tuigen
en Lijfrente
56e
ramdeade
Ni
MïSftE,
IN.
ü'skoec
iEISJE,
VRIJDAG 13 SEPTEMBER.
"SiENTEBESlllu¥
HANENLAND
FEUILLETON
No. 216
mass
UDA7V1
lr. Br. W. I.
nscht een lijfrente
:apitaattje aan een
een kapitaal van
jetaaibaar in drie-
14, Den Haag.
EKKER, Oude Vlis-
IDENDE
waardelooze
elachtige kwa-
RF "*^1
1CX3 kilogram.
amypark 44.
iraR Batal'
l bU Ora« je-
der vorde-
ter Bureel®
Ba
ser ne.
evrangd een
I met keer- en repa-
Inta R. ANDRiESSE.
AUER, Waistraa! 80.
len neè
MULDER, Bad-
hoodigd.
blstraat 4.
iMERTliN, V
Iber aen flink »ct
18 jaren.
Iiuisstraat 24
VUSSIINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ0.60 voor iedere
regel meer 15 cent plaatsing 3|2 X 1
bij' abonnement speciale prijs. Recla
mes 30 cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 7/2 cent
per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels
1.'Iedere regel meer 15 cent
ABONNEMENTS-PPJJS
Voor Vlissingen en gemeenten op
Walcheren 1.55 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk1.75.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
REGEERINGSGOEDEREM.
Burg. en Weth. van Vlissingen bren
gen ter algemeene kennis dat ingevol
ge hunne kennisgeving van 28 Februari
1917, behoorende bij de voor hunne ge
meente geldende distributieregeling
van regeeringsgoederen dd. 12 en 19
Februari 1917 A no. 213, gedurende de
week van 14 September tot en met 20
September 1918 verkrü<rbaar is
op bon no. 29 4 K.G. AARDAPPE
LEN a 0.09>4 per K.G.
op 'con no. 32 1 K.G. ZANDAARD-
APPELEW a 0.05'/2 per K.G.
op bon no. 30 \/2 ons KAAS (di
verse soorten)
Houders van kaaskaarten kunnen op
vertoon van kaaskaart en tegen inleve
ring van bon no. 30 20 kaas beko
men
op bon no. 31 1 stuk CHOCOLADE
a 0.12(4 per stuk
op bon no. 58 rijstblaadje pond
SUIKER (diverse soorten)
Kindersuïkerkaart 7 yt pond SUI-
KER (diverse soorten)
op bon no. 5 kindermeelkaart i >/2
pond KINDERMEEL a 0.21 per
pond
op bon no. 37 kofitekaarf ons
KOFFIE a 2.80 per K.G.
op zeepkaart tot en niet 3 personen
'/2 stuk HARDE ZEEP a 0.16'/2 per
stuk vanaf 4 personen 1' pakje ZEEP
POEDER a 0.20 per pakje.
Vlissingen, 13 September 1918.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
RUNDVLEESCH.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat de aanvang der
joedkoope rundvleeschdistributie niet
op 1 October 1918 zal ingaan, doch
door den Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel voorloopig wordt
uitgesteld.
Vlissingen, 13 September 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
OUDE HENNEN EN HANEN.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat tot 10 October 1918
het vervoer-en het afleveren van oude
hennen en hanen voor binuenlandsch
gebruik is toegestaan.
Vlissingen, 13 September 1918'.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Het nieuwe kabinet.
De „Standaard" had zich nog niet
uitgelaten over het nieuwe kabinet.
Thans bevat liet anti-revolutionair
hoofdorgaan een artikel dat van den
noodigd.
lahuisstraat no.
Vt
„Dat begrijp ik niet," zeide hij. „Wat
kon de baron omtrent mij geschreven
hebben
.„Zoo .nauwkeurig weet ik het zelf
niet meer ik geloof, dat er sprake was
va" ee„ juweelkistje..."
„Mijnheer Von Bremen!" stoof
Borg op.
„Ik verhaal -slechts, wat ik gehoord
heb, waarde heer
„En wie zeide het u
„Ik weet het waarlijk niet meer, om
dat ik, zooals ik u reeds zeide, er niet
•"(zonder acht op sloeg."
Von Bremen k-on met de uitwerking
j-jjner woorden tevreden zijn maar
i gevoelde ook, dat hij thans -nog niet
terder mocht gaan, wanneer hij niet
achterdocht opwekken en alles beder
ven wilde.
