1918»- 1Y>\ TUIN". Bewerkers Ics-Leerfiog Werksters. iUFFROUW [tmeisje, piensffjöde lagdietisiaÉ )agm§rsj& MEISJE ZATERDAO 11 MEI. jjEMEENTEB ESTLJUR FEUILLETON In dagen van spanning mm* no *3mmïï*ifcmwï& )LS. M3CTIE. DN. SAHOM of THEE! voordeelfg |MCHT1NG- Maastricht, prijzen en fcor Zeeland "9 s s i n g e n. Uw leven gratis be- hrevan, omtrent zs- verandsringen, hu- voidoanda vorzs- 5 08nt postz. voor rijfft'srk. met datum §ebosrte. JK, (St. ZkKars- iblsdinges saanvragen, •muoinende ;en JONGEN halsstraat 67. Zich- Ides avonds na 7 uur. vraagd. ■RESTAURANT. KSTER vraagt (au „Vliss. Courant." voor huishouding winkel, kunnende lelt. O. SBureau sgezin te den Haag igd tegen 15 Juni ;n en neljeswerkeir Loon f140 en f10 Jven aan Mevrouw loosje Buskensfraal,. straal 93 (beneden t beneden de 15 'ur. „Vliss. Cour." idres: Atej. HLtij- enewoud 55. beneden 15 jaar. endijk 6. a 17 jaar. Adres; VL1SSINGSCHE COURANT |jj to Osarsnt behoort m Bijvoogsel. ADVERTENTIE-PRIJS Va« 1A regels 0.00 voor iedere «ge! wïocr 15 centplaatsing 3!2 X Wj abonnement speciale prijs. Recla mes 30 cent per regel Dienstaanbie dingen en dienstaanvragen 7 >/2 cent per regel, bij contante -betaling. Familieberichten van 16 regels ƒ1.—, iedere regel meer 15 cent. ABONNEMENTS-PRIJ5 V»o>r Viissingen en gemeenten op Walcheren 1.55 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.75. Afzonderlijke nummers 3 cent. REGEER1NGSGOEDEREN. Burg. en Wietlk van V.liissinigen bren gen ter algemeen-e kennis dat ingevol ge hunne k-aranisgeving van 28 Febru ari 1917, belbaorende bij de voor hun ne gemeente geldende dïstrïbu-t.ierege- ling van regeeringsgoederen dd. 12 en 19 Februari 1917 A no. 213, gedurende de week van 13 Mei tot en- met 19 Mei 191S verkrijgbaar is op bon no. 45 3 K.G. VEENKOLO NIALE AARDAPPELEN a f0.05'/2 per K.G. op bon no. 39: 4 H.G. PEULVRUCH TEN, uitsluitend GROENE ERWTEN, a 0.22 per K.G. N.B. Beslist geerre boonen of capu- rijners. op bon no. 41 l'/2 H.G. RIJST a ƒ0.20 per K.G. op bon no. 39 1 H.G. BAK- E<:\ BRAADVET a 0.80 per K.G. op bon- no. 37 t stang (2 stuks) ZEEP a ƒ0.35 per stang. Restanten van zachte zeep mogen verstrekt wor den. Vlissiragen, 11 Mei 1918. Burg. en W-eth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. ■De Secretaris, J. P. v. ROSSUM jr. SCHOOLGELD. Afkondiging van de uitvoerbaar ver klaarde kohieren voor het school geld oo de openbare lagare scholen, schooljaar 1917i!9!8. Burg. en Wetfc van Vlissi-n-gen ma ken bekend dat de suppteto-ire kohie ren nos. 1 v,oor het sohoo'tgeld op de openbare lagere scholen A, B, F en D en C en. E, voor het schooljaar 1917) 1918, na door Gedep. Staten van Zee land bij hun- besluit van 3 Mei 1918 no. 69 te zijn goedgekeurd, op heden in afschrift gedurende den tijd van vijf maandien, op de secretarie der gemeen te voor een, ieder ter lezing zijn neder- gelegd. En is hiervan- afkondiging geschied, waar het behoort, den 11 Mei 1918. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. VERORDENING •De Commandant der stelling van de Mondeni der Maas en der Schelde, (commando Zeeland-), gezien de Kon. Besluiten van 29 Augustus 1914 (Stbl. no. 435), van 8 September 1914 (Stbl. no. 448),van 25 September 1914 (Stbl. ito. 463) en van 11 Februari 1915(Stbl. ito-, 81), waarbij, de gemeenten in de Provincie Zeeland zijn verklaard „in staat van beleg", overwegende, dat het wenschelijk is de Verordening van 48) DOOR A. HAHS. (Ruina rei*.) Te voet? -Ja. En alléén Ja. Ik ga om twee uur weg. En- ik