fliuiipcki Cisraat
BIJVOEGSEL
Zaterdag 8 December 1917 Do. - 290.
Brieven uit de Hofstad
Venmig Binnenland.
DE OORLOG.
VAN DE
VAN
Voor de jeugd.
Het was een bekende paedagoog, die
eenmaal de vermaard geworden stel
ling verkondigde, dat voor het kind het
•beste nog niet goed genoeg was. Die
stelling is tot een leuze geworden en
zij, die zich geroepen achten om het
heil der menschheid te bevorderen, zijn
gaarne bereid om die leuze aan te hef
fen. Er wordt waarlijk geen geld ge
spaard, wanneer het voor de kinderen
is. De 'Haagsche Raad gaf dezer dagen
maar weer veertien en een half mille
uit voor den aankoop van... een bios
coop-theater. Schrik niet lezer en denk
niet dat Den Haag zelf exploitant zal
worden van een bioscoop, die den drie-
dubbelen moord in de slotkapel of de
geheimen van den ouden Wilson op het
witte doek zal vertoonen. integendeel.
De -bioscoop zal worden dienstbaar ge
maakt aan het onderwijs. Het beeld, de
plaat en de foto hebben zich reeds een
belangrijke plaats veroverd op de scho
len. Het ligt dus geheel en al in de lijn
van het moderne onderwijs om ook het
levende beeld te geven.
Er bestaat hier ter stede reeds lan
gen tijd een schoolmuseum, dat alles
bijeenbracht wat iedere school graag
zóu bezitten, een enorme verzameling
van alles wat bij het onderwijs ter lee
ring en ter opluistering kan vertoond
worden. Dit museum heeft een zeer
goede reputatie. Het beschikt reeds
over een bioscoop, die echter klein is
er slechts gelegenheid biedt voor plaat
sing van een honderdtal kinderen. Het
nieuwe gebouw is een heusch bios
coop-theater, waar het dubbele van dat
getal geplaatst kan worden. Hier zal
de jeugd dus zich kunnen vermeien in
de aanschouwing- van alles wat de
fotokunst haar weet voor oogen te too-
veren. De tijden zijn we! veranderd
Men behoeft waarlijk nog niet in den
avond van zija leven te vertoeven om
geheel andere tijden meegemaakt te
hebben. Een tooverlantaarn was al een
ideaai-bezit voor onze jonge jaren. En
van levende beelden konden wij zelfs
niet droomen al zou Jules Vernc de
fantasie tot het uiterste geprikkeld heb
ben.
Zorgt de overheid op deze wijze voor
de geestelijke behoeften van de jeugd,
zij 'verwaarloost de lichamelijke ook
niet. Zoo ligt er ook een voorstel om
od de meisjes-H. B. S. de rythmische
gymnastiek in te voeren. Onder den in
vloed vain de nieuwere bewegingskunst
is men er toe gekomen om voor de
meisjes de leelijke gymnastiek die zoo
weinig strookt met de elegance van de
jonge dames te vervangen door de
rvthmische, die in maat en pas naar
een harmonisch geheel streeft en sier
lijkheid tracht te paren aan een goede
ontwikkeling van het lichaam.
De namen van Lilly Green -en jacoba
van der Pas hebben in Nederland een
goeden klank gekregen en zij zijn het
die naast haar danskunst de sierlijkheid
van beweging weten te vefhoogen,
zoodat tevens'het geheele lichaam een
gezonde oefening doormaakt. Het
strakke stramme van de athletische
gymnastiek is hierbij vervangen door
het soepele, sierlijke van de rythmische
gymnastiek.
Op het gebied van de lichamelijke
opvoeding zijn wij gelukkig in een be
teren tijd gekomen. Eindelijk ziet men
in dat men op een geheel verkeerden
weg was. De sport wordt eindelijk
doorzien als een uiterste van krachts
inspanning die eer noodlottig dan heil
zaam is voor de jongelui. Dat kan de
sport zelf niet zoozeer helpen als wel
de sport neemt zichtbaar af en daar-
bereiken van ean succes -op gebied van
kracht en behendigheid het ideaal
meenden te vinden...De liefhebberij voor
■de sport neemt zichtbaar af en daar
naast wordt het oog gegund voor een
meer aesthetische lichaamsoefening.
