fliuiipcki Cisraat BIJVOEGSEL Zaterdag 8 December 1917 Do. - 290. Brieven uit de Hofstad Venmig Binnenland. DE OORLOG. VAN DE VAN Voor de jeugd. Het was een bekende paedagoog, die eenmaal de vermaard geworden stel ling verkondigde, dat voor het kind het •beste nog niet goed genoeg was. Die stelling is tot een leuze geworden en zij, die zich geroepen achten om het heil der menschheid te bevorderen, zijn gaarne bereid om die leuze aan te hef fen. Er wordt waarlijk geen geld ge spaard, wanneer het voor de kinderen is. De 'Haagsche Raad gaf dezer dagen maar weer veertien en een half mille uit voor den aankoop van... een bios coop-theater. Schrik niet lezer en denk niet dat Den Haag zelf exploitant zal worden van een bioscoop, die den drie- dubbelen moord in de slotkapel of de geheimen van den ouden Wilson op het witte doek zal vertoonen. integendeel. De -bioscoop zal worden dienstbaar ge maakt aan het onderwijs. Het beeld, de plaat en de foto hebben zich reeds een belangrijke plaats veroverd op de scho len. Het ligt dus geheel en al in de lijn van het moderne onderwijs om ook het levende beeld te geven. Er bestaat hier ter stede reeds lan gen tijd een schoolmuseum, dat alles bijeenbracht wat iedere school graag zóu bezitten, een enorme verzameling van alles wat bij het onderwijs ter lee ring en ter opluistering kan vertoond worden. Dit museum heeft een zeer goede reputatie. Het beschikt reeds over een bioscoop, die echter klein is er slechts gelegenheid biedt voor plaat sing van een honderdtal kinderen. Het nieuwe gebouw is een heusch bios coop-theater, waar het dubbele van dat getal geplaatst kan worden. Hier zal de jeugd dus zich kunnen vermeien in de aanschouwing- van alles wat de fotokunst haar weet voor oogen te too- veren. De tijden zijn we! veranderd Men behoeft waarlijk nog niet in den avond van zija leven te vertoeven om geheel andere tijden meegemaakt te hebben. Een tooverlantaarn was al een ideaai-bezit voor onze jonge jaren. En van levende beelden konden wij zelfs niet droomen al zou Jules Vernc de fantasie tot het uiterste geprikkeld heb ben. Zorgt de overheid op deze wijze voor de geestelijke behoeften van de jeugd, zij 'verwaarloost de lichamelijke ook niet. Zoo ligt er ook een voorstel om od de meisjes-H. B. S. de rythmische gymnastiek in te voeren. Onder den in vloed vain de nieuwere bewegingskunst is men er toe gekomen om voor de meisjes de leelijke gymnastiek die zoo weinig strookt met de elegance van de jonge dames te vervangen door de rvthmische, die in maat en pas naar een harmonisch geheel streeft en sier lijkheid tracht te paren aan een goede ontwikkeling van het lichaam. De namen van Lilly Green -en jacoba van der Pas hebben in Nederland een goeden klank gekregen en zij zijn het die naast haar danskunst de sierlijkheid van beweging weten te vefhoogen, zoodat tevens'het geheele lichaam een gezonde oefening doormaakt. Het strakke stramme van de athletische gymnastiek is hierbij vervangen door het soepele, sierlijke van de rythmische gymnastiek. Op het gebied van de lichamelijke opvoeding zijn wij gelukkig in een be teren tijd gekomen. Eindelijk ziet men in dat men op een geheel verkeerden weg was. De sport wordt eindelijk doorzien als een uiterste van krachts inspanning die eer noodlottig dan heil zaam is voor de jongelui. Dat kan de sport zelf niet zoozeer helpen als wel de sport neemt zichtbaar af en daar- bereiken van ean succes -op gebied van kracht