zat aan 't pensionaat wadhiten. Dat mag, lltó Ze knikte en- ging dan vltig heen. En om twee uur troffen ze elkander buiten '1 stadje aan. Lanrns die.kalsy-de en -de Wester Lee wanddikten ze Ineen. Eerst spraken ze wee-r over gewone dingen, miaar beiden gevoelden, dat er iets (bijlzanders i-n huin hert leefde. En toen ze de „Krabbe" voorbij wa rén, en den- tangen-, eenzamen grintweg voor zich hadden, begon W-ilBem er plots over. Helona, nou zal je toch niet inee-r denken, dat het grapjes zijn-, zei h-ij. Wat? vroeg ze a-lis verbaasd, maar Meurend tot in haar hals, omdat 26 zij-n woonden begreep. Alles, wat ik je zei, en die zoe nen Voor jou ben ik vandaag naar den 5en Mei 1918 te wijtzi-gen, gelet op de wét van 23 Mei 1899 Sitbl. no. 128) trekt bij deze de Ver-ordening van den 5en Mei 1918 (Scheepvaantvero-rde- ning) im, en stelt in stede daarvan- het navolgende vast Artikel 1. Het is verboden zich te bevi-niden in a. het watergebied, inge sloten door de kust van Zeeuwsch- Vlaanderen, de lijn welke de hooge lichten van Nieuwesluis en Kaapduinen verbindt, en de zuidkant van de Wal- vischstaart, tenzij het vaartuig is een stoomvaartuig en voorzien van een Nederlandschen loods. Hiervan zijn uitgezonderd de vaar tuigen bestemd voor, of vertrekkende van Cadzand, aan welke het geoor loofd is voornoemde haven binnen te ioopen, waarbij zij zich niet zuilen mo gen bevinden beoosten de gebroken lijn, die gevormd wordt door de lijn, welke het badhuis Cadzand verbindt met de roods spitse ton, liggende taf plaatse en in stede van de lichtboei no. 2 van de Wielingen, en het verlengde' der lijn,die genoemde ton met de west zijde van hst huizencomplex Wielingen Sluis verbindt. b. het watergebied, ingesloten door de kust van Walcheren, de lijn, welke den lichtopstand van Zuidarhoofd ver bindt met een op 3 zeemijlen afstand in de richting W. t. N. van dien opstand gelegde zwarte stompe ton met metalen Nederlansche vlag, de lijn welke die ton verbindt met een rood en zwart geblokte spitse ton, tegen den Westrand van de Domburger Rassen, en de lijn, welke laatstgenoemde ton verbindt met het Koeduin, tenzij het vaartuig is een stoomvaartuig en voor zien van een Nederlandschen loods. c. hei -Oostgat, bezuiden het sub b bedoelde gebied, dc Deurioo, de Galge- put en de Sanddjingeul van /2 uur na zo-nson-dergang, of indien de zom vroe ger dan 5 u. 30 m. ondergaat, van 6 uur 's avom-dis, tot x/z uiur voor zonsop komst, of indien- de zon- later dan 6.30 uur optoomt, tot 6 uur 's morgens: In geval van zeegevaar,, rekening Ihouden- de met de grootte van, het vaartuig, een en ander ter beoto-rdeeli-ng van den met de controle befasten Zeeofficier, is het geoorloofd, de Deurioo- en de Gal- ge-pu-t binnen te lco-pe-n-, en te ankeren benoorden de lijn die de spitse ton no. 6a van -h-et Oost-gat m;et de lichtboei nabij den No He dijk verbindt. Ook het bevaren van het Oo-stg-at bezuiden het sub b bedoelde gebied, is, in geval van zeegevaar, ter beoo-rdeeling van den met de controle belasten Zeeofficier, geoorloofd, mits gaande in Zuidelijke richting. Vaartuigen, we ke i-n dit geval ver keeren-, zuilen duidelijk de voorge schreven lichten, too-nen-. d. het watergebied der West er- Schelde, Ingesloten tusschen de lijn Hoo-ge licht Ntieu.weslui'S-H-ooge 1-iCht Kaapdiui-nen en de lijn W-esth-aveiv hoofd van de Westelijke haven te Ter Neuzen, Zuid (r.