De Witte Vrouw
VRIJDAG 19 OCTOBER.
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
flEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
^0. 247 Jaargang - 1917 =-
VLISSINGSCHE COURANT
Het verbod sub 1 gesteld, is niet van
toepassing voor zoover het vervoer
plaats windt in hoeveelheden van niet
meer dan J K. G. 3o. Van het sub 1
gestelde verbod kan, -zoo noodig, onder
daarbij te 'stellen voorwaarden, onthef
fing worden verleend door de Toewij-
zingscommissie voor Benzine, Park
straat 106, 's-Gravenhage.
Vlissinigen, 16 October 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Vergadering van Donderdag.
Van Utrecht naar Wageningen vice
versa Zie daar weer de geregelde
dienst dien wij .ook vandaag onafge
broken hebben voortgezet.
Zou er geen andere oplossing moge
lijk zijn geweest Als men er eens om
dobbelde Als men het den Voorzitter
eens op de knoopen van zijn rok liet
uittellen Als .men er twee pootige Ka
merleden eens om liet... knokken? Als
men eens deed kruis of munt.
't Zou alles interessanter zijn geweest
dan de ellenlange redevoeringen, die
onvermoeid worden gehouden ter op
hemeling van Utrecht of Wageningen.
Nu eens moet de wetenschappelijke at-
mosfèer te Utrecht den doorslag geven,
dan weer is het de rustige intimiteit
van het landelijk leven dat voor Wage
ningen moet pleiten.
Een krachtige rede vóór Wageningen
hield de 'heer Teenstra. Het was een
zakelijke rede. De verhuizing naar
Utrecht zou wel tien jaar duren éér de
school daar goed geoutilleerd was. Bo
vendien zouden de landbouiw-studen-
ten te UtreCht toch maar als tweede
rangs-studenten worden aangezien, ge
lijk thans met de aanstaande veeartsen
het geval is. Inmiddels bleek bij deze
rede duidelijk, dat men Ihet over het ka
rakter van het Ihoogere landbouw-on-
derwijs niet eens is. Wat de heer Teen
stra wil is een zuivere vakschool, die
aan zeer hooge eischen voldoet. Daar
tegenover verdedigde de iheer Ter Spill
de opvatting, dat een wetenschappelij
ke vorming :van landbouwkundigen
noodig is, opdat de landbouW-weten
schap steeds meer zich zal uitbreiden.
Men herinnert zich dat het gisteren de
heer Lohman was die duidelijk uiteen
zette, dat ons land veel meer behoefte
heeft aan grondig gevormde deskun
dige dan aan theoretische wetenschap
pelijke geleerden op land'bouw-géb'ied.
Een 'bijzonder puntje werd door den
heer 'Limburg naar voren gebracht. Hij
wees er op, dat men er niet is, wanneer
men de landbouw-hoogeschool aan de
Utrechtische Universiteit verbindt. Het
zal toch ook noodig zijn den landbouw
ook aan andere universiteiten onder te
brengen. Hij maakte van de sehoone
gelegenheid gebruik om voor de Gro-
ningsche Universiteit twee landbouw-
leerstoelen te vragen. Door den heer
Teenstra werd die aandrang gesteund.
Minister Posthuma verklaarde nog-
eens, dat hij zich wat de plaats van
v stiging voor de hoogeschool betreft,
gebonden achtte aan de beslissing van
1911. Zelf hiad hij echter een andere
meening en achtte hij Utrecht beter ge
schikt. Die meeniing heeft hij niet on
der stoelen en banken gestoken. De Ka
mer is dus ge'heel vrij en voor den Mi
nister kan het geen échec worden. Wa
geningen achtte hij ais gemeente te
klein voor een hoogeschool. Men is er
altijd op een klein .kringentje aangewe
zen en dit leidt tot conflicten, die niet
bevorderlijk zijn voor het onderwijs. De
jongelui blijven er ook niet lang als
het uur van ontspanning is geslagen.
De studenten zijn voor het behoud,
maar opmerkelijk is, dat de meesten
van mee-ning veranderen als ze Wage
ningen hebben veriaten.
