g%«gtaasunBoistf ZATBRDAO 8 «JUNI* HERNIEUWING. FEUILLETON «33 VUSSINGSCHE COURANT lij din Csurant behoort een Bpspl. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels ƒ0.60 voor iedere regel meer 15 centplaatsing 312 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes 30 cent per regel. Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 7'/2 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.iedere regel meer 15 cent. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Walcheren 1155 per drie maanden. Franco door bet geheele rijk 1.75. Afzonderlijke nummers 3 cent. _ÜEMEENTEBESTUUR REGEER1NGSOOEDEREN. Burg. en Weth. van Vlissingen bren gen ter algemeene kennis, dat ingevol ge hunne 'kennisgeving van 28 Februari 1917, behooren-de bij de voor hunne gemeente .geldende distributieregeling van regeeringsgoederen dd. 12 en 19. Februari 1917 A no. 213, gedurende de week van 10 Juni tot en met 16 Juni verkrijgbaar is Op bon no. 50 3 K.G. AARDAPPE LEN a O.O61/2 per K.G. Op bon no. 45 1 ons RIJST a 0.20 per K.G. Op bon no. 41 2'/2 ons PEUL VRUCHTEN (diverse soorten.) Op varkensvleeschbon no. 18 V4 pond VISCH a 0.28 per K.G. Vlissingen, 8 Juni 1918. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUD-EKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. Nog korten tijd en de Nederland- sche kiezers zullen hun stem uitbren gen voor de hernieuwing der Tweede Kamer. Daaran-ede eindigt dan een be langwekkende en langdurige periode in het leven onzer volksvertegenwoor diging en breekt tevens een zeer zeker niet minder belangwekkend tijdperk in ons staatkundig leven aan. Hoe de nieuwe samenstelling van ons parle ment zal zijn, wie vermag het op dit oogenblik met eenige zekerheid te zeg gen Een geheel nieuw en in zijn uit komst gansch onberekenbaar stelsel van verkiezing en stemming roept onze kiezers op een kiesstelsel dat ge vormd is volgens het systeem der evenredige vertegenwoordiging. Wij zullen onze lezers niet venmoeien met een theoretische uiteenzetting van een verkiezingsstelsel, dat door hen veel duidelijiker dan alle omschrijvingen, uit de binnenkort plaatsvindende praktijk zal blijken. Volstaan wij met de, zeer karakteristieke mededeeling, dat de anderhalf millioen Nederlandsche kie zers dezer dagen een oproepings- en een stembiljet zullen ontvangen, elk circa anderhalve meter lang, waarop zij dan de hoitderden candidaten-na- men zullen vinden, waaruit door één hokje zwart te maken, de candidaat hunner keuze zal worden aangeduid, een keuze, liefst uit niet minder dan 22 candidaten-lijsten. Welk een om vangrijke arbeid he't uitzoeken, vast stellen en optellen van de*t>p die om slachtige wijze aangewezen eventueele DOOR A. iH A. KT S. 71 (IMriI wbaan.) Kijk, hij kan hem regelrecht naar dat nichtje sturen, schertste ze. Dan nam ze zijn portret van de piano en hield het onderste boven, zeggend Ik kan hem niet meer in zijn gezicht zien, want zijn oogen zouden me toe-blinken ais gouden tientjes en zijn hoogd boord een omgebogen muntbiljet. Wat heb ik nog o, ja, een flesch eau de cologne, een werkdoos. Met een pakketje van twintig cent is 't weg. Ik ga 't gauw alles in een doosje stoppen. Goederen geretourneerd aan Zijn Edele-1 En wat sohrijf je hem er bij Geen woord, geen letter Over zulke dingen rwijgt men. 