'ibutie.
'MEISJE
J umorist.
Vlissingen,]
tMAKERIJ
[«0 Kill lllll
m DIEBEMD3NCK.
|an biedingen
»iaanvragen,
istbode
ensfbode.
stbocfe
meisje,
Dagmeisje
PINSDAG 33 OCTOBER
BINNENLAND
FEUILLETON
I
1917
I'jkte maken, w0r I
rG 23 eJ
J1 Restaurant van
nd.
fn zeker alhier
iERDAG 26 OCT I
PIG COMITÉ.
I de maand Novemj){I|
1 gesteld 2 |j I
jokes of I H.lJ
t kolen I
jj-L. kolen en
besteld worden. Bij I
n bovenstaande ver-I
bestelling van kolen I
■den ingezonden,
ilkaarten worden ter I
|n te werpen in de I
Is van het kantoor,
■bestellingen nietl
Jitoor TERNEUZEN
IPHOON 17.
lam, waarvan 1
Iten. Verzilveren
lopen Buitenlandsch
|ngen.
■vergoeding,
romessen.
lotingen na.
■loting,
leen Credieten.
Itiën.
pn inbraakvrije
|5l. Vlissingen.
ld aanbevelend,
tegen 1 Dec. flinke
standig te werken,
lanmelden 's avonds I
0 uur, Sarazijnstr. 5.
ecember wordt ge-
linke
eau „Vliss. Courant.'
NAAISTER vraagt
verk, aan huis, of
dresBureau „Vlis-
ant".
VAN OS, Boulevard
vraagt tegen 1 No-
:en flink
voor halve dagen,
avonds 7—8. Adres:
ingsche Courant."
beneden de 16 jaar.
nelden na 6 uur.
eau „Vliss. Courant."
:n net
res: Scheldestr. H
VL1SSINGSCHE COURANT
Onze rijstvoorziening.
Het bureau voor mededeelingen inzake
de voedselvoorziening meldt
Een van de artikelen, waarvan de aan
voer aan onze Regeering de meeste zorg
baart is de rijst.
Ofschoon niet behoorende tot die voe
dingsmiddelen, welke ons volk in zijn
geheel als onmisbaar beschouwd, biedt
de rijst toch door haar groote voedings
waarde, verbonden met haar houdbaar
heid eigenaardige voordeelen, zoodat zij
speciaal als reserveartikel in moeilijke
dagen niet kan worden gemist. Haarbe-
teekenis als zoodanig is zoowel in 1916
als dit jaar gebleken in de dagen toen
er een tekort aan aardappelen was. Het
is begrijpelijk, dat onder deze omstan
digheden de regeering in de eerste plaats
alle rijstvoorraden tot zich heeft geno
men en buitendien tijdig aile maatrege
len heeft getroffen voor verderen aan
voer. Een en ander stelde haar in staat
om van juni 1916 tot October 1917
meer dan een half millioen balen rijst
te distribueeren.'
Wat den rijstaanvoer betreft, werden
van Augustus tot December 1916 nog
ongeveer 175.000 balen via Londen aan
gevoerd. intusschen was echter de uit
voer uit Engeland verboden en mocht
Nederland volgens de door de N. O. T.
gesloten overeenkomst uitsluitend rijst
ait Britsch-lndië, betrekken. Dienover
eenkomstig werden de stoomschepen
„Java", „Deli" „Ceylon" en „Timor"
bevracht, waarvan de „Java", nog in
de eerste dagen van Februari met te
zanten i 28.000 balen rijst Nederland be
reikten. Met de stoomschepen „Deli"
en „Timor", die te zaïnen 133.000 balen
rijst aan boord hadden liep het minder
voorspoedig. Zij werden te Suez door
den intusschen door Duitschiand ver
klaarden „verscherpten duikbootenoor
log" verrast, terwijl zij niet de noodige
bunkerkolen konden verkrijgen om onder
vermijding van de Middeuandsche Zee,
via de Kaap of op andere wijze Neder
land te bereiken. De „Timor" had trou
wens een dusdanige lange reis niet meer
kunnen doen, daar zij een defect aan
de ketels had, en cian ook te Colombo
had moeten repareeren.
