'ibutie. 'MEISJE J umorist. Vlissingen,] tMAKERIJ [«0 Kill lllll m DIEBEMD3NCK. |an biedingen »iaanvragen, istbode ensfbode. stbocfe meisje, Dagmeisje PINSDAG 33 OCTOBER BINNENLAND FEUILLETON I 1917 I'jkte maken, w0r I rG 23 eJ J1 Restaurant van nd. fn zeker alhier iERDAG 26 OCT I PIG COMITÉ. I de maand Novemj){I| 1 gesteld 2 |j I jokes of I H.lJ t kolen I jj-L. kolen en besteld worden. Bij I n bovenstaande ver-I bestelling van kolen I ■den ingezonden, ilkaarten worden ter I |n te werpen in de I Is van het kantoor, ■bestellingen nietl Jitoor TERNEUZEN IPHOON 17. lam, waarvan 1 Iten. Verzilveren lopen Buitenlandsch |ngen. ■vergoeding, romessen. lotingen na. ■loting, leen Credieten. Itiën. pn inbraakvrije |5l. Vlissingen. ld aanbevelend, tegen 1 Dec. flinke standig te werken, lanmelden 's avonds I 0 uur, Sarazijnstr. 5. ecember wordt ge- linke eau „Vliss. Courant.' NAAISTER vraagt verk, aan huis, of dresBureau „Vlis- ant". VAN OS, Boulevard vraagt tegen 1 No- :en flink voor halve dagen, avonds 7—8. Adres: ingsche Courant." beneden de 16 jaar. nelden na 6 uur. eau „Vliss. Courant." :n net res: Scheldestr. H VL1SSINGSCHE COURANT Onze rijstvoorziening. Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldt Een van de artikelen, waarvan de aan voer aan onze Regeering de meeste zorg baart is de rijst. Ofschoon niet behoorende tot die voe dingsmiddelen, welke ons volk in zijn geheel als onmisbaar beschouwd, biedt de rijst toch door haar groote voedings waarde, verbonden met haar houdbaar heid eigenaardige voordeelen, zoodat zij speciaal als reserveartikel in moeilijke dagen niet kan worden gemist. Haarbe- teekenis als zoodanig is zoowel in 1916 als dit jaar gebleken in de dagen toen er een tekort aan aardappelen was. Het is begrijpelijk, dat onder deze omstan digheden de regeering in de eerste plaats alle rijstvoorraden tot zich heeft geno men en buitendien tijdig aile maatrege len heeft getroffen voor verderen aan voer. Een en ander stelde haar in staat om van juni 1916 tot October 1917 meer dan een half millioen balen rijst te distribueeren.' Wat den rijstaanvoer betreft, werden van Augustus tot December 1916 nog ongeveer 175.000 balen via Londen aan gevoerd. intusschen was echter de uit voer uit Engeland verboden en mocht Nederland volgens de door de N. O. T. gesloten overeenkomst uitsluitend rijst ait Britsch-lndië, betrekken. Dienover eenkomstig werden de stoomschepen „Java", „Deli" „Ceylon" en „Timor" bevracht, waarvan de „Java", nog in de eerste dagen van Februari met te zanten i 28.000 balen rijst Nederland be reikten. Met de stoomschepen „Deli" en „Timor", die te zaïnen 133.000 balen rijst aan boord hadden liep het minder voorspoedig. Zij werden te Suez door den intusschen door Duitschiand ver klaarden „verscherpten duikbootenoor log" verrast, terwijl zij niet de noodige bunkerkolen konden verkrijgen om onder vermijding van de Middeuandsche Zee, via de Kaap of op andere wijze Neder land te bereiken. De „Timor" had trou wens een dusdanige lange reis niet meer kunnen doen, daar zij een defect aan de ketels had, en cian ook te Colombo had moeten repareeren. Er bleef niets anders over dan de lading te Suez zelf te lossen en te ver- koopen, terwijl het stoomschip zelfslechts bunken kon verkrijgen onder de ver plichting 6 