„Het moet -een vergissing zijn," zei-
oe Born met schorre stem, „misschien
was er van een ander sprake..."
„Neen, neen, van u maar het is im
mers niet onmogelijk, dat de baron zich
een scherts heeft veroorloofd..."
„'k zou hem raden, niet in -dien geest
bekenden driestarschrijver afkomstig is.
„Ander territoir" is het artikel geti
teld en wij ontl-eenen er het volgende
aan
Uitlokkende schijn mag ons niet
misleiden, en zonder zweem van aarze
ling moet beleden, dat -de nieuwe J<a-
binets-formatie een karakter draagt,
dat tot dusver -ten onzent onbekend
was. Met name -onder Schaepmans be
zieling waren we gewend geraakt aan
■een intieme saamwerking bij een ons
toekomende kabinets-fonnatie, doch
steeds in de lijn, die hier te lande in
Groen van 'Prinsterer haar scherpste
uitdrukking had gevonden. Van een
roomsch-katholieke kabinets-formatie
was dusver ten onzent dan ook nimmer
sprake geweest, en ook in deze crisis is
eerst allerlei andere oplossing gezocht,
en is men niet dan uit zeer ernstige
verlegenheid ten slotte tot 'n roomsch-
katholieke formatie overgegaan.
Er is dan ook geen sprake van, dat
di-t kabinet, wat zijn grondformatie be
treft, met .de kabinetten van Mackay,
Kuyper en Heemskerk op één lijn zou
staan. -Het draagt krachtens zijn oor
sprong een geheel ander karakter. Het
is niet, gelijk vroeger, een kabinet uit
drie saamwerkende politieke elemen
ten saamgesteld, maar het is een kabi
net, -waarin het roomsch-katholieke
element overheerschend is, zij 't al niet
in het aantal van zijn leden.
Willen v/ij ons zeiven niet misleiden,
dan moet daarom dit karakter van het
kabinet duidelijk op den voorgrond
staan, en mag de gedachte zelfs niet in
ons opkomen alsof dit kabinet, mutatis
mutandis, met de kabinetten Mackay,
Kuypre en Heemskerk vrijwel op één
lijn zou staan, slechts met een kleine
variatie.
immers van compositie der drie par
tijen is ditmaal geen sprake. Met de ka
binetten van voorheen, die uit de drie
partijen opkwamen, heeft dit kabinet
niets gemeenschappelijks. Het treedt op
als ge-ieei nieuwe figuur in onze poli
tieke ontwikkeling. Boven dén nok van
dit kabinet waait de roomsch-katholie
ke wimpel.
Doch al moest dit, ter voorkoming
J van misverstand, met klem -op den
j voorgrond worden gesteld, gelijk het
kabinet zich nu ten slotte aanbiedt, kan
en moet het met ingenomenheid ook
door ons worden begroet.
Het optreden van dit kabinet wordt,
mits onze zelfstandige positie onge
deerd blijve, -met geen geringe ingeno
menheid begroet. Indië wint, en finan
ciën komt in kundige handen. Het on
derwijs erlangt dan eindelijk toch zijn
vrijheid van beweging. En wat niet
minder sterk spreekt, de geachte kabi
netsformateur volgde het voorbeeld
van 1901 en ontwierp een pr-ogram van
actie op zoo uitgewerkten voet dat
men vooraf weet wat ons te -wachten
staat. Metterdaad liet de kabinets-for-
roateur geen poging onbeproefd, om
ook de niet-kathoiieken gerust te stel
len en hen tegemoet te komen.
Het kabinet, gelijk het .,nu optreedt,
en straks gecompleteerd zal worden,
mist hel democratisch karakter, dat
ons steeds bezield heeft. Het treedt -zeer
beslist meer in conservatieven trant op.
Men ziet dit reeds aan de op zich zelf
zoo sympathieke figuren van de heeren
Van Karnebeek en Van Ijsselstein,
die beiden half kleurloos -zich aan het
kabinet aansluiten, en zulks wel met de
beschikking -over twee van de gewich
tigste departementen. Iets dergelijks
zou bij ccn kabinetsformatie, die uit de
coalitie voortsproot, ten eenenmale on
denkbaar zijn geweest. En hoe hoog
we -ook de capaciteit-en en -sympathie-
en van deze beide heeren schatten, zoo
met mij den spot te drijven. Weet gij
ook iets -anders
„Neen, maar het is mogelijk, dat ik
zulks vernemen kan, als ik daartoe po
gingen aanwend."
