(fill 4
Ï91®
b'Me Étage.
vrije Brikctt»
Qyeen
sechesn,
tad (geen
ling, enz.
raaf 11
SAO
.Aurora"
DONDEROAO 13 SEPTEMBER.
er nadert 11 gemeentebestuur
"ünenlanb
FEUILLETON
Mo- 31S
HUUR gevraagd
:ste standen
huurprijs)
tto „Étags", bu-
jsche Courant",
nu vcor HU1S-
bestel nog heden
de
per 100 K.ü.,
«lke dooMnl) met
i worden,
deze gelegenheid,
lend,
BACK.
42
OUDEN I
ng van 6accoun-1
url'ten OPLE!-1
IRiEF voor alle
M.O. en accoun-1
oor de praktijk, 1
5 per drie maan-
evc en individu-
ie naar keuze.
r motto „opl. 1
gratis-prospee-
proeflessen bij
Publiciteit van I
elijir. Nieuws,
153, Amsterdam, I
U hierdoor tot f
terlsig
ting.
3—6.
33
vele kwalen wee-
MAAGLIJDER?.
Alle kwalen fl|C
oot succes er door
i en zweren, reer
VLIS51INGSCHE COURANT
■aeaas
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ0.60 voor iedere
fegel meer 15'cent plaatsing 3|2 X
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes SO cent per regel. Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 7|/2 cent
per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels
1.iedere regel meer 15 cent.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op
Walcheren 1.55 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk1.75.
Afzonderlijke nummers3 cent
VERLICHTING.
Burg. en Weth. van Vlissingen heb
ben het voornemen om aan den ge
meenteraad voor te stellen van ge
meentewege aan lederen huiseigenaar,
die een lichtloos gezin van gas of elec-
irisch licht voorziet, eene bijdrage van
ƒ10 per woning in de kosten van aan
leg te verieenen.
Ten einde een overzicht te verkrij
gen van het bedrag, dat daarmede voor
de gemeente gemoeid zal zijn, worden
ihiiseigenaren, die bereid zijn hunne
perceelen, -door bovenbedoelde gezin
nen bewoond, van gas of electrisch
licht te voorzien, verzocht daarvan ten
spoedigste mededeeling te doen aan
Burgemeester en Wethouders, onder
opgave van de ligging van de perceelen
en de namen der gezinnen, die die per
ceelen bewonen.
Vlissingen, 10 September 1918.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. jROSSUM Jr.
ZACHTE ZEEP.
De Burgemeesier van Vlissingen
maakt bekend dat voor zachte zeep,
bestemd voor Industrie, een, maximum
prijs is vastgesteld van 72 per 120
K.K.
Vlissingen, 12 September 1918.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Het nieuwe kabinet.
Wij zullen nog enkele persbeschou
wingen opnemen
Het nieuwe ministerie kan, naar het
oordeel der (a.r.) „Rotterdammer"
gekarakteriseerd worden als hei opof-
ferings-kabinet.
Offers, groote offers worden ge
bracht.
De naam van onderscheidene digni
tarissen wekt aanstonds een gevoel van
sympathieke dankbaarheid voor den
moed om den post te aanvaarden.
Wij denken hier allereerst aan den
minister-president, mr. <Ruys de Bee
renbrouck, die, na luttele maanden, als
Commissaris der Koningin het regi
ment te heben gevoerd, de leiding van
tic landspolitiek heeft te aanvaarden.
Welk een, warme vaderlandsliefde,welk
een diep plichtsbesef, welk een ootmoe
dige overgave moeten hier saamtreffen
om, met terzijdestelling van alle per
soonlijke belangen en voorkeur, op te
volgen de roeping, waarmee hij zoo
ernstig geroepen werd 1
De zelfverloochening, welke zich in
mj Ruys het scherpst accentueert, is
bij meerdere kabinetsleden aan te wij
zen. Kieschheid verbiedt om breeder te
bandelen over de persoonlijke offers
52.)
-In geeiven deele Ida was toen mijn
beste vriendin zij had geen geheimen
voor mij. Haar hart neigde nu eens tot
•Ji dan eens tot den graaf over al naar
naar stemming was. Wie van u beiden
bet eerst het beslissend woord sprak,
uien moest de prijs ten deel vallen."
-En dit zegt ge mij eerst nu vroeg
verwonderd.
