Eerste Blad. De Witte Vrouw ZATERDAG f Onze Gratis-Verzekering tegen Ongelukken Ditnummerhestaatuitg liladen "gemeentebestuur feuilleton MO. 200' 55e «Jaargang 1917 VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Viissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele riffc ƒ1.66. Voor BelgiS ƒ2.20 Voor overige landen der Post-Unie f 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ijJSTliraTf. VAR ifïïiöË Jr.. Stein fels 51, ïtop! liïï Is te, II fïëahonné'»,'n bezit eener jf% jf| gulden bij levens-TOP*ft gulden bij dood gulden bij verlies ff| gulden bij verlies 4 $Tl gulden bij verlies V* gulden bij verlies oo'is zijn GRATIS verze-/IB ill I lange ongeschikt-/door «f 1111 van een hand, van 111| 1 vaneen van eiken rcr(j Jegen ongelukken voor: UwUv heid tot werken een ongeluk %§"S voet of oog IL<lP*Uf een duim wijsvinger anderen vinger ten olikearlngtn »orësn VERDUBBELD Indian «Is aarzekerilen, weerzien »an geldig pleatstsewljs, «en ongeluk bekomen op Ireln, boot o( tram. De oitkaertng worst gewaarborgd door do „Holl. Alg. Verrek, Bank" të Schiedam ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 13 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel VmÉty Épüjh, éysoïérf sp Zbséi w sipisasfi srhis OhrisfsH;ks Magen Heden hebben wij aan onzen abonné f CHR. HUSER, houder van polis no. 15JO, die liet ongelüfc had bü het verrichten van werkzaamheden op de smederij der Mïj- „Zeeland" een oog te verliezen, ingevolge de desbetreffende hessalin^en van onze Gratis-Verzekerini, een nitheering ge daan van 300 gulden. DE UITGEVERS. HUURCOMMISSIE. Burg. en Weth. van Viissingen Gelet <c*p hun bestuit, waarbij met ingang van 1 September 1917 eene huurcommissie is ingesteld Mede gelet oo de HuurcommisSiewet en op de algemeene maatregelen van bestuur ter uitvoering dier. wet brengen het volgende ter openbare kennis De wet beoogt het voorkomen van onredelijke opdrijving van de huurprij zen dei woningen var. lagere huur waarde (voor Viissingen ten hoogste ƒ350 per jaar) in de tegenwoordige buitengewone tijdsomstandigheden. Alleen, hooigere uitgaven ter zake van de woning te bestrijden, komen als grondslag voor goedkeuring in aanmer king b.v. hotogere hypotheekrente, on derhoudskosten, grondbelasting, ver- bouwingskosten. De woningen worden .gesplitst in drie groepen, te weten A. Woningen, reeds vóór of op 1 Januari 1916 verhuurd. Hij, die voor eene woning een hoo- geren huurprijs wil bedingen dan die van 1 Januari 1916, wendt zich vooraf tot de huurcommissie met het schrifte lijk verzoek dien hoogeren huurprijs goed te keuren. Is de overeenkomst, waarbij de hoo- gere huurprijs is bedongen, vóór de in stelling der hiuuroommissie doch na 1 Januari 1916, aangegaan, dan is de ver huurder gehouden binnen eene maand na de instelling zioh tot de huurcom missie te wenden met het schriftelijk verzoek dien hoogeren huurprijs goed te keuren, hetzij zicih jegens den huur der bereid te verklaren den huurprijs DOOR A. IT S. 57) («ns verboden.) Ik, voor mij, moet de ,scliriftver- valscher ook niet ver zoeken. Wie dan 't Waardig zoontje van den ouden gek, 't fijne heertje, Meuleman, dat heel wat vuils onder zijn mooi pakje en z'n schoone manieren te verbergen heeff. De burgemeester dacht even na. Ik zat dadelijk naar den Uilen toren gaan. Ga, je mee, Donkers Go.ed En de anderen We! wij gaan ook mee, zei Danink, a' is 't maar lijfwacht. Ik zal een goe den knuppel uit een heester halen. Met zulk Bakelandtsvolk 1moet je oplet ten. 