Het spelen van de jeugd is in de
groot steden zeer achteruitgegaan. Er
is geen gelegenheid voor op de straten,
niet alleen omdat deze te klein zijn,
doch ook omdat ze te gevaarlijk zijn
tengevolge van het drukke verkeer. Het
ligt dus voor de hand, dat op andere
wijze op -de scholen in dit tekort
wordt voorzien. Uit deze twee voor
beelden van overheidszorg blijkt wel
dat de autoriteiten haar aandacht daar
aan wijden.
Een paar dagen lang is de ruzie
Treub-Posthuma het onderwerp van
den dag geweest. Het is wel geen hart
verheffend schouwspel, twee van de
hoogste bewindslieden te zien twisten
om .het landsbelang, maar in den te-
genwoordigen tijd zijn alle toestanden
nu eenmaal zóó veranderd, dat zelfs dit
niet meer iets 'buitengewoons is. Op
merkelijk is dat de kranten meevech
ten, terwijl van officieele zijde geen en
kele medèdeeling is gedaan en noch de
twistende ministers -noch een van hun
collega's zich uitliet over de gebeurte
nis. iDe kranten bleven echter trouw op
de hoogte, hetgeen nu eenmaal een feit
is, dat velen, vooral de ambtenaren, niet
kunnen zetten.
Grappig was bijvoorbeeld de boos
heid van het Eerste Kamerlid '1 Hooft,
van wiens voornemen om een uitvoe
rige rede te houden bij de behandeling
der Grondwetsherziening de kranten
vooraf reeds b«richt hadden gegeven.
De geachte senator inoemde dat bericht
onbetamelijk en hij begreep niet waar
het vandaan kwarri. Zonderling dat dit
laatste haast nooit begrepen wordt.
Eenige jaren geleden was ik eens in de
gelegenheid een belangrijk bericht te
publiceeren over een destijds branden
de kwestie. Op het balcon van de tram
staande hoorde ik een op vrij luiden
toon gevoerd gesprek aan tusschen
twee hoogwaardigheidsbekleeders, die
buitengewoon loslippig waren. Toch
begreep men en zelfs de beide bal-
conredenaars later niet hoe het nu
toch mogelijk was dat de pers derge
lijke bijzonderheden te weten was ge
komen.
Die akelige persmuskieten zitten nu
eenmaal overal. EIBER.
De distributie van kaas tijdelijk
gestaakt.
In eene verschenen circulaire van de
Kaasvereeniging wordt herinnerd aan
de ministerieele beschikking, waarbij
de nieuwe maximumprijzen voor kaas
worden vastgesteld. Vooraf was het
bestuur dienaangaande niets bekend
en thans is het bestuur gebleken, dat
het in de bedoeling der regeering ligt
het geheele distributiesysteem voor
kaas, naar aanleiding van deze be
schikking, te wijzigen. Waar de kaas
vereeniging, ten aanzien van deze wij
ziging der distributie geen voldoende
inlichtingen kon ontvangen, aldus zegt
het bestuur, heeft zij zich genoodzaakt
gezien, in overleg met de Rijkscommis
sie van toezicht de centrale pakhuizen
te sluiten, .zoodat voorloopig geen kaas
gedistribueerd kan worden.
De distributie kan natuurlijk niet eer
der hervat worden, dan nadat de Kaas
vereeniging is medegedeeld, hoe de re-
geering de distributie in overeenstem
ming met de bedoelde beschikking
wenscht te regelen.
Kaarsen en schemerlichten.
De minister van landbouw heeft aan
de burgemeesters medegedeeld, dat
voor de nieuwe toewijzing ten behoeve
der verlichting in de periode 1 Januari-
I Maart 1918 geen nadere opgaven be
hoeven te worden verstrekt, aangezien
de toewijzingen op dezelfde grondsla
gen zullen berusten als die der vooraf
gaande twee maanden.
Gewetensbezwaren tegen den dienst.