-Vergeef mij, zoo gij meent, mij des-
vege een verwijt te kunnen maken. Ik
ilde u er niet opmerkzaam op tna-
"en I Rij moest immers zelf weten, hoe-
gaan mocht, en toen gij u ein-
mV' j 'erugir°kt, toen kon ik niet ver-
i en, dat gij het met een bloedend
t deedt. Gij hadt mij niet in de ge-
™Tn- van uw hart ingewijd en mijn
afoi. 'niet vcrlangd weliichi ware hij
gewezen geworden, indien ik hem it
gegeven had."
»tip,n ®remen bad op een stoel plaats
arm men ^'i steunde het iioöfd op den
en staarde somber voor zich heen.
I de"ij,m ?er w>ile van mijn vriend meen-
w„ «fstand te moeten doen", ant-
dat h" h'! zaclvt "ik w'st immers,
'1 in de verbintenis met Ida geheel
van hen, wier neiging allerminst naar
een ministerieele portefeuille uitging.
Ook „de Tijd" -roemt het onbaat
zuchtig karakter der nieuwe ministers.
Niet het partijbelang, maar het belang
des lands heeft bij de vorming van dit
kabinet voorgezeten,en evenmin per
soonlijk belang het is wel overbodig
dit te verklaren doch alweder het
landsbelang heeft de nieuwe ministers
bewogen, een portefeuille te aanvaar
den en al de moeilijkheden te beloopen
van dezen ontredderden tijd.
Tegenover zulk een daad van moed
zal de nieuwe Kamer behooren in te
nemen, een houding van welwillend
heid. En verder wachte zij de daden
van het kabinet af.
Het „Centrum" besluit zijn beschou
wing over het nieuwe ministerie aldus
De groote nooden van dezen tijd roe
pen om groote middelen ter verbete
ring. De binnenlandsche politiek stelt
eischen als nimmer te voren, eischen
van socialen, van economischer!, van
financieelen aard. Voor geen hervor
mingen zal mogen worden terugge
deinsd. En wat de staatkunde tegen
over den vreemde betreft, kan men er
w,el zekér van wezen, dat Nederland in
zijn streng neutrale houding zal vol
harden en dat het kabinet :zich aan
geen avontuurlijke politiek wagen zal.
Zijn 'hoogsten roem zal het stellen in
het lenigen der ellende, door den oor
log geslagen, en het bevorderen van
de werken des vredes naar binnen ,en
naar buiten.
De „Residentiebode" wijst op de
moeilijke en, veelomvattende taak, die
het kabinet wacht.
Het ministerie heeft heel wat voor de
borst, maar er zijn drie dingen, welke
het allereerst te verzorgen heeft.
Vóór alles zal het hebben te beharti
gen de economische crisis in verband
met den wereldoorlog. Met de uiterste
:zorg alles vermijdend, wat er toe zou
kunnen leiden, dat we aan het eind nog
meegesleept worden .in de wereldramp,
zullen de nieuwe mannen tevens iets
nieuws .en iets beters hebben voor te
bereiden in zake'de voedselvoorziening
hier te lande. Van meet af zorge het
nieuwe ministerie de samenwerking te
verzekeren door izooveel mogelijk den
dwang te laten schieten en de produ
centen willig te maken. Men heeft den
nieuwen crisis-minister, den heer Van,
IJssetstein hier en daar reeds gedood
verfd ais -een echten bureaucraat en
staatssocialist. Het schijnt echter en
we hopen het >dat men zich daarin
vergist. Heeft het kabinet al niet zoo
goed als officieus laten afkondigen, dat
het de bureaucratie zooveel mogelijk
zal inperken Voorts is hier werk aan
den winkel in zake het beteugelen, van
allerlei ketting- en woekerhandel. Wat
eindelijk de distributie betreft, het zal
zaak blijven, zonder het geld over den
balk te gooien, de noodzakelijke hulp
te bieden bit de verstrekking van goed-
koope levensmiddelen. Willen de ont
redderde financiën daardoor niet ge
heel en al in de war loopen, dan zal
er tevens op vele punten bezuinigd
moeten wonden. Men zoeke dat niet
op het brood van het volk, dat toch
armoe genoeg lijdt. Maar, om niet te
spreken van overbodige commissies en
beambten, eindelijk zal er toch eens
overwogen moeten worden, in hoever
de mobilisatie kan worden ingetrokken.
