És;
ZATERDAG 3 NOVEMBER.
gemeentebestuur
feuilleton
binnenland
No. 260
■■seks Jtaartfcuifl
1917
ima i
je
al
tended - fasijes
iSTOAGH's Boekhandel
lanbieclingen
[staanvragen.
ïrsksiechf
ISTER
meisje
im Gumt hehsort
HERDENKING.
[a's vèo?
Natu
ur opname
I Drama.
iakt
Komisch.
Komisch.
Komisch.
Komisch.
Komisch.
bekend
ÏEZEGELDE
I STUKKEN, OPGE-
liNG OP 1 JUNi 1917
TONDER BE-
jZEGELD KUNNEN
het verschul-I
3© NOVEM-
f aangeboden.
^fende, en voor
onderteekend,
ii e n de ver
SO NOVEM-
F DER ZEGELWET
'S RljKSAMBTE-
SrVHAVEIV 6.
lor Kaartsysteem.
pkende beveelt zicli
I aan voor het thuis-
ln COKES.
J. ECKHARDT,
Rioolstraaf 1
ride gevraagd bij
Scheldestraat 24.
zich aan een nette
MEID in een Hotel,
bureau „Vliss. Cour."
mende
aarne geplaatst op
Br. letter M. bureau
Courant."
zich aan een flink
lijks.
G. bureau Vliss. Cour.
een flinke zindelijke
week. Bevragen
RSEL"Nieuwendijk2.
l.m. 15 jaar. Aanrnel
„Vliss. Courant."
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Vöor VISssingen en ide gemeenten op
Walcheren 1.55 per drie maanden.
Franco door tiet geheele rijk 1.65.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 0.60 voor iedere
regel meer 15 centPlaatsing 3)2 x
bij abonnement speciale prijs. Recla
mes 30 cent per regel Dienstaanbie
dingen en Diênstaanvragen 7'/2 cent
per regel. bij contante betaling.
REGEER1NGSGOEDEREN.
Burg. en Weth. van Vlissingen bren
gen ter algemeene kennis dat ingevol
ge hunne kennisgeving van 28 Februa
ri 1917, behoorende bij de voor hunne
gemeente geldende distributieregeling
van rege-eringsgoederen dd. 12 en 19
Februari 1917, A no. 213, gedurende
de week van 5 November tot en met
11 November 1917 op bon no. 19 4 K.G.
Aardappelen verkrijgbaar is, prijs p. K.
0.06 J/i. op bon no. 33 Rijst 1 H.G.
(1 ons) regeeringsrijst prijs p. K. ƒ0.28,
of 1 H.G. (1 ons) Java- of Siamrijst
prijs p. K. 0.56 op bon no. 14 Bak- en
Braadvet 1 H.G. (1 ons) prijs p. K.
ƒ0.80 op bon no. 14 Peulvruchten 1
H.G. (1 ons) groene erwten of 1 H.G.
(1 ons) bruine boonen, prijs p. K. 0.22
de laatste voor zoover voorradig.
Vlissingen, 3 November 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
BESCHIKBAARSTELLING VAN VER
WARMDE EN VERLICHTE LOKALEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen bren
gen ter openbare kennis, dat het in
iiunne bedoeling ligt om in den a.s.
winter verwarmde en verlichte lokalen
beschikbaar te stellen voor diegenen,
die aantoonen, dat zij in de a.s. win
termaanden avondwerk hebben te ver
richten van nuttigen aard, waartoe zij
eene rustige omgeving behoeven en
waarvoor hun door de koienschaarscTT-
te en lichtbesparing thans de gelegen
heid ontbreekt. Belanghebbenden die
gedurende een of meer avonden per
week van eene localiteit gebruik wen-
schen te maken, kunnen zich daartoe
schriftelijk aanmelden bij Burg. en
Weth. onder opgave van leeftijd, werk
kring, te verrichten .avondwerk en
adres.
