1918»-
1Y>\
TUIN".
Bewerkers
Ics-Leerfiog
Werksters.
iUFFROUW
[tmeisje,
piensffjöde
lagdietisiaÉ
)agm§rsj&
MEISJE
ZATERDAO 11 MEI.
jjEMEENTEB ESTLJUR
FEUILLETON
In dagen van spanning
mm* no
*3mmïï*ifcmwï&
)LS.
M3CTIE.
DN.
SAHOM
of THEE!
voordeelfg
|MCHT1NG-
Maastricht,
prijzen en
fcor Zeeland
"9
s s i n g e n.
Uw leven gratis be-
hrevan, omtrent zs-
verandsringen, hu-
voidoanda vorzs-
5 08nt postz. voor
rijfft'srk. met datum
§ebosrte.
JK, (St. ZkKars-
iblsdinges
saanvragen,
•muoinende
;en JONGEN
halsstraat 67. Zich-
Ides avonds na 7 uur.
vraagd.
■RESTAURANT.
KSTER vraagt
(au „Vliss. Courant."
voor huishouding
winkel, kunnende
lelt. O. SBureau
sgezin te den Haag
igd tegen 15 Juni
;n en neljeswerkeir
Loon f140 en f10
Jven aan Mevrouw
loosje Buskensfraal,.
straal 93 (beneden
t beneden de 15
'ur. „Vliss. Cour."
idres: Atej. HLtij-
enewoud 55.
beneden 15 jaar.
endijk 6.
a 17 jaar. Adres;
VL1SSINGSCHE COURANT
|jj to Osarsnt behoort m Bijvoogsel.
ADVERTENTIE-PRIJS
Va« 1A regels 0.00 voor iedere
«ge! wïocr 15 centplaatsing 3!2 X
Wj abonnement speciale prijs. Recla
mes 30 cent per regel Dienstaanbie
dingen en dienstaanvragen 7 >/2 cent
per regel, bij contante -betaling.
Familieberichten van 16 regels
ƒ1.—, iedere regel meer 15 cent.
ABONNEMENTS-PRIJ5
V»o>r Viissingen en gemeenten op
Walcheren 1.55 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk 1.75.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
REGEER1NGSGOEDEREN.
Burg. en Wietlk van V.liissinigen bren
gen ter algemeen-e kennis dat ingevol
ge hunne k-aranisgeving van 28 Febru
ari 1917, belbaorende bij de voor hun
ne gemeente geldende dïstrïbu-t.ierege-
ling van regeeringsgoederen dd. 12 en
19 Februari 1917 A no. 213, gedurende
de week van 13 Mei tot en- met 19 Mei
191S verkrijgbaar is
op bon no. 45 3 K.G. VEENKOLO
NIALE AARDAPPELEN a f0.05'/2 per
K.G.
op bon no. 39: 4 H.G. PEULVRUCH
TEN, uitsluitend GROENE ERWTEN,
a 0.22 per K.G.
N.B. Beslist geerre boonen of capu-
rijners.
op bon no. 41 l'/2 H.G. RIJST a
ƒ0.20 per K.G.
op bon no. 39 1 H.G. BAK- E<:\
BRAADVET a 0.80 per K.G.
op bon- no. 37 t stang (2 stuks)
ZEEP a ƒ0.35 per stang. Restanten
van zachte zeep mogen verstrekt wor
den.
Vlissiragen, 11 Mei 1918.
Burg. en W-eth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
■De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM jr.
SCHOOLGELD.
Afkondiging van de uitvoerbaar ver
klaarde kohieren voor het school
geld oo de openbare lagare scholen,
schooljaar 1917i!9!8.
Burg. en Wetfc van Vlissi-n-gen ma
ken bekend dat de suppteto-ire kohie
ren nos. 1 v,oor het sohoo'tgeld op de
openbare lagere scholen A, B, F en D
en C en. E, voor het schooljaar 1917)
1918, na door Gedep. Staten van Zee
land bij hun- besluit van 3 Mei 1918 no.