't is waar. Wel, wel, wat er iou toch allemaal gebeurt Spijt het u, moeder Nog wel een beetje, hé En u moest blij zijn, dat uw dochter nog aan een man met zoo'n gevoel ontkomen is. Het meisje maakte een pakje en volksvertegenwoordigers met zich brengt, laat zich gemakkelijk bevroe den. Of echter alle anderhalf millioen kiezers hun grondwettelijk recht gaan uitoefenen, zal te bezien staan want weliswaar is op elk hunner de plicht gelegd om te komen stemmen, doch de bij verzuim deswege vastgestelde strafbepalingen zullen -niet ieder af schrikken. De weerbarstige kiezer ont vangt een berisping, althans voor de eerste maal, dat hij zijn plicht niet ver vult. Deze berisping bovendien zal hem, indien hij haar niet vrijwillig is komen halen, doot een veldwachter thuis beteeken-d worden ook de boete voor de eerste maai hoogstens ƒ3, bij herhaling hoogstens 10.zal denke lijk niet bijzonder afschrikkend wer ken. Inmiddels, hoe men ook op het oogenblik nog in -het duister verkeert omtrent den afloop der nieuwe rege ling, dit kan wel worden voorspeld, dat onze Tweede Kamer een geheel ander beeld zal krijgen, en dat zij be staan zal uit een zonderlinge -samen stelling van allerlei -politieke partijen, met of zonder een omlijnd politiek pro gram en velerlei afzonderlijke belan gengroepen. Of dan de Kamer van af gevaardigden -gelijk -wij mogelijk nu krijgen, in .haar heterogene elementen, in werkelijkheid een -weerspiegeling zal zijn van den wil der natie, is een vraag die -gemakkelijk gesteld, echter moei lijk valt te beantwoorden. Immers het beeld, hetwelk onze natie -momenteel op politiek gebied te aanschouwen geeft, is door allerlei omstandigheden zoo vaag, verward en onduidelijk, dat ihet niet doenlijk is zich daarvan een juiste vo-orslelling te malken. In de groote hoofdlijnen ouzer buiteniand- sche .politiek kan ongetwijfeld ats vast staande worden aangemerkt, dat -ons volk nog altijd uitdrukkelijk begeert zijn neutraliteitsstandpunt te handha ven, evenzeer ais ihet in zijn overgroote meerderheid afkeerig blijft van alle oorlogsgeweld in de toinnenlandsche politiek neemt de oplossing, of wel een zoo groot mogelijke verzachting der economische moeilijkheden de voor naamste aandacht in beslag. Behalve deze hoofdlijnen echter zijn er zoovee! tegenstrijdige meeningen aan de orde van den dag, dat het voor den kiezer, die zich geen van te voren vastgesteld oordeel -gevormd heeft, schier ondoen lijk is zich te imrdden der partijen te orienteeren. Uit dien 'hoofde valt dan ook te constateeren, dat er -van eeni-gc geestdrift voor deze ver-kiezingen geen sprake Is, en dat zelden een venkie- zingsstijd zoo weinig in ons maat schappelijk leven heeft ingewerkt, als nu geschiedt. Toch is hetgeen thans in onze staat kundig leven te gebeuren staat, van vérstrekkende gevolgen te a-chten. De j oude Kamer gaat heen, en weinig on- j zer die haar heengaan zuilen betreu- ren. Ook al zijn wij niet blind voor het - vele -werk, en daaronder ook het vele 1 'goede werk, dat de scheidende volks- vertegenwoordigers .hebben verricht, te 1 midden van zoo moeilijke en onzekere tijden gelijk de wereldgeschiedenis j nauwelijks heeft aan te -wijzen, toch - valt ,het niet te ontkennen, dat er hoog j noodig een vernieuwing in 's lands ver- 1 gaderzaai plaats vindt. Deze totaal af- I gewerkte Kamer, heeft zichzelf volgens bracht het naar de post. Ze kwam voorbij het huis van Wiesman. Me vrouw zat voor het raam te haken. Nou wil ik ze toch eens laten zien, hoe weinig ik er om geef, dacht Anna. Ze ging naar het venster, toon de 't adres van het pakketje en riep Alles terug hoor I De dame bloosde en schoof even het venster op. 