Vlissingen, 3 Novemher 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
Een groot deel onzer geheele be
volking heeft in deze week een der
merkwaardigste data in den ontwik
kelingsgang der menschlieid herdacht:
juist vier eeuwen toch is het gele
den, dat Maarten Luther .zijn vijf-en-
negentig stellingen aan de deur der
Wittenbergsche kerk nagelde en daar
mede een nieuw tijdvak inluidde, het
tijdperk der „nieuwe leer." Het kan
noch ons doel noch te dezer plaatse
dienstig zijn om nader in te gaan op
Een beeld der werkelijkheid.
12) (Mam T«M4M.)
Voor den jongeling was het eene
gr.oo.te zaak haar, voor .het eerst na
zoovele jaren, weder te verlaten maar
hij .stelde zich daarvoor zooveel mo
gelijk .schadeloos, waarin bij haar, tot
in de minste bijzonderheden, zijn we
dervaren mededeelde.
Engeland wierp niet zooveel .af als
z0n tochtgenoot en hij aanvankelijk
wel gedroomd hadden, maar hij hoopte
toch weder te keeren met een paar dui
zend gulden winst en zij zouden aan
die som de bestemming geven die zij
zelve slechts verkoos, nadat zij er eerst
een honderdtal guldens afgenomen
hadden om een reisje naar hunne ge
boorteplaats te maken.
Dit vooruitzicht alleen reeds deed de
oude vrouw schreien van vreugde. Hoe
goed herkende zij haar kind aan dit ra
den van haar hartewensch. Neen, de
wereld had hem niet veranderd, zijn
hart even feeder gelaten als het altijd
geweest was, en zij zou ondankbaar
wezen indien zij zich niet de geluk'kig-
de oorzaak, het bestaan of de gevol
gen van deze gebeurtenis, die hon
derdduizenden thans met ootmoed
herdacht hebben herdacht in de tot
stille aandacht stemmende openbare
kerkruimten, herdacht in hunne vre
dige intieme binnenkamers, herdacht
vooral in het tot dankbaarheid ge
noopte hart. De vele millioenen in
de noordelijke landen van Europa op
wier bodem de Hervorming' wortel
schoot, evenals de vele millioenen in
de zuidelijke landen, waar dit niet
geschiedde, zij allen echter stemmen
wel hierin ongetwijfeld overeen, dat
met het nieuwe tijdperk, dat vier
eeuwen geleden een aanvang geno
men heeft, een tijd van beroeringen,
van onrust, van schier onbegrensde
wentelingen op staatkundig, econo
misch en zedekundig gebied gepaard
gegaan is, geweldiger en in zijn ge
volgen vérstrekkender dan ooit eenig
tijdvak in de wereldgeschiedenis heeft
aan te wijzen gehad. Daarvan is ech
ter niet een enkel mensch, niet een
enkele groep van in godsdienst of
staatkunde gelijk-gezinden als de oor
zaak te noemen, doch verre over
aller hoofden heen voltrok zich een
nieuwe geestelijke strooming in staat
en maatschappij, welker diepgaande
vernieuwing in al hare geledingen
tot rijpheid was gekomen. Het Euro
pa van toen, en het Europa van nu,
hoe gansch verschillend in politiek,
in geestelijk, in stoffelijk en in ver
standelijk opzicht is zulks Maar toch
hoe doen in menig, doch vooral ook
staatkundig opzicht, de beroeringen
dier verre tijden, aan de onrust en
ongewisheid der tijden van thans,
der tijden die wij nu beleven, den
ken
Ook nu als toen staat bijna gansch
ons werelddeel in vuur en vlam, ook
nu als toen hebben zich de volkeren
tot een bitteren kamp, een strijd op
leven en dood aangegord, ook nu als
toen brengt schier elke dag zijn
wreede plagen, zijn leed en kommer
en rouw met zich. En, ook nu als
toen zijn welige landouwen in dorre
woestenij verkeerd, zijn reeksen eer
tijds welvarende steden en dorpen
tot puin verpulverd, en putten zich
de strijdende volken in een wanho-
pigen, feilen en eindeloozen kamp
geheel uit.