Het dagelijksch bestuur van den
Godsdiensiig-democratischen Kring
heeft in een adres aan den mi-nister van
binneniandsche zaken medegedeeld,
dat zij met belangstelling kennis heeft
genomen van de maatregelen van den
minister van oorlog om hen, die gewe
tensbezwaren hebben tegen den mili
tairen dienstplicht van militaire dien
sten in eigenlijken zin vrij te stellen
door hun gelegenheid te geven zich te
verbinden voor het verrichten van niet-
militaire diensten voor het leger. Het
bestuur is echter van oordeel dat toch
het doel, hetwelk men daarmee beoogt
door deze regeling niet wordt bereikt,
omdat voor debetrokken personen
ieder daadwerkelijk deelnemen aan de
miiitaire -macht ten eenenmale verwer
pelijk is en ook het verrichten van
diensten ais thans aangewezen daaron
der valt.
Het meent dat zonder dringende
noodzakelijkheid de staat van niemand
een handeling mag eischen, die deze
voor zijn geweten niet kan verantwoor
den en dat de wetgever deze conscien-
iie-vrïjheid behoort te erkennen en za!
dit mogelijk zijn door een bijzondere
wettelijke regeling, waarbij zij die ern
stige gewetensbezwaren hebben tegen
den militairen dienstplicht van dien
plicht worden vrijgesteld.
WAAROM VRIJZINNIG-DEMO
CRAAT
Gisterenavond hield de Vrijzinnig-
Democratische kiesvereeniging in „de
Oude Vriendschap" een vrij druk 'be
zochte open-bare vergadering, waarin
als spreker optrad het lid der Tweede
Kamer, de heer Th. M. Ketelaar, mei
bovenstaand onderwerp.
De vergadering werd wegens onge
steldheid van den voorzitter, den heer
A. W. Smits, op verzoek van het be
stuur geleid door den heer Herman
Snijders, ais voorzitter der kieskring-
federatie Zeeland.
De heer Snijders vond in zijn ope
ningswoord gelegenheid er met klem
op te wijzen, dat het wel degelijk blijkt
geeft van opgewekt politiek leven, als
nu reeds tal van spreekbeurten worden
vervuld, en spr. wraakt de uitdrukking
iade „Midd. Ct.", dat de strijd 'bij velen
een onaangenamer! indruk maakt.
De heer Ketelaar begon met te zeg
gen, dat het aannemen van de grond
wetsherziening het noodzakelijk maakt,
om de kiezers alom in te lichten van
welke- beteekenis de gewijzigde kies
rechtregeling is.
Spr. zal thans niet de groote verschil
len aantoonen tusschen de kerkelijke
partijen en de Vrijzinnig-Democraten of
tusschen deze en de sociaal-democra
ten maar hij wijst er op, dat -de drie
vrijzinnige partij-en niet meer zoo sa
men gaan, als in de laatste vier jaar
het geval is.
Spr. ging nu na de 'bekende eindiging
van de concentratie, doordat het hoofd
bestuur van den vrijzinnig-democrati-
schen een brief aan het concentratie
comité schreef, waarin dit bestuur ver
der samengaan onmogelijk noemde.
Spr. juicht dezen 'brief toe, omdat
daarin de consekwenties worden ge
trokken. welke de eenige zijn, die uit
het stelsel van evenredige vertegen
woordiging te trekken zijn.
De rechtsche partijen hebben reeds
te kennen gegeven, afzonderlijk te wil
len optrekken en ook schreven in de
zen geest de „Fakkel" van de vrij-libe-
ralen, de „Vaderlander" van de Libe
rale Unie en de „VrijzinnigJDemo-
craat", reeds een jaar geleden. En toen
de vrijzinnig-democratische partij zeide
niet meer samen te willen gaan, werd
haar dit door de andere partijen kwalijk
genomen.
Spr. wees er op, dat bij samengaan
der vrijzinnige partijen het aantal vrij
zinnige zetels in de Kamer steeds ach
teruit ging. En dit is te verklaren uit
het feit dat democraten niet op vrij
liberalen willen stemmen en dan op
sociaal-democraten stemden, terwijl
conservatieven niet stemmen willen op
vrijzinnig-democraten en dan maar
rechts stemmen.