't Was ook zulk zacht Juniweer. Wat zei je? vroeg ze. Wel, ik zend de heele bestelling terug, ik retourneer de goederen, de koop is verbroken. Maar wat bedoel je toch, Anna. M'n ring, een photo, een flesch eau de cologne en een werkdoos 1 Al les zonder onkosten naar Middelburg, adres den Hoog WelEd. geboren Heer Berends, hernam het meisje lachend. En ik heb nou zoo'n prettig gevoel O, ja, 't is af, hé, met Gerard Ja, hij trouwt met z'n nicht, die minstens vier maal zoo rijk is als ik Maar, dat zijn praatjes Wedden, honderd gutden tegen een, dat 't zoo uitkomt Ik ben blij, dat hij z'n w-are karakter nog toont voor het voor mij te laat is. Nou, ik ga gauw door, an-ders gaat het boeltje niet meer met de eerste post mee en hij wacht al naar den ring om h'm naar Rotterdam te sturen I Dag, mevrouw. Mcneers verkoudheid van Zondag is veler inzicht overleefd en van haar zou geen Ikraclrt, geen sterkte meer te wachten zijn. Daarom mogen wij, ook ai zal de nieuwe Kamer allesbehalve volmaakt zijn, Ihaar 'komst met des te meer belangstelling begroeten, en zulks te eerder wanneer zij onder hare leden niet alleen de beste der thans .zittende leden, maar ook de beste der thans te kiezen candidaten zal herbergen. In welke verhouding oud en nieuw in de Kamer tegenover elkander zulten staan, laat zich nog niet vaststellen wel is het zeker, en staat nu reeds vast, dat 40 leden van de 100 die in 1913 hun in trede deden, niet meer terugkeeren, van welke 40 erikelen door den dood aan hun arbeid onttrokken werden, doch velen vrijwillig nullen heengaan, de meesten eohter onvrijwillig. Bij zulk een omvangrijke hernieuwing in de sa menstelling der Kamer, daar bovendien aan het veertigtal der heengaanden on getwijfeld nog velen door de stembus zullen worden toegevoegd, mogen wij ook een geheele 'hernieuwing van den parlementairen arbeid en van den in vloed daarvan op ons volk verwachten. Moge dan deze hernieuwing, moge dit nieuwe bloed in ons staatkundig leven tot zegen strekken van volk en land moge het ons sterker maken In den moeilijken tijd dien wij beleven, en ongetwijfeld nog moeilijkeren dien wij tegemoet gaan, opdat wij, buiten den wreeden krijg blijvend, onze volks kracht niet in uitputting en verzwak king zullen zien te -gronde gaan. DE „KONINGIN REGENTES" GETORPEDEERD. De directie van de maatschappij „Zeeland" heeft het volgende telegram ontvangen „iH. M. de Koningin is zeer getroffen door de berichten betreffende de ramp die uwe maatscha-pij heeft getroffen en betreurt het verlies van mensohen- levens bij het vergaan van de „Konin gin Regentes". H. M. verzoekt u om aan de nagela ten betrekkingen Hoogstderzetver deelneming over b' brengen." VAN GEEN." De gewonden zullen hedenavond per trein van 7.03 hier terugkeeren, behal ve de stoker B. Schuurbiers en de En- geische loods D. Sutherland, die nog te Rotterdam verpleegd moeten wor den. De gewonden zullen bij aankomst alhier naar hun woningen vervoerd kunnen worden en behoeven niet ver der in een -ziekeninrichting verpleegd te worden. De begrafenis van den heer W. Smit is bepaald op Maandagmiddag a.s. on geveer 1 uur. De -Rotterdamsche correspondent van „de Telegraaf" meldt omtrent de ramp van de „Koningin Regentes" nog de volgende bijzonderheden vjisterersniorgen vroeg waren wij in het hoftaal der „Sindoro". De acht gewonden, die daar verpleegd -worden, hadden een rustrgen nacht gehad, en hun toestand is bevredigend. Vrees voor complicaties doet zich -bij geen hunner voor. Daar kwam in den vroegen .morgen kapitein W. -Reedeker naar zijn -man nen kijtken. De stoere zeeman, -die nu zijn vierde ongeval meemaakte, was weer geheel de oude, ondanks het vreeselijke avontuur, dat hij gisteren beleefde. beter, hoop ik. j 't Meisje snelde guitig lachend weg. j Toen ze van de post terugkeerde, stond de heer Wiesman op zijn stoep. Anna, zei hij, i-k zou je eens even willen spreken. Wel, jk luister meneer. Neen, ik heb daarvoor een -spreekkamer, zooals het aan een orde lijk man betaamt. We houden geen gesprekken aan de ramen, zooals som mige menschen. Och ja, we zijn nou eenmaal van mindere familie, dat heb ik vandaag ai gelezen ook Ieder heeft geen nichtjes die meer rijk dan jong en knap zijn. Maar wou u me over Berends spreken? Juist. Niet noodig, meneer Wiesman 1 Ik ben nöu in veel te goed humeur om het te laten bederven. En ik hou u niet langer op de stoep, om uw verkoud heid weet u I 't ls wel Juni, maar ver koudheden moeten nooit verwaarloosd .worden. Dag meneer Wiesman En Anna ging door. Wat verbeeldt ie zich 1 mompelde ze. Ze kunnen nou nog wat meer over ons praten. Vader Hagens was thuis gekomen en had net den brief gelezen. Wel, kind, zei hij, ik feleciteer je hartelijk, hoor Dank u I Niet zwaar opnemen, hé? Op welk een hartelijken toon werd hij daar verwelko-md en welk een in nige deelneming -klonk er in zijn stem, toen hij bij ieder der jongens naar hun toestand informeerde en naar de wijze waarop zij .gered waren. Toen hij al len de hand gedrukt -had, was -hij tot "onze beschikking. „Wel, kapitein", zoo vroeg ik, „mag ik u -misschien vragen of al uitgemaakt is, of het misschien een torpeido -was, die de ontploffing op uw schip veroor zaakte Toen werd de brave gezagvoerder boos en met stemverheffing riep -hij uit: „Misschien een torpedo, zegt u. Maar daar is niet de minste twijfel aan. Het was een torpedo." Hij na-m ons het opschrijfboekje uit de Ihan-d en teekende in enkele fijnen hoe het gebeurd -was. „Ik stond zelf voor o-d de brug inet den tweeden officier. We keken na tuurlijk recht vooruit en de torpedo trof net achter de -brug tussohen de ra- derkast en de brug aan bakboord. Ik heb niet achter me gekeken, en zoo (heb ik dus geen bellenbaan -gezien, imaar anderen, o.a. de uitkijk, kwartier meester, Wareman, timmerman Corne lls Baan, en de matroos Van der Est, (hebben die -wel .gezien. Direct was het: berg je lijf en de brokken /hout vlogen ons om de ooren. Zoodra we op-keken, /was het heele voorschip al naar de diepte. Direct kreeg i-k den indruk dat is een torpedo. U weet dat 'het de vierde maal is dat ik een zeeramp meemaak drie maal is -mijn schip op een mijn geloopen, Ik heb dus ondervinding opgedaan. De schok was ditmaal heel anders, 't Gaf niet zoo'n aware klap bij een -mijn-ont ploffing lijkt het wel 'n kanonschot. Ik voelde dat bet voorschip afscheurde. Inderdaad is dat geschied. Alles kraak te en op het dak vielen planken en stukken hout. Ik ging door de deur naar ihet pro- mona-d-edek en