Nochtans er is éen groot en alles-
overheerschend verschil tusschen de
beweegredenen voor den krijg van
toen en nu dit, dat de strijd thans
er openlijk een is om economische
redenen, en niet éen om redenen van
geestelijk of godsdienstig leven. Daar
bij komt nog iets, namelijk dat nim
mer, in welken oorlogstijd ook, de
worsteling der volkeren zich zóo over
bijna gansch. Europa en over een
groot deel der andere werelddeelen
heeft uitgestrekt.
iets is zeker, schrijft de Deensche
dichter Zörgensen, iets is zeker, dat
wat nu in de wereld geschiedt, nooit
voorheen werd aanschouwd. Want
zoolang als de beschaving bestaat, is
nimmer de geheele menschheid in
oorlog geweest, van de eene kust
van den Stillen Oceaan tot aan de
andere kust, noch van Nieuw Zeeland
tot aan Nova Zembla toe. Dit nu is
ste moeder ter wereld achtte.
Hij keerde inderdaad weder, alsof hij
nooit van haar verwijderd ware ge
weest, en hun uitstapje naar Friesland
behoofde tot de onvergetelijkste dagen
haars levens. Hoe gaarne ware zij daar
niet voor altijd gebleven en toch had
zij er vele ledige woningen, vele pas
gedolven graven gevonden haar zelve
maakte het echter jonger haar eigen
huisje te hebben weergezien en op
nieuw die frissche onbedorven buiten
lucht te hébben ingeademd.
„Wij zullen er voortaan ieder jaar
wsderkeeren", zeide Onno, ziende met
welk een moeite zij van die dierbare
plek scheidde.
Hij had haar wel voorgesteld er op
nieuw voor goed haar intrek te nemen,
maar zij zag in dat zij hem dan minder
bij zich zo.u hebben en dus wilde zij er
niets van booren, en hervatte zij weder
haar leven te Amsterdam, waar hij zorg
droeg eene woning voor haar te zoeken
in dé nabijheid hunner vrienden.
Ook in verschillende groote steden
van het land trad de jonge kunstenaar
oo overal den meesten bijval inoog-
stende maar zoo hij geen armoede
leerde kennen, dan was dit toch hoofd
zakelijk te danken aan het inkomen zij
ner moeder, want dergelijke concerten
leverden niet vee! op, en in het volgen
de jaar ging hij over tot een tocht door
Amerika, W6arva.n hij vrij waf meer
hoopte.
zoo nieuw, deze krijg is 'zoo groot,
zoo alles-overweldigend, zoo on- en
bovendien zoo bovennatuurlijk, dat
het niet mogelijk is daaraan te blij
ven denken, immers wie zulks'doen
zou, moet van afgrijzen sterven
want als het ware is het een reus
achtige hand, die den aardbol vast
omklemd houdt en die uit alle' vol
keren het bloed tot den laatsten drup
pel perst. En in welke afgronden van
laaiend licht of vurige vlammen zal,
wanneer die hand loslaat de aardbol
vallen
Inderdaad zoo is het; de teistering
van deze maar nog steeds niet ein
digende wereldworsteiing is dermate
ontzettend, dermate afgrijselijk, der
mate gedrochtelijk, dat alles wat de
wereldgeschiedenis bevat van alle
eeuwen, tot in de verste oudheid toe,
daarbij in het niet zinkt. De uitwer
king, de omvangrijkheid in wezen en
gevolg van dezen krijg der krijgen
hij kan met geen enkel voorbeeld
worden gemeten en spot met alle
vergelijkingen en cijfers van voorheen.
Wenden wij slechts het oog- naar
een der vele fronten en slrijdtoo-
neelen, naar het Italiaansche ditmaal,
dan leeren ons de berichten van deze
week, dat een legerschaar van niet
verre beneden de tweemaal honderd
duizend mannen, met ettelijke hon
derdtallen kanonnen, en ontelbaar
ander oorlogsmateriaal in enkele
dagen van allerverbitterdst strijden te
niet ging, zich overgaf of overmees
terd werd een groot aantal levende
strijdkrachten, weinig minder dan de
geheele bevolking van een gansche
welvarende Nederlandsche provincie,
een stoffelijke waarde aan uitrusting
stukken met zich voerend van ettelijke
tientallen, ja honderdtallen millioenen,
alien en alles door den vijand
verslagen, gevangen genomen en
buitgemaakt
En toch, wie kan nu met redelijk
heid verwachten, dat de oorlog daar
mede gedaan zal zijn Niemand
immers, want achter deze honderd
duizenden van gevallenen of krijgs
gevangen gemaakten staan nog weder
millioenen en millioenen van strijd
bare mannenachter die honderd
tallen kanonnen, komen dra de
duizendtallen van weer ander oorlogs
materiaal de gapingen aanvullen, en
zoowel aan de zijde der verslagenen
en van hunne bondgenooten, als aan
de zijde der overwinnaars en die met
hen zijn, door genen om de nederlaag
te .wreken, door dezen om de ver
kregen krijgswinst verder te doen
klimmen, met vernieuwde verbittering,
met nog grooter oorlogsdrift, met nog
onstuimiger kracht en taaie hard
nekkigheid voortgezet.