-w.), van 9.15 u-nr 's avonds tot /2 uur voor zonsopkomst, of indien de zo-n later dan 6.30 uur op komt, tot 6 uur 's morgens. e. het watergebied der Wester- Schelde, ingesloten door de lijn West- ha-veishö-ofd van de Westelijke haven te Terneuzen-, Zuid (r. w.) en de lijn, welke Bansw-eert verbindt met Wals oorden van 10>/2 uur 's avonds tot Vz mur voor zonsopkomst, of ilnidien de zon later dan 6.30 u-ur opkomt, tot 5%_. uur 's morgens. i. het watergebied der W-esfer- Schelde beoosten de lijn Han-swe-ert Wal'soo-rdem va-n Yz uur na zonsonder gang tot '/2 uur vow zonsopkomst. !»k»is eekomen. Wilton, we ons ver loven We hoornen bij elkaar. Nou ja, 'k heb je al zien, komen. Maar je bén soms zoo'n ra-re jongen. Vroeger, ja. Je ben veel- veranderd, 't is waar. Maar zal T bliijivem dhren NatuurHjilt zal 't blijven duren. Ik werk tegenwoordig hard en in April exposeer ik. Dat heb ik gehoord. Vroeger was ik half gek. Niet dat ik altijd anïgelijk h-ad. Dat zeg i-k ook niet. Maar dik wijls toch wél. En in elk gjeval voerde je niks uit Dat is nu veranderd-. Ja, als 't maar blijft duren Wani kijk is, Wille,m, we zijn geen atehttie-n jaa-r meer, en 'k heb geen zin om als Louis Devries en- Mienit je Loonens zes tien- ja-ar t-e verkeeren- Natuurlijk n-iet 1 Dus, je mot volhouden en zorgen dat je aan vrouw houden kan. We zijin Ibeiden van- ge-en, a-rnte ouders, a-1 hecht ik weinig aan 't geld. Da's nou wieer zoo'n, ouderwel- sohe dwaze (Opmerking. Vooreerst zou Ik hef al een heet treurig engagement vinden, ate ik most denken, dat '1 erf deel van onze ouders de bruidschat moet worden. En, al hang ik ook niet aan 't geld, we zijn geen achttien jaar meer o-m te d-roomen, dat we van lief de alleen kunnen leven. g. Het watergebied der Ooster- Schzlde, ingesloten tusschen de Hjnen 1. strandhotel Domburg zwarte1 stompe ton met afgeknotten kegel aan de Oostzijde van de Domburger Ras sen 2. de onder 1 genoemde ton stompe ton met daarop staande Ne- derlandsche vlag in het West ga': 3.1 de onder 2 genoemde ton met Neder- landsche vlag zwarte spar boei be noorden Oostkapelle 4. de onder 3 genoemde zwarte sparboei strand- baken nabij het OostehhooSd. ih. het watergebied der Ctoster- Scheld-e -bewesten de lijm welke den lichttoren West-Schouwen met den to ren van Oostikapelle verbindt, van- ~*/2 uur na- zomsondergamig tot '/2 uur voor zonsopkomst, voor zoover sub g n-iet anders is bepaald. Nochtans m-et dien ■verstande, dat het aan vaartuigen ver gund zal zijn, i-n het sub d,, c en i be doelde gebied ten anker te liggen, mits deze vaartuigen niet later t-en anker komen dan, voor wat betreft het ge bied sub d- ten 9.15 uur nam, voor wat betreft het gebied sutre ten 10.30 uur I nam. en voor wat beireft het gebied sub f een half uur na zonsondergang, terwijl deze vaartuigen alsdan in- die wateren ten anker zullen moeten blij ven gedurende de tijden sub d, e en f aangegeven. Art. 2. Dé schipper van- elk vaartuig, dat zich bevindt i-n- het watergebied,, bed-oé-id i,n art. 1 sub a tot en m-et sub h, is verplicht o,p bevel van, o-f namens den commandant van 'n oorlogsschip, of van den zich aan boord van een -vaartuig met bu-rgenbemanm-ng bevin denden' officier of onderofficier, dan 'w-el, op bevel vam of namens den- com mandant van eendge kustbatterlj, on middellijk ten anker te komen en de door d'en Commandant, officier of on derofficier te geven orders en aanwij zingen op te volgen. Art. 3. De schipper vara elk vaartuig, dat zich bevindt in het Zeegat van Brouwershaven o-f i-n dat gedeelte vam het Zeegat van Zderllczee, hetwelk niet beiioort tot