Het „N. v. d. D." 'heeft geen al te
zwaar hoofd in de politieke kleur van
dit kabinet het zijn nieuwe mannen,
maar een heel nieuw geluid zullen zij
niet kunnen geven.
zijn levensgeluk zocht. Wel hebt gij ge
lijk, ik deed het met een bloedend hart
maar ik hield liet voor plicht, en in den
loop van den tijd was ik er in geslaagd,
den droom te vergeten, die eenmaal mij
de schoonste beelden voor iden geest
had doen verrijzen."
„En wilt gij ook nu nog zwijgen
Wanneer,het u gehikt, dien Von Felsen
als een -eerloozen lafaard, als moorde
naar te brandmerken, zal dan de heer
Von Sfeinfels zich nog verder aan zijn
woord gebonden houden En is Ida
weder vrij, wie kan haar dan beletten,
u hamd en hart te schenken
„Gij vertoont -mij een aanlokkend
doel, doch ik geloof ;niet, dat ik het ooit
bereiken zal", zeide hij.
„En is dit -dan niet bet doel uwer
onvermoeide pogingen, den sluier op te
lichten, die over het einde van den
graaf ligt uitgespreid
„Neen, Emilie, het doel, dat ik daar
bij heb, is dit vergelding uit te oefe
nen en den vriend te wreken."
„En wanneer dit bereikt is, dan..."
„Laat dat, zuster ik heb destijds
zwaar genoeg moeten strijden, om af
stand te kunnen doen ik zou niet nog
maals zulk een strijd willen doorstaan."
Het onderhoud werd afgebroken door
de komst van den -rijknecht. Von Bre
men stelde .hem den brief ter hand en
verliet eenige oogenblikken later ook
het huis.
Het geluk zijner zuster, hoe hartelijk
en oprecht hij het haar gunde, had hem
Wij moeten ook billijk zijn, de moei
lijke omstandigheden van deze kabi
netsformatie in aanmerking nemen, en
er aan denken dat het voor de meeste
uitverkorenen een opoffering geweest
is, in een tijd als wij nu beleven, den
buitengewonen last eter regeeringszor-
gen te aanvaarden. De nieuwe minis
ters hebben er recht op, zonder voor
ingenomenheid beoordeeld te worden
naar hun daden.
Op dien buitengewonen last in dezen
aknormalen tijd is ook nadruk gelegd
in de koninklijke boodschap, waarmee
den altredenden ministers hulde ge
bracht wordt voor de „vele en gewich
tige diensten", die zij bewezen hebben
„in buitengewoon moeilijke omstan
digheden". Inderdaad, bij al wat men
op het kabinet Cort van der Linden
mocht hebben aan te merken, gevoelt
ieder, dat dit geen phrase is, en wij
spraken vroeger reeds de verwachting
uit, dat het ten deze niet bij woorden
blijven zal dat de eerste daad van het
nieuwe ministerie gericht zal zijn op
het brengen van een tastbaar bewijs
van erkentelijkheid der natie aan man
nen, die zich in een zoo ongewone mate
voor het algemeen belang hebben op
geofferd.
De (Christelijke) „Amsterdammer"
brengt huide aan de mannen, die het
er op gewaagd hebben het bewind te
aanvaarden.
'Het zal -nu een mimsterie-Ruys de
Beerenbrouck zijn. Aan den Limburg-
schen Commissaris 'der Koningin de eer
van het kabinetsformateurschap en het
presidium van den 'ministerraad.
Of hij nu inderdaad in dit kabinet
de eerste viool zal spelen, moet betwij
feld worden-. Al is hij een man van uit
nemende capaciteiten en van veel par
lementaire ervaring, een staatsman in
den vollen zin .des woords is hij toch
niet. Dat de ftfemier geen leidende fi
guur is, kan een bezwaar geacht wor
den het brengt misschien ook zijn
voordeelcn mee. Al is het nieuwe kabi
net ongetwijfeld een rechisch ministerie
te noemen, het za! denkelijk niet tot
scherpen principieeien strijd uitlokken.
En met -een man ais Ruys de Beeren
brouck aan het hoofd, zal de samen
werking met de Tweede Kamer wei-
licht gemakkelijker van stapel ioopen
dan met een minister-president, die als
een onverzettelijk staatsman te boek
staat. Nu zal eerder over den persoon
worden- heengezien om de zaak des
lands te behartigen.