Het onderwijs te Wageningen zal
nooit meer zijn dan een vak-onderwijs
met 'n wetensohappelijken ondergrond,
i Dat nu achtte de Minister niet vol
doende voor den landbouw.
Een toezegging ten aanzien van
leerstoelen te Groningen kon Minister
Cort van der Linden niet doen. Hij staat
er echter sympathiek tegenover.
Met 48 tegen 10 stemmen besliste de
Kamer dat Wageningen zijn school
houdt.
Ook besliste de Kamer, dat het woord
„veeartsenijkunde" weer in de wet zal
geplaatst worden in plaats van het
woord diergeneeskunde.
Verschillende minder belangrijke
amendementen werden overgenomen,
o.a. is nu bepaald, dat de Ihoogieeraren
en lectoren in Wageningen moeten wo
nen. Ook is het vak bandteekenen in de
lijst der vakken opgenomen. Jongelui
met diploma A van het Gymnasium
.zullen nu toegelaten worden.
Later heeft de eindstemming plaats.
Een paar kleinere ontwerpen werden
nog afgedaan.
De zand- en grint-kwestie.
Eerstdaags kan een officieele mede-
deeling van de Engelsche regeering
over de kwestie van den doorvoer van
zand en grint worden tegemoet gezien.
De Entente en wij.
Naar aanleiding van een Londensch
bericht van de „telegraaf", dat Frank
rijk en België met de Britsahe regee
ring accoorü gaan, zegt 't „N. v. d. D.":
Dit verdient opheldering. Frankrijk
laten wij daar, .maar de regeering van
België Moeten wij dat nog verdra
gen, terwijl wij in de laatste twee jaar
15 mililoen hebben uitgegeven voor
Belgische „beklagenswaardige stum
pers", om niet te spre,ken van de ver
ergering van den woningnood en de
vergiftiging van .een deel van onze pers,
wegens het herbergen van Belgen, d'ie
nu juist .niet tot de stumpers behooren?
Wij hopen, dat dit .bericht, dat op
ons publiek een allerpijnlijksten indruk
moet maken, afdoend wordt tegenge
sproken. Of verbeeldt men zich te
Havre, dat wij Hollanders er toe te
brengen zijn, krom te liggen en de hand
te kussen, die ons kwelt en worgt
De „Nieuwe Ct." merkt naar aanlei
ding hiervan het volgende op
Wij hopen, dat men deze opvatting
niet zal deelen. Indien de Belgische re
geering overtuigd is, dat onze regee
ring van de neutraliteit verkeerde op
vattingen heeft en in praktijk brengt,
komt ons dat onverklaarbaar voor,
maar als zij in dit geval zich aansluit
bij de Britsche regeering in haar on
rechtmatige pressie, mogen de Belgi
sche onderdanen hier te lande, tenzij
voor zoover ze schuldig mochten staan
aan het ontstaan van d'ien verkeerden
indruk, daarvoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
Wij bewonderen de regeering ,te
Havre allerminst. De relatie tusschen
- BEKENDMAKING.
tv Burgemeester 'van Vlissingen
M bekend dat 'de Minister van
tjtidbouw, Nijverheid en Handel den
,L October 1917 heeft goedgevon-
f„ te bepalen
Aft 1- 'Het is verboden stof, kaf of
„itscïioonsel uit granen, peulvruchten
handelsige.wassen af te leveren, te
«ervoeren of te doen vervoeren.
Art 2. Het verbod gesteld in art. 1
«eidt nieta. voor afleveringen of ver
ier op last van een Regeeringscom-
mssaris voor de Rijksgraanverzame-
tnlr, het Comité van Graanhandelaren
ie «otterdam, de Commissie voor den
Graanhandel te Amsterdam en de fir
ma Van Stolk's Commissiehandel te
Rotterdam b. voor afleveringen of
«ervoer van partijen, die geadresseerd
zijn aan een Regeeringscommissaris, de
Veevoederfabriek „Zuid-Holland" te
Schiedam of aan de firma Van Stolk's
Commissiehandel te Rotterdam.
Art. 3. Onder granen worden in 'deze
regeling verstaanwintertarwe, zo-
mertarwe, spelt, winterrogge, zomer-
rogge, wintergerst, zomengerst, haver,
evene en boekweit.