maanden voor rekening- der Britsche regeertng te varen. Hoewel alles in het werk werd ge steld om tenminste de lading van de „Deli" voor Nederland te redden, ble ven onze pogingen vruchteloos, zoodat men, na te vergeefs 3 maanden op bunkerkolen te hebben gewacht, half juni de lading rijst moest verkoopen en het schip in time charter aan de brit sche regeering afstaan. Met een lading van 177.000 balen rijst, waarmede het stoomschip „Sama- rinda" in Juni van Butmah via het Pa-- namakanaal is vertrokken, ging het niet veel beter. Het stoomschip arriveerde half September in Norfolk om bunker kolen in te nemen, doch tot op heden heeft Amerika geweigerd de kolen te verstrekken. Even vruchteloos zijn verdere pogin gen gebleken om in den rijstnood te voorzien. Zoo werd het stoomschip „Riouw" gecharterd om half October een lading rijst in Burmah te laden, terwijl de stoomschepen „Kangae" en „Banka" werden aangewezen om in November en December eveneens rijst te gaan ha len. Met de vereeniging van Rijstpel- iers, die de zorg voor het verschepen Een beeld der werkelijkheid. 2) (Mms inwin.) Onno zelf was aanhoudend bezig met liet „Karnaval van Venetië" over te spelen, en liep telkens met zijn viool onder den arm naar den organist, die hem voor ditmaal eenige weniken mocht geven, en in waarheid van ochtend tot avond aan niets anders dacht als aan 'het middel zijn nieuwen .leerling in den kortst mogelijken tijd nog belangrijke vorderingen te laten maken. Toen eindelijk -de lang verbeide avond aanbrak en de tienjarige knaap voor 'het publiek optrad, bekroop Hoidius °P een-maal de vrees, dat 'hij zou blijven steken. Wat'had .hij thans niet gegeven, indien ihij de gaven van zijn kind eer der ontwikkeld had. Zo-u hij nu over hem -moeten blozen En dat nog wel tegenover zijne vrienden, die -niets als domme jongens 'bezaten en -dus zeker jaloersch zouden zij-n en zich in zijn -ne derlaag zouden verheugen Maar reeds 'had Onno den strijkstok opgeheven, en zonder eenige verlegen heid, zeker van zijn zaak, speelde -hij dezer rijst op zich hadden genomen, waren door de N. O. T. de noodige in- voercontracten afgesloten, in overeen stemming met de tusschen de N. O. T. en de Britsche regeering inzake den aanvoer van rijst bestaande overeen komsten. Niettemin werd door de Britsch-indische regeering de versche ping yerboden. De Nederlandsche regeering is dien tengevolge niet bij machte, zoolang de omstandigheden zich niet ten onzen gunste wijzigen, in het klemmend ge brek aan rijst hier te lande te voorzien. Het geschil met Engeland. In een besdh-ouwi-ng -in „Van onzen Tijd" over (het geschil met Engeland, (herinnert pro-f. staatsraad Struyck-en er aan, 'dat in ant. I van de 'internationale telegraaf-overeenkoms-t van 1875 de Staten zich 1 wéd-erkeenig verbonden, 'hebben, in 't algemeen, aan ieder het recht te geven, om -door mi'd'del van in ternationale telegrafen t-e correspon- -deeren. Wel -hebben zij in art. 8 de be voegdheid zich voorbehouden, den dienst, hetzij geheel, hetzij op bepaalde lijnen te schorsen, maar wat Engeland thans doet, is gdh-eel (iets anders het schorst (den dienst ten opzichte van een bepaald land, en daartoe is het, bij eene toepassing te -goeder trouw van het tractaat, niet gerechtigd. Engeland -onthoudt ons dus niet eene gunst, maar -ontneemt ons een recht, om ons te dwingen ons naar liet En- gelsche inzicht betreffende de Duitsche doorvoeren te -schikken. En is dal bil lijk en rechtvaardig Is het billijk, dat men een volk, van 'hetwelk men zelf bij herhaling heeft getuigd, dat Ihe't steeds naar.