(fill 4 Ï91® b'Me Étage. vrije Brikctt» Qyeen sechesn, tad (geen ling, enz. raaf 11 SAO .Aurora" DONDEROAO 13 SEPTEMBER. er nadert 11 gemeentebestuur "ünenlanb FEUILLETON Mo- 31S HUUR gevraagd :ste standen huurprijs) tto „Étags", bu- jsche Courant", nu vcor HU1S- bestel nog heden de per 100 K.ü., «lke dooMnl) met i worden, deze gelegenheid, lend, BACK. 42 OUDEN I ng van 6accoun-1 url'ten OPLE!-1 IRiEF voor alle M.O. en accoun-1 oor de praktijk, 1 5 per drie maan- evc en individu- ie naar keuze. r motto „opl. 1 gratis-prospee- proeflessen bij Publiciteit van I elijir. Nieuws, 153, Amsterdam, I U hierdoor tot f terlsig ting. 3—6. 33 vele kwalen wee- MAAGLIJDER?. Alle kwalen fl|C oot succes er door i en zweren, reer VLIS51INGSCHE COURANT ■aeaas ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels ƒ0.60 voor iedere fegel meer 15'cent plaatsing 3|2 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes SO cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 7|/2 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.iedere regel meer 15 cent. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren 1.55 per drie maanden. Franco door het geheele rijk1.75. Afzonderlijke nummers3 cent VERLICHTING. Burg. en Weth. van Vlissingen heb ben het voornemen om aan den ge meenteraad voor te stellen van ge meentewege aan lederen huiseigenaar, die een lichtloos gezin van gas of elec- irisch licht voorziet, eene bijdrage van ƒ10 per woning in de kosten van aan leg te verieenen. Ten einde een overzicht te verkrij gen van het bedrag, dat daarmede voor de gemeente gemoeid zal zijn, worden ihiiseigenaren, die bereid zijn hunne perceelen, -door bovenbedoelde gezin nen bewoond, van gas of electrisch licht te voorzien, verzocht daarvan ten spoedigste mededeeling te doen aan Burgemeester en Wethouders, onder opgave van de ligging van de perceelen en de namen der gezinnen, die die per ceelen bewonen. Vlissingen, 10 September 1918. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. jROSSUM Jr. ZACHTE ZEEP. De Burgemeesier van Vlissingen maakt bekend dat voor zachte zeep, bestemd voor Industrie, een, maximum prijs is vastgesteld van 72 per 120 K.K. Vlissingen, 12 September 1918. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Het nieuwe kabinet. Wij zullen nog enkele persbeschou wingen opnemen Het nieuwe ministerie kan, naar het oordeel der (a.r.) „Rotterdammer" gekarakteriseerd worden als hei opof- ferings-kabinet. Offers, groote offers worden ge bracht. De naam van onderscheidene digni tarissen wekt aanstonds een gevoel van sympathieke dankbaarheid voor den moed om den post te aanvaarden. Wij denken hier allereerst aan den minister-president, mr. <Ruys de Bee renbrouck, die, na luttele maanden, als Commissaris der Koningin het regi ment te heben gevoerd, de leiding van tic landspolitiek heeft te aanvaarden. Welk een, warme vaderlandsliefde,welk een diep plichtsbesef, welk een ootmoe dige overgave moeten hier saamtreffen om, met terzijdestelling van alle per soonlijke belangen en voorkeur, op te volgen de roeping, waarmee hij zoo ernstig geroepen werd 1 De zelfverloochening, welke zich in mj Ruys het scherpst accentueert, is bij meerdere kabinetsleden aan te wij zen. Kieschheid verbiedt om breeder te bandelen over de persoonlijke offers 52.) -In geeiven deele Ida was toen mijn beste vriendin zij had geen geheimen voor mij. Haar hart neigde nu eens tot •Ji dan eens tot den graaf over al naar naar stemming was. Wie van u beiden bet eerst het beslissend woord sprak, uien moest de prijs ten deel vallen." -En dit zegt ge mij eerst nu vroeg verwonderd. -Vergeef mij, zoo gij meent, mij des- vege een verwijt te kunnen maken. Ik ilde u er niet opmerkzaam op tna- "en I Rij moest immers zelf weten, hoe- gaan mocht, en toen gij u ein- mV' j 'erugir°kt, toen kon ik niet ver- i en, dat gij het met een bloedend t deedt. Gij hadt mij niet in de ge- ™Tn- van uw hart ingewijd en mijn afoi. 