tuigen en Lijfrente 56e ramdeade Ni MïSftE, IN. ü'skoec iEISJE, VRIJDAG 13 SEPTEMBER. "SiENTEBESlllu¥ HANENLAND FEUILLETON No. 216 mass UDA7V1 lr. Br. W. I. nscht een lijfrente :apitaattje aan een een kapitaal van jetaaibaar in drie- 14, Den Haag. EKKER, Oude Vlis- IDENDE waardelooze elachtige kwa- RF "*^1 1CX3 kilogram. amypark 44. iraR Batal' l bU Ora« je- der vorde- ter Bureel® Ba ser ne. evrangd een I met keer- en repa- Inta R. ANDRiESSE. AUER, Waistraa! 80. len neè MULDER, Bad- hoodigd. blstraat 4. iMERTliN, V Iber aen flink »ct 18 jaren. Iiuisstraat 24 VUSSIINGSCHE COURANT ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels ƒ0.60 voor iedere regel meer 15 cent plaatsing 3|2 X 1 bij' abonnement speciale prijs. Recla mes 30 cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 7/2 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.'Iedere regel meer 15 cent ABONNEMENTS-PPJJS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren 1.55 per drie maanden. Franco door het geheele rijk1.75. Afzonderlijke nummers 3 cent. REGEERINGSGOEDEREM. Burg. en Weth. van Vlissingen bren gen ter algemeene kennis dat ingevol ge hunne kennisgeving van 28 Februari 1917, behoorende bij de voor hunne ge meente geldende distributieregeling van regeeringsgoederen dd. 12 en 19 Februari 1917 A no. 213, gedurende de week van 14 September tot en met 20 September 1918 verkrü<rbaar is op bon no. 29 4 K.G. AARDAPPE LEN a 0.09>4 per K.G. op 'con no. 32 1 K.G. ZANDAARD- APPELEW a 0.05'/2 per K.G. op bon no. 30 \/2 ons KAAS (di verse soorten) Houders van kaaskaarten kunnen op vertoon van kaaskaart en tegen inleve ring van bon no. 30 20 kaas beko men op bon no. 31 1 stuk CHOCOLADE a 0.12(4 per stuk op bon no. 58 rijstblaadje pond SUIKER (diverse soorten) Kindersuïkerkaart 7 yt pond SUI- KER (diverse soorten) op bon no. 5 kindermeelkaart i >/2 pond KINDERMEEL a 0.21 per pond op bon no. 37 kofitekaarf ons KOFFIE a 2.80 per K.G. op zeepkaart tot en niet 3 personen '/2 stuk HARDE ZEEP a 0.16'/2 per stuk vanaf 4 personen 1' pakje ZEEP POEDER a 0.20 per pakje. Vlissingen, 13 September 1918. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. RUNDVLEESCH. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat de aanvang der joedkoope rundvleeschdistributie niet op 1 October 1918 zal ingaan, doch door den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel voorloopig wordt uitgesteld. Vlissingen, 13 September 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. OUDE HENNEN EN HANEN. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat tot 10 October 1918 het vervoer-en het afleveren van oude hennen en hanen voor binuenlandsch gebruik is toegestaan. Vlissingen, 13 September 1918'. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Het nieuwe kabinet. De „Standaard" had zich nog niet uitgelaten over het nieuwe kabinet. Thans bevat liet anti-revolutionair hoofdorgaan een artikel dat van den noodigd. lahuisstraat no. Vt „Dat begrijp ik niet," zeide hij. „Wat kon de baron omtrent mij geschreven hebben .„Zoo .nauwkeurig weet ik het zelf niet meer ik geloof, dat er sprake was va" ee„ juweelkistje..." „Mijnheer Von Bremen!" stoof Borg op. „Ik verhaal -slechts, wat ik gehoord heb, waarde heer „En wie zeide het u „Ik weet het waarlijk niet meer, om dat ik, zooals ik u reeds zeide, er niet •"(zonder acht op sloeg." Von Bremen k-on met de uitwerking j-jjner woorden tevreden zijn maar i gevoelde ook, dat hij thans -nog niet terder mocht gaan, wanneer hij niet achterdocht opwekken en alles beder ven wilde. „Het moet -een vergissing zijn," zei- oe