-beste weten -en willen tracht de plichten der neutraliteit zoo eerlijk en nauwgezet mo-gelijk na te komen, bij verschil in inzicht betreffende -een be paald onderwerp in het geheel van -den oorlog trouwens van zeer gering belang door een 'zóó ver gaanden repressaille-maatregel poogt .te dwin gen iets te doen, wat het .rechtens meent niet te mogen do-en? Is het recht vaardig, dat men zulk een dwangmaat regel fleemt, terwijl men uitdrukkelijk zich 'heeft verbonden, „geschillen van rechtskundigen aard of betreffende de uitlegging van verdragen", waarvan de ooloss-ing langs -diiplornatieken weg -on mogelijk is (gebleken, aan de -beslissing vari het Permanente Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage te onderwerpen Het conflict 'heeft reeds zóó lang ge duurd, dat het tijdverlies, aan de arbi trage verbonden, geen -bezwaar had be hoeven te zijn, daartoe niet over te gaan. Wanneer men toch niet voorne mens is, zich aan 'het algemeen arbitra- gefractaat te 'fooudenj waarom heeft men het dan niet -in 1915 opgezegd, toen -iedere partij daartoe -de bevoegd heid 'ha'd De leidende staatslieden in de oor logvoerende landen, die maar steeds den mond vol hebben van „rec'ht" en „vrijheid" en „goede trouw" in de in ternationale verhoudingen, zoo -besluit de schrijver, mogen begrijpen, dat de neutrale volken meer waarde hechten aan 'hunne daden in het 'heden dan aan 'hunne declamatiën voor de toekomst. Melk. Naar wij vernemen heeft een vergade ring met de vertegenwoordigers van ge meentebesturen, waarin de rantsoenee- ring van melk besproken werd, geadvi seerd om vanwege de regeering slechts een gemeentelijke rantsoeneering in te voeren, waardoor van de zijde der re geering enkel de totale hoeveelheid melk uit 'hef hoofd en met verbazende vlug heid het welbekende stuk. De -organist, die ihem op delpiano 'begeleidde, gaf het eerst een sein tot toejuiching e-n er barstte daarop een oorverdoovend handgeklap los, dat zoolang aanhield, t^t -de knaap -opnieuw zijn speeltuig op nam en de Legende van Wieniawski d-eed hooren, hem pas door den mu ziekmeester geleerd. Ditmaal was het den vader te veel, -hij 1-i-et -de tranen on gestoord langs zijn gelaat neerdruppe- ln, en toen Onno weder naar 'hem toe trad, am -de piaats in te nemen 'hem tusschen zijne ouders ingeruimd om helsde Hoidius 'hem met de woorden „Je hebt overwonnen, kind God ze gen je voortaa-n -mag je les hebben, al was 'het ook tien jaar achtereen." Vijf jaren later werd de knaap naar Leeuwarden gezond-en, om -daar het on derwijs aan de Hoogere Burgerschool te volgen, en 'de voortreffelijke muziek meester, -dien hij daar bezocht, was verbaasd over zijn talent. „Gij zult het ver 'brengen, buitenge woon v-er", zei-de 'hij *„maar -dan moet gij u ook geheel en a-l .aan de muziek wij'den." „Ik wilde niets liever -dan mij uitslui tend op de muziek toeleggen", ant woordde Onno „maar -mijn vader zal daarin nooit toestemmen.I.k moet koop man worden e<n het (helpt niet of ik hem al bewijs, dat ik'daarvoor nooit