'niet vcrlangd weliichi ware hij gewezen geworden, indien ik hem it gegeven had." »tip,n ®remen bad op een stoel plaats arm men ^'i steunde het iioöfd op den en staarde somber voor zich heen. I de"ij,m ?er w>ile van mijn vriend meen- w„ «fstand te moeten doen", ant- dat h" h'! zaclvt "ik w'st immers, '1 in de verbintenis met Ida geheel van hen, wier neiging allerminst naar een ministerieele portefeuille uitging. Ook „de Tijd" -roemt het onbaat zuchtig karakter der nieuwe ministers. Niet het partijbelang, maar het belang des lands heeft bij de vorming van dit kabinet voorgezeten,en evenmin per soonlijk belang het is wel overbodig dit te verklaren doch alweder het landsbelang heeft de nieuwe ministers bewogen, een portefeuille te aanvaar den en al de moeilijkheden te beloopen van dezen ontredderden tijd. Tegenover zulk een daad van moed zal de nieuwe Kamer behooren in te nemen, een houding van welwillend heid. En verder wachte zij de daden van het kabinet af. Het „Centrum" besluit zijn beschou wing over het nieuwe ministerie aldus De groote nooden van dezen tijd roe pen om groote middelen ter verbete ring. De binnenlandsche politiek stelt eischen als nimmer te voren, eischen van socialen, van economischer!, van financieelen aard. Voor geen hervor mingen zal mogen worden terugge deinsd. En wat de staatkunde tegen over den vreemde betreft, kan men er w,el zekér van wezen, dat Nederland in zijn streng neutrale houding zal vol harden en dat het kabinet :zich aan geen avontuurlijke politiek wagen zal. Zijn 'hoogsten roem zal het stellen in het lenigen der ellende, door den oor log geslagen, en het bevorderen van de werken des vredes naar binnen ,en naar buiten. De „Residentiebode" wijst op de moeilijke en, veelomvattende taak, die het kabinet wacht. Het ministerie heeft heel wat voor de borst, maar er zijn drie dingen, welke het allereerst te verzorgen heeft. Vóór alles zal het hebben te beharti gen de economische crisis in verband met den wereldoorlog. Met de uiterste :zorg alles vermijdend, wat er toe zou kunnen leiden, dat we aan het eind nog meegesleept worden .in de wereldramp, zullen de nieuwe mannen tevens iets nieuws .en iets beters hebben voor te bereiden in zake'de voedselvoorziening hier te lande. Van meet af zorge het nieuwe ministerie de samenwerking te verzekeren door izooveel mogelijk den dwang te laten schieten en de produ centen willig te maken. Men heeft den nieuwen crisis-minister, den heer Van, IJssetstein hier en daar reeds gedood verfd ais -een echten bureaucraat en staatssocialist. Het schijnt echter en we hopen het >dat men zich daarin vergist. Heeft het kabinet al niet zoo goed als officieus laten afkondigen, dat het de bureaucratie zooveel mogelijk zal inperken Voorts is hier werk aan den winkel in zake het beteugelen, van allerlei ketting- en woekerhandel. Wat eindelijk de distributie betreft, het zal zaak blijven, zonder het geld over den balk te gooien, de noodzakelijke hulp te bieden bit de verstrekking van goed- koope levensmiddelen. Willen de ont redderde financiën daardoor niet ge heel en al in de war loopen, dan zal er tevens op vele punten bezuinigd moeten wonden. Men zoeke dat niet op het brood van het volk, dat toch armoe genoeg lijdt. Maar, om niet te spreken van overbodige commissies en beambten, eindelijk zal er toch eens overwogen moeten worden, in hoever de mobilisatie kan worden ingetrokken. Het „N. v. d. D." 