Neen, waarlijk, wat de wereld
thans te aanschouwen geeft is met
geen enkel tijdperk uit het verleden
met reden te vergelijken. Toch kunnen
wij uit dat verleden de kracht putten,
om niet geheel en al te wanhopen
aan een betere toekomst, die (wie
vermag het te zeggen wellicht nog
eerder aanstaande is, en aan den
horizon der hope gloren komt, dan
de nu nog duister-grauéi/e verschieten
te wettigen schijnen. Want bij de
herdenking van de tijden van vier
Hij .maakte eene reis van zes maan
den door de Vereenigde Staten, en
keerde met eene ditmaal vrij aanzien
lijke som naar het vaderland t'erug. Zijn
vriend zette de kunstreis nog voort met
een violoncellist. Wat Onno betreft, hij
had zijne moeder niet langer dan noo-
dig was alleen willen laten, en reeds
verheugd bij het vooruitzicht op hun
wederzien betrad hij het stoomschip,
dat hem naar Europa moest voeren,
toen hij eene hand op zijn schouder
voelde leggen, en -eene vriendelijke stem
hem zeide
„Wel wel Dat is eene verrassing
Wij zullen dus de reis samen maken
Verrast keerde hij zich om en ver
schoot van kleur toen hij Georges Re-
naud herkende.
Deze zag hem lachend aan.
„Hoe nu, waarde vriend", sprak hij,
„gij ziet er zoo versuft uit, dat men zou
zeggen dat onze ontmoeting u alles be
halve aangenaam was
„Integendeel", stotterde Holdius, al
leen maar, de verbazing Ik was er zoo
weinig op verdacht u hier aan te tref
fen."
„Dat begrijp ik, maar gij zult er u
spoedig niet meer over verwonderen.
Mijne schilderstukken worden in den
laatsten tijd vooral door de Amerika
nen bijzonder gezocht, en ik ben naar
New-York geweest om aldaar met een
kunsfkooper te onderhandelen. En gij
hebt zulk een zegetocht gemaakt, naaf
eeuwen heen, en wat er toen door
Europa's staatkundig en geestelijk
leven, vol van beroering, vo! van
gisting, vol van lijden en strijden is
gegaan, mag niet worden vergeten,
dat hoe onheilvolle tijden dat ook
geweest mogen zijn, een milder tijd
perk van grooter verdraagzaamheid
en erkenning, van rijpend inzicht in
eigen tekortkoming en anderer recht
op levensgeluk gevolgd is. En zoo
zal en moet ook op deze tijden van
wreede beroeringen, van oorlogsge-
druisch en wapengeweld, een tijd
van grooter levensgeluk voor alle
volken komen dat hij kome, hoe
eer hoe beter
De Engelsche kolen.
Op de vragen van het Tweede Ka
merlid den heer Nierstrasz, betreffende
het uitvaren van schepen voor het halen
van steenkolen uit Engeland, heeft de
minister van landbouw enz. o. m. het
volgende geantwoord
Het is niet juist, dat tot op 17 Oc
tober geen schip is uitgevaren voor het
halen van de 100.000 ton steenkolen.
Reeds eenige schepen zijn uitgevaren
en meerdere volgen het noemen van
de namen der schepen in dit stadium
komt den minister niet wenschelijk voor.
De minister meent ten siotte.- dat ge
zien de veie bezwaren, verbonden aan
het vorderen van schepen, dit vorderen
den aanvoer van steenkolen waarschijn
lijk niet zou hebben bespoedigd.