geschikt per gemeente bepaald, en eventueel be schikbaar gesteld wordt. De minister van landbouw is voorne mens dit advies te volgen. Ontwikkeling van gemobiliseerde militairen. Het is den opperbevelhebber geble ken, dat niet door alle autoriteiten vol doende aandacht is geschonken aan de gegeven orders omtrent de verschaffing van brand- en lichtstoffen ten behoeve van het onderwijs aan de gemobiliseerde militairen. Daarom is thans bepaald, dat, tot ver krijgen van het gebruik van gas en elecfriciteit voor bedoeld onderwijs, de medewerking moet worden ingeroepen van de betrokken gemeentebesturen, ter wijl in plaatsen waar petroieun oface- tyleeniicht wordt gebezigd, de hulp van oen verplegir.gsofficier moet worden in geroepen. Uitdrukkelijk wordt er op gewezen, dat er met den meesten ernst moet naar worden gestreefd om het onderwijs aan de gemobiliseerden zoo min moge lijk schade te doer, lijden door de brandstoffen- en vetlichtings-middelen- schaarschte. Stoomtrawlers naar Engeland opgebracht? Enkele stoomtrawlers van ljmuiden, die reeds Donderdag jl. binnen ver wacht werden, zijn nog niet terugge keerd, zoodat men zich ernstig onge rust maakt, dat zij naar Engeland opge bracht zijn. Het motief hiervoor is, zooals bekend gemaakt is, dat eert groot deei der aan voeren naar Duitschiand wordt uitge voerd. EEN HELDIN. De post -bracht een -doodsbericht uit Duinkerke. „Ter gedachtenis aan Madeline - Elizabeth van der W. Pieterszen, echtgenoote van Karei .Blommaert Protestantsdh Krijgsalmoezenaer, lste Belgische leger-afdeeling, geboren 19 Maart 1881 te Brussel tot God -opgeroepen 30 Oogst 1917 negen -dagen na de geboorte -van 'haar zoon Willi am te Duinkerke (Citadell-e) Christelijk Zeemanshuis 'k Wist het reeds, maar -dit wit pa pier met zwarten rouwband ontroert me weer -diep. V'eel gaat mijn geest voorbij. Allereerst -zie lik 't geboortedorp, Maria-Hoorebek-e, -gin'ds nabij het be vallig Scheiriedal van Oudenaarde. Gaarne -ging ik naar den goedert Ward, wiens zoon mijn kameraad was. Met Karei Blo-mmaert trok ik naar. de Mo lenbeek en we plasten er in 't water, en dan zochten we hazelnootjes in 't bosch. Of Donderdags -begaven we ons om vier uur r-eeds in groep naar de mankt. -Met Pierre, -Louis of Karei -hielp ik de man-de kiekens -dragen of w,e sleurden aan 'd-e boteiikorven. We zagen -de -zon opkomen boven -d-e 'heuvels, en de aarde geurde zoo fitisCh, de vogels schetterden in de boomgaarden en ha gen, 't water pletste vroolij'k op 't mo lenrad, de koewachters joe-defden 'hun liedje, -en zoo stapten we voort, berg af, berg -op. Werd 'het warm, -dan trokken we kousen en schoen-en uit en bon-den ze o-p den rug, 'ha-diden we dorst, we dronken aan de -een of andere bron, die hier tusschen struiken en mos met gui tig -gekabbel uit -den rijken grond op borrelde... Of een -der boeren tracteer- de o-ns met -een ,,-djooreke" (V4 liter) i za! zijn." „Heeft uw moeder geen over-wiicht -op S hem „in zulke zaken, helaas niet." „Dan is er niets and-ers aan te doen da.n te roeien met de riemen, die wij (hebben. Ik zal u zoover mogelijk -bren gen, en .als dilettant kunt gij -in elk ge val -eene -ongewone hoogte bereiken." De vorderingen, die hij -bin-nen enkele jaren maakte, waren verbazend. Hij studeerde dan ook meestal den gehee- len