'heeft geen al te zwaar hoofd in de politieke kleur van dit kabinet het zijn nieuwe mannen, maar een heel nieuw geluid zullen zij niet kunnen geven. zijn levensgeluk zocht. Wel hebt gij ge lijk, ik deed het met een bloedend hart maar ik hield liet voor plicht, en in den loop van den tijd was ik er in geslaagd, den droom te vergeten, die eenmaal mij de schoonste beelden voor iden geest had doen verrijzen." „En wilt gij ook nu nog zwijgen Wanneer,het u gehikt, dien Von Felsen als een -eerloozen lafaard, als moorde naar te brandmerken, zal dan de heer Von Sfeinfels zich nog verder aan zijn woord gebonden houden En is Ida weder vrij, wie kan haar dan beletten, u hamd en hart te schenken „Gij vertoont -mij een aanlokkend doel, doch ik geloof ;niet, dat ik het ooit bereiken zal", zeide hij. „En is dit -dan niet bet doel uwer onvermoeide pogingen, den sluier op te lichten, die over het einde van den graaf ligt uitgespreid „Neen, Emilie, het doel, dat ik daar bij heb, is dit vergelding uit te oefe nen en den vriend te wreken." „En wanneer dit bereikt is, dan..." „Laat dat, zuster ik heb destijds zwaar genoeg moeten strijden, om af stand te kunnen doen ik zou niet nog maals zulk een strijd willen doorstaan." Het onderhoud werd afgebroken door de komst van den -rijknecht. Von Bre men stelde .hem den brief ter hand en verliet eenige oogenblikken later ook het huis. Het geluk zijner zuster, hoe hartelijk en oprecht hij het haar gunde, had hem Wij moeten ook billijk zijn, de moei lijke omstandigheden van deze kabi netsformatie in aanmerking nemen, en er aan denken dat het voor de meeste uitverkorenen een opoffering geweest is, in een tijd als wij nu beleven, den buitengewonen last eter regeeringszor- gen te aanvaarden. De nieuwe minis ters hebben er recht op, zonder voor ingenomenheid beoordeeld te worden naar hun daden. Op dien buitengewonen last in dezen aknormalen tijd is ook nadruk gelegd in de koninklijke boodschap, waarmee den altredenden ministers hulde ge bracht wordt voor de „vele en gewich tige diensten", die zij bewezen hebben „in buitengewoon moeilijke omstan digheden". Inderdaad, bij al wat men op het kabinet Cort van der Linden mocht hebben aan te merken, gevoelt ieder, dat dit geen phrase is, en wij spraken vroeger reeds de verwachting uit, dat het ten deze niet bij woorden blijven zal dat de eerste daad van het nieuwe ministerie gericht zal zijn op het brengen van een tastbaar bewijs van erkentelijkheid der natie aan man nen, die zich in een zoo ongewone mate voor het algemeen belang hebben op geofferd. De (Christelijke) „Amsterdammer" brengt huide aan de mannen, die het er op gewaagd hebben het bewind te aanvaarden. 'Het zal -nu een mimsterie-Ruys de Beerenbrouck zijn. Aan den Limburg- schen Commissaris 'der Koningin de eer van het kabinetsformateurschap en het presidium van den 'ministerraad. Of hij nu inderdaad in dit kabinet de eerste viool zal spelen, moet betwij feld worden-. Al is hij een man van uit nemende capaciteiten en van veel par lementaire ervaring, een staatsman in den vollen zin .des woords is hij toch niet. Dat de ftfemier geen leidende fi guur is, kan een bezwaar geacht wor den het brengt misschien ook zijn voordeelcn mee. Al is het nieuwe kabi net ongetwijfeld een rechisch ministerie te noemen, het za! denkelijk niet tot scherpen principieeien strijd uitlokken. En met -een man ais Ruys de Beeren brouck aan het hoofd, zal de samen werking met de Tweede Kamer wei- licht gemakkelijker