69 te zijn goedgekeurd, op heden in
afschrift gedurende den tijd van vijf
maandien, op de secretarie der gemeen
te voor een, ieder ter lezing zijn neder-
gelegd.
En is hiervan- afkondiging geschied,
waar het behoort, den 11 Mei 1918.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
VERORDENING
•De Commandant der stelling van de
Mondeni der Maas en der Schelde,
(commando Zeeland-), gezien de Kon.
Besluiten van 29 Augustus 1914 (Stbl.
no. 435), van 8 September 1914 (Stbl.
no. 448),van 25 September 1914 (Stbl.
ito. 463) en van 11 Februari 1915(Stbl.
ito-, 81), waarbij, de gemeenten in de
Provincie Zeeland zijn verklaard „in
staat van beleg", overwegende, dat
het wenschelijk is de Verordening van
48)
DOOR
A. HAHS.
(Ruina rei*.)
Te voet?
-Ja.
En alléén
Ja. Ik ga om twee uur weg.
En- ik zat aan 't pensionaat
wadhiten. Dat mag, lltó
Ze knikte en- ging dan vltig heen.
En om twee uur troffen ze elkander
buiten '1 stadje aan. Lanrns die.kalsy-de
en -de Wester Lee wanddikten ze Ineen.
Eerst spraken ze wee-r over gewone
dingen, miaar beiden gevoelden, dat
er iets (bijlzanders i-n huin hert leefde.
En toen ze de „Krabbe" voorbij wa
rén, en den- tangen-, eenzamen grintweg
voor zich hadden, begon W-ilBem er
plots over.
Helona, nou zal je toch niet inee-r
denken, dat het grapjes zijn-, zei h-ij.
Wat? vroeg ze a-lis verbaasd,
maar Meurend tot in haar hals, omdat
26 zij-n woonden begreep.
Alles, wat ik je zei, en die zoe
nen Voor jou ben ik vandaag naar
den 5en Mei 1918 te wijtzi-gen, gelet op
de wét van 23 Mei 1899 Sitbl. no. 128)
trekt bij deze de Ver-ordening van den
5en Mei 1918 (Scheepvaantvero-rde-
ning) im, en stelt in stede daarvan- het
navolgende vast
Artikel 1. Het is verboden zich te
bevi-niden in a. het watergebied, inge
sloten door de kust van Zeeuwsch-
Vlaanderen, de lijn welke de hooge
lichten van Nieuwesluis en Kaapduinen
verbindt, en de zuidkant van de Wal-
vischstaart, tenzij het vaartuig is een
stoomvaartuig en voorzien van een
Nederlandschen loods.
Hiervan zijn uitgezonderd de vaar
tuigen bestemd voor, of vertrekkende
van Cadzand, aan welke het geoor
loofd is voornoemde haven binnen te
ioopen, waarbij zij zich niet zuilen mo
gen bevinden beoosten de gebroken
lijn, die gevormd wordt door de lijn,
welke het badhuis Cadzand verbindt
met de roods spitse ton, liggende taf
plaatse en in stede van de lichtboei no.
2 van de Wielingen, en het verlengde'
der lijn,die genoemde ton met de west
zijde van hst huizencomplex Wielingen
Sluis verbindt.
b. het watergebied, ingesloten door
de kust van Walcheren, de lijn, welke
den lichtopstand van Zuidarhoofd ver
bindt met een op 3 zeemijlen afstand
in de richting W. t. N. van dien
opstand gelegde zwarte stompe ton
met metalen Nederlansche vlag, de lijn
welke die ton verbindt met een rood en
zwart geblokte spitse ton, tegen den
Westrand van de Domburger Rassen,
en de lijn, welke laatstgenoemde ton
verbindt met het Koeduin, tenzij het
vaartuig is een stoomvaartuig en voor
zien van een Nederlandschen loods.