het in artikel 1 stib h ge noemde watergebied, is verplicht op bevel van of namens den Commandant van een oorlogsschip, of van den zich aa;n boord van een vaartuig m-e-t bur- geiibemanninig bevindenden officier of o-nde-rofficier, dan wel op bevel van, of namens den Commandant van eenige kusCbatterij-, onmiddellijk bij te draai en of te stoppen en de door dfen Com mandant, officier, of onderofficier, te geven orders en aaniwijzingen op te volgen. Art. 4. Het in art, 2 en 3 bedoelde bevel zal kunnen worden gegeven door aanroepen of aanfluiten, waaron der wordt verstaan het geven van herhaalde korte stooten op de stoom fluit, of beschijning met zoeklicht, dan wet door middel van een los schot, a-I dan n-iet gevolgd door een scherp schot, neerkomende in de nabijheid van het vaartuig,, (de vaartuigen), waarop het bevel betrekking heeft. Art. 5. Onder Oostigat, Deurioo, Galgepu't, Sa-rdijmgeul, Zeegat van Zle- rikzee en Zeegat van Brouwershaven in dén zin dezer verordening worden verstaan, de wateren, en omidcr Wal- vischsfaart en Domburger Rassen cie bamiken, omschreven in de desbetref fende hoofdstukken van de jongste c.q. gewijzigde uitgave van den Zee mansgids voor de Nederiarsdsche Kust, ui.tgeneiven door het departement van marine, afdeeling Hydrograpihie. Art. 6. Aan lijfsgevaar stelt zich bloot, al wie niet onmiddellijk het in art. 4 bedoeki-e bevel opvolgt. Het zich ophouden in het waterge 'f Zijn toöh prozaïsche gedachten op den miïddag, dat ik je vraag. Best mogelijk, maar jij ben vijf en twintig en ik zes en twintig. Nog vier jaar, an ïk zilt in dé ossenwei Ik zorg, dait j'er niet inkomt. Juist, daarom mot je voort ma ken en je kost waard zijn I Ik heb geen zin, om wier jaar langs den weg te ioopen verkeeren, en heet m'n leven van me te hoorera zeggen, d:ie heeft ooto tiaar zilveren feest van haar vrij-age gevierd. Dus, je stemt toe. Maar, 't Ihoef-t vooreerst nog niet publiek te worden. O, -neen, kaartjes zenden en re- ceraties houden en- daar als een paoscltos te zitten- raaa-st jou voo-r Wiiesman- en z'.rt vrouw, de fanri-He Martens, die ons m-aa-r bepraat, voor 't oudie jufvrouwtje Laitour, neen 't lokt me niks aam Nelt zoo min a-Is mij!... Maar ik will toch ook eens u-itbijlken, hoe je je houdt, eer je niet m'in. ouders praat. O, heeft good, als wij 't samen maar eens zijn. Zoo pratend wanKtebdem. ze tot Aar- denburg en door de eigenaardige roo- de kaaipoort stapten ze de nette, maar do odse he La-ngestraat bi n nen. Waar mot je nou eigenlijk zijn vroeg Willem. Bij een nicht... Zeg, kun je dat Ln die week niet bied bedoeld in artikel t sub a, b, en g is levensgevaarlijk. Art. 7. Deze verordening is niet toe passelijk op a. Nederlaindsohe oor logsschepen en daarmede gelijkgestel de vaartuigen b. stoo-mva-artuigen van het Nederlamdsch loodswezen. Art. 8. Met het opsporen van de in deze bepalingen strafbaar gestelde fei ten zijn belast, behal-ve de in artikel 8, lo tot en met 6o van het Wetboek van Strafvordeni-ng aangewezen, ambtena ren, d-e ambtenaren der directe belas- tingein, invoerrechten en accijnzen, alle als tijdelijk onbezoldigd rijksveld wachter dan wel krachtens artikel 50 der wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) aangestelde en beëedigde personen en alle andere ambtenaren van Rijks- e-n gemeentepolitie. Art. 9. Overtreding dezer verorde ning wordt gestraft volgens de bepa lingen, opgenomen in Hoofdstuk IV van de wet va-n 23 Me-i 1899 (Staats blad- no. 128). Lasten en bevelen