van stapel ioopen dan met een minister-president, die als een onverzettelijk staatsman te boek staat. Nu zal eerder over den persoon worden- heengezien om de zaak des lands te behartigen. Als de nieuwe departementshoofden in trouwe eensgezinde samenwerking den premier in het algemeene regee- ringsbelei-d bijstaan, zal er van drt mi nisterie nog een verrassende kracht kunnen uitgaan. Er .zitten tal van be kwame mannen int Wat ons betreft, schrijft „het Volk", van ons heeft het kabinet-Ruys alleen oppositie te verwachten, wanneer het die door zijn gedragingen of nalatighe den oproept. In ïiaar verkiezingspro- gram bezit onze partij den leiddraad voor hare houding ook als oppositie. -Naarmate het ministerie meer in de richting van dat program werkt en dus naar c.ns inzien aldus het best de arbei dersbelangen en landsbelangen dient op de wijze, waarop dat in dezen zwe ren tijd noodig is, kan het onzerzijds op welwilienden steun rekenen. Naar mate het tegen dat program ingaat, of de ernstige vingerwijzingen die -het be vat achteloos en roekeloos in den wind slaat, zullen wij te meer ons best doen om het van den aardbodem te doen verdwijnen. Wij treden overigens het kabinet onbevooroordeeld tegemoet en niettemin in een treurige stemming ge bracht, en de herinnering aan -Ida was geenszins geschikt, zijn goeden luim te bevorderen. Hij had haar hartstochtelijk bemind, cn dat hij haar nog altoos innig lief Kad, dat was hem in dit oogenblik dui delijker geworden dan ooit maar zijn liefde beschouwde hij als hopeloos, ook voor het geval, dat hij er in slaagde, Von -Felsen te ontmaskeren. Reeds brandden de lantaarns, toen Von Bremen langzaam door de druk bezochte straten liep. Hij had met op zet idit -uur -gekozen, omdat hij wist, dat August-Borg alleen aan een tafeltje in de club zat -en in het bestudeeren van een -nieuwsblad verdiept scheen te zijn. Het was de eerste keer sed-ert hunne ontmoetincr te Luzern, dat' rzij elkander weer aantroffen. Borg scheen de toen malige woordenwisseling te hebben vergeten. Von Bremen's -groet beant woordde hij met een in het oog loopen- de beleefdheid en hij legde de courant cp zijde, als verwachtte hij, dat de nieuwe gast -naast hem zou plaats nemen. Von Bremen gaf aan die uifnoodi- ging gevolg en vroeg een glas wijn daarna nam hij een sigaar uit zijn ko ker. „A propos", -ving hij na een pauze het gesprek aan, „waar bevindt zich tegenwoordig baron Von Felsen zullen met gespannen belangstelling van- de eerste perspektieven, die het v/eldra zal openen, kennis nemen. De „Haagsche Courant", die steeds voor een gemengd kabinet heeft ge ijverd, ziet de toekomst niet zonder eenige bezorgdheid tegemoet. -Na de moeilijkheden, die zich aan het kabinet voordoen, te hebben geschetst, zegt het blad Afwachten is, in elk opzicht, thans het parool ten aanzien van het nieuwe kabinet, dat in elk geval een. zeer be langrijk arbeidsveld wachtende vindt bezuiniging, betere distributie, bevor dering der productie, voorziening in den woningnood Maar het kabinet Corf van der Linden moge niet heengaan zonder een woord van innige dankbaarheid van het Ne- derlandsche volk, welks belangen ge durende de steeds moeilijker oorlogs jaren, met hun stijgende -gevaren van bulten- en nooden van binnen, over 't algemeen op zoo voortreffelijke wijze door -de regeering zijn behartigd. De „Koln. Ztg." wijst er op, dat de beide voor de buitenlandsche politiek voorat in aanmerking komende per soonlijkheden zijn de premier en de minister van buitenlandsche zaken en zegt wellicht zou men kunnen zeg- nemen bij jhr. -Ruys de -Beerenbrouck een neiging