en behendigheid het ideaal meenden te vinden...De liefhebberij voor ■de sport neemt zichtbaar af en daar naast wordt het oog gegund voor een meer aesthetische lichaamsoefening. Het spelen van de jeugd is in de groot steden zeer achteruitgegaan. Er is geen gelegenheid voor op de straten, niet alleen omdat deze te klein zijn, doch ook omdat ze te gevaarlijk zijn tengevolge van het drukke verkeer. Het ligt dus voor de hand, dat op andere wijze op -de scholen in dit tekort wordt voorzien. Uit deze twee voor beelden van overheidszorg blijkt wel dat de autoriteiten haar aandacht daar aan wijden. Een paar dagen lang is de ruzie Treub-Posthuma het onderwerp van den dag geweest. Het is wel geen hart verheffend schouwspel, twee van de hoogste bewindslieden te zien twisten om .het landsbelang, maar in den te- genwoordigen tijd zijn alle toestanden nu eenmaal zóó veranderd, dat zelfs dit niet meer iets 'buitengewoons is. Op merkelijk is dat de kranten meevech ten, terwijl van officieele zijde geen en kele medèdeeling is gedaan en noch de twistende ministers -noch een van hun collega's zich uitliet over de gebeurte nis. iDe kranten bleven echter trouw op de hoogte, hetgeen nu eenmaal een feit is, dat velen, vooral de ambtenaren, niet kunnen zetten. Grappig was bijvoorbeeld de boos heid van het Eerste Kamerlid '1 Hooft, van wiens voornemen om een uitvoe rige rede te houden bij de behandeling der Grondwetsherziening de kranten vooraf reeds b«richt hadden gegeven. De geachte senator inoemde dat bericht onbetamelijk en hij begreep niet waar het vandaan kwarri. Zonderling dat dit laatste haast nooit begrepen wordt. Eenige jaren geleden was ik eens in de gelegenheid een belangrijk bericht te publiceeren over een destijds branden de kwestie. Op het balcon van de tram staande hoorde ik een op vrij luiden toon gevoerd gesprek aan tusschen twee hoogwaardigheidsbekleeders, die buitengewoon loslippig waren. Toch begreep men en zelfs de beide bal- conredenaars later niet hoe het nu toch mogelijk was dat de pers derge lijke bijzonderheden te weten was ge komen. Die akelige persmuskieten zitten nu eenmaal overal. EIBER. De distributie van kaas tijdelijk gestaakt. In eene verschenen circulaire van de Kaasvereeniging wordt herinnerd aan de ministerieele beschikking, waarbij de nieuwe maximumprijzen voor kaas worden vastgesteld. Vooraf was het bestuur dienaangaande niets bekend en thans is het bestuur gebleken, dat het in de bedoeling der regeering ligt het geheele distributiesysteem voor kaas, naar aanleiding van deze be schikking, te wijzigen. Waar de kaas vereeniging, ten aanzien van deze wij ziging der distributie geen voldoende inlichtingen kon ontvangen, aldus zegt het bestuur, heeft zij zich genoodzaakt gezien, in overleg met de Rijkscommis sie van toezicht de centrale pakhuizen te sluiten, .zoodat voorloopig geen kaas gedistribueerd kan worden. De distributie kan natuurlijk niet eer der hervat worden, dan nadat de Kaas vereeniging is medegedeeld, hoe de re- geering de distributie in overeenstem ming met de bedoelde beschikking wenscht te regelen. Kaarsen en schemerlichten. De minister van landbouw heeft aan de burgemeesters medegedeeld, dat voor de nieuwe toewijzing ten behoeve der verlichting in de periode 1 Januari- I Maart 1918 geen nadere opgaven be hoeven te worden verstrekt, aangezien de toewijzingen op dezelfde grondsla gen zullen berusten als die der vooraf gaande twee maanden. Gewetensbezwaren