Onder peulvruchten 'worden in deze
regeling verstaan: veldboonen, (w.ier-,
paanden, duiven-, sahapen-, iwaalsche-)
alle soorten groene erwten inbegrepen
gele erwten, alle soorten grauwe erw
ten, alle soorten bruine, .gele en -(witte
boonen.
Onder handelsgewassen worden in
deze regeling verstaan kanariezaad,
koolzaad, raapzaad, boterzaad, deder-
zaad, iblauwmaanzaad, lijnzaad.
Vlissingen, 16 October 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
BAK- EN BRAADVET EN
MARGARINE.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt .bekend, dat de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel den
12 October 1917 heeft goedgevonden
te bepalen het is verboden bak- en
braadvet en margarine te verwerken
I. in producten van bakkerij of ban
ketbakkerij 2. in hotels, restaurants,
sociëteiten en daarmede gelijkstaande
inrichtingen bij het bereiden van spij
zen.
Vlissingen, 16 October 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
IJZER EN STAAL.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend, dat door den Minister
van Landbouw, Nijverheid .en Handel,
den lien October 1917 een nieuwe dis
tributie van ijzer en staal is vastgesteld
welke regeling voor belanghebbenden
ter inzage ligt op bet Bureau Distribu
tiebedrijf (Stadhuis Kamer no. 4, 2e
verdieping.)
Vlissingen, 16 October 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
TERPENTIJN.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend dat de Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel den
11 October 1917 heeft .goedgevonden
te bepalen
lo. de venkoop, de aflevering en het
vervoer van terpentijn is verboden 2o.
DOOR
JL. H AHS,
104) (sssuk rerlniei)
Weer boog hij zich naar zijn neef,
die hem eensklaps een hevigen .kaak-
slag gaf.
Daar, gemeene huichelaar riep
de jongeling. Heeren, riep 'hij, mijn oom
veinst... Dikwijls heeft hij mij gezegd,
dat als 't van .dat vergif moest uitko
men, hij zich krankzinnig houden .zou.
Ellendige 'huichelaar tierde Leo
nard woedend. Een vloek uitbrakend,
wüde hij zijn neef aanvallen, maar de
gendarmen overmeesterden en boeiden
hem.
Even .was Leonard uit zijn rol ge
weest. Hij begreep het en werd dadelijk
halm. Hij stak zijn geboeide handen
omhoog en riep lachend
Kijk eens, >wat ze .n.u doen Speel
goed
We zullen de .zitting schorsen,
sprak de voorzitter.
Leonard werd in een kamer geleid,
con dokter onderzocht Siem. Ook de
gevangenisbewakers moesten komen.
e dokter verklaarde Meuleman ge-
nVh -Van &eest. Hij veinsde ikrankzin-
'griei'd, maar o.p een zeer gebrekkige
'lze- 'In de gevangenis had men
niets van de kwaal (bemerkt.
De beschuldigde .werd aan ee.n kruis
vuur van vragen blootgesteld, en hij
bezweek er onder.
Hield ik me krankzinnig vroeg
bij... Och, m'n ihoofd is zoo raar!...
Weet ik iwat ik doe Neen, ik ben niet'
krankzinnig Heb ik gekke dingen ge
zegd Waarlijk Och, ge moet toege
vend zijn voor mij Ben ik niet gemar
teld O m'n 'hoofd soms Doe nu de
zaak af... 't blijft duren... ik verlang
naar het einde. O, m'n hoofd
En Leonard loosde weer diepe zuch
ten.
De zitting werd hervat.
Leonard Meuleman scheen geheel
ontmoedigd... Hij begon toe te geven,
zelfs te 'bekennen.
IHeeren, zei Ihij, laat ik de eenvou
dige waarheid zeggen Ja, in die dagen
was ik onverantwoordelijk... Ik heb
meer van die vlagen, zoo juist nog
hieldt ge mij voor gek...
Neen, onderbrak de voorzitter, gij
waart 'het, die u gek wilde veinzen.