Born met schorre stem, „misschien was er van een ander sprake..." „Neen, neen, van u maar het is im mers niet onmogelijk, dat de baron zich een scherts heeft veroorloofd..." „'k zou hem raden, niet in -dien geest bekenden driestarschrijver afkomstig is. „Ander territoir" is het artikel geti teld en wij ontl-eenen er het volgende aan Uitlokkende schijn mag ons niet misleiden, en zonder zweem van aarze ling moet beleden, dat -de nieuwe J<a- binets-formatie een karakter draagt, dat tot dusver -ten onzent onbekend was. Met name -onder Schaepmans be zieling waren we gewend geraakt aan ■een intieme saamwerking bij een ons toekomende kabinets-fonnatie, doch steeds in de lijn, die hier te lande in Groen van 'Prinsterer haar scherpste uitdrukking had gevonden. Van een roomsch-katholieke kabinets-formatie was dusver ten onzent dan ook nimmer sprake geweest, en ook in deze crisis is eerst allerlei andere oplossing gezocht, en is men niet dan uit zeer ernstige verlegenheid ten slotte tot 'n roomsch- katholieke formatie overgegaan. Er is dan ook geen sprake van, dat di-t kabinet, wat zijn grondformatie be treft, met .de kabinetten van Mackay, Kuyper en Heemskerk op één lijn zou staan. -Het draagt krachtens zijn oor sprong een geheel ander karakter. Het is niet, gelijk vroeger, een kabinet uit drie saamwerkende politieke elemen ten saamgesteld, maar het is een kabi net, -waarin het roomsch-katholieke element overheerschend is, zij 't al niet in het aantal van zijn leden. Willen v/ij ons zeiven niet misleiden, dan moet daarom dit karakter van het kabinet duidelijk op den voorgrond staan, en mag de gedachte zelfs niet in ons opkomen alsof dit kabinet, mutatis mutandis, met de kabinetten Mackay, Kuypre en Heemskerk vrijwel op één lijn zou staan, slechts met een kleine variatie. immers van compositie der drie par tijen is ditmaal geen sprake. Met de ka binetten van voorheen, die uit de drie partijen opkwamen, heeft dit kabinet niets gemeenschappelijks. Het treedt op als ge-ieei nieuwe figuur in onze poli tieke ontwikkeling. Boven dén nok van dit kabinet waait de roomsch-katholie ke wimpel. Doch al moest dit, ter voorkoming J van misverstand, met klem -op den j voorgrond worden gesteld, gelijk het kabinet zich nu ten slotte aanbiedt, kan en moet het met ingenomenheid ook door ons worden begroet. Het optreden van dit kabinet wordt, mits onze zelfstandige positie onge deerd blijve, -met geen geringe ingeno menheid begroet. Indië wint, en finan ciën komt in kundige handen. Het on derwijs erlangt dan eindelijk toch zijn vrijheid van beweging. En wat niet minder sterk spreekt, de geachte kabi netsformateur volgde het voorbeeld van 1901 en ontwierp een pr-ogram van actie op zoo uitgewerkten voet dat men vooraf weet wat ons te -wachten staat. Metterdaad liet de kabinets-for- roateur geen poging onbeproefd, om ook de niet-kathoiieken gerust te stel len en hen tegemoet te komen. Het kabinet, gelijk het .,nu optreedt, en straks gecompleteerd zal worden, mist hel democratisch karakter, dat ons steeds bezield heeft. Het treedt -zeer beslist meer in conservatieven trant op. Men ziet dit reeds aan de op zich zelf zoo sympathieke figuren van de heeren Van Karnebeek en Van Ijsselstein, die beiden half kleurloos -zich aan het kabinet aansluiten, en zulks wel met de beschikking -over twee van de gewich tigste departementen. Iets dergelijks zou bij ccn kabinetsformatie, die uit de coalitie voortsproot, ten eenenmale on denkbaar zijn geweest. En hoe hoog we -ook de capaciteit-en en -sympathie- en van deze beide heeren schatten, zoo met mij den spot te