Er bleef niets anders over dan de
lading te Suez zelf te lossen en te ver-
koopen, terwijl het stoomschip zelfslechts
bunken kon verkrijgen onder de ver
plichting 6 maanden voor rekening- der
Britsche regeertng te varen.
Hoewel alles in het werk werd ge
steld om tenminste de lading van de
„Deli" voor Nederland te redden, ble
ven onze pogingen vruchteloos, zoodat
men, na te vergeefs 3 maanden op
bunkerkolen te hebben gewacht, half
juni de lading rijst moest verkoopen en
het schip in time charter aan de brit
sche regeering afstaan.
Met een lading van 177.000 balen
rijst, waarmede het stoomschip „Sama-
rinda" in Juni van Butmah via het Pa--
namakanaal is vertrokken, ging het niet
veel beter. Het stoomschip arriveerde
half September in Norfolk om bunker
kolen in te nemen, doch tot op heden
heeft Amerika geweigerd de kolen te
verstrekken.
Even vruchteloos zijn verdere pogin
gen gebleken om in den rijstnood te
voorzien.
Zoo werd het stoomschip „Riouw"
gecharterd om half October een lading
rijst in Burmah te laden, terwijl de
stoomschepen „Kangae" en „Banka"
werden aangewezen om in November
en December eveneens rijst te gaan ha
len. Met de vereeniging van Rijstpel-
iers, die de zorg voor het verschepen
Een beeld der werkelijkheid.
2) (Mms inwin.)
Onno zelf was aanhoudend bezig met
liet „Karnaval van Venetië" over te
spelen, en liep telkens met zijn viool
onder den arm naar den organist, die
hem voor ditmaal eenige weniken mocht
geven, en in waarheid van ochtend tot
avond aan niets anders dacht als aan
'het middel zijn nieuwen .leerling in den
kortst mogelijken tijd nog belangrijke
vorderingen te laten maken.
Toen eindelijk -de lang verbeide avond
aanbrak en de tienjarige knaap voor
'het publiek optrad, bekroop Hoidius
°P een-maal de vrees, dat 'hij zou blijven
steken. Wat'had .hij thans niet gegeven,
indien ihij de gaven van zijn kind eer
der ontwikkeld had. Zo-u hij nu over
hem -moeten blozen En dat nog wel
tegenover zijne vrienden, die -niets als
domme jongens 'bezaten en -dus zeker
jaloersch zouden zij-n en zich in zijn -ne
derlaag zouden verheugen
Maar reeds 'had Onno den strijkstok
opgeheven, en zonder eenige verlegen
heid, zeker van zijn zaak, speelde -hij
dezer rijst op zich hadden genomen,
waren door de N. O. T. de noodige in-
voercontracten afgesloten, in overeen
stemming met de tusschen de N. O. T.
en de Britsche regeering inzake den
aanvoer van rijst bestaande overeen
komsten. Niettemin werd door de
Britsch-indische regeering de versche
ping yerboden.
De Nederlandsche regeering is dien
tengevolge niet bij machte, zoolang de
omstandigheden zich niet ten onzen
gunste wijzigen, in het klemmend ge
brek aan rijst hier te lande te voorzien.
Het geschil met Engeland.
In een besdh-ouwi-ng -in „Van onzen
Tijd" over (het geschil met Engeland,
(herinnert pro-f. staatsraad Struyck-en er
aan, 'dat in ant. I van de 'internationale
telegraaf-overeenkoms-t van 1875 de
Staten zich 1 wéd-erkeenig verbonden,
'hebben, in 't algemeen, aan ieder het
recht te geven, om -door mi'd'del van in
ternationale telegrafen t-e correspon-
-deeren. Wel -hebben zij in art. 8 de be
voegdheid zich voorbehouden, den
dienst, hetzij geheel, hetzij op bepaalde
lijnen te schorsen, maar wat Engeland
thans doet, is gdh-eel (iets anders het
schorst (den dienst ten opzichte van een
bepaald land, en daartoe is het, bij eene
toepassing te -goeder trouw van het
tractaat, niet gerechtigd.