tegen den dienst. Het dagelijksch bestuur van den Godsdiensiig-democratischen Kring heeft in een adres aan den mi-nister van binneniandsche zaken medegedeeld, dat zij met belangstelling kennis heeft genomen van de maatregelen van den minister van oorlog om hen, die gewe tensbezwaren hebben tegen den mili tairen dienstplicht van militaire dien sten in eigenlijken zin vrij te stellen door hun gelegenheid te geven zich te verbinden voor het verrichten van niet- militaire diensten voor het leger. Het bestuur is echter van oordeel dat toch het doel, hetwelk men daarmee beoogt door deze regeling niet wordt bereikt, omdat voor debetrokken personen ieder daadwerkelijk deelnemen aan de miiitaire -macht ten eenenmale verwer pelijk is en ook het verrichten van diensten ais thans aangewezen daaron der valt. Het meent dat zonder dringende noodzakelijkheid de staat van niemand een handeling mag eischen, die deze voor zijn geweten niet kan verantwoor den en dat de wetgever deze conscien- iie-vrïjheid behoort te erkennen en za! dit mogelijk zijn door een bijzondere wettelijke regeling, waarbij zij die ern stige gewetensbezwaren hebben tegen den militairen dienstplicht van dien plicht worden vrijgesteld. WAAROM VRIJZINNIG-DEMO CRAAT Gisterenavond hield de Vrijzinnig- Democratische kiesvereeniging in „de Oude Vriendschap" een vrij druk 'be zochte open-bare vergadering, waarin als spreker optrad het lid der Tweede Kamer, de heer Th. M. Ketelaar, mei bovenstaand onderwerp. De vergadering werd wegens onge steldheid van den voorzitter, den heer A. W. Smits, op verzoek van het be stuur geleid door den heer Herman Snijders, ais voorzitter der kieskring- federatie Zeeland. De heer Snijders vond in zijn ope ningswoord gelegenheid er met klem op te wijzen, dat het wel degelijk blijkt geeft van opgewekt politiek leven, als nu reeds tal van spreekbeurten worden vervuld, en spr. wraakt de uitdrukking iade „Midd. Ct.", dat de strijd 'bij velen een onaangenamer! indruk maakt. De heer Ketelaar begon met te zeg gen, dat het aannemen van de grond wetsherziening het noodzakelijk maakt, om de kiezers alom in te lichten van welke- beteekenis de gewijzigde kies rechtregeling is. Spr. zal thans niet de groote verschil len aantoonen tusschen de kerkelijke partijen en de Vrijzinnig-Democraten of tusschen deze en de sociaal-democra ten maar hij wijst er op, dat -de drie vrijzinnige partij-en niet meer zoo sa men gaan, als in de laatste vier jaar het geval is. Spr. ging nu na de 'bekende eindiging van de concentratie, doordat het hoofd bestuur van den vrijzinnig-democrati- schen een brief aan het concentratie comité schreef, waarin dit bestuur ver der samengaan onmogelijk noemde. Spr. juicht dezen 'brief toe, omdat daarin de consekwenties worden ge trokken. welke de eenige zijn, die uit het stelsel van evenredige vertegen woordiging te trekken zijn. De rechtsche partijen hebben reeds te kennen gegeven, afzonderlijk te wil len optrekken en ook schreven in de zen geest de „Fakkel" van de vrij-libe- ralen, de „Vaderlander" van de Libe rale Unie en de „VrijzinnigJDemo- craat", reeds een jaar geleden. En toen de vrijzinnig-democratische partij zeide niet meer samen te willen gaan, werd haar dit door de andere partijen kwalijk genomen. Spr. wees er op, dat bij samengaan der vrijzinnige partijen het aantal vrij zinnige zetels in de Kamer steeds ach teruit ging. En dit is te verklaren uit het feit dat democraten niet op vrij liberalen willen stemmen en dan op sociaal-democraten stemden, terwijl conservatieven niet stemmen willen op vrijzinnig-democraten en dan maar rechts stemmen. Spr. zette hierop het reeds meer door ons vermelde stelsel van evenredige vertegenwoordiging uiteen, en wees er daarbij o.a. op dat in de Vrijz.