nacht door. Alleen de -muziek beza.t waarde in zij-n oogen, van feestjes -of iets derge lijks wilde hij niet 'hooren, en met steeds grooter schrik daic-ht 'hij aan den snel naderenden tijd, waarop .hij zijne dagen achter een kantoorlessenaar zou 'moeten slijten, en -des avonds nog met acTnfepsit-aIli-ge handelsbrieven zou bezig zij-n. Maar, juist eenige maanden voordat hij zijn nieuwe bestemming tegemoet zou gaan, werd zijn vader door een be roerte getroffen en bezweek de -brave man na verloop van -vier 'dagen, gedu rende -welke hij niet -meer 'had kunnen spreken of zidh verstaanbaar maken. Herhaalde malen -had ihij vergeefs be proefd iets neer te sChrijve-n. Onno, die hem vol liefde -oppaste en alles bedacht, •om zijn .lijden te verzachten, .beproefde zijne (hand over hef papier -fe leiden, en ■noemde 'zelfs de verschillende letters Oudenaardsdh licht bier. Van den E-de- lareberg zagen we in 't ochtendlicht Oudenaarde liggen met zijn (grijze to rens en rood-e daken -en 't groen van plantsoenen en hoven. Als .zilver blonk de Schelde, die de stad omgaf om dan (kronkelend verder te vloeien, tusschen weiden en groene -heuvelhellingen, waar torentjes piepten e-n molens draai den. De Schelde O, hoe dikwijls als ik 'hier op 'haar -oever sta, gaan mijn ge dachten terug langs den stroom, voor bij Antwerpen, Dendermon-de, Gent tot Oude-naaTde toe. Wat is ze ginds nog smal en bescheiden Op den lEdelareberg trok'ken we kou sen e,n schoenen weer aan, om de ste delingen ni-et te veel te ergeren, en we daalden den steilen we-g af, en gingen over de brug lan-gs 'de oude, mooie Pa- meliker'k 't stadje 'binnen, dat nu uit zijn rust wakker schoot door 't geratel van karren en wagens en 't geklap van honderden boeren en boerinnen, welke de straten vulden met hun -levendigheid. -Eén herinnering... Bn zooveel an-dere 1 komen me voor -den -geest.'t Vreedzaam j Vlaanderen. En nu lees ik „Ka-rel Blom- i maert, krijgsaalmoezenier". En weer gaan mijn gedachten terug, maar niet zoo ver. Even voor den oor- I log. 'k Was fe Duinkerke, in Noord- j Frankrijk, de gast van mijn vriend Ka- rel Blommaert.Hij stond er aan 't hoofd I vain -het Hollandsch Zeemanshuis, dat j nu ec'hter voor 't-m-eerendeel Vlamingen l 'herbergde. Voor die Vlamingen zou ik i spreken. O, onvergetelijke avond In i eigen taal spraken we 'hier -in 't vre-em- de ia-n-d -en na de voordracht zaten we in een vriendenkring en hoo-rde -ik ver- j halen van landgenooten in Frankrijk. 't Is waar, ik vernam ook van veel wee, I en hoe duizenden Vlamingen als paria's I op Frankrijks velden, in Fransc'he fa- j brieken zwoegden, hoe velen buiten 't i huiselijk leven vervielen in ellende. On- der hen werkten Karei Blo-mmaert en I zijn vrouw, Madeline Van der W. Pie- i terszen. i En heel Iaat gingen we met ons drie- en weg, tot aan 't einde van -de -pier, - ver in -zee. U-it -den .hoogen vuurtoren i van Duinkerke sprongen de machtige stralenbundels en als balken schitte- reind zilver gifeden ze over den vloed, j die .haar -eeuWig lied zong. Lang zaten I we daar en we spraken over onze jeugd. En 't w.as „weet je dit n-og, en I weet je -dat nog -en we waren geluk- kig -om 'het wederzien. O, (hoe voelde j ik 'het sohoone en grootsdie van de taa'k -dezer tw-ee stille -getrouwen, die j uitgingen tot