drijven. Weet gij ook iets -anders „Neen, maar het is mogelijk, dat ik zulks vernemen kan, als ik daartoe po gingen aanwend." „Zoudt u dat willen vroeg Borg met drift. „Gij zoudt mij tot eeuwige dankbaarheid verplichten." „Zoodra ik de sociëteit weer bezoek, zal ik er aan denken," zeide Von Bre inen. „Intusschen kon u daardoor slechts noodelooze ergernis veroor zaakt worden. Baron Von Felsen tast niemand aan, zonder vooraf zich in den rug te hebben gedekt." „Maar in -dit geval heeft hij zich niet gedekt," liet Borg zich ontvallen, en het viel niet Sf'ontkennen, dat zijn drift hem verleidde, meer te zeggen, -dar. hij onder andere omstandigheden zou ge zegd hebben. „Ik kan het hem lastiger mak-en, dan hij -denkt." „indien gij dat werkelijk kunt..." „Zeker kan ik het ik heb wapens." „Die hij niet kent „Waaraan hij niet schijnt te den ken „Misschien weet hij, dat gij er geen gebruik van zult maken," zeide Von Bremen onverschillig maar zijn door dringende blik bezag daarbij onbe merkt het gelaat van Borg, dat steeds Weeleer scheen te worden „in dit ge val kan hij zich ook wel een grap ver oorloven, ook indien deze de onder vrienden geoorloofde grens mochten blijft toch het feit op den voorgrond treden, dat twee staatslieden, wi-er be ginselen niet met de rechtsche begin selen overeenstemmen, twee zeer in vloedrijke departementen onder hun beheer kregen. De heer Van Karnebeek zelfs heeft het departement waaraan in de gegeven omstandighe den de toekomst van ons vaderland kan hangen. En met name ons democratisch ka rakter geven -we tegenover de conser vatieve neigingen, die hier op den voor grond treden, geen oogenblik prijs. En zulks te minder, omdat het cijfer- stempel, dat op onze positie gedrukt staat, zoo principieel verschilt van het stempel, waarin zich de roomsch-ka- tholieken mogen beroemen. Zij tellen 30 der kiezers, wijl ze bijna één derde der bevolking zijn. Wij daarentegen hale,, weinig meer dan de helft hiervan. De calvinisten waren reeds in de 16e eeuw niet meer dan één tiende, en zoo staat het nog. Stel dus al, dat deze politieke onder neming van den heer Ruvs de Beeren- brouck na anderhalf jaar mislukt, dan deert -dit de roomschen in niets, daar deze hun 30 ter beschikking houden. Maar wij zouden het kind van de reke ning worden, daar we ons beginsel zou-den verzaakt hebben, en onze een heid als invloedrijke Staatspartij had den verspeeld. Met waardeering en belangstelling begroeten we daarom het nieuwe Ad miraalsschip met den gelen wimpel, dat thans uit de haven stoomt, maar afzijn wc van harte bereid, het waar noodig en -waar doenlijk te steunen, we blijven op ons eigen scheepke onder eigen vaandel. Aan boord van het Admiraals schip en onder commando van de„ Ad- miraal, die er het bevel op voert, vindt men ons niet -Naar'Havas meldt, herinnert de Fran- sche pers bij de aankondiging van het nieuwe ministerie aan de moeilijkheden van het kabinet-Cort van der Linden om de Nederlandsche onzijdigheid te handhaven. De bladen brengen hulde aan de correcte loyale wijze, waarop het vorige kabinet de zaken behandel de. De pers is eenstemmig, waar zij de hoop te kennen geeft, dat, ondanks de zoo uitgesproken tendenz van enkele leden van het nieuwe kabinet voor de centrale mogendheden, er geen enkeie wijziging zal komen in de wijze, waar op de Nederlandsche regeering de be ginselen der onzijdigheid sedert het be gin van den ooriog heeft toegepast. Zij waarschuwt de Nederlandsche openbare meening tegen de plannen tot gedeeltelijke ontwapening, die slechts tot resultaat -zouden kunnen, hebben, dat Nederland buiten staat