„Zoudt u dat willen vroeg Borg
met drift. „Gij zoudt mij tot eeuwige
dankbaarheid verplichten."
„Zoodra ik de sociëteit weer bezoek,
zal ik er aan denken," zeide Von Bre
inen. „Intusschen kon u daardoor
slechts noodelooze ergernis veroor
zaakt worden. Baron Von Felsen tast
niemand aan, zonder vooraf zich in den
rug te hebben gedekt."
„Maar in -dit geval heeft hij zich niet
gedekt," liet Borg zich ontvallen, en
het viel niet Sf'ontkennen, dat zijn drift
hem verleidde, meer te zeggen, -dar. hij
onder andere omstandigheden zou ge
zegd hebben. „Ik kan het hem lastiger
mak-en, dan hij -denkt."
„indien gij dat werkelijk kunt..."
„Zeker kan ik het ik heb wapens."
„Die hij niet kent
„Waaraan hij niet schijnt te den
ken
„Misschien weet hij, dat gij er geen
gebruik van zult maken," zeide Von
Bremen onverschillig maar zijn door
dringende blik bezag daarbij onbe
merkt het gelaat van Borg, dat steeds
Weeleer scheen te worden „in dit ge
val kan hij zich ook wel een grap ver
oorloven, ook indien deze de onder
vrienden geoorloofde grens mochten
blijft toch het feit op den voorgrond
treden, dat twee staatslieden, wi-er be
ginselen niet met de rechtsche begin
selen overeenstemmen, twee zeer in
vloedrijke departementen onder hun
beheer kregen. De heer Van
Karnebeek zelfs heeft het departement
waaraan in de gegeven omstandighe
den de toekomst van ons vaderland
kan hangen.
En met name ons democratisch ka
rakter geven -we tegenover de conser
vatieve neigingen, die hier op den voor
grond treden, geen oogenblik prijs.
En zulks te minder, omdat het cijfer-
stempel, dat op onze positie gedrukt
staat, zoo principieel verschilt van het
stempel, waarin zich de roomsch-ka-
tholieken mogen beroemen.
Zij tellen 30 der kiezers, wijl ze
bijna één derde der bevolking zijn. Wij
daarentegen hale,, weinig meer dan de
helft hiervan. De calvinisten waren
reeds in de 16e eeuw niet meer dan één
tiende, en zoo staat het nog.
Stel dus al, dat deze politieke onder
neming van den heer Ruvs de Beeren-
brouck na anderhalf jaar mislukt, dan
deert -dit de roomschen in niets, daar
deze hun 30 ter beschikking houden.
Maar wij zouden het kind van de reke
ning worden, daar we ons beginsel
zou-den verzaakt hebben, en onze een
heid als invloedrijke Staatspartij had
den verspeeld.
Met waardeering en belangstelling
begroeten we daarom het nieuwe Ad
miraalsschip met den gelen wimpel, dat
thans uit de haven stoomt, maar afzijn
wc van harte bereid, het waar noodig
en -waar doenlijk te steunen, we blijven
op ons eigen scheepke onder eigen
vaandel. Aan boord van het Admiraals
schip en onder commando van de„ Ad-
miraal, die er het bevel op voert, vindt
men ons niet
-Naar'Havas meldt, herinnert de Fran-
sche pers bij de aankondiging van het
nieuwe ministerie aan de moeilijkheden
van het kabinet-Cort van der Linden
om de Nederlandsche onzijdigheid te
handhaven. De bladen brengen hulde
aan de correcte loyale wijze, waarop
het vorige kabinet de zaken behandel
de. De pers is eenstemmig, waar zij de
hoop te kennen geeft, dat, ondanks de
zoo uitgesproken tendenz van enkele
leden van het nieuwe kabinet voor de
centrale mogendheden, er geen enkeie
wijziging zal komen in de wijze, waar
op de Nederlandsche regeering de be
ginselen der onzijdigheid sedert het be
gin van den ooriog heeft toegepast.