Ik was eenige oogenblikken on
verantwoordelijk. Als ik werkelijk wil
de veinzen, zou ik dan mijn rol niet
volgehouden hebben? In die andere
kamer werd m'n hoofd helder... 't was
daar zoo benauwd niet. 't Was of ik
uit een verdooving ontwaakte... Veins
de ik toen nog. Neen, ik heb niet ge
veinsd. Soms "zij.n mijn gedachten weg
en ben ik onverantwoordelijk voor mijn
gezegden... en ook voor mijn daden...
En zoo was het ook in dien tijd van de
vergiftiging.... Heb ik tot mijn neef niet
gezegd, dat hij ide nicht om 't leven
moest brengen met vergif 't Is moge
lijk... Heb ik .gezegd, dat wij haar erfe
nis konden verdeelen 't ls mogelijk.
Maar hij daar en Leonard wees op
Gharles hij daar wist, dat ik soms
■zeer zwak van hoofd was, en hij had
niet naar me mogen luisteren, integen
deel, hij 'had medelijden met me moeten
gevoelen. Maar wat deed hij Van m'n
zwakheid, en m'n onverantwoordelijk
heid, *ja, heeren, ik druk er op, van m'n
onverantwoordelijkheid, maakte Char
les Meuleman misbruik om z'n slag te
slaan... Ware ik helder va.n hoofd ge
weest, ik zou de arme nicht tot een be
schermer zijn geweest, dooh nu kon
Charles me zijn medeplichtige maken
Weet ik, iwat er in die dagen is ge
beurd Neen, ik weet .het niet, en ik
kon het niet weten ik was een willoos
werktuig En als na den dood van
de nicht, Charles me zei, dat 'hij den
dood op zin geweten had... wat kon ik
anders doen, dan tot redding van onzen
naam alles trachten te verbergen En
daarom sta ik nu hier O, ik had hem
daar moeten overleveren Zoo beloont
hij me voor mijn goedheid
Moet ik me nog verdedigen?
vroeg nu Charles. Die man veroordeelt
z'n eigen. Eindelijk moet hij gaan be
kennen en hoor, hoe hij 't doet De
zelfde gemeene huichelaar
Welk een verstokt gemoed, sprak
Leonard zuchtend, en hij schudde mee
warig 't hoofd.
Maar, Leonard Meuleman, vroeg
tde voorzitter, waarom hebt gij dan 't
haar en de kliek, die Nederlandsch
■grondgebied wil annexeeren, achten wij
in de gegeven omstandigheden met na
me, allerminst in de.n haak, maar het
igaat 'naar onze meening niet aan daar
voor de Belgen in Neerland aanspra
kelijk te stellen. Het aantal van 'hen, die
Ihet gestook der annexionisten en de
houding der geestverwanten van die
strooming in Nederland verfoeien, 'is
niet gering. Dat gaat evenmin aan als
de Duitsche kinderen in ons land den
duikbootoorlog te doen ontgelden.
De Vereenigde Staten en Nederland.
Hollandsch Nieuwsbureau verneemt
uit Washington
Ofschoon het gebrek aan tonnage
zeer ernstig is, aarzelt Wilson over te
gaan tot het requireeren van deNeder-
landsche schepen, daar hij hoopt dat
een bevredigende oplossing mogelijk is,
zonder dat tot harde maatregelen zai
behoeven te worden overgegaan. Wil
son wil (voortaan nauwgezet alles
vermijden, wat de gevoelens in Neder
land zou kunnen kwetsen.
De Nederlandsch—Dultsch—Oosten-
rijksche overeenkomst.
Van goed ingelichte zijde verneemt
de „Voss. Ztg." over de economische
overeenkomst tusschen Nèderland eener-
zijds en Duitschland en Oostenrijk
Hongarije anderzijds: Een kleine ver
traging van eenige dagen, die met de
Duitsch-Nederlandsche overeenkomst
heeft plaats gehad, hangt samen met
een leveringsverdrag, dat oek Oosten-
rijk-Hongarije met Nederland op het
punt is af te sluiten. Het is te begrij
pen, dat voor de definitieve teekening
van het contract, tusschen Berlijn en
Weenen beraadslaagd wordt over den
omvang van de leveranties der beide
centraie mogendheden aan Nederland.