zoiC'gesteld worden weerstand te bieden aan alle pressies of dreigingen, die de Duifsche agenten tegeiiikertijd uitoefenen in alle onzijdige landen. Volgens de Fransche meening kan deze campagne in de geallieerde lan den slechts met wantrouwen be schouwd worden. Zij zou 'de regeerin gen, die er aan toegeven, slechts kun nen compromitteeeren, zonder ander voordeel dan het uur van den recht vaardigen, duurramen vrede, waarnaar alle oorlogvoerende en onzijdige vol k-en moeten vertangen en dat meer en meer nadert, .te verschuiven. De Staatssecretaris. De benoeming van een Staatssecre taris, een ambtenaar dien -wij tot nog toe in ons land niet gekend hebben, geeït aan de pers reden tot critiek. „De -geheimzinnige" zet de hoefijzer- correspondent van het „Hbld." boven overschrijden." Borg had het kale hoofd op den arm gesteund hij keek strak in zijn glas. „Ik zou niét weten, wat hem tot zulk een aanval nopen kon," aldus verbrak hij na een korte poos het-stilzwijgen „op een vijandelijkheid mijnerzijds kan hij zich niet beroepen. IHet is dus een schurkenstreek, en zoo iets had ik van hem het allerminst verwacht." „Wat wilt gij?" antwoordde Von Breinen, .terwijl hij langzaam de asch van zijn sigaar wegstreek. „Bij vele menschen -wordt tot een boosheid geen bijzondere oorzaak vereischtzij zijn er altijd,, toe bereid -en voornamelijk dan, wanneer hun eigenliefde in het spel is." „En hoe kon -dat hier het geval zijn vroeg Borg, aan de punten van zijn knevel draaiende. „Daarop moet ik u het antwoord schuldig blijven maar men zegt im mers, dat .gij voornemens -waart, u met de rijke mevrouw Blote te verloven." „En wanneer dit inderdaad het geval zou zijn, wat had dit met deze zaak ge meen „Gelooft gij, dat de baron op deze schitterende partij niet wangunstig is?" De wenkbrauwen hoog opgetrokken, staarde Borg -den edelman verbaasd aan aan deze mogelijkheid scheen hij nci£ niet gedacht te hebben. „Maar hij doet immers zelf een schit terende partij," een beschouwing, waaraan het volg eb de is ontleend Wij moeten bekennen, dat wij, bij het lezen van het eerste bericht beducht zijn gewéest en het gaf in zijn commen taar over d-en „staatssecretaris" waar lijk ook alle aanleiding tot vrees voor een zeer bedenkelijk insluipsel in onze staatkundige verhoudingen. Dr. Kuyper heeft in het allerlaatste deel der perio de van zijn kabinet onder de leus „wij moeten -een Lambermont hebben, als in iBelgië I" den heer Van Weckerlin als ondergeschoven minister aan bui- tenlaradsche zaken geplaatst. Zouden •wij nu een ondergeschoven premier krijgen Zou nu dus een deel van de poiitiek der gansche regeeriijg worden geleid door een „eminence grise", een man achter de schermen, die voor het parlement onzichtbaar en onverant woordelijk zou blijven Na wat wij daarna vernamen, is deze beduchtheid vrijwel van ons ge weken. Doch het nog zwevende van positie zoowel als de titel -doet toch iets onbehaaglijks nablijven. En in elk ge- va! is ons nog niet duidelijk waartoe deze nieuwe instelling noodig wordt geacht. De „officier in algemeenen dienst" is misschien nuttig aan oorlog (wij hebben omtrent zijn werk zelfs wel dingen vernomen, die ons dit niet doen betwijfelen) maar welke behoefte aan meer contact kan er zijn tusschen ministers, die geregeld tweemaal 'sweeks samen vergaderen en die bo vendien bij elkaar kunnen komen aan- loopen zoo vaak als zij dit noodig oor- d-eelen is het makkelijker praten mét dan zónder tusschenpersoan En is het denkbaar dat een regeering-homogeni- teit, die niet wordt verkregen door den ministerraad, en door interniinisterieele