Als de nieuwe departementshoofden
in trouwe eensgezinde samenwerking
den premier in het algemeene regee-
ringsbelei-d bijstaan, zal er van drt mi
nisterie nog een verrassende kracht
kunnen uitgaan. Er .zitten tal van be
kwame mannen int
Wat ons betreft, schrijft „het Volk",
van ons heeft het kabinet-Ruys alleen
oppositie te verwachten, wanneer het
die door zijn gedragingen of nalatighe
den oproept. In ïiaar verkiezingspro-
gram bezit onze partij den leiddraad
voor hare houding ook als oppositie.
-Naarmate het ministerie meer in de
richting van dat program werkt en dus
naar c.ns inzien aldus het best de arbei
dersbelangen en landsbelangen dient
op de wijze, waarop dat in dezen zwe
ren tijd noodig is, kan het onzerzijds
op welwilienden steun rekenen. Naar
mate het tegen dat program ingaat, of
de ernstige vingerwijzingen die -het be
vat achteloos en roekeloos in den wind
slaat, zullen wij te meer ons best doen
om het van den aardbodem te doen
verdwijnen. Wij treden overigens het
kabinet onbevooroordeeld tegemoet en
niettemin in een treurige stemming ge
bracht, en de herinnering aan -Ida was
geenszins geschikt, zijn goeden luim te
bevorderen.
Hij had haar hartstochtelijk bemind,
cn dat hij haar nog altoos innig lief
Kad, dat was hem in dit oogenblik dui
delijker geworden dan ooit maar zijn
liefde beschouwde hij als hopeloos, ook
voor het geval, dat hij er in slaagde,
Von -Felsen te ontmaskeren.
Reeds brandden de lantaarns, toen
Von Bremen langzaam door de druk
bezochte straten liep. Hij had met op
zet idit -uur -gekozen, omdat hij wist,
dat August-Borg alleen aan een tafeltje
in de club zat -en in het bestudeeren
van een -nieuwsblad verdiept scheen te
zijn.
Het was de eerste keer sed-ert hunne
ontmoetincr te Luzern, dat' rzij elkander
weer aantroffen. Borg scheen de toen
malige woordenwisseling te hebben
vergeten. Von Bremen's -groet beant
woordde hij met een in het oog loopen-
de beleefdheid en hij legde de courant
cp zijde, als verwachtte hij, dat de
nieuwe gast -naast hem zou plaats
nemen.
Von Bremen gaf aan die uifnoodi-
ging gevolg en vroeg een glas wijn
daarna nam hij een sigaar uit zijn ko
ker.
„A propos", -ving hij na een pauze
het gesprek aan, „waar bevindt zich
tegenwoordig baron Von Felsen
zullen met gespannen belangstelling
van- de eerste perspektieven, die het
v/eldra zal openen, kennis nemen.
De „Haagsche Courant", die steeds
voor een gemengd kabinet heeft ge
ijverd, ziet de toekomst niet zonder
eenige bezorgdheid tegemoet.
-Na de moeilijkheden, die zich aan het
kabinet voordoen, te hebben geschetst,
zegt het blad
Afwachten is, in elk opzicht, thans
het parool ten aanzien van het nieuwe
kabinet, dat in elk geval een. zeer be
langrijk arbeidsveld wachtende vindt
bezuiniging, betere distributie, bevor
dering der productie, voorziening in
den woningnood
Maar het kabinet Corf van der Linden
moge niet heengaan zonder een woord
van innige dankbaarheid van het Ne-
derlandsche volk, welks belangen ge
durende de steeds moeilijker oorlogs
jaren, met hun stijgende -gevaren van
bulten- en nooden van binnen, over 't
algemeen op zoo voortreffelijke wijze
door -de regeering zijn behartigd.
