ZATERDAG lO NOVEMBER. gij fe tent behoort een Bijvoegsel. GEMEENTEBESTUUR innerlijke Aandrift. FEUILLETON BINNENLAND ^o. 266 «Jia^rganö1917 VLISS1NGSCHE COURANT of algemeen nut, kerken, gevangenissen, kazernen, scholen, hotels en restaurants; groep D de gebouwen voor publieke vermakelijkheden. Het rantsoen voor de groepen B, C en D is indertijd vastgesteld op 75 pet. van de voor het stookseizoen 1917 1918 opgegeven behoefte. De toewijzingen van de rijkskolen- distributie over de maand November zullen zoodanig zijn, dat elke brand- stoffencommissie op 1 December een zoodanige hoeveelheid brandstoffen over deze groepen heeft ontvangen, dat 50 pet. van het rantsoen gedeeltelijk ge distribueerd, gedeeltelijk in voorraad is. Groep C heeft hierbij den voorrang. In geen geval mogen de voor groep A toegewezen hoeveelheden voor de groe pen B, C en D worden gebruikt of omgekeerd, tenzij met voorafgaande goedkeuring van de Rijks-Koiendistri- butie. Ten aanzien van groep B is het de bedoeling, dat winkels, fabriekslokali- teiten, werkplaatsen, welke in gewone tijden ook verwarmd werden, ook thans in aanmerking komen voor de ver strekking van brandstoffen onder win kels zijn ook te verstaan apotheken. De Brandstoffencommissie heeft zich ervan te overtuigen, dat niet op de een of andere wijze door gebruik te maken van het feit, dat men een werkplaats of een dergelijke inrichting heeft, een extra kwantum brandstoffen voor privé gebruik wordt verkregen. In verband met het bovenstaande spreekt het vanzelf, dat die Brandstoffen- commissies, welke de haardsteden in een dergelijken winkel of werkplaats, enz., bij het aantal haardsteden van het perceel hebben inbegrepen, en waardoor dus hetzelfde perceel in een hoogere klasse is gebracht, de brandstoffenkaart op naam van den bewoner voor diens huishoudelijk gebruik moet worden herzien en teruggebracht tot de klasse, waarin het perceel valt na aftrek van de bedoeide haardstede. Onder particuliere kantoren dienen te worden verstaan die kantoren, waar den geheelen dag personeel werkzaam is studeervertrekken en werkkamers kun nen niet onder groep B worden gerang schikt. Inmiddels wordt voor deze laatste eenigszins tegemoet gekomen, doordat aan klassen ill en hooger van groep A over November 3 H.L. extra wordt gegeven. Gemoedsbezwaren. De minister van oorlog heeft het be sluit genomen, dat in 't vervolg rekening zal worden gehouden met gemoedsbe zwaren van a s. militairen om dienst te doen. Er zal een commissie worden in gesteld, die na ontvangst van het rap port der betrokken commandanten door den minister van oorlog de gemoeds bezwaren van den betrokken militair zal onderzoeken. Zijn deze gegrond bevon den dan wordt hem gelegenheid gegeven militaire werkzaamheden te verrichten, welke niet bepaald gericht zijn op strijd met de wapenen, terwijl hij zich moet verbinden een jaar ianger onréer de wapenen te blijven dan anders het geval zou zijn. Neerschieten van vliegtuigen. De minister van oorlog beeft de volgende beschikking uitgevaardigd Het is gebleken, dat van particuliere zijde belooningen beschikbaar worden gesteld voor het neerschieten door mi litairen van een vliegtuig of luchtschip van een der oorlogvoerende mogend heden, dat zich boven Nederiandsch gebied beweegt. Het tegengaan van zoodanige schen ding van ons rechtsgebied is uiteraard noodzakelijk, en de militair, die op het vliegtuig of luchtschip schiet, doet zijn plichtmaar ook niet meer dan zijn plicht. Voor een bijzondere belooning bestaat dus geen grond. Zij is den Nederlandschen soldaat onwaardig bo vendien krijgt zij allicht een hatelijk karakter tegenover de mogendheid, wier vliegtuig of luchtschip slachtoffer wordt. Mitsdien doe ik een beroep op het leger om belooningen, als hier bedoeld, niet te aanvaarden, en draag ik bij deze aan de kommandanten op, nun tusschen- komst tot het uitreiken van zoodanige beloontng te weigeren. De wet-Limburg De Koningin heeft de wet-Limburg, bedoelende het einddiploma H. B. S. met 5 jarigen cursus voor de universi taire studie gelijk te stellen met het di ploma B van 't gymnasium, bekrachtigd. Verwarming