astraat
b N E N
Paspoflftstraat
1 234
egenheid
Beheer
lowlier
ENTIA"
fINO
10
Idassmtie
NTEN.
'JONGEN
Wasschen.
ISJE
itbods
WOENSDAG 14 NOVEMBER.
"gemeentebestuur
binnenland
feuilleton
biedingen
anvragen.
gmeisje
Jaargang i
Bijkantoor-
1 Souburg
181©
al is nien er
puldig mede
handelt
men
I RUITEN en
erzekeren bij de
3 Maatschappij
Lage premie,
waarden.
rdiger voor
omstreken
d EIJK,
IViissingen.
MANTELS,
veelt zich beleefd
rvaardigen van
|mg, enz.
voor het ver-
ntwerk.
mis ontbieden,
ureau „VI. Ct."
Ivraagd tegen 1
f gemeubileerde
keuken. Hu'ur-
Brieven motto
„Vliss. Crt."
singen en om-
9ge provisie en
rkzame en so-
jo. 7565 Bureau
:ant."
YPARK 46.
)r, zoekt plaat-
Z. Bureau
IEINS, Graven-
|terstond een
|n.
liss. Courant."
gezin. Adres:
Ë8 (boven.)
]ve dagen.
'STRAAT 26.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEJVSENTS-PR1JS
Voor Vlissingen en de gemeenten op
Walcheren 1.55 per drie maanden,
franco door het geheele rijk 1.65.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 0.60 voor iedere
regel meer 15 cent plaatsing 3|2 X
gij abonnement speciale prijs. Recla
mes 30 cent per regel. Dienstaanbiedin
gen en Dienstaanvragen 7'/2 cent per
regel, bij contante betaling.
UITREIKING BROODKAARTEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen bren-
»en ter algemeene kennis dat de brood-
laarten voor het ttijdvak 18 November
tot en met 31 December zuilen worden
uitgereikt op de navolgende wijze
Op Donderdag 15 November 1917
tusschen 912 en 24 uur aan "hen,
wier domiciliekaart genummerd is van:
1 tot en met 900 op het Stadhuis
901 tot en met 1800 op het Politie
bureau -
1801 tot en met 2700 in het gymnas
tieklokaal van school D aan de Groote
Markt
Op Vrijdag 16 November 1917 tus
schen 912 en 24 uur aan hen, wier
gomiciiiekaart genummerd is van
2701 tot en met 3600 op het Stadhuis;
3601 tot en met 4500 op het Politie
bureau
4501 tot en met 5370 in het gymnas
tieklokaal van school D aan de Groote
Markt
dat voor elke enveloppe met brood
kaarten 3 cents moet worden betaald
dat de broodkaarten uitsluitend op
bovengenoemde dagen verkrijgbaar
zijn, en dus na die dagen geen brood
kaarten meer worden uitgereikt
dat men verplicht is de domicilie-
kaart mede te brengen.
Vlissingen, 9 November 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERXE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt aan zeevarenden bekend dat op
15 en zoo noodig ook op 16 November
a.s. vanaf het eiland Voorne schietoefe
ningen zullen worden gehouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belang
hebbenden ter Secretarie dezer ge
meente ter inzage.
Vlissingen, 13 November 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De zand- en grindquaestie.
Een Engelsch Witboek is verschenen
betreffende de zand- en grindquaestie
In het memorandum, waarin het
standpunt der Engelsche regeering
wordt uiteengezet, wordt gezegd, dat
Engeland de 'redeneering in het memo
randum, dat 9 October door den Ned.
gezant te Londen aan de Britsche re
geering werd overhandigd, als onge
grond beschouwt. De verplichting van
een neutralen staat bestaat niet alleen
in den uitvoer van gerequireerde goede
ren te verbieden, maar een neutrale
staat mag niet toelaten, dat op eeniger-
lei wijze door een oorlogvoerend land
■voor militaire operaties van zijn gebied
wordt gebruik gemaakt.
Èen beeld der werkelijkheid.
20) - (Mint Tertoiei.)
