De Witte Vrouw
ZATERDAG jsssÉÉÉ»^ 11 AUGUSTUS
'gemeentebestuur
feuilleton
binnenland
r«o- ssö
55e Jaargang
1917
Versshijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag sn algemeen erkende Christelijke feestdagen
gij dan Cairint behoeit een Bijvoegsel.
KWADEJDAGEN.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
Hipsfirms F. MiBE VELDE Ir.. Kleins Marlt 58, Vlissingen. ïiSon inters.
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen ct. per regel
r>i» abonné's, in 't bezit eener tftfl gulden bij levens- fg ff f* 8ulden bii dood f|f|f| gulden bij verlies r*ft gulden bq verlies A (A f| gulden bij verlies r* gulden bij verlies
ooüs zijn QRAT1S verze- RB I lange ongeschikt- door <l||| van een hand, inlj van IgggI vaneen M*van eiken
vrd tegen ongelukken voorl&f U U heid tot werker, 0 een ongeluk UUll voet of oog iUU een duim AU U wijsvinger 4ZÜ anderen vinger
g«i« ül!U«erlng*n «orden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien tan geldig pleaUbewQs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De ultkeering «ordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam
REGEERINGSGOEDEREN.
Burg. en Weth. van Vlissingen
brengen ter algemeene kennis
dat ingevolge hunne kennisgeving
van 28 Februari 1917, ibethöoren'de bij
de voor hunne gemeente geldende
distribut'iereigetinig .van regeeringsgoe-
deren did. 12 en 19 Februari 1917, A. no.
213, gedurende ide week van 13 Augus
tus tot en met 19 Augustus 1917
op bon no. 21 Rijst verkrijgbaar is 1
H.G. (1 ons) prijs per K.G. ƒ0.28 of 1
H.G. (1 ons) Java- of Siamrijst prijs
ƒ0.56 per K.G.
op bon no. 11 Zeep verkrijgbaar is
j4 K.G. (2'/2 ons) prijs 0.28 per K.G.
Vlissingen, 11 Augustus 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
M. VAN DER BEKE CALLENFELS, L.S.
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
Gezien de artikelen 6 en 7 der Hin-
denwet
geven bij deze kennis
dat bij hen is ingekomen een verzoek
van de firma J. HAKKER, alhier, om
vergunning dot het uitbreiden zijner
slachterij op (iet perceel kadastraal be
kend Gemeente Vlissingen, Sectie D
no. 546, plaatselijk gemerkt Vrou'we-
straat no. 43
dat dit verzoek met de bijlagen, te
beginnen met Maandag den 13 Augus
tus 1917 op de Gemeente-Secretarie ter
visie zall gelegd worden, en dat den
veertienden dag nadien, izijnde den 27
Augustus 1917, ten Raadlhu'ize, des na
middags ten 3 ure, gelegenheid zal ge
geven worden, om bezwaren tegen bet
oprichten der inrichting in te brengen,
zullende zij die niet overeenkomstig
Art. 7 der 'Hinderwet voor het Gemeen
tebestuur of een of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hunne bezwa
ren mondeling toe te lichten, niet tot
beroep gerechtigd zijn, terwijl gedu
rende drie dagen vóór dat tijdstip, ter
Gemeente-Secretarie van de ter zake
ingekomen schrifturen kennis kan geno
men worden.
Vlissingen, 11 Augustus 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
M. VAN DER BEKETALLENFELS, L.S.
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen,
Gezien: de artikelen 6 en 7 der Hin
derwet
Gewen, bij deze kennis
DOOR
A. ZÏAK S.
45) - (mint ïersojtn.)
Nu, vader is de beste man van de
wereld en bij gaat mij niet tegenwerken.
En tante
Moeder is met mij 'f akkoord. Wel,
staan de zaken met jou alzoo
Zoë peinsde, al etend, even na.
Ik ga je helpen, riep ze dan.
Waarmee V
Om dien deugniet te ontmaskeren,
dien Meuleman, zoo heet hij toch
Ja. Maar hoe
Dat is mijn zaak Je moet me als
we zoo wandelen, eens alles vertellen
wat je vain hem weet. Ze hadden mij
politie moeten maken, geheime. Ik heb
nier ook eens een dief uitgezocht en de
burgemeester maakte me een compli
ment.
Maar deze zaak is zoo duister,
wedervoer Marie.