der wachtkamers. De stationswachtkamers, waarin de restauratie is gevestigd, moeten inge volge nadere beslissing van den minis ter van waterstaat tot nader order wor den verwarmd. DE STEUNREGELING AAN DE WERKLIEDEN VAN „DE SCHELDE". In het Concertgebouw werd gisteren avond ten 6 uur een vergadering ge houden, ter bijwoning waarvan de werklieden der Kon. Maatsch. „de Schelde" waren opgeroepen, in ver band met een bespreking naar aanlei ding van de werkloosheidsverzekering aan „de Schelde". De vergadering, wel ke buitengewoon druk was bezocht, was uitgeschreven door de afdeelingen van den Christ. Metaalbewerkersbond, der. R. Katii. Metaalbewerkersbond, de Federatie van Metaalbewerkers en den Algemeenen Bond van Metaalbewer kers. De voorzitter, de heer Marinissen opende de bijeenkomst en zeide dat in verband met de door de directie van „de Schelde" uitgegeven „Mededeelin- gen" reeds een huishoudelijke vergade ring is gehouden en dat als een gevolg daarvan de directie van „de Schelde" gisterenmiddag van ieder der hoofdbe sturen van bovengenoemde bonden een vertegenwoordiger heeft ontvangen, waarin de kwestie van de steunregeling zeer uitvoerig werd besproken, wat hieruit kan blijken dat de conferentie bijna 4 uur geduurd heeft, ni. van 2 uur tot kwart voor zes. De vertegenwoordi ger van den R. Kath. Metaalbewerkers bond heeft de cenferentie echter niet tot het einde kunnen bijwonen. Met luid applaus werd de mededee- ling dat de directie van „de Schelde" de vertegenwoordigers van de organi saties 'thans officieel heeft ontvangen, begroet. Na deze mededeeling vrooeg de voorzitter of er bezwaar tegen bestond dat de heer J. de Meij, lid van den ge meenteraad, de vergadering zou bij wonen. Dit bleek niet het geval te zijn. De heer Grotenhuis, hoofdbestuurder van den Christ. Bond bracht hierop, mede namens de andere vertegenwoor digers verslag uit over de gehouden conferentie. Spreker begon met hef be grijpelijk te 'noemen, dat de mededee- lingen van de directie consternatie on- der de arbeiders hebben veroorzaakt. De directie beeft thans verzekerd, dat het niet haar bedoeling is de organi saties tegen te werken, maar zij be schouwt de kern als de vertegenwoor diging der arbeiders. Maar hef ging nu niet zoozeer over de erkenning der or ganisaties, maar over de werkloosheid- verzekering. gas-" ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.55 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.65. Afzonderlijke nummers 3 cent. ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 0.60 voor iedere legel meer I5cent plaatsing 3(2 X bij abonnement speciale prijs. Recla mes 30 cent per regel. Dienstaanbiedin gen en Dienstaanvragen 7'/2 cent per regel, bij contante betaling. REGEERiNGSGOEDEREN. Burg. en Weth. van Vlissingen bren gen ter algemeene kennis dat ingevol ge hunne kennisgeving van 28 Februari 1917, béhoorende bij de voor hunne ge» meente geldende distributieregeling van regeeringsgoederen d.d, 12 en 19 Fe bruari 1917, A no. 213, gedurende de week van 12 November tot en met 18 November 1917 op bon no. 20 4 K.G. Aardappelen verkrijgbaar zijn, prijs per K.G. jo.06Vi op bon no. 20 1 H.G. (1 ons) Zeep verkrijgbaar is, prijs per K.G. 0.28 op bon no. 15 1 H.G. (1 ons) Bak- en Braadvet, prijs per K.G. 0.80 op bon no. 11 lt/2 H.G. (l'/2 ons) Gort, prijs per K.G. 0.26 op bon no. 34 1 H. G. (I ons) Regeéringsrijst prijs per K. G. 0.28 of 1 H.G. (1 ons) lava- of Siam-Rijst, prijs per K.G. jf 0.56. Vlissingen, 10 November 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. De belangrijke gebeurtenissen, wel ke zich thans in Noord-italië afspe len en de gespannen aandacht van gansch de wereld tot zich trekken, zijn, behalve uit een militair oogpunt, ook nog om een andere reden van groot gewicht te noemen. Er blijkt toch uit, dat niet alleen de lichame lijke maar bovenal de moreele kracht aan legers, die jaren lang onafge broken op het oorlogspad zijn ge weest, onverminderd zich kon doen gelden, zoo de omstandigheden zulks eischen. Vriend noch vijand immers zal kunnen ontkennen, dat hetgeen de troepen der Centralen thans op het