-Dem. partij de leden bij stemming de candi- daatlijsten zullen samenstellen. Spr. wees daarbij op de groote recht vaardigheid van het nieuwe stelsel. De heer Ketelaar deelde mede dat de vrijz-dem. het land in drie groepen zal verdeelen, en iedere groep zal met een lijst uitkomen, die dan voor alle kies kringen uit die groep geldt. Spr. meent, dat uit zijne uitlegging reeds blijkt, dat iedere -partij afzonder lijk moet optrekken, het zal maken, dat de Kamer een zoo goed mogelijke af spiegeling is van den wil der kiezers. Spr. zegt, dat het de plicht is der partijen en der kiesvereenigingen om de kiezers het verschil tusschen de drie vrijzinnige partijen te doen gevoelen. Daarvoor zette spr. allereerst uiteen het verschil tusschen de vrij-liberalen en de vrijzinnig-democraten. Eerstge- noemden scheidden zich in 1892 van de Unie af, omdat de wet-Tak van Poort vliet hen fe ver ging, de vrijzinnig- de mocraten deden het in 1901, omdat de Unie het aigemeen kiesrecht niet urgent verklaarde. Verder is er de angst'van de vrije liberalen voor de staatsmono polies, en met zulk een opvatting heb bende personen kunnen de vrijzinnig- democraten niet samen gaan. Spr. zegt, dat de Unie getoond zou hebben democratisch te zijn, als zij werkelijk had wilien medewerken aan de splitsing der vrijzinnigen en in twee- en. Maar nu telt zij onder haar leden en zelfs onder bestuursleden, conservatie ve personen en dit zal ook met de lijs ten van candidaten zijn en dus ook wellicht met de gekozen Unie-liberalen, die dan niet alien democraten zullen zijn. Gemengde lijsten der drie partijen zou leiden tot de onmogelijkste dingen, stemmen. duUelijk o,p eev democraat uitgebracht zouden aan een conserva tief ten goede komen of omgekeerd. Mochten de vrijz.-demoeraten terug komen in de Kamer met minder zetels, dan zij nu in de Kamer hebben, dan zullen zij als voorstanders van evenre dige vertegenwoordiging deze conse- kwentie aanvaarden, en dit moeten alle partijen doen. Maar vooral moet er zuiver par tij worden gesteld. Thans richtte de heer Ketelaar zich speciaal tot den heer Siemelink en zijn artikels i-n het „Vrijzinnig Weekblad" en zeide o.a. verwonderd er over te zijn, dat de heer Siemelink het hem kwalijk nam, niet uitgenoodigd te zijn voor een vergadering te Middelburg, waar de heer Ketelaar ook artikels van ds. Siemelink besprak. De heer Ketelaar herhaalde thans zijn bezwaren tegen het artikel. Vooral waar de heer Siemelink schrijft, dat de vrijzinnig-democraten 't met unaniem met het opzeggingsbe- siuit eens waren, ja zelfs, dat het rnee- rendeel der leden het niet goedkeuren, komt spr. tegen zulk een 'voorstelling op, en niet minder tegen de voorstel ling, dat er tusschen de drie partijen geen verschil bestaat. Dat de heer Siemelink niet begrijpt de bedoeling van de evenredige ver tegenwoordiging blijkt daaruit, dat hij nog schrijft over een Zeeuwschen af gevaardigde, terwijl hij tevens laat vol gen, dat de overschotten van verschil lende kieskringen bijeen worden ge voegd na de stemming. Spr. wekt de vrijzinnige kiezers op, zich te organiseeren, en als zij het met hem eens zijn