gesprekken, we! zal worden bereikt door middel van een hoofdambtenaar? Al is deze ook iemand met een reputa tie van evenveel gewikstheid als soe pelheid -Het nieuwtje lijkt ons voorshands -vreemd. En zoolang het voordeel er van ons niet overtuigend is uiteengezet, nog niet aanbevelenswaard. Afscheidswoord van jhr. Aitïng von Geussu. Jhr. Alüreg van Geusau, minister van oorlog, heelt de vo/gende dienstorder gericht aan het peasonee! der posterijen, telegrafie en telefonie Nu hei vertrouwen van Hae Majesteit de Koningin mfj heeft geroepen aan bet hoofd van het departement van oorlog, treed ik af als directeur-generaal der posterijen en telegrafie. Gedurende de ruim vijf jaren var. mijn v/erkzaamiieid ais chef van dezen belangrijken tak van staatsdienst heb ik mij steeds beijverd de belangen van het publiek, van den dienst en van het personeel naar beste krachten te be hartigen. Door mijne dienstreizen had ik ge legenheid met fle meesten uwer in persoonlijke aanraking te komen daar door bleef ik op do hoogte van den dienst ®p de groote en kleine kantoren. Met genoegen zal ik steeds blijven terugdenken "aan een betrekking, die mij 'lief was geworden, en ik hoop, dat het personeel der poslerijen, telegrafie en telefonie mij in welwelwiilende herinnering zal bewaren, als een chef, die er steeds naar heeft gestreefd aller belangen eerlijk en onpartijdig te be hartigen. Het ga u ailen wel. De yleeschdistributie. Nu de nieuwe minister van landbouw „Weet gij -dat zoo zeker?" „Wel, ik denk het tenminste. Vrijheer Von Steinfels heeit hem zijn woord van eer -verpand, c:, in den wil van haar vader moet en- zal de barones zich schikken." „En wanneer zij nu ondanks alles weigert „Dat is niet te verwachten Von Fel sen zeide mij zelf, dat hij zeker van zijn zaak was." „Welaan," antwoordde Von Breinen, „nemen wij het geval aan, dat hij be reikt -wat hij wenscht en hoopt, zoo is daarmede -de vraag, of hij werkelijk een scliitterende partij doet, nog altijd ni-et beslist. Gij weet vermoedelijk niet, waar-om mijnheer Von Steinfels zoo verbitterd op de liberale partij is ,,Wa3-rom? Omdal hare zienswijze ■niet met de .zii-ne -overeenstemt omdat hij waant, dat zij het omwerpen van het bestuur in haar schild voert." „Dal is het niet", hernam Von Bre men op bijtenden toon, „hij heeft een andere, persoonlijke reden, die gij be zwaarlijk gissen kunt. Von Steinfels heeft zic'h in den laatsten tijd tot spe- culatiën laten verleid-en, die waar schijnlijk een slechten afloop voor hem hebben gehad." „Heeft hij geld verloren „Zoo zegt men ik kan er geen borg voor staan. Hij brengt nu die geheele oplichterij-geschiedenis -op rekening der liberale partij gij zult begrijpen, den aanvang van de goedkoope rund vleeschdistributie, die -o.p 1 October be paald was, voorloopig heeft uitgesteld, is van vele zijden de vraag gedaan, hoe het eigenlijk met de toegezegde voor ziening van rundvleesch staat. Het „Vad." is op informatie uitgegaan en wat het blad heeft vernomen, is niet bijster geschikt om het publiek in alle opzichten gerust te stellen. Waarschijnlijk is de regeling, die met October in -werking zou treden opge schort, omdat minister van Ijsselstein het plan -moet hebben, ook geen bijslag voor goedkoop vleesch te verstrekken. De vraag of er veel vee is, kan niet direct beantwoord worden, omdat de uitkomst van de veeteliing nog niet be kend is. Maar tegenvallen zal het waar schijnlijk niet. Ook is de toestand van de dieren over het algemeen bevredi gend en als het weer in den herfst mee werkt, zal ook gedurende den winter van een regelmatige distributie