Spr. zette hierop het reeds meer door
ons vermelde stelsel van evenredige
vertegenwoordiging uiteen, en wees er
daarbij o.a. op dat in de Vrijz.-Dem.
partij de leden bij stemming de candi-
daatlijsten zullen samenstellen.
Spr. wees daarbij op de groote recht
vaardigheid van het nieuwe stelsel.
De heer Ketelaar deelde mede dat de
vrijz-dem. het land in drie groepen zal
verdeelen, en iedere groep zal met een
lijst uitkomen, die dan voor alle kies
kringen uit die groep geldt.
Spr. meent, dat uit zijne uitlegging
reeds blijkt, dat iedere -partij afzonder
lijk moet optrekken, het zal maken, dat
de Kamer een zoo goed mogelijke af
spiegeling is van den wil der kiezers.
Spr. zegt, dat het de plicht is der
partijen en der kiesvereenigingen om
de kiezers het verschil tusschen de drie
vrijzinnige partijen te doen gevoelen.
Daarvoor zette spr. allereerst uiteen
het verschil tusschen de vrij-liberalen
en de vrijzinnig-democraten. Eerstge-
noemden scheidden zich in 1892 van de
Unie af, omdat de wet-Tak van Poort
vliet hen fe ver ging, de vrijzinnig- de
mocraten deden het in 1901, omdat de
Unie het aigemeen kiesrecht niet urgent
verklaarde. Verder is er de angst'van
de vrije liberalen voor de staatsmono
polies, en met zulk een opvatting heb
bende personen kunnen de vrijzinnig-
democraten niet samen gaan.
Spr. zegt, dat de Unie getoond zou
hebben democratisch te zijn, als zij
werkelijk had wilien medewerken aan
de splitsing der vrijzinnigen en in twee-
en. Maar nu telt zij onder haar leden en
zelfs onder bestuursleden, conservatie
ve personen en dit zal ook met de lijs
ten van candidaten zijn en dus ook
wellicht met de gekozen Unie-liberalen,
die dan niet alien democraten zullen
zijn.
Gemengde lijsten der drie partijen
zou leiden tot de onmogelijkste dingen,
stemmen. duUelijk o,p eev democraat
uitgebracht zouden aan een conserva
tief ten goede komen of omgekeerd.
Mochten de vrijz.-demoeraten terug
komen in de Kamer met minder zetels,
dan zij nu in de Kamer hebben, dan
zullen zij als voorstanders van evenre
dige vertegenwoordiging deze conse-
kwentie aanvaarden, en dit moeten alle
partijen doen.
Maar vooral moet er zuiver par
tij worden gesteld.
Thans richtte de heer Ketelaar zich
speciaal tot den heer Siemelink en zijn
artikels i-n het „Vrijzinnig Weekblad"
en zeide o.a. verwonderd er over te
zijn, dat de heer Siemelink het hem
kwalijk nam, niet uitgenoodigd te zijn
voor een vergadering te Middelburg,
waar de heer Ketelaar ook artikels van
ds. Siemelink besprak.
De heer Ketelaar herhaalde thans zijn
bezwaren tegen het artikel.
Vooral waar de heer Siemelink
schrijft, dat de vrijzinnig-democraten
't met unaniem met het opzeggingsbe-
siuit eens waren, ja zelfs, dat het rnee-
rendeel der leden het niet goedkeuren,
komt spr. tegen zulk een 'voorstelling
op, en niet minder tegen de voorstel
ling, dat er tusschen de drie partijen
geen verschil bestaat.
Dat de heer Siemelink niet begrijpt
de bedoeling van de evenredige ver
tegenwoordiging blijkt daaruit, dat hij
nog schrijft over een Zeeuwschen af
gevaardigde, terwijl hij tevens laat vol
gen, dat de overschotten van verschil
lende kieskringen bijeen worden ge
voegd na de stemming.
Spr. wekt de vrijzinnige kiezers op,
zich te organiseeren, en als zij het met
hem eens zijn zich aan te sluiten bij de
vrijzinnig-democr. kiesvereeniging.