zich aan te sluiten bij de vrijzinnig-democr. kiesvereeniging. Na de pauze maakte van de gele genheid voor debat alleen gebruik de heer Siemelink, 'die 'begon met het laat ste deel van de rede van den heer Kete laar, en wees er op, dat hij nu reeds jaren in Zeeland gestreden heeft voor het vrijzinnig idee, en in 1913 voor de vrijzinnige politiek. Spr. herinnert aan de motie in April hier in een vergadering van vrijzinni gen aangenomen en waarin samengaan werd gewenscht. Spr. zet nader uiteen, dat de Unie wei de heer Snijders tot debat uitnoo- digde tegen de heeren de Jong en Mu ralt, en hij gemeend had, dat dit ook de vrijz.-demoeraten, zouden gedaan hebben met hem, toen de heer Ketelaar hem persoonlijk aanviel. Spr. zet uiteen, dat volgens zijn mee ning het verschil tusschen de drie par tijen alleen in woorden, maar niet in 'beginselen zit. Sor. haalt woorden van den heer Marchant te Middelburg en van den heer Oud te Souburg aan, en zegt, dat daaruit verdeeldheid sprak, die spr. be treurt, en die blijken te vergeten het „Eendracht maakt Macht". De ver deeldheid maakt de vrijzinnigen zwak. Spr. zegt, dat de heeren niet voldoen de zeggen, 'wat zij onder democratie verstaan. Het is slechts een leuze, om machthebbers op het kussen te bren gen. De zuivere democratie is beoor- deeling van de menschen niet naar hun uiterlijk, maar naar hun karakter. Het wordt nu gebezigd als zoet ge fluit van den vogelaar. Spr. zegt, dat de meest democrati sche Kamerleden conservatief zullen zijn, als het er om gaat de zetels te be houden. Dat de sociaal-democraten van dogmatischen tot parlementairen zijn verworden, is eene overwinning en zoo zullen zij eerst vrijzinnig-democra ten, dan Unie-liberalen worden. Spr. meende, dat de uitslag van 1913 toch zeker gemaakt heeft, dat Kuyper's macht gebroken is, en anders was het Nederland waarschijnlijk gegaan als Roemenië en Servië. Spr. wees dan op de belangen van Zeeland, de landbouw, de Vlissingsche haven, de wensch der Zeeuwsch- Vlaamsche inwoners om bij Nederland te blijven. Alleen één groote vrijzinnige partij in Zeeland, zal een afgevaardigde, die de belangen begrijpt, afvaardigen. Spr. zegt, dat als in Zeeland bijv. een vrijzinnige maar 6000 stemmen krijgt, de hoofdbesturen de lijsten zullen gaan verbinden en dan komen natuurlijk de voormannen van een partij het eerst aan de 'beurt. De heer Ketelaar antwoordde, dat hij zeer teleurgesteld is, omdat de heer Siemelink niet op zijn rede is ingegaan. Aan de algemeenheden van den debater heeft men in de practische politiek niets. Men moet een partij niet beoor- deelen naar de vlag, maar naar haar daden. Spr. geeft toe, dat de woorden in de drie partij-programma's niet veel sche len, maar de uitwerking is zeer ver schillend. dat blijkt o.a. bij arbeidsduur, loonregeling, arbeidsvoorwaarden enz. waarover de meeningen tusschen vrij liberalen en vrijzinnig-democraten zeer uiteenloopen. Ook op het gebied der belasting-po litiek is het verschil zeer duidelijk waargenomen zooals o.a. bij de kwes tie van de heffing ineens. Spr. handhaaft zijn meening, dat de coalitie-partijen- afzonderlijk zuiier op trekken, wat niet zeggen wil, dat zij later in de Kamer niet zullen samen werken. De aantijging, dat de Kamer leden gaarne hun zetels wilden behou den, is geen beleediging, ais zij dit niet willen, zijn ze geen goede Kamerleden. De kwestie van de Zeeuwsche be langen behandelend, zegt spr., dat dit toch geen leuze