teder -overeen komstig het hierboven geregelde zich te gedragen. Uitgevaardigd te Middelburg, den 8-en Mei 1918. De Commandant voornoemd, 'De Vice-Admiraat, W. C. J. SMIT. Afgekondigd te Vlissimgen, ais ter plaats gebruikelijk, den 1G Mei 1918. De Burgemeester, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De schrik der tijden dringt van alle zijden op ons aan, en niets is er wat kan doen verwachten, dat daar aan spoedig een einde zal komen. Over luttel maanden gaan we het vijfde onheilsjaar dezer gewelddadige wereldomwenteling in, en de verbit tering, de haat, de moordlust der strijdenden is in dien eindeloos lan gen tijd nog toegenomen. Vooral, nu weldra de uiterste krachten zuilen worden ingespannen, aan beide zij den, nu schijnt het alsof hetgeen in deze wereldramp tot nu toe reeds geleden is, nog in de schaduw zal worden gesteld door hetgeen te wach ten staat. Moet dan de gansche menschelijke samenleving eerst in vuur en vlam staan en verteerd wor den, vooraleer het einde komen kan? Is het nog niet genoeg, dat millioe- nen enmillioenen kostbare menschen- levens droevig zijn te gronde gegaan, dat milliarden en milliarden aan kost baar bezit onherstelbaar verwoest zijn, dat welvaart en geluk der volkeren nog meer ijdele klanken zijn gewor den Te midden dezer ijzingwekkende toestanden groeit met den dag de nood allerwege aan de meest een voudige en allereerste behoeften des dagelijkschen levens krimpen tot ge heel en al onvoldoende hoeveelheden in, en geen land ter wereld of de economische nooüen zijn niet minder groot dan de verschrikkingen en de ontberingen des gewelds. Hoe weet ook ons land daarvan mede te spre ken, zoodat in het licht der huidige omstandigheden bezien, ons de vorige oorlogsjaren in velerlei opzicht nog weelde-jaren toelijken. Het eens van achter de regeeringstafel gespro j eens doen... Och, eigenlijk ja... 'k Zal nou maar niet meer gaa-n. We zulten een- kopje koffie dri.n- ketn op de Mankt en dan gezellig terug wandelen. V-ind je dat niet goed We gaan toch nneit met de tram naar huis... Neen hoor 1 Dat zou m'n vader S kwaad m-a-ken. Hij is zoo streng. De avond begon al te vaBe-n, toen ze Aardenburg weer verlieten. De hooge, mooie Bavotorerq die ook al aan een drukker en Moetender tijd herinnert, liep reeds i-n het duister ver loren, en ook aan den polder zakten de nevelen. Maar diie eenzaamheid zochten Wil lem an Helena juist en amm a-an arm gingen ze langs den stilten wieg, min nend en koo®end, en al waren- ze geen achttien jaar mie-e.r, toöh zangen ze ook het afauide en- a-liijd weer nieuwe IteA A-an 't M-oleneinde namen ze af scheid tot den- volgenden. Zondag. De familie Hagems was dien avond bij Wiiesmian gevraasgid, maair Willem had geen liu-st daar uren te zitten in saai gesprek e,n- wendde voor, dat hij Brou wer beloofd had' morgen heel- vroeg tihiu-is te zijn. Nog door 't donker naa-r Sluis, zei zijni moeder. Neem dam, liever d-e tram. De tram op Zondag, zei de heer ken machtige woord „In Nederland zal geen honger worden geleden'-' verliest meer en meer zijn vertrou wen inboezemende kracht, en men zou hoorende doof en ziende blind moeien zijn, om reeds nu niet ailer- wege een noodlottige inzinking der volkskracht, gevolg van den totaal onvoldoenden toevoer van het hoog noodige, te constafeeren. Die volkskracht, hoe wordt zij aan gerand en, zoo wij er niet voor wa ken, ondermijnd, door velerlei oor zaken Velerlei, zoowel in stoffelijken als in onstoffelijken zin. Want even