Zij waarschuwt de Nederlandsche
openbare meening tegen de plannen tot
gedeeltelijke ontwapening, die slechts
tot resultaat -zouden kunnen, hebben,
dat Nederland buiten staat zoiC'gesteld
worden weerstand te bieden aan alle
pressies of dreigingen, die de Duifsche
agenten tegeiiikertijd uitoefenen in alle
onzijdige landen.
Volgens de Fransche meening kan
deze campagne in de geallieerde lan
den slechts met wantrouwen be
schouwd worden. Zij zou 'de regeerin
gen, die er aan toegeven, slechts kun
nen compromitteeeren, zonder ander
voordeel dan het uur van den recht
vaardigen, duurramen vrede, waarnaar
alle oorlogvoerende en onzijdige vol
k-en moeten vertangen en dat meer en
meer nadert, .te verschuiven.
De Staatssecretaris.
De benoeming van een Staatssecre
taris, een ambtenaar dien -wij tot nog
toe in ons land niet gekend hebben,
geeït aan de pers reden tot critiek.
„De -geheimzinnige" zet de hoefijzer-
correspondent van het „Hbld." boven
overschrijden."
Borg had het kale hoofd op den arm
gesteund hij keek strak in zijn glas.
„Ik zou niét weten, wat hem tot zulk
een aanval nopen kon," aldus verbrak
hij na een korte poos het-stilzwijgen
„op een vijandelijkheid mijnerzijds kan
hij zich niet beroepen. IHet is dus een
schurkenstreek, en zoo iets had ik van
hem het allerminst verwacht."
„Wat wilt gij?" antwoordde Von
Breinen, .terwijl hij langzaam de asch
van zijn sigaar wegstreek. „Bij vele
menschen -wordt tot een boosheid geen
bijzondere oorzaak vereischtzij zijn
er altijd,, toe bereid -en voornamelijk
dan, wanneer hun eigenliefde in het
spel is."
„En hoe kon -dat hier het geval zijn
vroeg Borg, aan de punten van zijn
knevel draaiende.
„Daarop moet ik u het antwoord
schuldig blijven maar men zegt im
mers, dat .gij voornemens -waart, u met
de rijke mevrouw Blote te verloven."
„En wanneer dit inderdaad het geval
zou zijn, wat had dit met deze zaak ge
meen
„Gelooft gij, dat de baron op deze
schitterende partij niet wangunstig is?"
De wenkbrauwen hoog opgetrokken,
staarde Borg -den edelman verbaasd
aan aan deze mogelijkheid scheen hij
nci£ niet gedacht te hebben.
„Maar hij doet immers zelf een schit
terende partij,"
een beschouwing, waaraan het volg eb
de is ontleend
Wij moeten bekennen, dat wij, bij
het lezen van het eerste bericht beducht
zijn gewéest en het gaf in zijn commen
taar over d-en „staatssecretaris" waar
lijk ook alle aanleiding tot vrees voor
een zeer bedenkelijk insluipsel in onze
staatkundige verhoudingen. Dr. Kuyper
heeft in het allerlaatste deel der perio
de van zijn kabinet onder de leus „wij
moeten -een Lambermont hebben, als
in iBelgië I" den heer Van Weckerlin
als ondergeschoven minister aan bui-
tenlaradsche zaken geplaatst. Zouden
•wij nu een ondergeschoven premier
krijgen Zou nu dus een deel van de
poiitiek der gansche regeeriijg worden
geleid door een „eminence grise", een
man achter de schermen, die voor het
parlement onzichtbaar en onverant
woordelijk zou blijven
Na wat wij daarna vernamen, is
deze beduchtheid vrijwel van ons ge
weken. Doch het nog zwevende van
positie zoowel als de titel -doet toch iets
onbehaaglijks nablijven. En in elk ge-
va! is ons nog niet duidelijk waartoe
deze nieuwe instelling noodig wordt
geacht. De „officier in algemeenen
dienst" is misschien nuttig aan oorlog
(wij hebben omtrent zijn werk zelfs
wel dingen vernomen, die ons dit niet
doen betwijfelen) maar welke behoefte
aan meer contact kan er zijn tusschen
ministers, die geregeld tweemaal
'sweeks samen vergaderen en die bo
vendien bij elkaar kunnen komen aan-
loopen zoo vaak als zij dit noodig oor-
d-eelen is het makkelijker praten mét
dan zónder tusschenpersoan En is het
denkbaar dat een regeering-homogeni-
teit, die niet wordt verkregen door den
ministerraad, en door interniinisterieele
gesprekken, we! zal worden bereikt
door middel van een hoofdambtenaar?