Ondanks heel den omvang harer
droefheid, voelde Julie de Clinchamps
hoe groofe vreugde zich meester maak
te van hare ziel. Naast hare persoon
lijke smart over het plotseling afbreken
van een leven dat haar zoo dierbaar
was geweest, had zich aanstonds de
bezorgdheid geplaatst voor de toe
komst harer kinderen. Marcelie vooral
zou haar vader zoozeer missen. Niet
alleen was zij bijna onafgebroken met
hem geweest doch meer dan een der
anderen had zij 's kunstenaars karakter
overgenomen, en derhalve ook zijn on
verzadigbare dorst naar weelde, naar
reizen, naar vermaak. Wat moest er
van haar worden, indien zij veroordeeld
werd, steeds aan de. zijde harer moe
der, in de eene of andere kleine, nede
rige woning, een leven vol ontbering
te leiden
Omto's aanzoek zon voor haar zoo
veel beteekenen als de redding van
haar gansc'he bestaan, maar daarom
achtte de weduwe zich nog niet gerec'h-
In het memorandum van den Ned.
gezant werd gezegd, dat de doorvoer
van metalen door de Rijnvaartacte ge
garandeerd is. Er is echter in de Rijn
vaartacte geen bepaling gevonden, die
de Ned. regeering verplicht den door
voer langs Nederlandsche waterwegen
toe te laten van goederen, die niet on
derweg zijn naar of van zee.
Wat -het zand en grind betreft, dit
wordt door de Duitsche regeering voor
haar eigen doeleinden naar België ge-
zonden'en het is daarbij van geen be
lang of deze doeleinden als civiel of als
militair worden opgegeven. Duitsch
land houdt België alleen bezet tot mili
taire doeleinden, zoodat alle doelein
den met den oorlog verband houden.
De Engelsche regeering twijfelt er
niet aan, dat Nederland aan Duifsch-
land toestaat gebruik van Nederlandsch
gebied te maken of enorme hoeveelhe
den goederen naar België te zenden,
welke in nauw verband staan tot de
Duitsche militaire verdedigingswerken.
Engeland houdt vol, dat Nederland
verplicht is onmiddellijk een einde te
maken aan den doorvoer van zand en
grind en metalen.
Vervolgens wordt in het Witboek
een telègram gepubliceerd waarin de
Engelsche gezant in Den Haag mede
deelt, dat de minister van buitenland-
sche zaken verklaard heeft, dat de ine-
dedeeling van den Ned. gezant te Lon
den, dat koper zou zijn doorgelaten, op
een misverstand berust, daar sedert 10
Juli niets was doorgelaten.
in een ander memorandum tracht
Baifour aan de hand van berekeningen
van een Fr'ansch deskundige het bewijs
te leveren dat het zand voor militaire
doeleinden moet zijn gebruikt. De En
gelsche regeering kan niet aan de ge
volgtrekking ontkomen, dat de reden,
waarom de Duitsche regeering vóór
November van dit jaar den doorvoer
van 300.000 tot 400.000 tom zand en
grind eischte, was dat Duitschland deze
hoeveelheid onmiddellijk voor militaire
doeleinden noodig Ihad. De Engelsche
regeering kan tot haar leedwezen moei
lijk aannemen dat de Nederlandsche
er zich iniet volkomen van bewust was,
dat dit de bedoeling was van de Duit
sche regeering.
Het „Vad." vat zijn oordeel over dit
Engelsche Witboek ais volgt samen
Na hetgeen de minister van buifen-
landsche zaken in zijn mededeeling, en
in zijn antwoord op de vragen van het
Kamerlid mr. J. A. van Hamel, ter ver
dediging van het standpunt onzer regee
ring heeft te berde gebracht, lijkt het
ons voorshands niet noodig, vee! bij de
gegevens van het Engelsche Witboek
aan te teekenen.
Laat ons echter mogen opmerken, dat
het betoog van den Engelschen minister
van builenlandsche zaken geen rekening
houdt met art. 7 van het Landonzijdig-
heidsverdrag. Dit artikel, zoo herinnert
Minister Loudon, erkent voor de onzij
dige landen de vrijheid om den doorvoer
van of naar een oorlogvoerend land toe
te laten, daar het zelfs doorvoer van
krijgsbenoodigdheden voor rekening van
een oorlogvoerend land vrijlaat. Deze
bepaling strookt inderdaad niet met de
redeneering van den Engelschen minis
ter, maar het is niet voldoende baar
eenvoudig ter zijde te laten.