als de levenskracht van elk mensch afzonderlijk afhangt van materieele en geestelijke factoren, zoo is de in nerlijke kracht van een volk afhan kelijk van dezelfde invloeden. En waar wij reeds zoozeer te worstelen hebben met materieele moeilijkheden van allerlei aard, daar dient dan voor zeker gewaakt te worden, dat niet noódeloos ons gemoed nog verontrust wordt door bijkomstigheden, die ach teraf blijken vermeden te kunnen zijn- Wij doelen hier op de plotseling in getreden aanzienlijke spanning, zeer onlangs, gedurende ettelijke dagen te voorschijn - geroepen, doordien een uitermate dreigende verhouding heette geschapen te zijn tusschen ons land en een der machtige oorlogvoerende rijken. Voorop sta, onze innige en hart grondige voldoening over het feit, zich alles ten goede heeft geschikt en in zooverre zulks aan een omzich tig en zaakkundig regeeringsbeleid te danken is, wenschen wij bij niemand achter te staan, in het betuigen onzer dankbare erkentelijkheid daarvoor. Toch rijst in het gemoed van het Nederlandsche volk, de vraag of, na al wat het van het gebeurde iieeft vernomen, er wel een zóó dringende reden bestond om de geheele Neder landsche samenleving dermate in on rust te brengen, als metterdaad van regeeringswege is geschied. Wanneer toch van zulk een zijde en met zulk gezag en kennis van alle zaken, ge sproken wordt van een „ernstige toestand", waarin ons land ten op zichte van een machtigen nabuur is geraakt, dan mag geen twijfel rijzen aan de gegrondheid der motieven, die tot zulk een inzicht hebben geleid. En nu is de indruk bij een over groot deel onzer natie, vooral na de desbetreffende regeeringspublicatie, dat voor zulk een groot gevaar, als waarin wij heetten te verkeeren, geens zins ten volle reden heeft bestaan. Inderdaad, er zijn moeilijkheden, ernstige moeilijkheden op te lossen geweest, maar zoo wij de zaken kalm beschouwen, kunnen wij ons inder daad niet indenken, in het groote ge vaar te hebben verkeerd, dat ons moet bedreigd hebben. Blijkbaar is men dezerzijds te veel afgegaan op de insinuaties en bedreigingen in een deel der Duitsche pers geuit, en zou den het niet weinig ook de losse geruchten zijn geweest, die onze re geering zoo in ongerustheid hebben gebracht, ln hoeverre zulks met de waarheid volkomen overeenstemt, valt alsnog niet uit te makendoch vast staat, dat in breede kringen onzer Hagens. 'it Is niet, dat ik er iets in zie, als 't mot, ma-ar... Ik ga te voet, wat is da-t nou sprak die zoon haastig. Een frifesche waradelïirag. Dat dioe.t me juist goed En tegen half acht trok hij o-p. Bij de V-rede wachtte Trien op hem. Ze bepreep wel, dat hij komein zou. Zoo la-at nog, zei de schilder wat terse h. Ja, ik sta hier al meer d'an een -uur... En- 'k héb steeds aan jou ge peinsd. Je ziet, dat ik vooraiohtiig ben, 'k had in dien tijd- tof Sftuiis kunnen kom-en-. -Hij na-m zloh voor haair ma-ar tot aan de herbeng ite brengen, -maar 't was een -h-eel eind- den Ma-anidagocli- t-enid in, toen -hij. te Knokke kwam. Laat opgestaan? vroeg Brouwer. Ja... T-och niet in die Zeeniieeu-w Zeg het maar... Waar je nou aa-n denkt, aa-n die -kroeg Zeg, It is er door met Helena, hernam Willam lra-astig. Tiiens En opgewonden vertelde h.ij van zijn wamdelü-nig naar Aandeinib-ung, en glfim- la.ohe.nd luisterde Brouwer toe, zonder, nog achterdocht over Trien te gevoe len. Wij hebben hein dan tooh op den ■goeden weg, dacht de Vlaming. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1918 | | pagina 1