begaf mij daartoe door een gang, die -even nadat ik hem ver laten 'had, zoo vol hout en wrakstuk ken lag, dat ihij onbegaanbaar iwas. Daar er niets te redden viel, ging ik naar mijn boot met den chef steward en een matroos. Doch de touwen wa ren no,g niet los, zoodat bij een ruk van de reeds zinkende „Koningin Re gentes" de boot -kantelde. We waren er alle drie onder, maar -we werkten er ons ook weer onderuit. De Chef-ste ward zat boven op de kiel en ik hield mij vast aan de boot, doch nog altijd zat 'de reddingboot vast aan de „Ko ningin -Regentes". Toen de „Koningin Regentes" voor goed zonk, -werden wij voor de tweede maai in de diepte ge sleurd. ,lk kreeg een ipaar keer zeewa ter binnen, -maar toch kwa-m ik weer boven en jawel daar kreeg i'k een luik van het achterruim te pa-kken. Met -be hulp van dat luik zwom ik naar de top de salon hut, die met de nieuwe zonne tent er on ronddreef. Daar ben ik op gekropen en toen zat ik -best. De chef steward -haalde ik er ook op en we waren gered. Wij hebben toen rustig gewacht tot de booten ons kwamen halen en op de „Sindoro", later op de „Zeeland" -heb ben zij me weer opgeknapt. Nu ben ik weer klaar alleen m'n knieën, die zijn niet zoo lenig als gewoonlijk. Wij -hebben daarop een onderhoud gehad met den /matroos Philip van der Est, die met''Cornells Baan, den tim merman, op het sloependek aan 't werk was tijdens het ongeval. De verklaring van Corneiis Baan hebben wij reeds weergegeven. Ziehier nu wat Van der Est verklaart „Ik was Donderdagmiddag bezig m'n kameraad Baan te helpen, om een Wel neen, daarvoor is die kerel te min Ik verdedig Willem niet, ver vandaar, maar wat die Berends doet is net zoo laf. Je moeder vertelde me van die nicht. O, ja, die zit er tussohen. Ik heb het de Wiesmans oo-k laten voelen, en Anna vertelde haar ontmoeting. Dat was nou weer niet noodig, berispte de heer Hagens. Wies-man kan er schuld noch d-eel aan hebben. Jelui draven altijd zoo door Och, vader, ais u met Wiesman praat, zult u dadelijk 't merken, dat hij zijn -mooien neef goedkeurt. Kom, ik ga naar 't eten kijken, want die brief heeft m'n appetijt nog geen kwaad gedaan, hoor. Na den maaltijd begaf Anna zich naar Helena. Alevrou-w Raas deed open. Ze had weer geschreid. O, Anna, zei ze, nou weet ik de waarheid. Helena heeft de tering. Maar neen. Ja, m'n man wist het al, ie heeft het me vanmiddag gezegd en hij wou 't oo-k aan m'n arm kind vertellen. Neen, dat mag niet I O, 't moest, beweerde hij. Helena ikon zich dan op de eeuwigheid voor bereiden. Gelukkig heb ik het h'm nog uit zijn hoofd gepraat, maar den een of andéren dag flapt hij het er toch uit. Jij laat niks merken, hé reddingboot te repareeren, toen Baan plotseling tegen mij zegt „K'jk eens wat e-ii groote visoh komt daar aan". Ik antwoordde „Dat is geen vi-sch, je zal d'r wat anders van beleven." Dade lijk had ik gedachte op een torpedo. En ik .maakte dan ook, dat ik weg kwam om m'n boot klaar te maken. Ik twijfelde niet in het minst. Ik zag een witte streep net als van schroefwater en -het kwam recht oo ons schi-p aan." Tot zoover de pertinente verklaring van Van der Est, een verklaring, die de belangrijke -mededeeling van Baan volkomen bevestigt. De „Telegraaf" heeft aan sir George Cave en aan lord Newton, leden der Britsche commissie, hun -meening over het gebeurde ge-vraagd. De voorzitter, sir George