Engeland -onthoudt ons dus niet eene
gunst, maar -ontneemt ons een recht,
om ons te dwingen ons naar liet En-
gelsche inzicht betreffende de Duitsche
doorvoeren te -schikken. En is dal bil
lijk en rechtvaardig Is het billijk, dat
men een volk, van 'hetwelk men zelf bij
herhaling heeft getuigd, dat Ihe't steeds
naar.-beste weten -en willen tracht de
plichten der neutraliteit zoo eerlijk en
nauwgezet mo-gelijk na te komen, bij
verschil in inzicht betreffende -een be
paald onderwerp in het geheel van
-den oorlog trouwens van zeer gering
belang door een 'zóó ver gaanden
repressaille-maatregel poogt .te dwin
gen iets te doen, wat het .rechtens
meent niet te mogen do-en? Is het recht
vaardig, dat men zulk een dwangmaat
regel fleemt, terwijl men uitdrukkelijk
zich 'heeft verbonden, „geschillen van
rechtskundigen aard of betreffende de
uitlegging van verdragen", waarvan de
ooloss-ing langs -diiplornatieken weg -on
mogelijk is (gebleken, aan de -beslissing
vari het Permanente Hof van Arbitrage
te 's-Gravenhage te onderwerpen
Het conflict 'heeft reeds zóó lang ge
duurd, dat het tijdverlies, aan de arbi
trage verbonden, geen -bezwaar had be
hoeven te zijn, daartoe niet over te
gaan. Wanneer men toch niet voorne
mens is, zich aan 'het algemeen arbitra-
gefractaat te 'fooudenj waarom heeft
men het dan niet -in 1915 opgezegd,
toen -iedere partij daartoe -de bevoegd
heid 'ha'd
De leidende staatslieden in de oor
logvoerende landen, die maar steeds
den mond vol hebben van „rec'ht" en
„vrijheid" en „goede trouw" in de in
ternationale verhoudingen, zoo -besluit
de schrijver, mogen begrijpen, dat de
neutrale volken meer waarde hechten
aan 'hunne daden in het 'heden dan aan
'hunne declamatiën voor de toekomst.
Melk.
Naar wij vernemen heeft een vergade
ring met de vertegenwoordigers van ge
meentebesturen, waarin de rantsoenee-
ring van melk besproken werd, geadvi
seerd om vanwege de regeering slechts
een gemeentelijke rantsoeneering in te
voeren, waardoor van de zijde der re
geering enkel de totale hoeveelheid melk
uit 'hef hoofd en met verbazende vlug
heid het welbekende stuk. De -organist,
die ihem op delpiano 'begeleidde, gaf het
eerst een sein tot toejuiching e-n er
barstte daarop een oorverdoovend
handgeklap los, dat zoolang aanhield,
t^t -de knaap -opnieuw zijn speeltuig op
nam en de Legende van Wieniawski
d-eed hooren, hem pas door den mu
ziekmeester geleerd. Ditmaal was het
den vader te veel, -hij 1-i-et -de tranen on
gestoord langs zijn gelaat neerdruppe-
ln, en toen Onno weder naar 'hem toe
trad, am -de piaats in te nemen 'hem
tusschen zijne ouders ingeruimd om
helsde Hoidius 'hem met de woorden
„Je hebt overwonnen, kind God ze
gen je voortaa-n -mag je les hebben, al
was 'het ook tien jaar achtereen."
Vijf jaren later werd de knaap naar
Leeuwarden gezond-en, om -daar het on
derwijs aan de Hoogere Burgerschool
te volgen, en 'de voortreffelijke muziek
meester, -dien hij daar bezocht, was
verbaasd over zijn talent.
„Gij zult het ver 'brengen, buitenge
woon v-er", zei-de 'hij *„maar -dan moet
gij u ook geheel en a-l .aan de muziek
wij'den."
„Ik wilde niets liever -dan mij uitslui
tend op de muziek toeleggen", ant
woordde Onno „maar -mijn vader zal
daarin nooit toestemmen.I.k moet koop
man worden e<n het (helpt niet of ik hem
al bewijs, dat ik'daarvoor nooit geschikt
per gemeente bepaald, en eventueel be
schikbaar gesteld wordt.
De minister van landbouw is voorne
mens dit advies te volgen.
Ontwikkeling van gemobiliseerde
militairen.