voor de'concentratie is, en dat die belangen toch ook niet- Zeeuwen voelen. De heeren van Raal- (e, Muralt en Patijn zijn toch ook geen Zeeuwen. Het argument over het blijven uit den oorlog is geen argument, want toen de concentratie tot stand kwam, dacht niemand aan een wereldoorlog. De heer Snijders sloot de vergade ring met de gebruikelijke dankbetui gingen en wekte tot aansluiting bij de Vrijzinnig-Democraten op. DE ENGELSCHE GROEP VAN DE INTERPARLEMENTAIRE UNIE. Het bestuur van de Engelsche Groep van de Interparlementaire Unie, waar van voorzitter is lord Weardale, heeft met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarbij wordt verklaard dat geen vrede bereikbaar is en dat de vrede nooit duurzaam zal kunnen wor den, als men den toestand ongewijzigd laat, waarin de Pruisische militaire autocratie de opperste heerschappij voert over de legermachten. Het bestuur verklaart in te stemmen met de woorden van president Wilson dat men geen geloof kan slaan aan het woord van de tegenwoordige regeer ders van Duitschland, tenzij het duide lijk blijkt dat deze regeerders gesteund worden door dan wil van het Duitsche v.. ik. Alleen met gezagiiebbende vertegen woordigers van de Duitsche democra tie, in den vorm van een ministerie dat verantwoording schuldig is aan het parlement, zal het mogelijk zijn in een bespreking te treden'van vredesvoor waarden die tot eenig resultaat kunnen leiden. intusschen verklaart het bestuur, dat 't Engelsche volk niet bedoelt Duitsch land economisch te onderwerpen en ook niet bedoelt grondgebied te ver overen dat volgens algemeene opvat tingen Duitsch is, maar dat integedeel het doel van het Engelsche volk is on derworpen nationaliteiten te bevrijden en de rechten der volkeren uit te brei den. Het bestuur stelt als eisch het vol ledig herstel van de onafhankelijkheid van België met daarbij 'behoorende schadevergoeding en een waarborg voor het ontruimen van de bezette grondgebieden ten aanzien waarvan bovenstaande beginselen worden aan vaard. Het bestuur ziet dan echter geen be zwaar in de meest uitgebreide bespre king van de voorwaarden van ee rechtvaardig vredesverdrag. DE TOESTAND IN RUSLAND iDr. Harold Williams seint uit Petro grad aan de „Daily Chronicle" in dez fantastische onderste, boven gekeerd» wereld, waar de logiea op den loop i gegaan, waar de grenzen tussche,. droom en werkelijkheid, tusschen lever en dood zijn uitgewischt, ziet men on willekeurig uit naar teekens en symbo len. Mannen en vrouwen, hulpeloos er hopeloos, loopen naar waarzeggers er bezweerders om te trachten bij hen ii het boek van het noodlot te lezen. Wii weet of er nog eenige hoop bestaa voor Rusland, welks lot haast bezegelt schijnt? Wanneer gij in Engeland wis hoe Rusland lijdt 'zoudt gij genadif oordeeien, ondanks het kwaad, dat e bedreven is. Gij kunt zeggen „Het i: de eigen schuld van de Russen." Da zeggen zij zelf ook en zij herhaler voortdurend in bittere zelfvernedering „Wij hebben dit over onze hoofden ge bracht door onze iichtgeloovigheid ei zwakheid." Zij geloofden van gansche harte in een vrij Rusland. En thans zier zij Rusland en de vrijheid tegelijk ineer gestort. Krachtige mannen voelen ziel geheel en al gebroken door het gevoel dat zij Russen zijn. Andere naties zijn onder den voel! getreden en bijna vernietigd in deze: oorlog, maar geen enkele groote natiii met honderdduizenden gevoelige ei rfiere burgers heeft zoo zijn eer ziei schenden.' Dat