Na de pauze maakte van de gele
genheid voor debat alleen gebruik de
heer Siemelink, 'die 'begon met het laat
ste deel van de rede van den heer Kete
laar, en wees er op, dat hij nu reeds
jaren in Zeeland gestreden heeft voor
het vrijzinnig idee, en in 1913 voor de
vrijzinnige politiek.
Spr. herinnert aan de motie in April
hier in een vergadering van vrijzinni
gen aangenomen en waarin samengaan
werd gewenscht.
Spr. zet nader uiteen, dat de Unie
wei de heer Snijders tot debat uitnoo-
digde tegen de heeren de Jong en Mu
ralt, en hij gemeend had, dat dit ook
de vrijz.-demoeraten, zouden gedaan
hebben met hem, toen de heer Ketelaar
hem persoonlijk aanviel.
Spr. zet uiteen, dat volgens zijn mee
ning het verschil tusschen de drie par
tijen alleen in woorden, maar niet in
'beginselen zit.
Sor. haalt woorden van den heer
Marchant te Middelburg en van den
heer Oud te Souburg aan, en zegt, dat
daaruit verdeeldheid sprak, die spr. be
treurt, en die blijken te vergeten het
„Eendracht maakt Macht". De ver
deeldheid maakt de vrijzinnigen zwak.
Spr. zegt, dat de heeren niet voldoen
de zeggen, 'wat zij onder democratie
verstaan. Het is slechts een leuze, om
machthebbers op het kussen te bren
gen. De zuivere democratie is beoor-
deeling van de menschen niet naar hun
uiterlijk, maar naar hun karakter.
Het wordt nu gebezigd als zoet ge
fluit van den vogelaar.
Spr. zegt, dat de meest democrati
sche Kamerleden conservatief zullen
zijn, als het er om gaat de zetels te be
houden. Dat de sociaal-democraten
van dogmatischen tot parlementairen
zijn verworden, is eene overwinning en
zoo zullen zij eerst vrijzinnig-democra
ten, dan Unie-liberalen worden.
Spr. meende, dat de uitslag van 1913
toch zeker gemaakt heeft, dat Kuyper's
macht gebroken is, en anders was het
Nederland waarschijnlijk gegaan als
Roemenië en Servië.
Spr. wees dan op de belangen van
Zeeland, de landbouw, de Vlissingsche
haven, de wensch der Zeeuwsch-
Vlaamsche inwoners om bij Nederland
te blijven.
Alleen één groote vrijzinnige partij in
Zeeland, zal een afgevaardigde, die de
belangen begrijpt, afvaardigen.
Spr. zegt, dat als in Zeeland bijv. een
vrijzinnige maar 6000 stemmen krijgt,
de hoofdbesturen de lijsten zullen gaan
verbinden en dan komen natuurlijk de
voormannen van een partij het eerst
aan de 'beurt.
De heer Ketelaar antwoordde, dat
hij zeer teleurgesteld is, omdat de heer
Siemelink niet op zijn rede is ingegaan.
Aan de algemeenheden van den debater
heeft men in de practische politiek
niets. Men moet een partij niet beoor-
deelen naar de vlag, maar naar haar
daden.
Spr. geeft toe, dat de woorden in de
drie partij-programma's niet veel sche
len, maar de uitwerking is zeer ver
schillend. dat blijkt o.a. bij arbeidsduur,
loonregeling, arbeidsvoorwaarden enz.
waarover de meeningen tusschen vrij
liberalen en vrijzinnig-democraten zeer
uiteenloopen.
Ook op het gebied der belasting-po
litiek is het verschil zeer duidelijk
waargenomen zooals o.a. bij de kwes
tie van de heffing ineens.
Spr. handhaaft zijn meening, dat de
coalitie-partijen- afzonderlijk zuiier op
trekken, wat niet zeggen wil, dat zij
later in de Kamer niet zullen samen
werken. De aantijging, dat de Kamer
leden gaarne hun zetels wilden behou
den, is geen beleediging, ais zij dit niet
willen, zijn ze geen goede Kamerleden.