Verder lijkt het ons zwak, te willen
betoogen, dat onze regeering de Duit
sche regeering niet in staat mag stellen,
het materiaal dat zij voor burgerlijke
werken in België zou kunnen vinden
en metterdaad vindt, voor militaire wer
ken te gebruiken door haar het vervoer
van het benoodigde voor de burgerlijke
werken door ons land toe te staan.
tigd bent blindelings een offer te laten
brengen, waarvan hij het gewicht mis
schien niet raadde.
„Mijnheer", zeide zij met trillende
stem. „Ik ben u onuitsprekelijk dank
baar voor de edelmoedigheid welke gij
hierin aan den dag hebt gelegd, en on
der alle andere omstandigheden zou ik
u zeggen, dat ik mij gelukkig zou reke
nen u ..tot schoonzoon te verkrijgen
maar ik wil thans niet, dat gij u reeds
aan mijn kind gebonden zoudt nieenen,
voordat gij mij hebt aangehoord. De
dood van mijn echtgenoot is tevens de
ondergang van alle vooruitzichten voor
mijne kinderen. Kunstenaars zijn meest
al luchthartig gestemd zij denken niet
aan den dag van morgen, en ofschoon
de schilderijen van Renaud groote som
men opbrachten, werd er meer nog ver
teerd dan onze inkomsten bedroegen.
Te vergeefs trachtte ik hierin veran
dering aan te brengen mijn arme man
rekende op een lang leven en op steeds
hooger prijzen voor zijn werk. Al wat
wij thans overhouden, bepaalt zich tot
de paneeien die nog in zijn werkplaats
zijn, en de doeken die 'hier en daar op
tentoonstellingen prijken; maar ik moet
open kaart met u spelen zelfs het be
drag daarvan zal groofendeels moeten
dienen om onze schuldeischers te vol
doen, en ik reken er op, niet meer te
bezitten dan hetgeen juist toereikend
zal zijn om ons niet van honger te la
ten omkomen."
Onze regeering heeft er, dunkt ons,
niets mee te maken of de Duitsche re
geering al dar. niet met recht krijgsge
vangenen voor zekeren arbeid gebruikt,
en of zij in België genoeg materiaal voor
andere burgerlijke werken heeft. Het
eenige wat haar aangaat is, of de grond
stoffen, waarvoor de Duitsche regeering,
krachtens de verdragen, het vervoer door
ons land veriangt, voor een, te dezen
aanzien, geoorloofd doel gebruikt.
Kan mer. haar liet tegendeel bewij
zen, dan zal zij den doorvoer verbieden,
maar zoolang zij daarvan geen bewijs
heeft, binden haar de verdragen. „Aan
de Britsche regeering heeft zij dan ook",
zoo zei Minister London den 23en Oc
tober in de Kamer, „te kennen gege
ven, bereid te zijn alle gegevens ten
bewijze, dat het doorgevoerde voor oor
logsdoeleinden gebruikt werd aan een
nauwgezet onderzoek te onderwerpen.
Zoodanig bewijsmateriaal heeft haar tot
nu toe niet bereikt."
Dat zal onze rc-geering vermoedelijk
ook zeggen, na lezing van het memo
randum, dat Minister Balfour op dien
zelfden 23en October aan den Neder-
landschen gezant te Londen overhan
digde.
Tot onze spijt zien wij intusschen uit
het Witboek, dat het verschil van mee
ning niet nader tot de oplossing is ge
bracht. De Engelsche regeering gaat
voort, onze regeering te beschuldigen,
dat zij in gebreke is gebleven haar ver
plichtingen ais regeering van een onzii-
digen staat te handhaven. Onze regee
ring heeft, naar onze overtuiging, inte
gendeel haar plicht dienaangaande
gedaan, en blijft daarbij. Van het voor
stel om de zaak scheidsrechteiijk te laten
beslissen, schijnt de Engelsche regeering
afkeerig te zijn.
Het antwoord der Regeering.
De Memorie van Antwoord is ver
schenen op het Voorioopig Verslag der
Tweede Kamer nopens de Staatsbe-
grooting voor 1918.
Wij ontleenen daaraan, dat het der
Regeering niet geheel duidelijk is, wat
bedoeld wordt met de opmerking dat
de invloed der Kamer op den gang van
zaken verminderd is. Een vermindering
van den invloed der Kamer op het be
stuur is niet tegen te spreken. Zij was
bij de noodzakelijkheid van steeds
nieuwe en snel uit te -. oeren regeerings-
bemoeiïng gedurende de heerschende
buitengewone omstandigheden vol
strekt onvermijdelijk.