naar de Entente, en in ge ringere mate ook een bij jhr. Van Kar- nebeek. Doch beiden zijn te goede Ne derlanders om andere overwegingen te laten gelden ,als wat de vaderlandsche belangen gebieden en daarom moge hun benoeming in Duitschland bevre diging wekken. -Men kan er van over tuigd izijn, dat onder hen de door Lou- don met zoo prijzenswaardige omzich tigheid gehandhaafde neutraliteit eer lijk zai worden gehandhaafd. Jhr. Van Karnebeek is een ervaren politicus in buitenlandsche zaken en. heeft zich bij de leiding van het scheidsgerecht ep bij de tweede vredesconferentie te Den Haag uitstekend doen kennen. Hij j schijnt geheel en al voor een actie van uitwisseling geschikt. -Als burgemees ter va^ Den Haag kon hij izijn voor treffelijke bestuursgave der stad te nutte doen zijn. De Staatssecretaris. Naar het „Hbtd." meldt, zal de nieu we functie van staatssecretaris, ge schapen in verband met de formatie van het zoo juist opgetreden kabinet, j worden ongedragen aan mr. J. B. Kan, secretaris-generaal van het departe ment van binnenlandsche zaken. Waar schijnlijk bliift de heer Kan tevens se cretaris-generaal aan het ministerie van den premier. Een onderhoud met den nieuwen minister van landbouw. De nieuwe minister van landbouw, de heer H. A. van Ijsselsteijn, heeft gisteren aan -de „Haagsche Ct." een vraaggesprek toegestaan. Is het juist, dat uwe excellentie voor nemens is om vereenvoudigingen in het crisiswezen aan te brengen Dit is in derdaad juist, antwoordde de minister. Waar mogelijk zullen vereenvoudigin gen, vooral wanneer die tot bezuiniging kunnen leiden, worden aangebracht. J Acht u bezuiniging mogelijk door verandering van stelsel in dien zin, dat j alleen voor minvermogenden regee- ringsgoederen tegen verminderden prijs beschikbaar worden gesteld Neen, in die richting zal, naar mijn meening, weinig bezuinigd kunnen Hvorden, daar de weistandsgrens, vrij hoog zou moeten zijn, .zoodat zij toch vrijwel alle ingezetenen zou omvatten. Welke zal dan de richting zijn, in welke u streeft naar vereenvoudiging en bezuiniging Hieromtrent kan ik op het oogenblik nog geen mededeelingen doen, daar ik eerst overleg moet plegen met de chefs -der onderscheidene afdeelingen. Is uwe excellentie ook voornemens om meer dan tot nu toe gebruik te maken van de bemiddeling der steun- comité's bij de distributie of wel om het aantal rijkskantoren en -commissies te verminderen Dat weet ik nog niet, antwoordde de minister. Deze punten raken de details van mijn beleid en daaromtrent heb ik uiteraard nog geen vaste lijnen kunnen trekken. Waar zulks mogelijk is, zal mijn politiek echter gericht zijn op ver eenvoudiging van het d'istributiewezen. Het Kamervoorzitterschap. Bij de opening van het nieuwe zit tingjaar der S alen-Generaal, zal dit maal voor het eerst gelden de in het vertg vergaderingsjaar tot stand geko men nieuwe bepaling van het Regle ment van Orde dei Tweede Kamer, volgens welke niet langer het oudste lid in jaren het tijdelijk voorzitter-schap der Tweede Kamer zal bekleeden, zoo lang er nog geen voorzitter door de Koningin is benoemd, doch als tijdelijke president z«l optreden een oud-voorzit ter, met dien verstande zooals de nieuwe bepaling nadrukkelijk inidt dat de laatst afgetreden president den voorrang heeft. Dientengevolge zal dat mr. D. Fock zijn, die daartoe vooraf deor de Koningin beëedigd moet wor den. De oud-minister van oorlog. Naar aanleiding van een dagbladbe- richt, dat de afgetreden minister van oor log, jhr. mr. B. C. de Jonge, zou zijn bestemd tot opvolger van den nieuw- opgetreden minister van oorlog, jhr. A.lting von