'Hola, ik ben er ook nog riep de veldwachter wat beleedigd. Hoe meer, ho«e beter, hernam Gust. Goed, gaat .allen mee, hernam de oufgemeester. De zaak is dubbel, en speelt zoowel op 't kasteeltje als hier. Groepje stond nog aan de vaart, waar de boomen stil ruisehten en 't wa ter weer onbewegelijk lag. Hier en daar de verte 't lichtje van een hoe- .Dakeland was een bekende roo- uoofdman uit West-Vlaanderen. te verlagen tot dien van 1 januari 1916. B. Woningen, welke op 1 Januari 1916 reeds bestonden, doch eerst daar na verhuurd. Hij die voor het eerst eene woning wil verhuren, welke vóór of op 1 Ja nuari 1916 niet is verhuurd geweest, wendt zich, onafhankelijk van de huur waarde der woning, vooraf tot de huur commissie met het schriftelijk verzoek den 'huurprijs van 1 Januari 1916 te schatten. De verhuurder kan daarbij tevens een zekeren huurprijs noemen en verzoeken dien goed te keuren. Hij, die vóór den dag der instelling van de huurcommissie eene woning verhuurd heeft, die vóór of op 1 Januari 1916 niet is verhuurd geweest, wendt zich binnen eene maand na die instel ling tot de huurcommissie met het schriftelijk verzoek den huurprijs van 1 Januari 1916 te schatten. De verhuurder kan daarbij tevens een zekeren fitiurprijs noemen en verzoeken dien goed te keuren. C. Nieuwgebouwde woningen na 1 Januari 1916 voor het eerst in gebruik genomen. Hij, die voor zulk een woning een hoogeren huuurprijs wil bedingen dan ■dien waarvoor de woning voor het eerst is verhuurd, wendt zich vooraf tot de Ihuurcommisise met het schriftelijk verzoek dien hoogeren huurprijs goed te keuren. Hij die vóór de instelling der huur commissie eene huurovereenkomst heeft aangevaan, waarbij hij een hoogeren huurprijs heeft bedongen dan dien, waarvoor de woning voor het eerst is verhuurd, is gehouden binnen eene maand na die .instelling hetzij zich tot die ihuurcommiissie te wen/den met het schriftelijk verzoek dien hoogeren huur prijs goed te keuren, hetzij zich jegens den huurder bereid te verklaren den huurprijs te veriagen tat dien, waar voor de woning voor het eerst is ver huurd. Van de uitspraak der huurcommissie staat zoowel aan den huurder als aan den verhuurder gedurende 14 dagen na de dagteekeniirig der mededeeling be ve of een landhuis. Marie greep Louis bij den arm. Als we niet met zoovelen waren, zou ik bang zijn, fluisterde ze, en ze keek schuw naar 't kanaaltje. En daar straks kwam je alleen, zei de jongeling. Omdat je in gevaar was O, m'.n liefste.en hij drukte haar dichter tegen zich. Nu zal alles goed komen, vervolgde hij. En gij die nooit getwijfeld hebt Hoe kon ik Vader ziet nu z'n on- getijk ook in Gelukkig, ja Och 't geval was moeilijk. Laster kan ver gaan En dat ik je nu als uit den dood terug heb.., Stil, dat is een booze d.room ge weest. God heeft je bewaard. Onze liefde zal nog sterker zijn De goede tijd komt. En zoo volgden ze in zalig gevoel de anderen langs den duisteren weg naar d,en geheimzinniger], somberen Uilen- toren. De veldwachter liep naast den bur gemeester en scheen buitengewoon moedig, nu hij wist in nood op flinke hulD te kunnen rekenen... er zich reeds on verheugend morgen weer voo.r held te mogen doorgaan in 't gezelschap van meneer Valere, Zenobie, Lotje Tille en andere klappeien. Het kasteeltje lag blijkbaar in de diepste rust. Zelfs het gewone lichtje voor het raam van mijnheer Meuleman, miste men. We zullen maar eens bellen, zei de roep open bij den Kantonredhter te Middelburg. Overtreding der wet wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste 1000.