De Regeering komt er echter met na
druk tegen op, dat zij ook in 't minst
te kort iheeft willen doen aan haar ver
antwoordelijkheid tegen over het Par
lement.
Wat de verklaring van den minister
van binnenlandsche zaken betreft, dat
de Regeering haar taak zal blijven ver
vullen ook wanneer zij in haar politiek
een échec mocht fijden, de minister
heeft hiermede alleen te kennen willen
geven indien een belangrijk politiek
ontwerp, bijv. de Grondwetsherziening
werd verworpen, dan zou hij in gewone
omstandigheden volkomen gerechtigd
zijn, zijn taak als geëindigd te beschou
wen. Hij acht zich daartoe echter thans
in de kritieke omstandigheden niet ge
rechtigd. Maar hij heeft daarmede aller
minst te kennen gegeven, dat, indien
de Kamer hem op eenige wijze beduid
de, dat zij op verdere samenwerking
geen prijs stelde, hij daaruit niet de ge
volgtrekking zou maken, die een gezon
de comstitutioneele practijk eischt.
Ten aanzien van de afspraak om in
deze zitting geen wetsontwerpen van
politieken aard te behandelen, de mi
nister van binnenlandsche zaken noch
De jonge man kuste haar vol eerbied
de hand. Hare belangeloosheid had
hem diep getroffen, en hij haastte zich
te antwoorden
„lk heb er nooit op gerekend eene
rijke vrouw te trouwen, en ofschoon ik
zelf nog verre van rijk ben, zou ik mij
trotseh en gelukkig- rekenen, indien de
dag mocht aanbreken, waarop ik in
staat zou zijn li te bewijzen, dat ik u
als eene moeder liefheb."
Deze zoete zonneschijn te midden
van den rouw der beproefde familie
was als één heldere lichtstraal welke
door de spleet van gesloten luiken bin
nendringt. Hij schonk onwillekeurig
weder nieuwe hoop voor het leven.
Gedurende verscheidene achtereen
volgende dagen bleef Holdius de wedu
we in alles ter zijde staan, alsof hij
waarlijk reeds haar zoon geweest wa
re. De dood brengt steeds eene reeks
hoofdbrekende beslommeringen mede,
en Marcelle's broeders deden in het ge
heel niets om hunne moeder te helpen.
Onno leerde hen in den treurigen tijd
niet alleen kennen, maar ook minach
ten. Nooit had 'hij grooter zelfzucht ge
zien zij bekommerden zich slechts om
de vraag hoe zij voortaan zouden leven,
zij die tot dusverre aan zulk een onbe
zorgd bestaan gewoon waren ge
weest, en dreven de onbetamelijkheid
zoover, dat zij openlijk hun vader be
schuldigden hun geen andere opvoe
ding te hebben gegeven. Hij had het
de overige leden der Regeering hadden
voorzien, dat dit ook betrekking zou
hebben op de wetsontwerpen, die de
Eerste Kamer als vervallen zou be
schouwen. Indien de rechtsche partijen
van haar formeel recht zouden afzien,
zou niets de 'behandeling der 'bedoelde
wetsontwerpen in de Eerste Kamer in
den weg staan. Volgens -den minister
van waterstaat, behoort voor deze niet
voorziene omstandigheden met de be
doeling der afgelegde verklaringen re
kening te worden gehouden. In de be
staande omstandigheden meent hij ech
ter in het gevoelen van den minister
van binnenlandsche zaken te moeten
berusten.
De Regeering heeft met voldoening
kennis genomen van de hulde haar en
in het bijzonder den minister van bui-
tenlandsche zaken gebracht wegens het
gevoerd buitenlandsch beleid, vooral
voor de krachtige handhaving van onze
neutraliteit tegenover alle oorlogvoe
rende mogendheden. Zij zal ook voort
aan de van den aanvang af genomen
gedragslijn blijven volgen.
Het gerucht dat door drie ministers,
ieder afzonderlijk, onderhandelingen
met Duitschland zijn gevoerd, is beslist
onjuist.
De Regeering is niet voornemens
stappen te doen tot deelneming aan
eventueele vredesonderhandelingen.