De „Koln. Ztg." wijst er op, dat de
beide voor de buitenlandsche politiek
voorat in aanmerking komende per
soonlijkheden zijn de premier en de
minister van buitenlandsche zaken en
zegt wellicht zou men kunnen zeg-
nemen bij jhr. -Ruys de -Beerenbrouck
een neiging naar de Entente, en in ge
ringere mate ook een bij jhr. Van Kar-
nebeek. Doch beiden zijn te goede Ne
derlanders om andere overwegingen te
laten gelden ,als wat de vaderlandsche
belangen gebieden en daarom moge
hun benoeming in Duitschland bevre
diging wekken. -Men kan er van over
tuigd izijn, dat onder hen de door Lou-
don met zoo prijzenswaardige omzich
tigheid gehandhaafde neutraliteit eer
lijk zai worden gehandhaafd. Jhr. Van
Karnebeek is een ervaren politicus in
buitenlandsche zaken en. heeft zich bij
de leiding van het scheidsgerecht ep bij
de tweede vredesconferentie te Den
Haag uitstekend doen kennen. Hij j
schijnt geheel en al voor een actie van
uitwisseling geschikt. -Als burgemees
ter va^ Den Haag kon hij izijn voor
treffelijke bestuursgave der stad te
nutte doen zijn.
De Staatssecretaris.
Naar het „Hbtd." meldt, zal de nieu
we functie van staatssecretaris, ge
schapen in verband met de formatie
van het zoo juist opgetreden kabinet, j
worden ongedragen aan mr. J. B. Kan,
secretaris-generaal van het departe
ment van binnenlandsche zaken. Waar
schijnlijk bliift de heer Kan tevens se
cretaris-generaal aan het ministerie van
den premier.
Een onderhoud met den nieuwen
minister van landbouw.
De nieuwe minister van landbouw,
de heer H. A. van Ijsselsteijn, heeft
gisteren aan -de „Haagsche Ct." een
vraaggesprek toegestaan.
Is het juist, dat uwe excellentie voor
nemens is om vereenvoudigingen in het
crisiswezen aan te brengen Dit is in
derdaad juist, antwoordde de minister.
Waar mogelijk zullen vereenvoudigin
gen, vooral wanneer die tot bezuiniging
kunnen leiden, worden aangebracht. J
Acht u bezuiniging mogelijk door
verandering van stelsel in dien zin, dat j
alleen voor minvermogenden regee-
ringsgoederen tegen verminderden
prijs beschikbaar worden gesteld
Neen, in die richting zal, naar mijn
meening, weinig bezuinigd kunnen
Hvorden, daar de weistandsgrens, vrij
hoog zou moeten zijn, .zoodat zij toch
vrijwel alle ingezetenen zou omvatten.
Welke zal dan de richting zijn, in
welke u streeft naar vereenvoudiging
en bezuiniging
Hieromtrent kan ik op het oogenblik
nog geen mededeelingen doen, daar ik
eerst overleg moet plegen met de chefs
-der onderscheidene afdeelingen.
Is uwe excellentie ook voornemens
om meer dan tot nu toe gebruik te
maken van de bemiddeling der steun-
comité's bij de distributie of wel om
het aantal rijkskantoren en -commissies
te verminderen
Dat weet ik nog niet, antwoordde de
minister. Deze punten raken de details
van mijn beleid en daaromtrent heb ik
uiteraard nog geen vaste lijnen kunnen
trekken. Waar zulks mogelijk is, zal
mijn politiek echter gericht zijn op ver
eenvoudiging van het d'istributiewezen.
Het Kamervoorzitterschap.
Bij de opening van het nieuwe zit
tingjaar der S alen-Generaal, zal dit
maal voor het eerst gelden de in het
vertg vergaderingsjaar tot stand geko
men nieuwe bepaling van het Regle
ment van Orde dei Tweede Kamer,
volgens welke niet langer het oudste
lid in jaren het tijdelijk voorzitter-schap
der Tweede Kamer zal bekleeden, zoo
lang er nog geen voorzitter door de
Koningin is benoemd, doch als tijdelijke
president z«l optreden een oud-voorzit
ter, met dien verstande zooals de
nieuwe bepaling nadrukkelijk inidt
dat de laatst afgetreden president den
voorrang heeft. Dientengevolge zal dat
mr. D. Fock zijn, die daartoe vooraf
deor de Koningin beëedigd moet wor
den.
De oud-minister van oorlog.
Naar aanleiding van een dagbladbe-
richt, dat de afgetreden minister van oor
log, jhr. mr. B. C. de Jonge, zou zijn
bestemd tot opvolger van den nieuw-
opgetreden minister van oorlog, jhr.
A.lting von Geus&u, als directeur-gene
raal van posterijen en telegrafie, kan
het Haagsche Corresponetentiebureau
mededeelen, dat noch bij den heer De
Jonge zelf, noch bij de regeering hier
van iets bekend is.