is de atmosfeer, in wel ke wij leven. Geheel Rusland is diej onder den indruk van de omwenteling. De agrarische dekreten van Lenin heb ben met den steun van plaatselijk» agitatoren geleid tot boerenopstanden- in de centrale gouvernementen, waar bij op groote schaal kasteelen, iandhoe ven, schuren en vee, ter waarde vai millioenen ponden vernietigd zijn. Hie en daar vechten boeren en soldaten on i den buit. Tot de verwoeste gebouweiS behooren o.a. die van prins Joesoepo in het gouvernement Korsk, waar eei heerlijk zeventiende eeuwsch ridder goed vo! prachtige erfstukken ver nield.is. DE BOODSCHAP VAN WILSON. De redevoering van president Wi! ij son. is verreweg de meest belangrijk bijdrage van den laatsten tijd voor eei goed begrip van dezen oorlog. De ker van Wilson's politiek ligt hierin, dat zi een zeer verheven en moeiiijk ideaa nastreeft, en duidelijk de middelen aan geeft, die alleen dat ideaal kunnen -v-er wezenlijken. Het doei, waarop hij aLÖ gedachten en krachten der volkerei richt, is rechtvaardig. Wilson's verkla ringen onderscheiden zich vooral hier door, dat ze scherper dan ooit er 0| wijzen, dat liet doel werkelijk bereik zal worden, zoo wij slechts den vaste: wil hebben het te bereiken en dat e slechts één weg is, die er heen leidi Die weg is de overwinning, de volko men overwinning. Die overwinning kaï niet volkomen èn derhalve niet duur zaam zijn, tenzij ze in overeenstemmim is met het internationale erkende ei gewaarborgde recht. Om echter aan di menschheid de zegeningen van zulk eei vrede te doen geworden moet de kolo van het militairisme verpletterd wor den. Eenstemmig wijzen de Fransche bla den op de bijzonder groote belangrijk heid van Wilson's verklaringen. De „Homme libre" schrijft De bood schap van Wilson is een schitterend! illustratie van de besluiten der Parij. sehe conferentie. Men kon geen duide lijker uiteenzetting wenschen van wa onze plicht en ons recht is. De „Peuple", het socialistisch revo- lutionnair orgaan, zegt Wee Duitsch land, indien het doof blijft voor dez< nobele woorden. De geallieerden hebben zich in dez< machtige taal van Wilson uitgespro ken. Het woord is aan Duitschland. De „Echo de Paris" constateert, da; de boodschap meerdere punten bevai van het allerhoogste belang. Het is eer eerste vergoeding voor Rusiand's afva! DE DU1TBOOTENOORLOG. In de „Daily Telegraph" schrijft Ar chibald Hurd Op het eerste gezicht kan de maand November een zeer slechte maand schijnen, doch op stuk van zaken is het verlies aan toninhoud minder geweest dan gedwende elke maand, die is verstrekerf sedert de Duitschers hun verscherpten duikboo tenoorlog hebben ingevoerd. Geduren de vijf weken in de November-periode hebben wij 47 groote en 23 kleine schepen verloren. Dat ziet er ernstig uit, doch het is veel minder dan werd verwacht. Het gemiddelde wekelijksche verlies aan groote schepen, welke van waarlijk vitaal belang zijn, is thans la ger dan in elke voorafgaande maand. Het volgende vergelijkende staatje maakt de gemiddelde wekelijksche cij fers bekend gedurende de 35 weken, die aan den 4en November zijn vooraf gegaan groote schepen 18 kleine schepen 6.4 tevergeefs aangevallen 14.6 totaal aantal aangevallen sche pen 39. De gemiddelde wekelijksche cijfers gedurende de vijf weken van November bedragen groote schepen 9.4 kleine 4.6 tevergeefs aangevallen 5.2 totaal aantal aangevallen sche pen 19,2.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 5