Het beginsel der neutraliteit brengt
mede, dat men zich niet ongevraagd
mengt in de onderhandelingen"die tus
schen de strijdvoerende mogendheden
gevoerd zouden worden, zoolang de
Nederlandsche belangen niet onmiddel
lijk bij die onderhandelingen betrokken
zijn. Het spreekt echter vanzelf, dat al
gemeene ontwapening en algemeene
verplichting tot beslissing van geschil
len door scheidsgerechten niet zonder
medewerking der neutralen mogelijk
zou zijn.
Ten aanzien van de levensmiddelen-
voorziening wordt opgemerkt, dat som
mige maatregelen wel den schijn kun
nen wekken van op aandrang van bui
tenaf tot stand te zijn gekomen, doch
dat in werkelijkheid dit toch niet het
geval is. Bij de zeer ingewikkelde
maatschappelijke verhoudingen is het
noodig, dat aan schier eiken maatregel
een voorbereiding vooraf gaat, welke
soms geruimen tijd vordert. Komt in het
land het besef tot uiting, dat op eenig
punt iets gedaan moet worden, dan is
nagenoeg immer de voorbereiding tot
het treffen van maatregelen door de
Regeering reeds lang aan den gang of
de maatregel -gereed.
Op de vraag of tot de functie van mi
nister van oorlog een burger is geroe
pen omdat er geen geschikt militair te
vinden is, moet de Regeering het ant
woord schuldig blijven. De heer De
Jonge is als minister van oorlog opge
treden omdat te verwachten was dat hij
ten volle voor de vervulling van zijn
taak berekend zou zijn.
Met -betrekking tot de rede van den
minister van oorlog te Leeuwarden ge
houden, wordt erop gewezen, dat de
minister slechts het dilemma heeft wil
len stellen óf -geen leger, óf een goed
ieger. Het is niet duidelijk, waarom
hem er een verwijt van moet worden
gemaakt, dat 'hij -daarbij op de hooge
kosten van Ihet laatste wees als een
optreden tegen het zich alom in Europa
ODe-nbarend streven naar algemeene
ontwapening, kan dit althans niet wor
den beschouwd, aangezien juist zij, die
het krachtigst de ontwapening voor
staan, bij voorkeur inadruk leggen op
de hooge kosten, welke een voortgezet
te bewapening met zich zal brengen.
Het naar huis zenden van meer lich-
recht niet, aldus beweerden zij, hun te
veroorloven zulk een leven van weelde
te leiden, indien hij hun de middelen
niet na kon laten op denzelfden voet
voort te blijven gaan (hierin lag eene
groote waarheid, doch zij waren de
laatste personen die het gewaagd
moesten hebben haar uit te spreken.
Toen echter de zaken geregeld wa
ren, in zooverre als de jonge musicus
er zich mede bemoeien kon, zag hij zich
wel gedwongen naar Holland weder te
keeren. Ofschoon hij aan zijne moeder
geschreven had, onder welke omstan
digheden Georges Renaud het leven
verloor en de wijze waarop hij zijne
weduwe had willen bijstaan, toch had
ihij opzettelijk vermeden Marcelle's
naam te noemen. Hij vreesde, dat zij,
die nog altijd bij de familie Helmveld
kwam, daarover met hare beste vrien
den zou spreken, en dat het den vader
aan de noodige zelfbelieersching mocht
ontbreken haar, bij het vernemen van
Onno's verloving, de waarheid te ver
zwijgen. Maar van eene andere zijde
werd het meer dan tijd dat de dierbare
vrouw op de hoogte zou zijn van eene
gebeurtenis, die zulk een invloed over
zijne toekomst moest uitoefenen zoo
bereikte hij Amsterdam geheel, onver
wacht, op een avond dat zijn oude
vriend juist bij juffrouw Holdius zat te
praten.
De begroeting was allerhartelijkst
toch kwam het Onno voor, dat de ntu-
tingen met onbepaald (klein) verlof
wordt door de Regeering voorshands
niet geraden geacht.
De minister van financiën stelt zich
voor in de Memorie van Antwoord be
treffende het ontwerp-Grondbelasting
naar aanleiding van de algemeene fi-
nancieele beschouwingen, waarmede
het Voorioopig Verslag over dat ont
werp begint, "uitvoerig uiteen'te zetten,
hoe naar zijn oordeel de belastingen
zullen moeten worden herzien en aan
gevuld, om de gelden te verkrijgen tot
dekking ook van de kosten der noodige
hervormingen. Die Memorie van Ant
woord wadht nog op enkele gegevens,
aan welker verzameling wordt gear
beid. Naar alle waarschijnlijkheid zal
zij in den loop van December kunnen
worden ingediend.