De credieten, die Holland aan Duitsch
land en aan de monarchie bereid is toe
te staan, bedragen ettelijke millioenen
guldens maandelijks. Natuurlijk over
treft het crediet, dat aan Duitschland
gegeven zal worden, dat aan Oosten
rijk zeer belangrijkhet is zelfs
meer dan tweemaal zoo groot, hetgeen
verband houdt met de veel grootere
leveranties van Duitschland, vooral van
kolen en grondstoffen.
Uit Oostenrijk-Hongarije betrekt Hol
land eigenlijk alleen hout en geheel
afgewerkte artikelen.
Naar wij vernemen zal wellicht nog
eenige tijd verloopen alvorens de Ne-
derlandsche regeering de door de Ne-
derlandsche en Duitsche onderhande
laars voorloopig getroffen schikking over
economische aangelegenheden goed
keurt. Van Nederlandsche zijde toch
is het sluiten eener definitieve over
eenkomst nog afhankelijk gesteld van
tegemoetkoming aan onze wenschen op
enkele punten, waarover nog onder
handelingen gaande zijn.
Staatsleening.
Eerlang zal thans bij den Raad van
State aanhangig worden gemaakt het
eenigen tijd geleden reeds aangekon
digde wetsontwerp tot het aangaan eener
geldleening groot 5 millioen guldens,
met inbegrip van het in een 41/» per-
centsleenuig te converteeren, nog niet
afgeloste gedeelte der 5 pet. staatslee
ning van 1914.
Meer belastingen.
Van betrouwbare zijde wordt verno
men, dat, in verband met de reeds aan-
geld v.an uw nicht niet gebruikt voor
het doel, 'waartoe het u nagelaten was?
Zoo Charles tegen uw zin de misdaad
heeft verricht, waarom liet ge er hem
dan toch het voordeel van genieten
Uit vrees voor It gerecht riep
Charles.
Zwijg, tot we u het woord geven
gebood de rechter.
Ja, meneer, laat 'h'm ziwijgen
'hernam Leonard goedkeurend. Hoe
meer 'hij spreekt, 'hoe meer hij z'n ziel
bezwaart met leugen, en laster. Voor
z'n aardsohe rechters staat hij al onver
schillig en onbeschaamd en nooit 'be
denkt 'hij, 'dat ie ook eens voor den ihe-
■melschen rechter zal staan. .Hoe dik
wijls iheb ik hem gewaarschuwd, als
ik bewogen was om zin verdorvenheid
en weende om z'n 'leven Maar spot
en verwensChingen kreeg ik dan naar
't hoofd.
Meneer Leonard Meuleman, dat
alles is geen antwoord op mijn 'vraag,
zei de rechter.
Hebt gij iets gevraagd O, ver
geef .me .M'n hoofd... en dan m'n
smart, tm'n zieteleed over m'n neef Hij
is toch de zoon van m'n broeder. Hij is
toch een tak van onzen stam. O, toen,
na den dood van m'n nicht, toen had ik
sterk moeten zijn en met een forschen
houw dien tak moeten afsnijden Ik
was te zwak... ik wilde hem redden.
En 'wat is m'n loon
Genoeg riep de voorzitter onge
duldig. Ik Vroeg, waarom ge het geld
van uwe nicht niet tot het doel hebt
besteed
gekondigde wetsontwerpen (suppl. be
grootingen van Landbouw) waarbij voor
de levensmiddelenverstrekking hooge
bedragen worden aangevraagd, bij de
Regeering in overweging is een wets
voorstel, strekkende om op ieder der
beide verdedigingsbelastingen I en II
150 opcenten te heffen.
Het broodrantsoen.
Het Bureau voor Mededeelingen in
zake de Voedselvoorziening meldt
ln de gehouden vergadering der per
manente commissie inzake crisis-maat
regelen, gevormd uit de Christelijke en
R.-K. arbeiders-organisaties, werd door
den voorzitter medegedeeld dat de re
geering ernstig overweegt het broodrant
soen van 11 dagen terug te brengen op
9 dagen.
Deze mededeeling moet op misver
stand berusten.