c. hei -Oostgat, bezuiden het sub b
bedoelde gebied, dc Deurioo, de Galge-
put en de Sanddjingeul van /2 uur na
zo-nson-dergang, of indien de zom vroe
ger dan 5 u. 30 m. ondergaat, van 6
uur 's avom-dis, tot x/z uiur voor zonsop
komst, of indien- de zon- later dan 6.30
uur optoomt, tot 6 uur 's morgens: In
geval van zeegevaar,, rekening Ihouden-
de met de grootte van, het vaartuig,
een en ander ter beoto-rdeeli-ng van den
met de controle befasten Zeeofficier, is
het geoorloofd, de Deurioo- en de Gal-
ge-pu-t binnen te lco-pe-n-, en te ankeren
benoorden de lijn die de spitse ton no.
6a van -h-et Oost-gat m;et de lichtboei
nabij den No He dijk verbindt. Ook het
bevaren van het Oo-stg-at bezuiden het
sub b bedoelde gebied, is, in geval van
zeegevaar, ter beoo-rdeeling van den
met de controle belasten Zeeofficier,
geoorloofd, mits gaande in Zuidelijke
richting.
Vaartuigen, we ke i-n dit geval ver
keeren-, zuilen duidelijk de voorge
schreven lichten, too-nen-.
d. het watergebied der West er-
Schelde, Ingesloten tusschen de lijn
Hoo-ge licht Ntieu.weslui'S-H-ooge 1-iCht
Kaapdiui-nen en de lijn W-esth-aveiv
hoofd van de Westelijke haven te Ter
Neuzen, Zuid (r.-w.), van 9.15 u-nr 's
avonds tot /2 uur voor zonsopkomst,
of indien de zo-n later dan 6.30 uur op
komt, tot 6 uur 's morgens.
e. het watergebied der Wester-
Schelde, ingesloten door de lijn West-
ha-veishö-ofd van de Westelijke haven
te Terneuzen-, Zuid (r. w.) en de lijn,
welke Bansw-eert verbindt met Wals
oorden van 10>/2 uur 's avonds tot Vz
mur voor zonsopkomst, of ilnidien de
zon later dan 6.30 u-ur opkomt, tot 5%_.
uur 's morgens.
i. het watergebied der W-esfer-
Schelde beoosten de lijn Han-swe-ert
Wal'soo-rdem va-n Yz uur na zonsonder
gang tot '/2 uur vow zonsopkomst.
!»k»is eekomen. Wilton, we ons ver
loven We hoornen bij elkaar.
Nou ja, 'k heb je al zien, komen.
Maar je bén soms zoo'n ra-re jongen.
Vroeger, ja.
Je ben veel- veranderd, 't is waar.
Maar zal T bliijivem dhren
NatuurHjilt zal 't blijven duren. Ik
werk tegenwoordig hard en in April
exposeer ik.
Dat heb ik gehoord.
Vroeger was ik half gek. Niet dat
ik altijd anïgelijk h-ad.
Dat zeg i-k ook niet. Maar dik
wijls toch wél. En in elk gjeval voerde
je niks uit
Dat is nu veranderd-.
Ja, als 't maar blijft duren Wani
kijk is, Wille,m, we zijn geen atehttie-n
jaa-r meer, en 'k heb geen zin om als
Louis Devries en- Mienit je Loonens zes
tien- ja-ar t-e verkeeren-
Natuurlijk n-iet 1
Dus, je mot volhouden en zorgen
dat je aan vrouw houden kan.
We zijin Ibeiden van- ge-en, a-rnte
ouders, a-1 hecht ik weinig aan 't geld.