Al is deze ook iemand met een reputa
tie van evenveel gewikstheid als soe
pelheid
-Het nieuwtje lijkt ons voorshands
-vreemd.
En zoolang het voordeel er van ons
niet overtuigend is uiteengezet, nog
niet aanbevelenswaard.
Afscheidswoord van jhr. Aitïng von
Geussu.
Jhr. Alüreg van Geusau, minister van
oorlog, heelt de vo/gende dienstorder
gericht aan het peasonee! der posterijen,
telegrafie en telefonie
Nu hei vertrouwen van Hae Majesteit
de Koningin mfj heeft geroepen aan
bet hoofd van het departement van
oorlog, treed ik af als directeur-generaal
der posterijen en telegrafie.
Gedurende de ruim vijf jaren var.
mijn v/erkzaamiieid ais chef van dezen
belangrijken tak van staatsdienst heb
ik mij steeds beijverd de belangen van
het publiek, van den dienst en van het
personeel naar beste krachten te be
hartigen.
Door mijne dienstreizen had ik ge
legenheid met fle meesten uwer in
persoonlijke aanraking te komen daar
door bleef ik op do hoogte van den
dienst ®p de groote en kleine kantoren.
Met genoegen zal ik steeds blijven
terugdenken "aan een betrekking, die
mij 'lief was geworden, en ik hoop, dat
het personeel der poslerijen, telegrafie
en telefonie mij in welwelwiilende
herinnering zal bewaren, als een chef,
die er steeds naar heeft gestreefd aller
belangen eerlijk en onpartijdig te be
hartigen.
Het ga u ailen wel.
De yleeschdistributie.
Nu de nieuwe minister van landbouw
„Weet gij -dat zoo zeker?"
„Wel, ik denk het tenminste. Vrijheer
Von Steinfels heeit hem zijn woord van
eer -verpand, c:, in den wil van haar
vader moet en- zal de barones zich
schikken."
„En wanneer zij nu ondanks alles
weigert
„Dat is niet te verwachten Von Fel
sen zeide mij zelf, dat hij zeker van zijn
zaak was."
„Welaan," antwoordde Von Breinen,
„nemen wij het geval aan, dat hij be
reikt -wat hij wenscht en hoopt, zoo is
daarmede -de vraag, of hij werkelijk een
scliitterende partij doet, nog altijd ni-et
beslist. Gij weet vermoedelijk niet,
waar-om mijnheer Von Steinfels zoo
verbitterd op de liberale partij is
,,Wa3-rom? Omdal hare zienswijze
■niet met de .zii-ne -overeenstemt omdat
hij waant, dat zij het omwerpen van het
bestuur in haar schild voert."
„Dal is het niet", hernam Von Bre
men op bijtenden toon, „hij heeft een
andere, persoonlijke reden, die gij be
zwaarlijk gissen kunt. Von Steinfels
heeft zic'h in den laatsten tijd tot spe-
culatiën laten verleid-en, die waar
schijnlijk een slechten afloop voor hem
hebben gehad."
„Heeft hij geld verloren
„Zoo zegt men ik kan er geen borg
voor staan. Hij brengt nu die geheele
oplichterij-geschiedenis -op rekening
der liberale partij gij zult begrijpen,
den aanvang van de goedkoope rund
vleeschdistributie, die -o.p 1 October be
paald was, voorloopig heeft uitgesteld,
is van vele zijden de vraag gedaan, hoe
het eigenlijk met de toegezegde voor
ziening van rundvleesch staat. Het
„Vad." is op informatie uitgegaan en
wat het blad heeft vernomen, is niet
bijster geschikt om het publiek in alle
opzichten gerust te stellen.
Waarschijnlijk is de regeling, die met
October in -werking zou treden opge
schort, omdat minister van Ijsselstein
het plan -moet hebben, ook geen bijslag
voor goedkoop vleesch te verstrekken.