Cave, deelde mede, dat men op dit uur juist aan de lunch was, toen men de ont- plofifng hoorde. Alle leden der delega tie zijn onmiddellijk naar boven ge gaan. Het tooneel, dat zich voordeed, was ontzettend om aan te zien. Men zag menschen worstelen met de gol ven, anderen ronddrijven op wrakstuk ken, terwijl de „Koningin Regentes" zinkende was.. Iedereen was ten zeerste onder den indruk. Sir George Cave wenschte te verkla ren, dat de Engelschen de flinke hou ding der Hollanders ten zeerste hebben gewaardeerd. Alles wat kon geschic- den is gedaan en goed gedaan. Zij be treuren van harte het verlies aan menschenievens en het lijden der ge wonden. Over de oorzaak van de ramp wensohte sir George Cave zich zijn meening voor te behouden. „Wij heb ben niets gezien van de ontploffing", aldus sir George Cave, „en kunnen dus niet weten waardoor deze veroorzaakt werd. Er was niet de minste wanorde." Over de conferentie kon sir George Cave zich niet uitlaten, omdat de sa menkomst nog moet plaats vinden. De „Tel." heeft lord Newton op de hoogte gebracht van de feiten, die op grond van de afgelegde verklaringen aan het blad ter oore waren gekomen en verzocht hem zijn meening o-ver het ongeval te zeggen. Lord Newton deel de mede. dat de commissie-leden zelve niet beter wisten of zij zouden aan boord der „Koningin Regentes" de reis meemaken. Op het laatste oogenblik is er toen een wijziging gekomen, en werd men aan boord der „Sindoro" ge bracht. Lord Newton weigerde te ge- loo-ven, dat een torpedo de „Koningin Regentes" tot zinken had gebracht en hield vol, dat het niet anders kon, of een mijn had de ramp veroorzaakt. -Niets kon mylord van deze zienswijze afbrengen. De Engeische -delegatie is niet, zoo als aanvankelijk gemeld is, aan boord van d-e .^Koningin Regentes" geweest. Ze was te Boston, ingescheept op de „Sindoro". DE AANKOMST DER GEREDDEN. Vrijdagavond. Ik denk aan een ken nis uit Vlaanderen. .Hij was onderwij- zér, toen de oorlog uitbrak, kuste hij vrouw en kind, en vertrok hij -als sol daat van het Roode Kruis. Op een avond ging hij gewonden halen. -Hij keerde niet weer. Een kogel velde hem neer. Zoo zijn et veel gevallen, en ook moedwillig neergeschoten, die te mid den -von een gruwel arbeidden onder het heilig feeken van barmhartigheid. tfc Aldus vielen eveneens de zeven man nen van de „Koningin Regentes". Wa- Natuurlijk niet I Maar weet u 't zeker De dokter heeft liet beslist ver klaard. Tering kunnen ze tegenwoordig genezen. 't Is hier een hopeloos geval. Door die verkoudheid is 't vliegende tering, 't Is verschrikkelijk. Mag ik naar boven gaan Ja, maar je weet het, hé O, wees -maar niet bang Helena lag te bed. Even kleurde een bio-sje de bleeke wangen, toen Anna binnen trad en er kwam een glans in de grootet hol starende oogen. O, wat ben ik blij, dat je er ben, zei Helena met matte stem. Moeder is vandaag zoo somber. Ga naast me zit ten, die dagen vallen me zoo lang. En dan zie je al die badgasten van Knok- ke en Heijst vroolijk en lachend over straat gaan I Wat benijd ik ze 't Is nou zomer, maar Ik ben nog niet beter. Moest ik daarvoor zoo naar 't ijs ver langen K-om, kom, een ziekte moet zijn tijd hebben. Zeg, ik heb nieuws. Zoo o je mag niet schrikken, want kijk, ik lach er om. 't ls uit tussohen mij en Berends. Maar Anna 1 (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1