Koffie.
De hier te lande nog aanwezige voor
raden kotfie en de bestaande vooruit
zichten met betrekking tot verderen aan
voer, maken het noodzakelijk om ook
die koffie, welke werd aangevoerd zon
der eenige beperkende bepaling ten aan
zien van haar wederuitvoer, hier te
lande in consumptie te brengen. Ter
verkrijging van een juist overzicht van
de hier bedoelde voorraden, zal dezer
dagen overgegaan worden tot het vor
deren van opgaven van voorraden op
den voet van het le lid van artikel 9
Distributiewet 1916.
Onze levensmiddelen in Amerika.
Het Amerikaansche departement van
voedingsmiddelen is aan het on
derhandelen met de buitenlandsche
eigenaars van levensmiddelen, die te
New-York liggen opgestapeld, met het
doel die goederen op de Amerikaansche
markt te brengen. Men verwacht, dat
als deze toestemming niet verkrijgbaar
is, er iets op gevonden zal worden om
hetzelfde effect te bereiken.
De autoriteiten wijzen er op, dat bij
de bedoelde hoeveelheden voedsel ook
een paar millioen schepels haver zijn,
bestemd voor Nederlandsche kooplui.
De autoriteiten zeggen, dat de Neder
landers in gewone omstandigheden niet
zooveel haver uit de Vereemgde Staten
gebruiken. Duitschland echter heeft veel
behoefte aan haver.
Voor verscheidene miliioenen dollars
waarde ligt er in andere Amerikaansche
steden opgestapeld.
Margarine actie-comité.
Te Rotterdam is in een vergadering
van winkeliers en grossiers in marga
rine een sub-comité'opgericht. De voor
zitter wees er op dat ieder winkelier
of grossier jn dat artikel, zoowel in het
belang van zichzelf als van de verbrui
kers, verplicht is, zich hierbij aan te
sluiten. Na er uitdrukkelijk op gewezen
te hébben, dat met het oog op het
steeds minder worden van den voor
raad grondstoffen, uit betrouwbare
bron is vernomen, dat in de toekomst
het gevaar dreigt van rantsoeneering,
raadde de voorzitter alle aanwezigen
aan, vooral geen margarine af te leve
ren aan verbruikers, die dit voor in-
dustrieele doeleinden of fraudeleuzen
uitvoer bezigen.
De voorzitter verzekerde dat dit co
mité de volle sympathie geniet, zoowel
van de N. O. T. als van den minister
van landbouw.
Gort voor reserve.
Met het oog op eventueele stremming
in het vervoer gedurende den winter,
zal desgevraagd, aan de gemeentebe
sturen een extra-rantsoen gort worden
verstrekt, voldoende voor 4 weken.
ziekmeester hem herhaaldelijk door
dringend aanzag, als om de oplossing
te zoeken va-n een voor hem nog pijn
lijk raadsel.
Het gesprek kwam al spoedig op
Georges Renaud.
„Een ontzettende dood", mompelde
de grijsaard, „geen oogwenk den tijd te
hebben zich op de Eeuwigheid voor te
bereiden, en op eenmaal voortgeslin-
gerd te worden i.n de bruisende diepte.
Ook al heeft hij zich slechts gedurende
een seconde rekenschap gegeven dat
hij verloren was, dan nog moet zijne
vertwijfeling ontzettend zijn geweest.
Laat hij ten minste zijne weduwe en
kinderen in vrij gunstige omstandighe
den achter, hij die zooveel geld heeft
verdiend
„Helaas neen al wat hij verdiende
werd steeds door hem en zijn zoons uit
gegeven. Zijne bloedverwanten blijven
arm over."
„Ja, dat is wel het egoïsme van der
gelijke lieden. Hijzelf heeft zwaar inge
boet in ihet ééne oogenblik, waarop hij
ziöh naar den afgrond voelde sleuren,
maar zijne vrouw zal misschien nag
dertig, veertig jaren lijden onder zijne
lichtzinnigheid. De onschuldigen boeten
altijd harder dan de schuldigen."
„Wat zijt gij bitter, van avond,
vriend", sprak Geertruida Holdius, .hem
verwonderd aanziende. „Ik ben dat niet
van u gewoon."
(Wordt vervolgd.)