Da's nou wieer zoo'n, ouderwel-
sohe dwaze (Opmerking. Vooreerst zou
Ik hef al een heet treurig engagement
vinden, ate ik most denken, dat '1 erf
deel van onze ouders de bruidschat
moet worden. En, al hang ik ook niet
aan 't geld, we zijn geen achttien jaar
meer o-m te d-roomen, dat we van lief
de alleen kunnen leven.
g. Het watergebied der Ooster-
Schzlde, ingesloten tusschen de Hjnen
1. strandhotel Domburg zwarte1
stompe ton met afgeknotten kegel aan
de Oostzijde van de Domburger Ras
sen 2. de onder 1 genoemde ton
stompe ton met daarop staande Ne-
derlandsche vlag in het West ga': 3.1
de onder 2 genoemde ton met Neder-
landsche vlag zwarte spar boei be
noorden Oostkapelle 4. de onder 3
genoemde zwarte sparboei strand-
baken nabij het OostehhooSd.
ih. het watergebied der Ctoster-
Scheld-e -bewesten de lijm welke den
lichttoren West-Schouwen met den to
ren van Oostikapelle verbindt, van- ~*/2
uur na- zomsondergamig tot '/2 uur voor
zonsopkomst, voor zoover sub g n-iet
anders is bepaald. Nochtans m-et dien
■verstande, dat het aan vaartuigen ver
gund zal zijn, i-n het sub d,, c en i be
doelde gebied ten anker te liggen, mits
deze vaartuigen niet later t-en anker
komen dan, voor wat betreft het ge
bied sub d- ten 9.15 uur nam, voor wat
betreft het gebied sutre ten 10.30 uur
I nam. en voor wat beireft het gebied
sub f een half uur na zonsondergang,
terwijl deze vaartuigen alsdan in- die
wateren ten anker zullen moeten blij
ven gedurende de tijden sub d, e en f
aangegeven.
Art. 2. Dé schipper van- elk vaartuig,
dat zich bevindt i-n- het watergebied,,
bed-oé-id i,n art. 1 sub a tot en m-et sub
h, is verplicht o,p bevel van, o-f namens
den commandant van 'n oorlogsschip,
of van den zich aan boord van een
-vaartuig met bu-rgenbemanm-ng bevin
denden' officier of onderofficier, dan
'w-el, op bevel vam of namens den- com
mandant van eendge kustbatterlj, on
middellijk ten anker te komen en de
door d'en Commandant, officier of on
derofficier te geven orders en aanwij
zingen op te volgen.
Art. 3. De schipper vara elk vaartuig,
dat zich bevindt in het Zeegat van
Brouwershaven o-f i-n dat gedeelte vam
het Zeegat van Zderllczee, hetwelk niet
beiioort tot het in artikel 1 stib h ge
noemde watergebied, is verplicht op
bevel van of namens den Commandant
van een oorlogsschip, of van den zich
aa;n boord van een vaartuig m-e-t bur-
geiibemanninig bevindenden officier of
o-nde-rofficier, dan wel op bevel van, of
namens den Commandant van eenige
kusCbatterij-, onmiddellijk bij te draai
en of te stoppen en de door dfen Com
mandant, officier, of onderofficier, te
geven orders en aaniwijzingen op te
volgen.
Art. 4. Het in art, 2 en 3 bedoelde
bevel zal kunnen worden gegeven
door aanroepen of aanfluiten, waaron
der wordt verstaan het geven van
herhaalde korte stooten op de stoom
fluit, of beschijning met zoeklicht, dan
wet door middel van een los schot, a-I
dan n-iet gevolgd door een scherp
schot, neerkomende in de nabijheid
van het vaartuig,, (de vaartuigen),
waarop het bevel betrekking heeft.
Art. 5. Onder Oostigat, Deurioo,
Galgepu't, Sa-rdijmgeul, Zeegat van Zle-
rikzee en Zeegat van Brouwershaven
in dén zin dezer verordening worden
verstaan, de wateren, en omidcr Wal-
vischsfaart en Domburger Rassen cie
bamiken, omschreven in de desbetref
fende hoofdstukken van de jongste
c.q. gewijzigde uitgave van den Zee
mansgids voor de Nederiarsdsche Kust,
ui.tgeneiven door het departement van
marine, afdeeling Hydrograpihie.