De kwestie van de Zeeuwsche be
langen behandelend, zegt spr., dat dit
toch geen leuze voor de'concentratie is,
en dat die belangen toch ook niet-
Zeeuwen voelen. De heeren van Raal-
(e, Muralt en Patijn zijn toch ook geen
Zeeuwen.
Het argument over het blijven uit
den oorlog is geen argument, want
toen de concentratie tot stand kwam,
dacht niemand aan een wereldoorlog.
De heer Snijders sloot de vergade
ring met de gebruikelijke dankbetui
gingen en wekte tot aansluiting bij de
Vrijzinnig-Democraten op.
DE ENGELSCHE GROEP VAN DE
INTERPARLEMENTAIRE UNIE.
Het bestuur van de Engelsche Groep
van de Interparlementaire Unie, waar
van voorzitter is lord Weardale, heeft
met algemeene stemmen een motie
aangenomen, waarbij wordt verklaard
dat geen vrede bereikbaar is en dat de
vrede nooit duurzaam zal kunnen wor
den, als men den toestand ongewijzigd
laat, waarin de Pruisische militaire
autocratie de opperste heerschappij
voert over de legermachten.
Het bestuur verklaart in te stemmen
met de woorden van president Wilson
dat men geen geloof kan slaan aan het
woord van de tegenwoordige regeer
ders van Duitschland, tenzij het duide
lijk blijkt dat deze regeerders gesteund
worden door dan wil van het Duitsche
v.. ik.
Alleen met gezagiiebbende vertegen
woordigers van de Duitsche democra
tie, in den vorm van een ministerie dat
verantwoording schuldig is aan het
parlement, zal het mogelijk zijn in een
bespreking te treden'van vredesvoor
waarden die tot eenig resultaat kunnen
leiden.
intusschen verklaart het bestuur, dat
't Engelsche volk niet bedoelt Duitsch
land economisch te onderwerpen en
ook niet bedoelt grondgebied te ver
overen dat volgens algemeene opvat
tingen Duitsch is, maar dat integedeel
het doel van het Engelsche volk is on
derworpen nationaliteiten te bevrijden
en de rechten der volkeren uit te brei
den. Het bestuur stelt als eisch het vol
ledig herstel van de onafhankelijkheid
van België met daarbij 'behoorende
schadevergoeding en een waarborg
voor het ontruimen van de bezette
grondgebieden ten aanzien waarvan
bovenstaande beginselen worden aan
vaard.
Het bestuur ziet dan echter geen be
zwaar in de meest uitgebreide bespre
king van de voorwaarden van ee
rechtvaardig vredesverdrag.
DE TOESTAND IN RUSLAND
iDr. Harold Williams seint uit Petro
grad aan de „Daily Chronicle" in dez
fantastische onderste, boven gekeerd»
wereld, waar de logiea op den loop i
gegaan, waar de grenzen tussche,.
droom en werkelijkheid, tusschen lever
en dood zijn uitgewischt, ziet men on
willekeurig uit naar teekens en symbo
len. Mannen en vrouwen, hulpeloos er
hopeloos, loopen naar waarzeggers er
bezweerders om te trachten bij hen ii
het boek van het noodlot te lezen. Wii
weet of er nog eenige hoop bestaa
voor Rusland, welks lot haast bezegelt
schijnt? Wanneer gij in Engeland wis
hoe Rusland lijdt 'zoudt gij genadif
oordeeien, ondanks het kwaad, dat e
bedreven is. Gij kunt zeggen „Het i:
de eigen schuld van de Russen." Da
zeggen zij zelf ook en zij herhaler
voortdurend in bittere zelfvernedering
„Wij hebben dit over onze hoofden ge
bracht door onze iichtgeloovigheid ei
zwakheid." Zij geloofden van gansche
harte in een vrij Rusland. En thans zier
zij Rusland en de vrijheid tegelijk ineer
gestort. Krachtige mannen voelen ziel
geheel en al gebroken door het gevoel
dat zij Russen zijn.
Andere naties zijn onder den voel!
getreden en bijna vernietigd in deze:
oorlog, maar geen enkele groote natiii
met honderdduizenden gevoelige ei
rfiere burgers heeft zoo zijn eer ziei
schenden.' Dat is de atmosfeer, in wel
ke wij leven. Geheel Rusland is diej
onder den indruk van de omwenteling.