de diepst gevallenen en hun de 'helpen-de hand boden. En door I hu-n toewijding en -liefde en volharding zijn -mannen, die als beesten leefden, eerbare huisvaders geworden, 'hebben dronkaards gezworen de gen-ever te verfoeien, e,n 'hielden ze woord, zij-n af gedwaalde zonen tof (hun ouders terug gekeerd. Maar wat een zware taak, welke standvastigheid, welk geduld, welke volharding werd van Blommaert en zijn vrouw geëisoht Toen brak -de oorlog uit. VlaamsChe dorpen, waar de strijd om ieperen en den Ijzer ontbrandde, vluchtten en Duinkerke was vol volk. Tragische da gen volgden toen. Afgematte mannen en vrouwen -lagen op straten en plei nen.... Zieken stierven in pakhuizen of onder de open -lucht. Op -de place Jean j Bart jammerde een moeder om haar wicht, dat im haar armen bezweke-n was. Toen oo-k hebben Blommaert en zij-n ga-d-e heeriij'k werk verricht. Aan den Ijzer woedde de strijd. Zou den -de -Duitschers doorbreken was de van 'het alphabet -op, ten einde door teekens te weten te komen, w-eike Iet— ters zijn vader bedoelde, en zoo- lang- j zaïmerhan'd de woorden samen .te st-el- i len. -Het was alles -vruchteloos, hij stierf j zonder -dat men zij-n jongsten wensch had gera-den en moeder en zoon bleven i achter in 'h-et bezit van een klein kapi taal, dat voortaan door de weduwe be heerd zou wo-rden. Op zekeren avo-nd, ongeveer drie we ken na 'hun verlies, zette Onno zich naast zijne moeder .neder en vroeg 'haar op 'bevenden toon „Zult gij mij dwingen u te verlaten, gelijk vooraf bepaald was, of komt gij met mij mede naar de hoofdstad De weduwe za-g 'hem vol liefde aan, en antwoordde feeder „Het zou mij veel kosten, kind, iheel veel, -hier alleen te blijven. Maar 'hoe wil .het anders Ik ben aan dit huis gebonden". „Misschien zoudt igij 'het tijdelijk kun nen verhuren, moeder." „Helaas -mijn jongen, wat zou uw va'der van dit .alles gezegd 'hebben „Hij kan onmogelijk hebben voor zien, dat 'hij ons zoo .spoedig zou ko men te ontvallen, en uw leven in dit uitgestorven 'huis zal zoo treurig zijn." „Maar gij, Onno, -kunt gij niet .blij ven?" v.roeg zij, aarzelend, want zij had zoo zeiden een verlangen -durven uit spreken gedurende -de dertig jaren van angstige vraag, w.ant dan ging o-ok Duinkerke onder Veel inwoners trok ken reeds weg, -maar «iet de heer en madam Blommaert. Afgematte, -gewon de soldaten strompelden door -de stra ten en '-t echtpaar ibra-cht ze in 'hun Zee manshuis en i.n -de eigen bovenwoning en, toen 'hier alles -overvol iwa-s, naar andere .asyls. Rechtover hen zaten Franschen, Ma rokkanen, Arabieren. Zieken, gewon den, veriatenen en zij gingen er bij, hielpen en tr-oosften, en als Madeline ziCh over stervenden boog, moeten -de ze wel een visioen van 'hun eigen moe der of vrouwe -ge'had hebben Nog tragischer werd het te Duinker ke. Duitsche aviateurs bestookten met 'hun vreesedijJce bommen de stad. Uit 'hét leger vroeg -man dringend om Karei Blommaert. Vijf duizend protestantsohe soldaten (hadden hulp en troost no-odig. En Karei kon niet weigeren... Vrijwillig werd -hij 'krijgsaalmoezenier. Veel inwo-ners verlieten het onveilige Duinkerke. En 'bleven -er mannen, ze stuurden toch vrouw -en k-i-nderen weg. Maar madam Blommaert dacht aan geen wij-ken. Ze moest nu ook de plaats -van 'haar -man vervuilen. Vrouwen, die om raad en hulpe kwamen, vermoeide soldate-n, vluchtelingen, -zij allen moch ten nooit de deur va-n 't zeemanshuis gesloten vinden. Hoe -dikwijls moest de moeder met 'haar kinde'ke en -met hulpe- loozen .naar den kelder vluchten, als de groote klok de nadering van een Duitsch luchteskader -meldde Menigen nacht bracht ze in de on.