Art. 6. Aan lijfsgevaar stelt zich
bloot, al wie niet onmiddellijk het in
art. 4 bedoeki-e bevel opvolgt.
Het zich ophouden in het waterge
'f Zijn toöh prozaïsche gedachten
op den miïddag, dat ik je vraag.
Best mogelijk, maar jij ben vijf
en twintig en ik zes en twintig. Nog
vier jaar, an ïk zilt in dé ossenwei
Ik zorg, dait j'er niet inkomt.
Juist, daarom mot je voort ma
ken en je kost waard zijn I Ik heb
geen zin, om wier jaar langs den weg
te ioopen verkeeren, en heet m'n leven
van me te hoorera zeggen, d:ie heeft
ooto tiaar zilveren feest van haar
vrij-age gevierd.
Dus, je stemt toe.
Maar, 't Ihoef-t vooreerst nog niet
publiek te worden.
O, -neen, kaartjes zenden en re-
ceraties houden en- daar als een
paoscltos te zitten- raaa-st jou voo-r
Wiiesman- en z'.rt vrouw, de fanri-He
Martens, die ons m-aa-r bepraat, voor
't oudie jufvrouwtje Laitour, neen 't lokt
me niks aam
Nelt zoo min a-Is mij!... Maar ik
will toch ook eens u-itbijlken, hoe je je
houdt, eer je niet m'in. ouders praat.
O, heeft good, als wij 't samen
maar eens zijn.
Zoo pratend wanKtebdem. ze tot Aar-
denburg en door de eigenaardige roo-
de kaaipoort stapten ze de nette, maar
do odse he La-ngestraat bi n nen.
Waar mot je nou eigenlijk zijn
vroeg Willem.
Bij een nicht...
Zeg, kun je dat Ln die week niet
bied bedoeld in artikel t sub a, b, en
g is levensgevaarlijk.
Art. 7. Deze verordening is niet toe
passelijk op a. Nederlaindsohe oor
logsschepen en daarmede gelijkgestel
de vaartuigen b. stoo-mva-artuigen
van het Nederlamdsch loodswezen.
Art. 8. Met het opsporen van de in
deze bepalingen strafbaar gestelde fei
ten zijn belast, behal-ve de in artikel 8,
lo tot en met 6o van het Wetboek van
Strafvordeni-ng aangewezen, ambtena
ren, d-e ambtenaren der directe belas-
tingein, invoerrechten en accijnzen, alle
als tijdelijk onbezoldigd rijksveld
wachter dan wel krachtens artikel 50
der wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad
no. 128) aangestelde en beëedigde
personen en alle andere ambtenaren
van Rijks- e-n gemeentepolitie.
Art. 9. Overtreding dezer verorde
ning wordt gestraft volgens de bepa
lingen, opgenomen in Hoofdstuk IV
van de wet va-n 23 Me-i 1899 (Staats
blad- no. 128).
Lasten en bevelen teder -overeen
komstig het hierboven geregelde zich
te gedragen.
Uitgevaardigd te Middelburg, den
8-en Mei 1918.
De Commandant voornoemd,
'De Vice-Admiraat,
W. C. J. SMIT.
Afgekondigd te Vlissimgen, ais ter
plaats gebruikelijk, den 1G Mei 1918.
De Burgemeester,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De schrik der tijden dringt van
alle zijden op ons aan, en niets is er
wat kan doen verwachten, dat daar
aan spoedig een einde zal komen.