De agrarische dekreten van Lenin heb
ben met den steun van plaatselijk»
agitatoren geleid tot boerenopstanden-
in de centrale gouvernementen, waar
bij op groote schaal kasteelen, iandhoe
ven, schuren en vee, ter waarde vai
millioenen ponden vernietigd zijn. Hie
en daar vechten boeren en soldaten on i
den buit. Tot de verwoeste gebouweiS
behooren o.a. die van prins Joesoepo
in het gouvernement Korsk, waar eei
heerlijk zeventiende eeuwsch ridder
goed vo! prachtige erfstukken ver
nield.is.
DE BOODSCHAP VAN WILSON.
De redevoering van president Wi! ij
son. is verreweg de meest belangrijk
bijdrage van den laatsten tijd voor eei
goed begrip van dezen oorlog. De ker
van Wilson's politiek ligt hierin, dat zi
een zeer verheven en moeiiijk ideaa
nastreeft, en duidelijk de middelen aan
geeft, die alleen dat ideaal kunnen -v-er
wezenlijken. Het doei, waarop hij aLÖ
gedachten en krachten der volkerei
richt, is rechtvaardig. Wilson's verkla
ringen onderscheiden zich vooral hier
door, dat ze scherper dan ooit er 0|
wijzen, dat liet doel werkelijk bereik
zal worden, zoo wij slechts den vaste:
wil hebben het te bereiken en dat e
slechts één weg is, die er heen leidi
Die weg is de overwinning, de volko
men overwinning. Die overwinning kaï
niet volkomen èn derhalve niet duur
zaam zijn, tenzij ze in overeenstemmim
is met het internationale erkende ei
gewaarborgde recht. Om echter aan di
menschheid de zegeningen van zulk eei
vrede te doen geworden moet de kolo
van het militairisme verpletterd wor
den.
Eenstemmig wijzen de Fransche bla
den op de bijzonder groote belangrijk
heid van Wilson's verklaringen.
De „Homme libre" schrijft De bood
schap van Wilson is een schitterend!
illustratie van de besluiten der Parij.
sehe conferentie. Men kon geen duide
lijker uiteenzetting wenschen van wa
onze plicht en ons recht is.
De „Peuple", het socialistisch revo-
lutionnair orgaan, zegt Wee Duitsch
land, indien het doof blijft voor dez<
nobele woorden.
De geallieerden hebben zich in dez<
machtige taal van Wilson uitgespro
ken. Het woord is aan Duitschland.
De „Echo de Paris" constateert, da;
de boodschap meerdere punten bevai
van het allerhoogste belang. Het is eer
eerste vergoeding voor Rusiand's afva!
DE DU1TBOOTENOORLOG.
In de „Daily Telegraph" schrijft Ar
chibald Hurd Op het eerste gezicht
kan de maand November een zeer
slechte maand schijnen, doch op stuk
van zaken is het verlies aan toninhoud
minder geweest dan gedwende elke
maand, die is verstrekerf sedert de
Duitschers hun verscherpten duikboo
tenoorlog hebben ingevoerd. Geduren
de vijf weken in de November-periode
hebben wij 47 groote en 23 kleine
schepen verloren. Dat ziet er ernstig
uit, doch het is veel minder dan werd
verwacht. Het gemiddelde wekelijksche
verlies aan groote schepen, welke van
waarlijk vitaal belang zijn, is thans la
ger dan in elke voorafgaande maand.
Het volgende vergelijkende staatje
maakt de gemiddelde wekelijksche cij
fers bekend gedurende de 35 weken,
die aan den 4en November zijn vooraf
gegaan groote schepen 18 kleine
schepen 6.4 tevergeefs aangevallen
14.6 totaal aantal aangevallen sche
pen 39. De gemiddelde wekelijksche
cijfers gedurende de vijf weken van
November bedragen groote schepen
9.4 kleine 4.6 tevergeefs aangevallen
5.2 totaal aantal aangevallen sche
pen 19,2.