De opperbevelhebber.
In de hoogere iegerkringen wordf
verklaard dat de opperbevelhebber
binnenkort gevolg zal geven aaH zijn
reeds lang gekoesterd voornemen om
den dienst te verlaten. In hoeverre de
politiek der nieuwe Regeering ten op-
ziehte van de demobilisatie dit voor
nemen heeft bespoedigd, is niet uit te
maken. Algemeen Vvordt als zijn opvol
ger genoemd de luif.-generaal W. F.
Pop. chef van den staf van het alg.
hoofdkwartier.
„Hebt gij nog altoos achterdocht op
hem antwoordde Borg spottend.
„Achterdocht Neen", zeide Von
Breinen „integendeel, het feit heelt
zich zoo tamelijk opgehelderd."
„Werkelijk Te dien opzichte kan ik
mijn nieuwsgierigheid niet ontveinzen."
„Wij hebben papieren gevonden, die
maa-r kan ik op uwe .stilzwijgend
heid staat maken
„Parole d'honneur
„Welnu tdan, mijn ongelukkige vriend
schijnt in de laatste dagen vóór zijn
dood zeer zwaarmoedig geweest te
zijn hij had waarschijnlijk de hoop
verloren, dat het "hem ooit gelukken
zou, de toestemming van vrijheer Von
Steinfels te verkrijgen."
Borg staarde hem aan hij scheen
de waarheid dier bewering zeer te be
twijfelen.
„Blijkt dit inderdaad uit zijn papie
ren vroeg hij.
„Zeker."
„Hm, verklaarbaar is het. Hij kende
vrijheer Von Steinfels en moest dus we
ten, dat zijn hoop onvervulbaar was,
en wanneer hem dit tot wanhoop
bracht, kan -dit niemand bevreemden.
Gij traadt indertijd zeer driftig op,
zonder daartoe eenig recht te bezitten."
„En gij zult mij zulks niet euvel dui
den, wanneer gij met de omstandighe
den rekening houdt", antwoordde Von
Bremen ernstig. „Mijn eerste vermoe
den moest immers vallen op den dood
vijand van mijn vriend, cn dit zooveel
De rundvleeschdistributie uitgesteld.
De minister van landbou-w heeft aan
de gemeente-besturen bericht, dat de
aanvang der goedkoope rundvleesch-
distributie, waarvan de datum door zijn
ambtsvoorganger op 1 October a.s.
was bepaald, voorloopig wordt uitge
steld.
Opslag van winteraardappelen.
Naar het „Hbl." meldt bestaat hef
voornemen den oos'.ag van winteraard
appelen aan "a.rticulieren toe te staan.
Brandstoffen.
Het bureau voor mededeelingen in
zake de voedselvoorziening meldt
De rijkskolendistributie heeft de
te meer, daar ik met het karakter van
den baron helaas maar al te goed be
kend ben."
„Wellicht beoordeelt gij hem toch
verkeerd."
„Om daarover te spreken, vinden wij
later nog wet gelegenheid ik twijfel
niet, dat ook gij bittere ervaringen
zult opdoen."
Minachtend trok Borg zijp wenk
brauwen bijeen maar zijn blik rustte
toCh zoo doordringend op Von Bremen,
als wilde hij diens gedachten door-
gronden-.
„.Ervaringen?" vroeg hij. „Ik zou niet
weten,van welke soort zij konden zijn."
„Komaan, ieder heeft zijn kleine ge
heimen, en baron Von Felsen is ten op
zichte van de geheimen zijner vrienden
zoo onachtzaam..."
„Tegenover mij niet
„Geloof maar niet, dat gij een uit
zondering zijt. V/ie zeide mij ,toch, dat
de baron hem uit Italië had geschreven
en in zijn brief merkwaardige geschie
denissen van u verhaalt? Voor eenige
dagen kwam het gesprek op dit onder
werp, doch mij boezemde de geschie
denis geen belang in daarom schonk
ik haar ook geen aandacht."
Het straks nog hoogrood «ezicht van
Borg was bleek geworden, en al dwong
hij zich ook, den schijn van kalmte te
bewaren, hij slaagde er tocli niet in,
den innerlijken angst te verbergen
die sprak te duidelijk uit zijn oogen.
(Wordt vervolgd.)