh voor 't kleine land,
dat zijn vijand wii'ken- ziet.
De mist omhult den 'hoogen, schoo-
nen toren, van Hulst, marg eindelijk
tooh daagt lliij op, boven 't -geboomte,
dat 't -grijze stadje -met een krans siert.
En ik rijd -door de D-u'b'belpoo.rt, over
de ViSchmarkt, door de Steenst-raat,
over de Groote Markt en door'de Gent-
schestraat, de Gentsdhe po-o-rt weer uit.
't -Duurt immers niet lang, om Huist te
doorkruisen. De -stilte ligt tu-sschen de
huizen, -hier een- oude, ruime heeren
woning, a-is de voormalige Refuge der
Duinena-bdij, daar een trapg-eveltje
naast een smakeloos gebouwtje van
onze dzgeni Een geïnterneerd soldaat,
die -een wagen hout vervoert en me
herkent van de lezingen uit -Harder
wijk, roept ime aan en vraagt wat ik
„van -den vrede peins?" -Landgenooten
die weten dat ik van „over" kom, infor-
meeren naar 't laatste oorlogsnieuws.
En -ge eischt niet, dat ik .nu rustig de
gebouwen van- Hulst ga beschrijven,
die nobele kerk, -door een dikken muur-
in een -afdeeling voor Roomsdh-Kafho-
lieken en Protestanten gescheiden. Ja.
gescheiden en toch onder één -dak, wat
een -les van verdraagzaamheid Of het
stadhuis met den kloeken, foren en de
sierlijke pui....
Of zelfs de nog geweldige wallen en
diepe vesten, geiuigen van zoo menig
roerig -beleg, -herinnerend aan Frederik
Hendrik, den stedendwinger, maar die
nu zooveel kalmte, zulk eer.- diepe stilte,
en het klein le-ven, omringen. Buskruit-
magazijnen, tuighuizen, ze ziin geluk
kig -verdwenen. En ook ginds over den
draad storten ze ineen, breekt men ze
op, iruimt me,n 't oorlogsmateriaal. Ja,
no-g staat daar de draad, en sluit ze
den weg, dien ik .in den geest zoo goed
volgen kan, door de sparrentoosschcn
en 'langs -akkers op die bosschen ver
overd, voorbij 't stationnetje van Kcm-
seke én door 't dorpje Sint -Pauwels,
tot hij overgaat in de (buurten van het
nette 'Sint Nicolaas. waar de gulden
Madonna van den 'hoogen toren de
weleer-vreedzame streek van Waas,
Viaandarens tuin, overschouwde.
Nog -staat daar de draad. Neen nog
niet is de lüdensbeker geledigd. Een
staaltje maar. In Waasla-nd, juist over
die versperring, vertoeven ,nu duizen
den bannelingen, weggevoerde burgers
van Knokke en uit 't Vlaamsche kust-
gebied, wier vertrek we verladen week
beschreven-.
Tot 'hie-r ging hun caivarietocht...
Daar lijden ze gebrek en ontbering, ge
scheiden van vrouw en kin-deren-, van
de oude moeder, den grijzen vader.
Daar v-erdringt zich ook 't opgejaagde
■vee uit West-Vlaanderen.
En zoo is 't evèneens verder, want
overal wemelt het van verdrev'enen,
van dolenden en- dompelaars. En Dult-
sche veidwendanmeni en patrouille'®
trekken door -den na-ohi, cm den weg
naar -Holland nog meer af te sluiten.
Maar de Duitsche "bezetting schokt
en kraakt. Dat zegt ons 't gebulder, dat
van Rousse'Iare klinkt, ook tot in 't
land van Hulst. En zoo wacht en hoopt
inert ernstig en vooral gedenkend zij,
die nog in -deze laatster- tijd hun schoon
kostbaar ieven offeren voor de bevrij
ding van hun land-, A. HANS.
RECHTSZAKEN,
De moord te Alfen a.d. Rijn.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage
heeft r-rrest gewezen in de zaak van
M. v. <d. P. en. B. A-l. P.,' te Bodegraven,
j die door de Haagsdhe rechtbank we-
j gens Iberooving van-, en -geweldpleging
ze:-, die ik op het «ogenblik 'bezit, zijn
neer -dan toereikend, om een volledige
breuk fussdhen u en mevrouw Blöte te
bewerkstelligen. Voor de -verdere -be
wijzen- zon ik dan -ook zorg dragen
ik ben niet de man, die iets liohf-vaar-
dig -beweert, wat ihij -niet kan volhou
den."
Borg had toed-aard toegehoord
slechts éèn-maal bedroefde hij, de vree-
seliike aanklacht te ontken-nen-maar
toen deze pogi" schipbreuk leed, toe
sloot 'hit te zwiigen.
Hoewel -een zweem van spotternij en
verachting op zijn samen-gekrulde lip
pen zweefde, gaf zijn ongeruste blik
foc.'i te kennen, dat (hij zich boog -onder
het -gewicht dier aanklacht, en dat hij
vergeefs naar een wapen zocht, met
hetwelk-lm haar-ontzenuwen kon.
„Wat beoogt gij met deze belachelij
ke bedreigingen vroeg -hij met ge
dwongen kalmte, toen Von Bremen
zweeg.
„Verder niets, dan dat mij in staat
stelt graat Gustaaf von Felsen 1e wre
ken."
„Ik?"
„Ja, -ilc weet, -dat gij liet kunt
„Op welke wijze
„Ik wensch alleen te weten waf toen
maals in het café du Théatre te Luzern
is besproken geworden."
(Wordt vervolgd.)