Dat is niets... Als 't niet duister
was, zouden we ook geen licht moet-en
ontsteken.
dat"3!)6» moest tot zichzelf bekennen,
m,sschien lichtzinnig over
n moeilijke taak sprak, en. toch kreeg
nieuwe hoop.
Och,
tp -- ze stond ook zoo alleen...
g nover zooveel haat, vijandschap,
dat Ibij hen is ingekomen een ver
zoek van P. VAN STEE, slager alhier,
om vergunning tot Ihet oprichten van
eene slachterij met stal en vleeschko-
kerij in het penceel kadastraal bekend
gemeente Vlissingen, Sectie E no. 2049,
plaatselijk gemerkt Lange Zetke no. 32;
dat idit verzoek met de bijlagen, te
toegingen met Maandag den 13 Augus
tus 1917 ap de Gemeente-Secretarie ter
visie zal gelegd wórden en diat den
veertienden dag na dien, zijnde den 27
Augustus 1917 ten Raaid'huize, des na
middags ten 3 ure, gelegenheid zal ge
geven, worden om 'bezwaren tegen het
oprichten der inrichting in te brengen,
zullende zij diie niet overeenkomstig art.
7 der Hinderwet voor 'het gemeentebe
stuur of een of meer zijner leden zijn
verschenen, teneinde 'hunne bezwaren
mondeling toe te (idhten, niet tot beroep
gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie.
dagen vóór dat tijdstip, ter Gemeente-
Secretarie van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kan worden geno
men.
Vlissingen, den 11 Augustus 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE
De Secretaris,
M. VAN DER BEKE CALLENFELS, L.S.
De onverbiddelijke cijfers der sta
tistische gegevens wijzen het uit, dat
de prijsstijging van onze allereerste
levensbehoeften voortdurend toeneemt.
Schier van dag tot dag, doch zeer
zeker bij de week is deze verhoo
ging der prijzen van hetgeen wij voor
ons dagelijksch onderhoud allereerst
noodig hebben duidelijk waarneem
baar en sommige artikelen zijn, iom
zoo te zeggen, niet meer te betalen,
terwijl verreweg de meeste tot een
ongekend hoog prijsniveau zijn «p-
geloopen. En nog steeds gaat het in
die richting voort.
Inderdaad, de kwade dagen zijn
aangebroken, de dagen vol van zor
gen voor de huismoeders, vol
van ernstige overwegingen voor de
huisvaders, vol van een somber
voorgevoelen bij allen, voor het
geen de naderende winter ons
zal brengen. Het is waar, niet
op ieders schouders drukt de last
voor de zorg van het dagelijksch
brood, in den ruimen geest der be-
teekenis genomen, evenzeer; daar
zijn er temidden van ons, die bevoor
recht in materieel opzicht, nog niets
of nagenoeg niets van hun gewone
levenswijze zijn afgewekenanderen
echter, en dezen vormen verreweg
het grootste deel onzer Nederlandsche
bevolking, zuchten onder den druk
der tijden, te erger naar mate hun
kwaden wil of twijfel, en deze sympa
thie moest wel indruk op haar maken.
Terwijl baar micht dien morgen het
(huishoudelijk werk verrichtte en niet
wilde, dat haar logé hierbij hielp, ging
Marie het dorp eens rond.
Ze bezocht ook de kerk. De gedachte
aan Louis .en hun leed dreef er haar
'binnen.
't Was eoi groot mooi bedehuis, en
de zort belichtte de gekleurde ramen e.n
tooverde allerlei tinten, op den vloer, op
het bruine hout van banken en stoelen,
op de beelden .aan de zware, fraai be
werkte kolommen.
Marie knielde neer en bad.
Taen ze de kerk verliet, vroeg aan
de poort een oude vrouw om een aal
moes. Een vale kapmantel 'hing om haar
afzakkende schouders-
ik zal ook voor je lezen, zei ze.
Je heb verdriet, maar de H. Godeiieve
heeft er al veel geholpen.
De H. Godeiieve herhaalde Ma
rie m gedachten.
Wel ja, hernam de oude verwon
derd. Ken je heur mirakel niet Gode
iieve, de dochter van 'n kasteelheer bij
Boulogne was getrouwd met den heere
van Ghlstel, een droef, slecht en wreed
man. Hij zat heele dagen te drinken en
te slempen, en bleef soms laag ,met alle
soorten van boos volk weg, en als hij
thuis kwam sloeg hij-z'n vrouwe. Gode
iieve was godvruchtig en verduldig.
Heur liefste werk was armen te helpen.