Het telegrafisch verkeer met Engeland.
Naar aanleiding van de geruchten,
dat de zand- en grintkwestie zou zijn
opgelost, en het telegrafisch handels
verkeer met Engeland dientengevolge
zou worden hersteld, verneemt de Lon-
densche correspondent van het pers
bureau Vas Dias van het Britsche mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken, dat
de schorsing van dit verkeer nog steeds
van kracht blijft.
De onderwiizerssalarissen.
De „Vrijzinnig Democraat" schrijft
Uit gewoonlijk goed ingelichte bron
vernemen wij, dat het voorstel dat de
Regeering zai doen tot verhooging van
de salarissen van onderwijzers een be
drag zou vorderen van i L millioen per
jaar, dus de helft van hetgeen het voor
stel Marchani c. s. zou kosten.
Het bedrag zal waarschijnlijk iets
anders worden verdeeld, zoo niet dan
zou dus de schriele honderd gulden nog
worden gehalveerd.
Dr. Kuyper.
De „Standaard" merkt in geestigen
vorm, op, dat wat jongere familieleden
van dr. Kuyper ter gelegenheid van zijn
80sten verjaardag, over zijn leven heb
ben medegedeeld, niet in alien deele
juist was. Met name wat de dochter
van den jubilaris, mej. H. Kuyper,
schreef over de dagverdeeling van haar
vader en zijn systematisch wérken.
„in zijn vroeger leven schrijft „De
Standaard" had de man om wien het
ging, zich gewend, iaat op te staan, en
heel diep in den avond, ja tot in den
nacht, te werken. Dit juist verwoestte
zijn gezondheid, en was mede oorzaak
van het lijden, waaraan hij van 1876
tot 1878 onderworpen werd.
Na het herstel uit die langdurige
ziekte veranderde hij toen zijn levens
manieren radicaal, gaf al het late avond-
ik in de couranten las
„Ja, ik ben zeer voldaan over deze
reis maar toch blij weder naar Neder
land terug te keeren."
„Dat ligt in uw landaard, mijn jon
gen. Wij' Hollanders verlangen altijd
naar onzen huiselijken haard terug
vandaar dat ik nooit op reis ga zonder
een der leden van mijn gezin. Gij zult
nog eene andere oude kennis aan boord
vinden."
Onno had -moeite zijne stem in be
dwang te houden, toen hij !het enkele
woordje „Waarlijk?" uitsprak.
,Ja, Marcelle vergezelt mij ook thans
weer. Gij weet, zij helpt mij trouw in
mijne zaken."
Helaas ja, de jonge man herinnerde
zich maar al te goed hoe trouw zij zijne
geldelijke belangen beheerde, en hij
werd eensklaps aangegrepen door den
kwellenden angst 'dai op deze reis zijn
lot beslist zou worden.
Het was nu drie jaar geleden sedert
hij haar voor het laatst gezien had, en
haar beeld was onwillekeurig verdron
gen geworden door al de nieuwe in
drukken, welke hij op zijne reizen ont
vangen had. Niet dat hij zich daarom
aangetrokken had gevoeld tot een an
dere vrouw, maar. de herinnering a an
haar was verbleekt, en hij kon thans
zonder al te veel droefheid terugden
ken aan dien eersten levensdroom, die
zoo wreed verwoest was geworden.
Waarom dan huiverde hij voor een we-
vverk op, en trok zijn werkkracht saam
in de morgenuren tot één uur in den
middag.
Hiervan nu niet op de hoogte, stelde
men het voor, alsof de persoon, waarom
het ging, van meet af 't zoo verstandig
had aangelegd.
Juist het omgekeerde was echter waar.
Op de biografische gegevens die ver
strekt werden, kan men derhalve slechts
ten deele aar..
En evenzo o was het bij wat anderen
te berde brachten.
Zoo schreef men, dat dr. Kuyper dui
zend meditatiën geschreven had, en het
zijn er nu reeds twee duizend en over
de- vijftig".
Dagrantsoenbons.