Italiaansche front presteeren, niet iets buitengewoons is, althans buiten de gewone grenzen van het menschelijk kunnen ligt. Inderdaad moeten zoo wel de Duitsche als de Oostenrijk- Hongaarsche soldaten een buiten mate groote bezieling hebben ondervonden om tot zulk een krachtsontwikkeling te komen, als waarvan het grootsch militair schouwspel blijk geeft, zoo als het zich thans in Noord-ltalië ontwikkelt. Van waar vermag die ontwikkeling komen, van waar mag die bezieling haar oorsprong hebben, van waar komt de kracht van den, wij zouden meenett wel haast uitgeputten sol daat, die reeds zulk een eindeloozen strijd aan het Ooster- en aan het Westerfront achter den rug heeft Want het is onbetwijfelbaar, dat een Een beeld der werkelijkheid. 17) (Mms raMim.) Bij het visioen der mogelijkheid was het haar gansche bestaan. Zij zag hare moeder weer, 'nare moeder die steeds zoo feeder en zoo vol zelfverloochening over hun aller geluk had gewaakt, die aanstonds haar'bloed had willen prijs geven om een andere, ernstiger richting aan de opvoeding harer kinderen te schenken, maar daarin verhinderd was geworden door 'haar echtgenoot, die met alics den spot 'dreef, „Arme moeder 1" prevelde Marcelie, tot nadenken gestemd door het steeds toenemend gevaar. „Had gij gelijk of ongelijk In mijn plaats op dit uur, zoudt gij niet beven, ook al werd het schip aan splinters geslagen. Uwe kin deren zijn opgegroeid met de overtui ging dat gij in ontwikkeling en waarde "verre beneden hun vader stond... hun vader die zoo welsprekend alles wist weg te redeneeren, en het bestaan zoo vrooiijk opvatte. Wie van u beide had het bij het rechte Ik weet het niet groot deel der op het Russische front gestreden hebbende Duitsch-Oosten- rijksche troepen, alsmede een deel der op het Westelijk front aanwezige Duitsche troepen, naar Noord-ltalië zijn gezonder, om er den doorslag te geven bij de krijgsbedrijven, die aan het beloop van den oorlog waarschijn lijk een gansch nieuwe wending zul len geven. Die bezieling, waarvan alle berichten gewagen, is inderdaad groot, en het moet voor den jongen keizer Karl een onvergetelijk tooneei zijn geweest toert hij met zijn jui chende heirscharen langs de hoofd wegen het vijandelijk land dieper in trok, om den vijand te vervolgen of opnieuw slag te leveren. Nochtans zal het minder 's keizers aanwezig heid zijn geweest, die zijn soldaten bezielde, dan wel hun diepe overtui ging, dat deze oorlog ten slotte alleen toch door het zwaard te beslechten zal zijn, en dat daaraan dus zijn beste krachten ten einde toe te geven, de grootste dienst is, dien men het va derland bewijzen kan. Voegt bij deze innerlijke aandrift een materieele uit rusting van het leger zoo volmaakt als maar mogelijk is, en het resultaat laat zich begrijpen. In Italië echter is die aandrift nimmer tot het kern wezen des volks doorgedrongen, en na het aanvankelijk sterk oplaaiend stroovuur der begeestering van de eerste maanden, is de geestdrift er spoedig sterk verminderd. In Rusland is het al niet anders met gebrekkige wapenen en onvoldoende hulpmid delen, is bij gemis aan een sterke overtuiging de oorlogsdrift er spoedig uitgegaan, met al de bekende gevol gen daarvan. De andere der groote Entente-volken, het Engelsche en het Fransche, hebben daarentegen wel degelijk de overtuiging, dat het vader land voor alles van hen eischt, de overwinning te bevechten, die immers noodig is, wil het land na den oor log de plaats in de rij der volkeren blijven innemen, die het toekomt. Zulk een overtuiging, zulk een be zieling, waarvan wij nu op de Itali aansche slagvelden opnieuw het be wijs geleverd zien, maakt dezen oorlog juist daarom niet tot een krijg tusschen de regeeringen, maar tot een worste ling tusschen de volkeren. En de soldaat die thans tot het uiterste strijdt, hij moge Duitscher of Oostenrijker, Franschman of Engelschman zijn, zijn beweegredenen zijn niet ontleend aan minderwaardige ingevingen, maar aan zeer verheyen gevoelensniet offert hij zijn leven, gelijk voorheen, uit liefde voor zijn vorst of zijn veldheer, uit angst voor schande of straf, uit eerzucht of ijdelheid