Het is den opperbevelhebber geble
ken, dat niet door alle autoriteiten vol
doende aandacht is geschonken aan de
gegeven orders omtrent de verschaffing
van brand- en lichtstoffen ten behoeve
van het onderwijs aan de gemobiliseerde
militairen.
Daarom is thans bepaald, dat, tot ver
krijgen van het gebruik van gas en
elecfriciteit voor bedoeld onderwijs, de
medewerking moet worden ingeroepen
van de betrokken gemeentebesturen, ter
wijl in plaatsen waar petroieun oface-
tyleeniicht wordt gebezigd, de hulp van
oen verplegir.gsofficier moet worden in
geroepen.
Uitdrukkelijk wordt er op gewezen,
dat er met den meesten ernst moet
naar worden gestreefd om het onderwijs
aan de gemobiliseerden zoo min moge
lijk schade te doer, lijden door de
brandstoffen- en vetlichtings-middelen-
schaarschte.
Stoomtrawlers naar Engeland
opgebracht?
Enkele stoomtrawlers van ljmuiden,
die reeds Donderdag jl. binnen ver
wacht werden, zijn nog niet terugge
keerd, zoodat men zich ernstig onge
rust maakt, dat zij naar Engeland opge
bracht zijn.
Het motief hiervoor is, zooals bekend
gemaakt is, dat eert groot deei der aan
voeren naar Duitschiand wordt uitge
voerd.
EEN HELDIN.
De post -bracht een -doodsbericht uit
Duinkerke.
„Ter gedachtenis aan
Madeline - Elizabeth
van der W. Pieterszen,
echtgenoote van Karei .Blommaert
Protestantsdh Krijgsalmoezenaer,
lste Belgische leger-afdeeling,
geboren 19 Maart 1881 te Brussel
tot God -opgeroepen 30 Oogst 1917
negen -dagen
na de geboorte -van 'haar zoon Willi am
te Duinkerke (Citadell-e)
Christelijk Zeemanshuis
'k Wist het reeds, maar -dit wit pa
pier met zwarten rouwband ontroert
me weer -diep. V'eel gaat mijn geest
voorbij.
Allereerst -zie lik 't geboortedorp,
Maria-Hoorebek-e, -gin'ds nabij het be
vallig Scheiriedal van Oudenaarde.
Gaarne -ging ik naar den goedert Ward,
wiens zoon mijn kameraad was. Met
Karei Blo-mmaert trok ik naar. de Mo
lenbeek en we plasten er in 't water,
en dan zochten we hazelnootjes in 't
bosch. Of Donderdags -begaven we ons
om vier uur r-eeds in groep naar de
mankt. -Met Pierre, -Louis of Karei -hielp
ik de man-de kiekens -dragen of w,e
sleurden aan 'd-e boteiikorven. We zagen
-de -zon opkomen boven -d-e 'heuvels, en
de aarde geurde zoo fitisCh, de vogels
schetterden in de boomgaarden en ha
gen, 't water pletste vroolij'k op 't mo
lenrad, de koewachters joe-defden 'hun
liedje, -en zoo stapten we voort, berg af,
berg -op. Werd 'het warm, -dan trokken
we kousen en schoen-en uit en bon-den
ze o-p den rug, 'ha-diden we dorst, we
dronken aan de -een of andere bron, die
hier tusschen struiken en mos met gui
tig -gekabbel uit -den rijken grond op
borrelde... Of een -der boeren tracteer-
de o-ns met -een ,,-djooreke" (V4 liter)
i za! zijn."
„Heeft uw moeder geen over-wiicht -op
S hem
„in zulke zaken, helaas niet."
„Dan is er niets and-ers aan te doen
da.n te roeien met de riemen, die wij
(hebben. Ik zal u zoover mogelijk -bren
gen, en .als dilettant kunt gij -in elk ge
val -eene -ongewone hoogte bereiken."
De vorderingen, die hij -bin-nen enkele
jaren maakte, waren verbazend. Hij
studeerde dan ook meestal den gehee-
len nacht door.