—. Alle benoodigde formulieren, voor het indienen van verzoekschriften, zijn ver krijgbaar bij den Secretaris der huur commissie, den heer F. BISSCHOP, die eiken Woensdag des avonds van 78 uur zitting houdt in het Gemeentehius (2e verdieping, kamer no. 3) en bereid is verdere inlichtingen tfc geven. Viissingen, 11 Augustus 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. TAp Qpprp+pric M. VAN DER BEKE CALLENFELS, L.S. Italsnd's Bosschen. Hoe de wereld er zal uitzien, in dien eenmaal deze plaag der plagen, welke haar thans reeds volle drie jaar teistert, een einde zal genomen hebben, wie vermag het te zeg gen We kunnen er ons slechts een flauwe voorstelling van maken, want het menschelijk brein kan onmogelijk in gansch haar omvang de verwoes ting door de oorlogsteistering op allerlei gebied aan de samenleving teweeggebracht, omvatten. Het schrij nend leed van een menschenziel, de onzegbare weedom van weduwen en weezen, de bittere armoe over zoo menig eertijds welvarend gezin ge bracht, de angstige spanning waarin zoovele achtergeblevei panden ver- keeren, tevergeefs ai Zyo langen tijd naar eenig bericht omtrent leven of dood van vader, broeder of zoon uit ziende, wij kunnen dat alles me degevoelen, en mede treuren over het verlies voor altoos van zooveel levensvreugde, zooveel moeizaam ver dienden welstand, zooveel blijvolle toekomstdroomenMaar onze geest en ons gemoed schiet te kort in het omvatten in volle afmeting der con- sequentiën van het reusachtige ver lies aan wereldrijkdom door dezen oorlog teweeggebracht. Daar zijn, om slechts heel enkele grepen uit den droeven voorraad te doen, daar zijn de 49 millioen krachtige jonge man nen door den militairen dienst van hun gewone werkzaamheden afge houdendaar zijn de bijna 10 mil lioen gesneuvelden, wier handen voor immer tot werkeloosheid gedoemd werden, en die aan den weder-op- bouw na de vernieling geen deel kunnen hebben; daar zijn de 12 mil lioen blijvend invaliede jonge man nen, wier economische krachten niet of zeer ten deel der maatschappij burgemeester. We gaan er moeilijk in geraken... voorspelde Donkers. Veldwachter, had je het kanonnetje meegebracht, waar mee je bij d.e kermis en den uitgang van de processie schiet Meneer Donkers, ook zonder ka non moet ieder voor de wet openen, antwoordde de man waardig. Mele heeft wei lachen aan de wet. Morgen vertelt ze je met het vriende lijkst gezicht van de wereld, dat ze al tijd heel vast slaapt en niets van de bel heeft gehoord. De bel klonk luid. Geen antwoord. De veldwachter rammelde aan de poort. Weer belde de burgemeester, luid en aanhoudend. Hei doe open in naam der wet schreeuwde de .politieman. We kunnen er wel wat bij gaan zitten, stelde Danink voor. Ze haasten zich hier niet. Of dat ik eens steentjes tegen de vensters gooide. Ik val hier juist over een baksteen. Dat zou mis schien effect maken. Neen, neen, vermaande de magi straat, die voor >dê derde maal aan de bel trok. Die feeks Houd ze ons voor den zot bromde hij. Een heks is het sprak Donkers. Eindelijk toch hoorde men een deur. Er komt leven, zei Gust. Maar we zijn nog niet binnen, voorspelde de koopman. Wie is er daar? vroeg de oude vrouw. meer tot nut kunnen strekken daar zijn de 250 milliard gulden nu reeds door alle landen aan den oorlog ten koste gelegd, welke ontzagwek