-deraardsche schuilplaats doo-r bij -de wieg va-n -haar meisje, dat naar Beigië's koningin Eli sabeth was -gedoopt. En daar hoorde ze bommen barsten, daken kraken, ra men .kletteren, ih-u-iz-en ineenvallen... Maar Madeline week niet. Ze kende alleen haar plicht. Voor 'hoe -menigen Waai of Franschm-an heeft -ze 'it gezon gen „Vous, qui pieurer, venez a ce Dieu, i! pleure, Vous, qui souff-rez, v-enez a Lui ca-r guérit Vous, qui tre-mblez, venez a Lui car il sourit Vous qui passez, venez a Lui car il 'd-emeure. Een ander-lievelingslied was „Oh ne -dites pas, que ,1a vie est un rêve, Une ombre, qui s'en.fuit, qui flotte sous mos pas. C'est ie temps de la lutte". Neen, 't leven was voor 'haar -geen droom -o-f schaduw, 't was eem worste ling, een strijd. En of er meer en -meer bommen op Duinkerke vielen, of er stikgassen door de straten walmden, -of ver geschut of vluchtig -verschijnende schepen grana ten schoten, Madeline bleef trouw op ha-ar post en werkte met liefde, zooals haar man het deed aan het front. 't Echtpaar verwachtte een tweede ki-nd. 't fs in -d-en kei-der geboren. Maar kom, laten we kiort zijn, 't is al te tra gisch... William werd geboren... O, wie kan zeggen -hoe al- 't gevaar, de ontroerin-g, -de strijd, de arbeid, dat vrouwelijk lichaam 'had geschokt. De man, van het front overgekomen, be moedigde e-n troostte zijn -kranke echt genoote. Op 30 Augusus stierf ze... Haar laat ste woorden waren „N'i'et mijn wil, maar de Uwe gesohiede..." En die -hoo- ge berusting heeft gansc-h haar leven geteeken-d... Hoie nederig Was ze. Wat beteeken-de al-haar wer-k in eigen oog? Stervend zong ze -nog haar huwelij-k, „ik weet -het wel, va- der's plannen voor u waren -anders, maar gij zult nooit ee-n geschikt koop man zijn, dat moet in den aard zitten, of wel .het komt ,er nooit in. Wij hebben genoeg om stil van fe leven, en gij zult u ongestoord 'met de muziek kunnen bezighouden." 'De jongen greep hare handen in de zijne. „O .moeder", sprak (hij gejaagd, „de muziek Daar noemt gij juist hetgeen mij geen oogenblik -uit de gedachten is. Neen, ik ben niet voor den 'handels stand -in de wieg gelegd -en i-k zo-u diep ongelukkig zijn, indien ik mijne viool voor iets andes moest verwaarloozen maar -indien :i-k h'ier bleef, 'hier waar men nooit een concert bij kan won-en, no-oiit iets goed hoort in de verschillen de familie-kringen, zou ik even goed mijn kunst zi-en iiifdoove-n. He-b méde- lijden mef -mij en vergezel mij naar Am sterdam. U -hier allee-n te weten, zou al mijn -vreugde vergallen, ook al stond-t gij mij toe voortaan tot artist opgeleid te worden. Gij .zoudt eens zien 'hoe ge lukkig wij samen zouden zijn, in eene kleine woning, ver van -het gewoel der stad. Ik zou mijn kennissen bij u bren gen wij zouden samen lange wande lingen maken, en gij zoudt getuige we zen van mijne vorderingen, en la.ter ook van mijn roem". (Wordt vervolgd.) '>1

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1