Alleen de -muziek beza.t waarde in
zij-n oogen, van feestjes -of iets derge
lijks wilde hij niet 'hooren, en met
steeds grooter schrik daic-ht 'hij aan den
snel naderenden tijd, waarop .hij zijne
dagen achter een kantoorlessenaar zou
'moeten slijten, en -des avonds nog met
acTnfepsit-aIli-ge handelsbrieven zou bezig
zij-n.
Maar, juist eenige maanden voordat
hij zijn nieuwe bestemming tegemoet
zou gaan, werd zijn vader door een be
roerte getroffen en bezweek de -brave
man na verloop van -vier 'dagen, gedu
rende -welke hij niet -meer 'had kunnen
spreken of zidh verstaanbaar maken.
Herhaalde malen -had ihij vergeefs be
proefd iets neer te sChrijve-n. Onno, die
hem vol liefde -oppaste en alles bedacht,
•om zijn .lijden te verzachten, .beproefde
zijne (hand over hef papier -fe leiden, en
■noemde 'zelfs de verschillende letters
Oudenaardsdh licht bier. Van den E-de-
lareberg zagen we in 't ochtendlicht
Oudenaarde liggen met zijn (grijze to
rens en rood-e daken -en 't groen van
plantsoenen en hoven. Als .zilver blonk
de Schelde, die de stad omgaf om dan
(kronkelend verder te vloeien, tusschen
weiden en groene -heuvelhellingen,
waar torentjes piepten e-n molens draai
den. De Schelde O, hoe dikwijls als ik
'hier op 'haar -oever sta, gaan mijn ge
dachten terug langs den stroom, voor
bij Antwerpen, Dendermon-de, Gent tot
Oude-naaTde toe. Wat is ze ginds nog
smal en bescheiden
Op den lEdelareberg trok'ken we kou
sen e,n schoenen weer aan, om de ste
delingen ni-et te veel te ergeren, en we
daalden den steilen we-g af, en gingen
over de brug lan-gs 'de oude, mooie Pa-
meliker'k 't stadje 'binnen, dat nu uit zijn
rust wakker schoot door 't geratel van
karren en wagens en 't geklap van
honderden boeren en boerinnen, welke
de straten vulden met hun -levendigheid.
-Eén herinnering... Bn zooveel an-dere
1 komen me voor -den -geest.'t Vreedzaam
j Vlaanderen. En nu lees ik „Ka-rel Blom-
i maert, krijgsaalmoezenier".
En weer gaan mijn gedachten terug,
maar niet zoo ver. Even voor den oor-
I log. 'k Was fe Duinkerke, in Noord-
j Frankrijk, de gast van mijn vriend Ka-
rel Blommaert.Hij stond er aan 't hoofd
I vain -het Hollandsch Zeemanshuis, dat
j nu ec'hter voor 't-m-eerendeel Vlamingen
l 'herbergde. Voor die Vlamingen zou ik
i spreken. O, onvergetelijke avond In
i eigen taal spraken we 'hier -in 't vre-em-
de ia-n-d -en na de voordracht zaten we
in een vriendenkring en hoo-rde -ik ver-
j halen van landgenooten in Frankrijk.
't Is waar, ik vernam ook van veel wee,
I en hoe duizenden Vlamingen als paria's
I op Frankrijks velden, in Fransc'he fa-
j brieken zwoegden, hoe velen buiten 't
i huiselijk leven vervielen in ellende. On-
der hen werkten Karei Blo-mmaert en
I zijn vrouw, Madeline Van der W. Pie-
i terszen.