sprake kunnen zijn. De regendagen, die wij thans beleven, zullen, wordt het een droge October, bevorderlijk zijn aan den groei van het gras. Vooral nu er zulk een gebrek aan stalvoeder bestaat een koe in den stal kost ongeveer 20 per week zal getracht worden het vee zoo lang mogelijk buiten te la ten, wat, bij een zachte November, op goed gelegen weilanden, tot het einde van die maand eri soms nog later kan geschieden. Wordt het echter een on gunstig najaar, zo-odat het vee vroeg naar stal moet, dan zal dat van groo- ten invloed zijn op de voorziening van vleesch gedurende de wintermaanden. Het ligt in de bedoeling al hef vee, dat tegen den tijd van het stal!e.n, niet tot de beste soorten behoort, af te slachten en in te vriezen. Dit zal op zooveel mogelijk plaatsen gebeuren, zoodal gedurende den winter hef trans port van dit vleesch tot een minimum beperkt kan blijven. Aan hei slachthuis te 's-Gravenhage is men druk bezig een inrichting te maken, waar een 2.700.000 K.G. vleesch ingevroren kan worden. Als een van de redenen, dat het met de voorziening van vleesch gehaperd heeft, is ons van verschillende zijden het frauduleuze slachten genoemd. Wel is de controle daarop sterker gewor den, maar dit heeft hoofdzakelijk ten gevolge gehad, dat het in het geheim slachten, dat in de steden geschiedde, naar bui.ten is verplaatst, vanwaar het dier in stukken weer naar de stad te ruggebracht werd. Er moeten slagersknecbls zijn, die aan dit slachten duizenden hebben ver diend, -en voor het veryoeren worden telkens nieuwe methoden uitgevonden. Zoo hebben slagersknechts eens bui ten huisjes gehuurd, die zij lieten meu belen. Een verhuiswan-en reed dan voor en laadde tal van kisten uit, die in de huizen werden binnengedragen. Na een maand, of soms nog korter, verhuurden zij een huis, lieten weer den verhuis wagen komen, die alle kisten, maar nu met vleesch gevuld, inlaadde en naar de stad bracht. Ais ee- vee! gebruikte truc, om een in den dierlijken stand ingeschreven kce „vrii" te krijgen, is het volgende medegedeeld Een boer vraagt een vervoerbiljet aan voor een koe voor cen markt in een aangegeven plaats. Dit wondt hem verstrekt en hij mag het dier dus ver voeren, maar de controle of het werke lijk op de aangegeven markt aankomt, ontbreekt, en onderweg moet het nogal eens verdwijnen. Zooais uit het bovenstaande blijkt, zal veel vleesch in de naaste toekomst dat daardoor een verzoening met haar bijna tot de onmogelijkheden behoort." Borg scheen zich meer aan te trek ken van de gewaande verliezen, dan van -de staatkundige meeningen van den vrijheer. „Wanneer hij aanzienlijke sommen verlor-en heeft, dan kon de baron zich in zijn hoop teleurgesteld zien," zeide hij met onverholen sarkasme „hij meent een groote huwelijksgift te ont vangen." Von Bremen lachte minachtend en goot het overblijfsel uit -de flesch in zijn glas. „En begrijpt gij nu, dat hij boos op u zijn kan vroeg hij. „Gij komt, zoo als men pleegt te zeggen, in een ge- maak? bed, terwijl de baron nog zeer ver van zijn doel verwijderd is, en met tallooze moeilijkheden moet strijden, alvorens het te bereiken." „Gij kunt gelijk hebben," _zeide Borg, „maar dit is immers voor" den baron geen reden mij te belasteren." „Heb ik u gezegd, dat hij 'het gedaan heeft „Gij spraakt van een juweelkistje, dat met mijn naam in verband is ge bracht ik moet aannemen, dat daarbij een geschiedenis is verzonnen, die op mijn eer een smet moet werpen. En vind ik dit vermoeden bevestigd, dan heb ik geen reden meer, den baron te ontzien." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1