kende som niet minder dan éen- vijfde deel van alle rijkdom ter we reld uitmaakt; daar zijn de 12 dui zend millioen gulden aan vernielde bezittingen, en verwaarloozing en sjijtage van allerlei materiaal, dat an ders op voor den mensch nuttige wijze had kunnen worden aange wend Daar zijn, maar waartoe meer der menschheid beschamende cijfers opgesomd Genoeg is het waarlijk om te doen gevoelen en be grijpen, hoe anders de tijden, hoe anders de omstandigheden zijn, waarin wij thans leven, dan waaraan we ge woon waren. Dat ook ons land, gelijk alle .neu trale rijken, volop zijn deel aan het wereldleed ontving, in angst en kom mer en droeve zorgen, het is ons allen bekend, en het woord in een der buitenlandsche parlementen geuit, dat de neutralen, zij het ook op an dere wijze dan de oorlogvoerenden, onder den oorlogstoestand weinig minder dan deze gebukt gaan, is in derdaad overeenkomstig de waarheid. En ook hun toekomst laat zich, nu het vierde oorlogsjaar reeds een aan vang nam, met groote zorg aanschou wen. Want voor alles zal het parool voor de landen in dezen naderenden winter luiden help u zelf, want noch uw buur, noch uw vriend is mogelijk bij machte u bij te staan, in wat het ook zij. Daarom is op eigen kracht te bouwen, op eigen middelen te steunen, overal en in alles waar dit slechts mogelij kerwijze plaats hebben kan, gebiedende eisch van het oogen- blik, gebiedende vordering der om standigheden. En waarin, zoover als mogelijk is, onze eigen economische hulpmiddelen ons kunnen bijstaan, mogen en zullen wij daarvan een ge bruik maken, zooals verstandelijk in zicht en weloverwogen handelen het voorschrijven. Die economische middelen tot in standhouding onzer volkshuishouding, zij laten ons helaas op menig punt geheel en al in den steek. Voedsel en verwarming, broodkoren en huis brand, die twee voorname factoren, wij hebben deze niet tot onze be schikking uit eigen bodem geteeld of gedolven in voldoende mate. En zoo de voorraden van de eerste ons ge durende den winter niet ontbreken zullen, van de laatste zijn we de eer ste reeds aan het opteren de schrale en bepaald onvoldoende aanvulling uit Duitschland van onze kolenvoor- De burgemeester Doe dadelijk open. Mele gehoorzaamde. Zoo, zei ze dan kwaad, kunnen we nooit met rust gelaten worden Dat belt, tiert als dronkaards, maakt nacht- Iaweid. Mele, ik ben de burgemeester, herhaalde de magistraat met nadruk. Dat weet ik wel Daarom juist moest je 't voorbeeld van rust geven. M'n meester is zeer oud. Geen beleedigingen Neen, die zijn alleen goed voor ar me menschen als ik. En je brengt een heele compagnie mee Zou ik nu ein delijk eens mogen weten, waarom er hier gerucht gemaakt wordt, als stond heel Zandegem in brand. Maar je laat ons niet aan 't woord komen Ja, ik ben weer de schuld van al les. Dat weet ik We moeten Charles spreken Die is niet thuis Dan zullen we zelf kijken Goed Breek van mijn part je bee- nen in dat oude kasteel Charles is in geen twee dagen thuis geweest. Ik heb hem dezen middag voor het venster gezien zei Marie. Tiens, is de jufvrouw daar ook Och ja, die is nu al aan nachtelijke wandelingen gewoon Wil je zwijgen, oude feeks ge bood Donkers. O, zij mag wei zeggen, dat ik lieg, hè? Charles is twee dagen weg. Die vindt den Uilentoren te triestig en bij m'n ziele ie heeft gelijk ook raden openen helaas weinig uitzicht op verbetering. Is het te verwonderen, dat Neder land aldus geprangd en bedreigd, den blik