Over luttel maanden gaan we het
vijfde onheilsjaar dezer gewelddadige
wereldomwenteling in, en de verbit
tering, de haat, de moordlust der
strijdenden is in dien eindeloos lan
gen tijd nog toegenomen. Vooral, nu
weldra de uiterste krachten zuilen
worden ingespannen, aan beide zij
den, nu schijnt het alsof hetgeen in
deze wereldramp tot nu toe reeds
geleden is, nog in de schaduw zal
worden gesteld door hetgeen te wach
ten staat. Moet dan de gansche
menschelijke samenleving eerst in
vuur en vlam staan en verteerd wor
den, vooraleer het einde komen kan?
Is het nog niet genoeg, dat millioe-
nen enmillioenen kostbare menschen-
levens droevig zijn te gronde gegaan,
dat milliarden en milliarden aan kost
baar bezit onherstelbaar verwoest zijn,
dat welvaart en geluk der volkeren
nog meer ijdele klanken zijn gewor
den
Te midden dezer ijzingwekkende
toestanden groeit met den dag de
nood allerwege aan de meest een
voudige en allereerste behoeften des
dagelijkschen levens krimpen tot ge
heel en al onvoldoende hoeveelheden
in, en geen land ter wereld of de
economische nooüen zijn niet minder
groot dan de verschrikkingen en de
ontberingen des gewelds. Hoe weet
ook ons land daarvan mede te spre
ken, zoodat in het licht der huidige
omstandigheden bezien, ons de vorige
oorlogsjaren in velerlei opzicht nog
weelde-jaren toelijken. Het eens
van achter de regeeringstafel gespro
j eens doen...
Och, eigenlijk ja... 'k Zal nou
maar niet meer gaa-n.
We zulten een- kopje koffie dri.n-
ketn op de Mankt en dan gezellig terug
wandelen. V-ind je dat niet goed We
gaan toch nneit met de tram naar
huis...
Neen hoor 1 Dat zou m'n vader
S kwaad m-a-ken. Hij is zoo streng.
De avond begon al te vaBe-n, toen
ze Aardenburg weer verlieten. De
hooge, mooie Bavotorerq die ook al
aan een drukker en Moetender tijd
herinnert, liep reeds i-n het duister ver
loren, en ook aan den polder zakten
de nevelen.
Maar diie eenzaamheid zochten Wil
lem an Helena juist en amm a-an arm
gingen ze langs den stilten wieg, min
nend en koo®end, en al waren- ze geen
achttien jaar mie-e.r, toöh zangen ze
ook het afauide en- a-liijd weer nieuwe
IteA
A-an 't M-oleneinde namen ze af
scheid tot den- volgenden. Zondag. De
familie Hagems was dien avond bij
Wiiesmian gevraasgid, maair Willem had
geen liu-st daar uren te zitten in saai
gesprek e,n- wendde voor, dat hij Brou
wer beloofd had' morgen heel- vroeg
tihiu-is te zijn.
Nog door 't donker naa-r Sluis,
zei zijni moeder. Neem dam, liever d-e
tram.
De tram op Zondag, zei de heer
ken machtige woord „In Nederland
zal geen honger worden geleden'-'
verliest meer en meer zijn vertrou
wen inboezemende kracht, en men
zou hoorende doof en ziende blind
moeien zijn, om reeds nu niet ailer-
wege een noodlottige inzinking der
volkskracht, gevolg van den totaal
onvoldoenden toevoer van het hoog
noodige, te constafeeren.
Die volkskracht, hoe wordt zij aan
gerand en, zoo wij er niet voor wa
ken, ondermijnd, door velerlei oor
zaken Velerlei, zoowel in stoffelijken
als in onstoffelijken zin. Want even
als de levenskracht van elk mensch
afzonderlijk afhangt van materieele
en geestelijke factoren, zoo is de in
nerlijke kracht van een volk afhan
kelijk van dezelfde invloeden. En
waar wij reeds zoozeer te worstelen
hebben met materieele moeilijkheden
van allerlei aard, daar dient dan voor
zeker gewaakt te worden, dat niet
noódeloos ons gemoed nog verontrust
wordt door bijkomstigheden, die ach
teraf blijken vermeden te kunnen zijn-
Wij doelen hier op de plotseling in
getreden aanzienlijke spanning, zeer
onlangs, gedurende ettelijke dagen te
voorschijn - geroepen, doordien een
uitermate dreigende verhouding heette
geschapen te zijn tusschen ons land
en een der machtige oorlogvoerende
rijken.