Bedenkt men dat onze huidige voor
raden, ook bij het bestaande broodrant
soen, lang niet strekken tot den oogst
van 1918, dan zal men begrijpen, dat
op verhooging van broodrantsoen zon
der nieuwen aanvoer van broodkoren
van overzee niet mag worden gerekend.
De prijs der Limburgsche kolen.
De Rijkskolendistributie heeft aan in-
dustrieelen een prijscourant voor Lim
burgsche kolen voor de maand October
verzonden en daarbij het volgende be
richt
De zeer aanzienlijke stijging van de
prijzen der Limburgsche kolen houdt
verband met het feit, dat van October
af, met het oog op het /eer groote ver
schil in prijs tusschen de Limburgsche
en de in het buitenland geïmporteerde
kolen, een egalisatie van prijzen dient
plaats te vinden van de Limburgsche
en de buitenlandsche kolen.
Te dien einde zal in den loop dezer
maand een Centraal verrekenkantoor
van brandstoffen worden opgericht,
waaromtrent spoedig nadere bijzonder
heden zuilen worden gepubliceerd.
De telegrafische verbinding met Indië.
Na de telegrafische verbinding met
Nederlandsch—Indië verbroken is, her
innert het „Handelsbl." er aan, dat in
het begin van den oorlog die mogelijk
heid reeds voorzien is. Den 17n Augus
tus 1914 namelijk werden door de Ne
derlandsche Handelmaatschappij de ver
tegenwoordigers hier te lande van na
genoeg alle groote cultuurondernemin
gen in Nederlandscli-Indië tot een ver
gadering binnengeroepen, teneinde te
beraadslagen omtrent de te nemen
maatregelen, voor het geval het telegra
fisch verkeer met Nederlandsch-lndië
mocht worden verbroken.
Door deze vergadering, bestaande uit
een 100-tal personen, werd besloten op
de hoofdcentra der cultures commissies
te benoemen, die, wanneer dit geval
zich voordoet, de belangen der cultures
zullen kunnen behartigen en bij het
gouvernement van Nederlandsch—Indië
voorstaan en de ondernemingen van
advies kunnen dienen omtrent alle maat
regelen, noodig om de zaken gaande te
houden.
Een hoogoven.
Zijn wij wel ingelicht, dan is te ver
wachten dat de regeering zal voorstel
len om den Staat voor een bedrag van
f7.500.000 te doen deelnemen in het
kapitaal benoodigd voor de oprichting
van een hoogoven-bedrijf hier te lande.
.■cwMyacqiii—wMnwm n iwn «mum—pi ii—
O, vroeg u dat? Vergeet mij
M'n ihoofd Kondt gij dat voelen, wat
er in mijn hart omgaat. Zoo iets moet
koning David gevoeld hebben, toen hij
voor z'n zoon Absalom vluchten moest!
Charles is mijn 'zoon niet, maar ik heb
h'm toch zoo beschouwd. M'n arme
broer trok zich weinig van hem aan
hij had zich laten binden in de strikken
van dat wijf daar! En Ihij wees op Mele.
Nu begint hij tegen mij weer
riep deze.
Ja, gij, slechte igeest van den
Uilentoren, gij, die er kwam met uw
schoon, maar zondig lichaam, met uw
lonkende, maar veile oogen, met uw
bekorende stem, -maar een bekoring
van den duivel Heeren rechters, die
vrouw heeft hier getuigd, dat ik ook
eens 'haar aanbiedingen deed
En waar is het schreeuwde Mele.
Ge wilde me mee tronen naar Brugge,
oude huichelaar
Loochen ik het Maar hoe was ik
toen 'k Had weer een vlaag van
waanzin (M'n hoofd... O, ge hoort nu,
hoe ik haar veracht, hoe" ik op haar
spuw En ik zou eens vriendelijk tegen
haar geweest zijn Weer een (bewijs,
dat ik in sommige perioden van m'n
leven niet wist, wat ik deed
Heel zwakke bewijzen, merkte de
voorzitter op. iMaar ge wil ons altijd
van de vraag naar 'het besteden van dat
geld afleiden.
Hebt ge iets gevraagd, meneer
O, ik bid u, iherhaal'het... M'n hoofd is
weer zoo zwak
(Slot volgt.)