naar eigen middelen om huis brand wendt, en dat sedert eenigen tijd de bijl des houthakkers diep in de stammen van het vaderlandsche hout gedreven wordt, en stam bij stam, bosch bij bosch, geveld ligt Voorzeker nieten, mag men verder vragen, is dit dan geen zeer bepaald noodzakelijk, vrijwel onontbeerlijk ge bruik van hetgeen ons toch immers toebehoort Inderdaad, het antwoord moet bevestigend luiden. Daar is echter een tegenwerping te maken zij is deze dat het na tuurschoon bij deze nedervellingen der vaderlandsche bosschen niet al te zeer, althans niet onnoodig wordt geschaad. Ons land toch heeft slechts een gering deel, nauwelijks acht per cent zijner oppervlakte met bosch bezet. Van Duitschland's bodem is daarentegen ruim een vierde, van Frankrijks grond ruim een zesde deel door bosschen ingenomen. We die nen derhalve de bijl met omzichtig heid te gebruiken, want land zonder bosschen is noch kan een schoon land zijn. Doch zoo de geboden om zichtigheid betracht, de voorgeschre ven gematigdheid opgevolgd wordt, zoo niet maar in het wilde weg schoone sieraden van landschap en vallei, van dreven en wegen, aan roekelooze winstzucht ten offer val len, zoo niet maar ter wille van tijde lijk gewin de speculatiegeest van heut- en boscheigenaars alie beper king doet vergeten en waarlijk fraaie plekjes natuur meedoogenloos ver nietigd worden, zoo niet maar ook hier als bij zooveel, de overdrijving haar toomeloos spel blijft spelen, tot dat in het lest de vaderlandsche grond vrijwel geheel ontboscht zou worden, dan, dunkt ons, dient nut en nood zaak vóór te gaan boven genoegen en genot. Wij zagen hiervoren hoe in de gansche wereld millioenen en milli- oenen onzer tijdgenooten onder den rampspoed lijden en een leed over hun land zagen komen, dat, wat er ook verder moge hersteld worden, onherroepelijk iswij zagen voor ons geestesoog in enkele dorre cijfers ge heel het drama ontrold worden, waar door, óók zoo de vrede van stonde af tot stand zou komen, het eerste vierendeel der twintigste eeuw, voor alle tijden met bloedige letters in de annalen der menschheid zal blijven opgeteekend. Maar wij zagen ook, dat ons land zijn deel van het alge- En de oude heer hernam de bur gemeester. Die is ziek Dat zal meneer Don kers je wel verteld hebben. Dus je bekent, dat meneer Meule man Donkers met een zwaard heeft be dreigd. Natuurlijk Ik lieg nooit. Maar m'n ongelukkige meester wist niet wat hij deed En ook, Donkers had geen zaken hier binnen. Heeft ie ook verteld, dat ie als een dief binnengedrongen is Maar hij mag dat doen Gij belet de menschen uw meester te spreken. Donkers heeft ondervonden dat ik er reden voor had. Veldwachter, wij zullen onderzoe ken of Charles Meuleman werkelijk af wezig is. De anderen gaan toch ook mee J riep de politieman verschrikt. Is Donkers ook al van de wet'? spotte Mele. En Delaat en Donkers' dochter. Maar, die komen hier niet bin nen Ik ken ook nog wel wat van de wet, al ben ik een arme sloore Neen, wij gaan samen, de veld wachter en ik, hernam de magistraat. En laat ons nu rap binnen O, ik zal je niet tegenhouden... De deur is open. Maar ik wijs .niemand den weg We zijn nu al genoeg getergd om een zaak die ons niet aangaat Mele, ik zou wat meer eerbied voor 't gerecht toornen Ja, ja, eerbied... Maar ga binnen, burgemeester, ik ben in m'n slaap ge stoord en zou gaarne m'n tukje voort doen. Groote heeren lijk gij kunnen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1