i En heel Iaat gingen we met ons drie-
en weg, tot aan 't einde van -de -pier,
- ver in -zee. U-it -den .hoogen vuurtoren
i van Duinkerke sprongen de machtige
stralenbundels en als balken schitte-
reind zilver gifeden ze over den vloed,
j die .haar -eeuWig lied zong. Lang zaten
I we daar en we spraken over onze
jeugd. En 't w.as „weet je dit n-og, en
I weet je -dat nog -en we waren geluk-
kig -om 'het wederzien. O, (hoe voelde
j ik 'het sohoone en grootsdie van de
taa'k -dezer tw-ee stille -getrouwen, die
j uitgingen tot de diepst gevallenen en
hun de 'helpen-de hand boden. En door
I hu-n toewijding en -liefde en volharding
zijn -mannen, die als beesten leefden,
eerbare huisvaders geworden, 'hebben
dronkaards gezworen de gen-ever te
verfoeien, e,n 'hielden ze woord, zij-n af
gedwaalde zonen tof (hun ouders terug
gekeerd. Maar wat een zware taak,
welke standvastigheid, welk geduld,
welke volharding werd van Blommaert
en zijn vrouw geëisoht
Toen brak -de oorlog uit. VlaamsChe
dorpen, waar de strijd om ieperen en
den Ijzer ontbrandde, vluchtten en
Duinkerke was vol volk. Tragische da
gen volgden toen. Afgematte mannen
en vrouwen -lagen op straten en plei
nen.... Zieken stierven in pakhuizen of
onder de open -lucht. Op -de place Jean
j Bart jammerde een moeder om haar
wicht, dat im haar armen bezweke-n
was. Toen oo-k hebben Blommaert en
zij-n ga-d-e heeriij'k werk verricht.
Aan den Ijzer woedde de strijd. Zou
den -de -Duitschers doorbreken was de
van 'het alphabet -op, ten einde door
teekens te weten te komen, w-eike Iet—
ters zijn vader bedoelde, en zoo- lang-
j zaïmerhan'd de woorden samen .te st-el-
i len. -Het was alles -vruchteloos, hij stierf
j zonder -dat men zij-n jongsten wensch
had gera-den en moeder en zoon bleven
i achter in 'h-et bezit van een klein kapi
taal, dat voortaan door de weduwe be
heerd zou wo-rden.
Op zekeren avo-nd, ongeveer drie we
ken na 'hun verlies, zette Onno zich
naast zijne moeder .neder en vroeg
'haar op 'bevenden toon
„Zult gij mij dwingen u te verlaten,
gelijk vooraf bepaald was, of komt gij
met mij mede naar de hoofdstad
De weduwe za-g 'hem vol liefde aan,
en antwoordde feeder
„Het zou mij veel kosten, kind, iheel
veel, -hier alleen te blijven. Maar 'hoe
wil .het anders Ik ben aan dit huis
gebonden".
„Misschien zoudt igij 'het tijdelijk kun
nen verhuren, moeder."
„Helaas -mijn jongen, wat zou uw
va'der van dit .alles gezegd 'hebben
„Hij kan onmogelijk hebben voor
zien, dat 'hij ons zoo .spoedig zou ko
men te ontvallen, en uw leven in dit
uitgestorven 'huis zal zoo treurig zijn."
„Maar gij, Onno, -kunt gij niet .blij
ven?" v.roeg zij, aarzelend, want zij had
zoo zeiden een verlangen -durven uit
spreken gedurende -de dertig jaren van
angstige vraag, w.ant dan ging o-ok
Duinkerke onder Veel inwoners trok
ken reeds weg, -maar «iet de heer en
madam Blommaert. Afgematte, -gewon
de soldaten strompelden door -de stra
ten en '-t echtpaar ibra-cht ze in 'hun Zee
manshuis en i.n -de eigen bovenwoning
en, toen 'hier alles -overvol iwa-s, naar
andere .asyls.
Rechtover hen zaten Franschen, Ma
rokkanen, Arabieren. Zieken, gewon
den, veriatenen en zij gingen er bij,
hielpen en tr-oosften, en als Madeline
ziCh over stervenden boog, moeten -de
ze wel een visioen van 'hun eigen moe
der of vrouwe -ge'had hebben
Nog tragischer werd het te Duinker
ke. Duitsche aviateurs bestookten met
'hun vreesedijJce bommen de stad. Uit
'hét leger vroeg -man dringend om Karei
Blommaert. Vijf duizend protestantsohe
soldaten (hadden hulp en troost no-odig.
En Karei kon niet weigeren... Vrijwillig
werd -hij 'krijgsaalmoezenier.
Veel inwo-ners verlieten het onveilige
Duinkerke. En 'bleven -er mannen, ze
stuurden toch vrouw -en k-i-nderen weg.