Vermits gebleken is, dat omtrent de
verstrekking van dagrantsoenbons aan
met periodiek verlof vertrekkende mili
tairen verschillende opvattingen werden
gehuldigd, heelt de minister van oorlog
bepaald, dat aan ieder militair, die ten
hoogste 7 achtereenvolgende dagen met
verlof vertrekt, ongeacht voor welk doel,
dagrantsoenbons kunnen worden ver
strekt. Zij, die een verlof genieten van
langer duur, zullen voor dep. geheelen
duur van het verlof gebruik moeten
maken van de distributie-regeling van
het departement van landbouw, nijver
heid en handel ontvangen dus geen dag
rantsoenbons.
Belgische geïnterneerden.
Op de R. K. begraafplaats te Amers
foort is gisterenmiddag een gedenk
steen onthuld, bevattende de namen der
in Nederiand gestorven Belgische ge-
interneerden. De plechtigheid werd bij
gewoond door generaal De Lanoy, rit
meester Beyen, als vertegenwoordiger
van kolonel Oosterman, commandant van
het kamp te Zeist, het dag. bestuur der
gemeente Amersfoort, de heeren Omer
Buyse, Wagemans en Franqui, leider van
het Comité de Soutien, vele Nederland
sche en Belgische officieren en Belgi
sche geïnterneerden.
Nadat de Belgische vlag, welke den
steen dekte, was weggenomen, werd een
bloemstuk neergelegd. Met het oog op
Allerzielen werden er geen toespraken
gehouden.
Van welingelichte zijde verneemt „Vrij
België", dat vanwege de daartoe aan
gestelde commissie een verslag aan de
Belgische regeering te Havre is verzon
den, waarin o. m. algemeene soldijver-
hooging voor de geïnterneerden in Ne
derland wordt bepleit.
Zeevisch.
Het Bureau voor Mededeelingen in
zake de Voedselvoorziening meldt
De aanvoer van zeevisch over Novem
ber zal, wanneer de omstandigheden
niet spoedig veranderen, zeer gering zijn.
De stoomtrawl- en beugvloten moeten
nog steeds opgelegd blijven, wegens
gebrek aan kolen, terwijl de zeiltrawl-
en zeiibeugvloten, in verband met de
gevaren ter zee, slechts voor een klein
gedeelte de visscherij uitoefenen.
Aangezien de zeiltrawlers in den laat
sten tijd zich meer op de visscherij in
Noordelijker gelegen gebieden toeleg
gen, is eenige toeneming van den aan
voer van rondvisch te verwachten,
waardoor de kans bestaat, dat in eenigs-
zins ruimere mate dan te voren schei-
visch, gui en wijting beschikbaar kan
worden gesteld.
Bij mooi weder, wanneer de kleinere
vaartuigen de kustvisscherij kunnen uit
oefenen, is een ruime aanvoer van schol-
te verwachten.
In verband met den aanvang van
derzien Was hare heerschappij over
zijn ziel niet voor altijd verbroken
Had de kunst, die machtige alleenheér-
scheres, niet voor altijd de plaats inge
nomen, eenmaal door haar bekleed
Hij durfde deze vragen niet beant
woorden, maar hij vreesde voor deze
ontmoeting, en ware het nog tijd ge
weest, hij zou zeker onder het een of
andere voorwendsel aan wal zijn te
ruggekeerd maar de brug was reeds
ingehaald, men ging vertrekken en er
viel aan iets dergelijks niet meer te
denken. Hij begaf zich dus eenvoudig
naar zijn hut ten einde daar alles in ge
reedheid te brengen om het zich gedu
rende den overtocht zoo gemakkelijk
mogelijk te maken, en hij hield zich al
daar zoo goed schuil, dat hij Marcelle
voor het eerst terug zag aan tafel.
„Ik heb verzocht dat men ons naast
eikander zou plaatsen," zei Renaud,
zoodoende zullen wij wat meer aan el
kaar hebben."
Maar reeds had het jonge meisje zich
naar Onno gekeerd, en stak zij hem
glimlachend de hand toe.
„Het is lang geleden dat wij u za-
nen", sprak zij, en het kwam hem voor
dat haar stem onafgebroken in zijn hart
had voortgeklonken. Zóólang dat wij
sedert heel wat verouderd zijn."
(Wordt vervolgd.)