Voorop sta, onze innige en hart
grondige voldoening over het feit,
zich alles ten goede heeft geschikt
en in zooverre zulks aan een omzich
tig en zaakkundig regeeringsbeleid te
danken is, wenschen wij bij niemand
achter te staan, in het betuigen onzer
dankbare erkentelijkheid daarvoor.
Toch rijst in het gemoed van het
Nederlandsche volk, de vraag of, na
al wat het van het gebeurde iieeft
vernomen, er wel een zóó dringende
reden bestond om de geheele Neder
landsche samenleving dermate in on
rust te brengen, als metterdaad van
regeeringswege is geschied. Wanneer
toch van zulk een zijde en met zulk
gezag en kennis van alle zaken, ge
sproken wordt van een „ernstige
toestand", waarin ons land ten op
zichte van een machtigen nabuur is
geraakt, dan mag geen twijfel rijzen
aan de gegrondheid der motieven, die
tot zulk een inzicht hebben geleid.
En nu is de indruk bij een over
groot deel onzer natie, vooral na de
desbetreffende regeeringspublicatie,
dat voor zulk een groot gevaar, als
waarin wij heetten te verkeeren, geens
zins ten volle reden heeft bestaan.
Inderdaad, er zijn moeilijkheden,
ernstige moeilijkheden op te lossen
geweest, maar zoo wij de zaken kalm
beschouwen, kunnen wij ons inder
daad niet indenken, in het groote ge
vaar te hebben verkeerd, dat ons
moet bedreigd hebben. Blijkbaar is
men dezerzijds te veel afgegaan op
de insinuaties en bedreigingen in een
deel der Duitsche pers geuit, en zou
den het niet weinig ook de losse
geruchten zijn geweest, die onze re
geering zoo in ongerustheid hebben
gebracht, ln hoeverre zulks met de
waarheid volkomen overeenstemt, valt
alsnog niet uit te makendoch vast
staat, dat in breede kringen onzer
Hagens. 'it Is niet, dat ik er iets in zie,
als 't mot, ma-ar...
Ik ga te voet, wat is da-t nou
sprak die zoon haastig. Een frifesche
waradelïirag. Dat dioe.t me juist goed
En tegen half acht trok hij o-p.
Bij de V-rede wachtte Trien op hem.
Ze bepreep wel, dat hij komein zou.
Zoo la-at nog, zei de schilder wat
terse h.
Ja, ik sta hier al meer d'an een
-uur... En- 'k héb steeds aan jou ge
peinsd. Je ziet, dat ik vooraiohtiig ben,
'k had in dien tijd- tof Sftuiis kunnen
kom-en-.
-Hij na-m zloh voor haair ma-ar tot
aan de herbeng ite brengen, -maar 't
was een -h-eel eind- den Ma-anidagocli-
t-enid in, toen -hij. te Knokke kwam.
Laat opgestaan? vroeg Brouwer.
Ja...
T-och niet in die Zeeniieeu-w Zeg
het maar...
Waar je nou aa-n denkt, aa-n die
-kroeg Zeg, It is er door met Helena,
hernam Willam lra-astig.
Tiiens
En opgewonden vertelde h.ij van zijn
wamdelü-nig naar Aandeinib-ung, en glfim-
la.ohe.nd luisterde Brouwer toe, zonder,
nog achterdocht over Trien te gevoe
len.
Wij hebben hein dan tooh op den
■goeden weg, dacht de Vlaming.
(Wordt vervolgd.)