Maar madam Blommaert dacht aan
geen wij-ken. Ze moest nu ook de plaats
-van 'haar -man vervuilen. Vrouwen, die
om raad en hulpe kwamen, vermoeide
soldate-n, vluchtelingen, -zij allen moch
ten nooit de deur va-n 't zeemanshuis
gesloten vinden. Hoe -dikwijls moest de
moeder met 'haar kinde'ke en -met hulpe-
loozen .naar den kelder vluchten, als
de groote klok de nadering van een
Duitsch luchteskader -meldde Menigen
nacht bracht ze in de on.-deraardsche
schuilplaats doo-r bij -de wieg va-n -haar
meisje, dat naar Beigië's koningin Eli
sabeth was -gedoopt. En daar hoorde
ze bommen barsten, daken kraken, ra
men .kletteren, ih-u-iz-en ineenvallen...
Maar Madeline week niet. Ze kende
alleen haar plicht. Voor 'hoe -menigen
Waai of Franschm-an heeft -ze 'it gezon
gen
„Vous, qui pieurer, venez a ce Dieu,
i! pleure,
Vous, qui souff-rez, v-enez a Lui ca-r
guérit
Vous, qui tre-mblez, venez a Lui car
il sourit
Vous qui passez, venez a Lui car il
'd-emeure.
Een ander-lievelingslied was
„Oh ne -dites pas, que ,1a vie est un
rêve,
Une ombre, qui s'en.fuit, qui flotte
sous mos pas.
C'est ie temps de la lutte".
Neen, 't leven was voor 'haar -geen
droom -o-f schaduw, 't was eem worste
ling, een strijd.
En of er meer en -meer bommen op
Duinkerke vielen, of er stikgassen door
de straten walmden, -of ver geschut of
vluchtig -verschijnende schepen grana
ten schoten, Madeline bleef trouw op
ha-ar post en werkte met liefde, zooals
haar man het deed aan het front.
't Echtpaar verwachtte een tweede
ki-nd. 't fs in -d-en kei-der geboren. Maar
kom, laten we kiort zijn, 't is al te tra
gisch... William werd geboren... O,
wie kan zeggen -hoe al- 't gevaar, de
ontroerin-g, -de strijd, de arbeid, dat
vrouwelijk lichaam 'had geschokt. De
man, van het front overgekomen, be
moedigde e-n troostte zijn -kranke echt
genoote.
Op 30 Augusus stierf ze... Haar laat
ste woorden waren „N'i'et mijn wil,
maar de Uwe gesohiede..." En die -hoo-
ge berusting heeft gansc-h haar leven
geteeken-d... Hoie nederig Was ze. Wat
beteeken-de al-haar wer-k in eigen oog?
Stervend zong ze -nog
haar huwelij-k, „ik weet -het wel, va-
der's plannen voor u waren -anders,
maar gij zult nooit ee-n geschikt koop
man zijn, dat moet in den aard zitten,
of wel .het komt ,er nooit in. Wij hebben
genoeg om stil van fe leven, en gij zult
u ongestoord 'met de muziek kunnen
bezighouden."
'De jongen greep hare handen in de
zijne.
„O .moeder", sprak (hij gejaagd, „de
muziek Daar noemt gij juist hetgeen
mij geen oogenblik -uit de gedachten is.
Neen, ik ben niet voor den 'handels
stand -in de wieg gelegd -en i-k zo-u diep
ongelukkig zijn, indien ik mijne viool
voor iets andes moest verwaarloozen
maar -indien :i-k h'ier bleef, 'hier waar
men nooit een concert bij kan won-en,
no-oiit iets goed hoort in de verschillen
de familie-kringen, zou ik even goed
mijn kunst zi-en iiifdoove-n. He-b méde-
lijden mef -mij en vergezel mij naar Am
sterdam. U -hier allee-n te weten, zou al
mijn -vreugde vergallen, ook al stond-t
gij mij toe voortaan tot artist opgeleid
te worden. Gij .zoudt eens zien 'hoe ge
lukkig wij samen zouden zijn, in eene
kleine woning, ver van -het gewoel der
stad. Ik zou mijn kennissen bij u bren
gen wij zouden samen lange wande
lingen maken, en gij zoudt getuige we
zen van mijne vorderingen, en la.ter ook
van mijn roem".
(Wordt vervolgd.)
'>1