De vraag of er veel vee is, kan niet
direct beantwoord worden, omdat de
uitkomst van de veeteliing nog niet be
kend is. Maar tegenvallen zal het waar
schijnlijk niet. Ook is de toestand van
de dieren over het algemeen bevredi
gend en als het weer in den herfst mee
werkt, zal ook gedurende den winter
van een regelmatige distributie sprake
kunnen zijn. De regendagen, die wij
thans beleven, zullen, wordt het een
droge October, bevorderlijk zijn aan
den groei van het gras. Vooral nu er
zulk een gebrek aan stalvoeder bestaat
een koe in den stal kost ongeveer
20 per week zal getracht worden
het vee zoo lang mogelijk buiten te la
ten, wat, bij een zachte November, op
goed gelegen weilanden, tot het einde
van die maand eri soms nog later kan
geschieden. Wordt het echter een on
gunstig najaar, zo-odat het vee vroeg
naar stal moet, dan zal dat van groo-
ten invloed zijn op de voorziening van
vleesch gedurende de wintermaanden.
Het ligt in de bedoeling al hef vee,
dat tegen den tijd van het stal!e.n, niet
tot de beste soorten behoort, af te
slachten en in te vriezen. Dit zal op
zooveel mogelijk plaatsen gebeuren,
zoodal gedurende den winter hef trans
port van dit vleesch tot een minimum
beperkt kan blijven. Aan hei slachthuis
te 's-Gravenhage is men druk bezig
een inrichting te maken, waar een
2.700.000 K.G. vleesch ingevroren kan
worden.
Als een van de redenen, dat het met
de voorziening van vleesch gehaperd
heeft, is ons van verschillende zijden
het frauduleuze slachten genoemd. Wel
is de controle daarop sterker gewor
den, maar dit heeft hoofdzakelijk ten
gevolge gehad, dat het in het geheim
slachten, dat in de steden geschiedde,
naar bui.ten is verplaatst, vanwaar het
dier in stukken weer naar de stad te
ruggebracht werd.
Er moeten slagersknecbls zijn, die
aan dit slachten duizenden hebben ver
diend, -en voor het veryoeren worden
telkens nieuwe methoden uitgevonden.
Zoo hebben slagersknechts eens bui
ten huisjes gehuurd, die zij lieten meu
belen. Een verhuiswan-en reed dan voor
en laadde tal van kisten uit, die in de
huizen werden binnengedragen. Na een
maand, of soms nog korter, verhuurden
zij een huis, lieten weer den verhuis
wagen komen, die alle kisten, maar nu
met vleesch gevuld, inlaadde en naar
de stad bracht.
Ais ee- vee! gebruikte truc, om een
in den dierlijken stand ingeschreven
kce „vrii" te krijgen, is het volgende
medegedeeld
Een boer vraagt een vervoerbiljet
aan voor een koe voor cen markt in
een aangegeven plaats. Dit wondt hem
verstrekt en hij mag het dier dus ver
voeren, maar de controle of het werke
lijk op de aangegeven markt aankomt,
ontbreekt, en onderweg moet het nogal
eens verdwijnen.
Zooais uit het bovenstaande blijkt,
zal veel vleesch in de naaste toekomst
dat daardoor een verzoening met haar
bijna tot de onmogelijkheden behoort."
Borg scheen zich meer aan te trek
ken van de gewaande verliezen, dan
van -de staatkundige meeningen van
den vrijheer.
„Wanneer hij aanzienlijke sommen
verlor-en heeft, dan kon de baron zich
in zijn hoop teleurgesteld zien," zeide
hij met onverholen sarkasme „hij
meent een groote huwelijksgift te ont
vangen."
Von Bremen lachte minachtend en
goot het overblijfsel uit -de flesch in zijn
glas.
„En begrijpt gij nu, dat hij boos op u
zijn kan vroeg hij. „Gij komt, zoo
als men pleegt te zeggen, in een ge-
maak? bed, terwijl de baron nog zeer
ver van zijn doel verwijderd is, en met
tallooze moeilijkheden moet strijden,
alvorens het te bereiken."
„Gij kunt gelijk hebben," _zeide Borg,
„maar dit is immers voor" den baron
geen reden mij te belasteren."
„Heb ik u gezegd, dat hij 'het gedaan
heeft
„Gij spraakt van een juweelkistje,
dat met mijn naam in verband is ge
bracht ik moet aannemen, dat daarbij
een geschiedenis is verzonnen, die op
mijn eer een smet moet werpen. En
vind ik dit vermoeden bevestigd, dan
heb ik geen reden meer, den baron te
ontzien."
(Wordt vervolgd.)