Geus&u, als directeur-gene raal van posterijen en telegrafie, kan het Haagsche Corresponetentiebureau mededeelen, dat noch bij den heer De Jonge zelf, noch bij de regeering hier van iets bekend is. De opperbevelhebber. In de hoogere iegerkringen wordf verklaard dat de opperbevelhebber binnenkort gevolg zal geven aaH zijn reeds lang gekoesterd voornemen om den dienst te verlaten. In hoeverre de politiek der nieuwe Regeering ten op- ziehte van de demobilisatie dit voor nemen heeft bespoedigd, is niet uit te maken. Algemeen Vvordt als zijn opvol ger genoemd de luif.-generaal W. F. Pop. chef van den staf van het alg. hoofdkwartier. „Hebt gij nog altoos achterdocht op hem antwoordde Borg spottend. „Achterdocht Neen", zeide Von Breinen „integendeel, het feit heelt zich zoo tamelijk opgehelderd." „Werkelijk Te dien opzichte kan ik mijn nieuwsgierigheid niet ontveinzen." „Wij hebben papieren gevonden, die maa-r kan ik op uwe .stilzwijgend heid staat maken „Parole d'honneur „Welnu tdan, mijn ongelukkige vriend schijnt in de laatste dagen vóór zijn dood zeer zwaarmoedig geweest te zijn hij had waarschijnlijk de hoop verloren, dat het "hem ooit gelukken zou, de toestemming van vrijheer Von Steinfels te verkrijgen." Borg staarde hem aan hij scheen de waarheid dier bewering zeer te be twijfelen. „Blijkt dit inderdaad uit zijn papie ren vroeg hij. „Zeker." „Hm, verklaarbaar is het. Hij kende vrijheer Von Steinfels en moest dus we ten, dat zijn hoop onvervulbaar was, en wanneer hem dit tot wanhoop bracht, kan -dit niemand bevreemden. Gij traadt indertijd zeer driftig op, zonder daartoe eenig recht te bezitten." „En gij zult mij zulks niet euvel dui den, wanneer gij met de omstandighe den rekening houdt", antwoordde Von Bremen ernstig. „Mijn eerste vermoe den moest immers vallen op den dood vijand van mijn vriend, cn dit zooveel De rundvleeschdistributie uitgesteld. De minister van landbou-w heeft aan de gemeente-besturen bericht, dat de aanvang der goedkoope rundvleesch- distributie, waarvan de datum door zijn ambtsvoorganger op 1 October a.s. was bepaald, voorloopig wordt uitge steld. Opslag van winteraardappelen. Naar het „Hbl." meldt bestaat hef voornemen den oos'.ag van winteraard appelen aan "a.rticulieren toe te staan. Brandstoffen. Het bureau voor mededeelingen in zake de voedselvoorziening meldt De rijkskolendistributie heeft de te meer, daar ik met het karakter van den baron helaas maar al te goed be kend ben." „Wellicht beoordeelt gij hem toch verkeerd." „Om daarover te spreken, vinden wij later nog wet gelegenheid ik twijfel niet, dat ook gij bittere ervaringen zult opdoen." Minachtend trok Borg zijp wenk brauwen bijeen maar zijn blik rustte toCh zoo doordringend op Von Bremen, als wilde hij diens gedachten door- gronden-. „.Ervaringen?" vroeg hij. „Ik zou niet weten,van welke soort zij konden zijn." „Komaan, ieder heeft zijn kleine ge heimen, en baron Von Felsen is ten op zichte van de geheimen zijner vrienden zoo onachtzaam..." „Tegenover mij niet „Geloof maar niet, dat gij een uit zondering zijt. V/ie zeide mij ,toch, dat de baron hem uit Italië had geschreven en in zijn brief merkwaardige geschie denissen van u verhaalt? Voor eenige dagen kwam het gesprek op dit onder werp, doch mij boezemde de geschie denis geen belang in daarom schonk ik haar ook geen aandacht." Het straks nog hoogrood «ezicht van Borg was bleek geworden, en al dwong hij zich ook, den schijn van kalmte te bewaren, hij slaagde er tocli niet in, den innerlijken angst te verbergen die sprak te duidelijk uit zijn oogen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1