of winstbejag, maar hij handelt, gelijk hij thans doet, uit diep gevoelde vaderlandsliefde, en uit een sterk sprekend gevoel van recht en plichtbesef. De tijden der huurlegers zijn verre achter ons, en daarmede is een zeer afkeurenswaardig element in oorlogs tijd gelukkig voor goed verdwenen ook de tijden dat een prachtlievend vorst of een schitterend veldheer op krijgsmansroem belust, de troepen om de een of andere bijreden ten strijde liet trekken is geheel voorbijwie thans den onwankelbaren moed zijner solda ten wil aanwakkeren, wie thans van hen maar als de dood om ons heensluipt, ik gevoel het thans wel, dan zou men altijd naar u hébben willen luisteren verkrijgt uw schijnbaar zoo eenvoudig leven eene grootheid waarvan men zich nooit eene voorstelling had gemaakt." Op herzelfde oogenblik naderde Geor ges Renaud. Zijn gelaat was krampach tig vertrokken en" hij beet met woede op eene sigaar die hij tusschen de tan den 'had. „Ik weet niet wat gij ook zulke dwa ze wenschen behoefd et uit te spreken. Op de eene of andere manier is dat aan het scheepsvolk ter oore gekomen, en nu zijn zij allen bang ais wezels en zeg gen dat het nooit goed met ons af zal loopen, en als de bemanning het hoofd verliest, dan zijn wij verloren." Voor het eerst deèd de wijze waarop hij over deze zaken sprak haar pijn, en de hand op zijn arm leggende, zeide zij: „Weet gij, vader,' dat ik op het oogenblik gaarne even dom zou wezen als zij 1" De kunstschilder wierp haar een somberen blik toe, en een spotlach ver wrong zijne lippen. „Ik wil u niets verwijten, vader," sprak zij doodsbleek wordende, „maar juist op een oogenblik als dit, leert men veel inzien dat anders onopgemerkt voorbij werd gegaan. Ja in dit uur wenschte ik te zijn als mijn moeder." Georges Renaud wilde haar ant- bezielde krijgers en overwinning op overwinning bevechtende strijders maken wii, hij zorge er voor dat groote liefde voor het vaderland ge paard gaat met een levendig besef van wat recht is. De regeeringen dit wetend, verklaren dan ook alle even luide, dat het recht aan hunne zijde is. Daarom geven deze gevoe lens van liefde en van recht, en de overtuiging daarvoor te strijden aan de huidige wereldworsteling zulk een grootsch, maar tegelijk ook zulk een beklagenswaardig aanzien want het is duidelijk, dat niet aan beide zijden het recht kan zijn^ en aan de zijde waar het onrecht heerscht zal de ont goocheling des te rampzaliger zijn, naar mate door de verblinde volken met niets ontziende hardnekkigheid aan een bedriegelijken schijn is vast gehouden. Daar vooral moet, wan neer eenmaal ook aan dezen wereld oorlog een einde gekomen is, na den heeten oorlogsroes een ontnuchtering komen, zoo vreeselijk als wij, neu trale volken, ons moeilijk naar waar heid kunnen voorstellen. In afwachting daarvan gaat echter het bloedig zwaard onverpoosd voort met over de slagvelden van het ziel togend Europa te weiden en zijn da gelij ksche sombere offers op te eischen. Dat inmiddels de eindbeslissing van den volkeren-kamp in Italië zal wor den verkregen, valt met reden niet te verwachtenveeleer toch zal de laatste worsteling op het westelijke hoofdfront moeten plaats grijpen, indien althans niet iets onverwachts geschiedt in dezen aan verrassende gebeurtenissen immers zoo rijken tijd. Immers, in deze jongste dagen is, hetzij in verband met de Italiaan sche nederlaag en de daaruit voor de entente voortvloeiende ernstige te leurstellingen, hetzij om welke andere reden ook, het woord „vrede" weder wat luider vernomen, dan nog kor telings het geval was het verschijn sel der „oorlogsmoeheid" neemt bo vendien gaandeweg toe. Ook al zijn de uiterlijke kenteekenen nog geens zins bemoedigend, de hoop op de eindelijke zegepraal van het gezond verstand over de verdwaasde harts tochten behoeft nog niet geheel en ai te worden opgegeven de hoop, dat de nevel der hartstochten ten leste toch nog wijken zal voor het zuivere, heldere licht der redelijk heid waardoor elks vaderland weder tot een oord van verdraagzaamheid en vrede zal kunnen worden, en de innerlijke aandrift der volken tot ge zegende werken voeren zal. Brandstoffen voor magazijnen, win kels, kantoren en openbare gebouwen. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt Gelijk bekend is, zijn ten aanzien van de brandstofvoorziening de verbruikers verdeeld in vier hoofdgroepen. Groep A omvat de particuliere personengroep B de groote magazijnen, winkels en particuliere kantoren groep C de open bare gebouwen (niet voor publieke vermakelijkheden bestemd), ziekenhui zen, rijks-, gemeente- en provinciale kantoren, gestichten van weldadigheid I lil t- I mi woorden maar op datzelfde oogenblik ontving de mailboot zulk een schok dat zij elkander vol ontsteltenis aanblikten. De wind loeide thans met de kracht van een orkaan, en Marcelie greep de hand haars vaders. „Doe thans gelijk gij beloofd hebt." prevelde zij, ,ik bekommer mij niet meer om het schouwspel, maar ik wil ten minste het oogenblik kennen waarop wij ten gronde gaan." „Kom mede." Zij hadden alle moeite zich voort te bewegen over het slingerende schip. Geen van beiden sprak meer een woord. De schilder geloofde niet anders dan dat zij werkelijk verloren waren, en dacht met woede aan het fortuin dat hij had kunnen maken, dank zij zijne nieuwe contracten in. Amerika. Hij kwam zich zelf voor als een slachtoffer, als een werkezel die heel zijn leven in armoede voortgezwoegd had, en juist op den vooravond van zijn geluksdag zou bezwijken. Na lang zoeken zag hij een touw waarmede hij Marcelie wilde vastbin den aan een der vastgeschroefde ban ken die zich op dek verhieven. De zee sloeg over de verschansing heen en spoelde tot aan hare voeten het too neei had zij zich zoo schilderachtig had voorgesteld, was zeer grootsch, maar onvergetlijk somber en de storm zoo ontzettend hevig dat zij belette er ..'■uinii.if«niawi n.»i—«mawHM»— van te genieten. Men moest het hoofd buigen om adent fe kunnen halen, en 't zilte water spatte zoo hoog, dat het gelaat er door overdekt werd als van tranen, die de oogen deden branden. „Op zij, alle donders 1 Geef acht 1" brulde eene stem. Georges Renaud, die nog met Mar celie bezig was, begreep niet spoedig genoeg dat de waarschuwing hem zei ven gold. Een hartverscheurende kreet van het jonge meisje deed hem opzien, maar het was reeds te ia.af een hevige stortzee rolde over alles heen en of schoon hij zich nog trachtte vast te grijpen aan het touw, een duizeling deed hem ook dien zwakken steun los laten, en de golf die zich weder met de zelfde snelheid terugtrok, sleurde hem ntede, onder de oogen van zijn kind, dat machteloos was hem eenige hulp te bieden. Toen de matroos, die het gevaar had zien aankomen, op die plek toesnelde, was het te laat de oceaan Vertoonde reeds niets meer van den ongelukkige wat Marcelie betreft, zij was bewuste loos op de bank neergezonken. Op bevel van den aanstonds verwit tigden kapitein, maakte men het koord los en droeg haar naar diens kajuit op dek, terwijl men Onno Holdius ging verwittigen, als vriend der familie. V. Even diep bewogen alsof de ramp een der zijnen had getroffen snelde de jongeling foe, en beloofde hij zorg voor haar te dragen. Geen der aan boord zijnde dames was in staat in deze uren van pijnlijke spanning, aan iets anders te denken als haar eigen doodsangst, en hij wilde haar niet blootstellen aan de meer of mindere kiesche vragen ha rer overige vrienden van een dag, zoo dat hij alleen met haar bleef. Marcelie lag op de canapé der kleine kajuit uitgestrekt en was nog altijd bui ten kennis. Naast haar nederknièlende, trok hij haar zachtkens naar zich toe en liet het schoone hoofd over zijn arm afhangen. Het bloed vloeide door die houding aanstonds weder naar de her senen op. ..Waar ben ik En hoe komt het dat gij bij mij zijt vroeg zij, hem onge rust aanstarende, terwij! hij haar weder op de sofa uitstrekte. ,',En al dat leven om mij heen, en toch niemand dan gij Wat is er gebenrd „Marcelie," sprak hij op zachten, me delijdenden toon. „Zie in mij geen vij and maar een vriend... een vriend die u wil troosten." „Mij troostenwaarover „Herinner tthet gedruisch waar van gij spreekt, het is de storm." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1