Ze zag niet alleen af van heur man,
maar ook van die z'n moeder, een ge
weldig onbarmhartig ,en valsch mensch.
Die furie ontzag zioh niet de schoone,
schouders reeds moeite genoeg had
den om in normale omstandigheden
den materieelen levenslast te tor-
schen. Voor hen is in al zeer hooge
mate de ernst dezer buitengewone
tijdsomstandigheden voelbaar. Nu is
het waar dat velen hunner gelukkig
eenige compensatie genieten, in den
vorm van toeslag als anderzins, waar
door de schrille tegenstelling tusschen
het inkomen en de allernoodzake
lijkste uitgaven wat verminderd is
doch lang niet voor allen, zelfs niet
voor een groot percentage is deze
betrekkelijke verlichting van lasten
een feit mogen worden. En dan treft
het, hoe men in deze kringen, die
alom in den lande worden aangetrof
fen, weliswaar over velerlei onvol
doende gebleken maatregelen hooge-
lijk is ontstemd, nochtans niet zoo
schromelijk onbillijk oordeelt, dat de
schuld van hetgeen geschiedt, aan
bepaalde personen of groepen van
personen wordt geweten. Integendeel,
in het algemeen gesproken, staat
men, zelf in de kringen waarvan het
vaste inkomen geen of nagenoeg geen
aan den nood der tijden evenredige
verhooging onderging, tamelijk be
rustend tegenover een stand van za
ken, die voor alles meer een beza
digd, dan een opstandig inzicht ver-
eischen.
Inmiddels mag dit niet verhinderen,
dat een gezonde critiek zeer zeker
recht van bestaan heeft, en dan ont
waart het critisch oog maar al te
zeer, dat er in veel gevallen niet
weinig verband bestaat tusschen de
eenerzijds schromelijk opgevoerde
prijsstijging van merig artikel van
dagelijksche benoodigdheid, en ander
zijds de even schromelijk opgevoerde
winstcijfers van menig handels- en
industrieel bedrijf. Wanneer men van
de jaarverslagen van verschillende
groote en minder groote onderne
mingen kennis neemt, dan treft het,
hoe veie daaronder op bedrijfsresul
taten kunnen wijzen, zoo hoog als
nimmer, voor den oorlog, geacht
werden binnen het bereik der moge
lijkheden te liggen.
Inzonderheid zijn het die handeis-
en nijverheidsondernemingen, die
voor de consumptie werken, welke
door hooge winstcijfers uitmunten.
Suikerfabrieken, schoenenfabrieken,
margarinefabrieken, kaarsenfabrieken,
om slechts enkele te noemen, keeren
vaak 50 en meer pet. dividend uit
over het laatste boekjaar, terwijl de
winsten der vorige jaren binnen aan
zienlijk engere grenzen beperkt moes
ten blijven.
Vraagt men waar zulke ongehoorde
jonge Godeiieve naar de velden rond
liet kasteel te zenden, om er de kraaien
te verjagen .als ze 't gezaaide oppik
ten, Maiar Gad was de ongelukkige ge
nadig en Godeiieve kreeg wonderbare
maidht. Als ze m heur handen kletste,
vlogen a'l de kraaien weg en gehoor
zaamden ze haar.
En de goede vrouw baid voor de be
keering van heur man. De kasteelheer
deed dan nog slechter. Hij kon zijn
vromw 'Oim iheur gadisvrucht niet meer
verdragen en wiilde haar van kant ma
ken. Twee knechten leidden haar in
den donkeren nadht buiten 't kasteel en
■versmachtten ihaar met een doek om
desi hals. Dan legden ze het lijk voor
over, mat het .hoofd in een put om te
doen gelooven dat Godeiieve er .in ge
stuikt en versmoord was.
Na 'heuir dood keerde Godeiieve te
rug. De heer van Ghistel was her
trouwd en 'kreeg een meiske, dat blind
was. Op 'nen nac'ht verscheen Gode
iieve de kleine 'in 'den droom en zei,
dat ze zioh moest 'wassohen met 't wa
ter van 't putteke, waar de doode edel-
vrouwe gevonden iwas. Het meisje deed
dat en werd genezen, ze kon zien gelijk
de anderen.
Godeiieve in, heur lang, wit kleed,
lijk een.Bmgel kwam in een visioen ook
bij heur man en de ridder werd nadien
stil en triestig. Hij ging lang op reize
en als hij na vele jaren wederkwam,
trok hij te Bergen in Frankrijk in 't
klooster. Zijn dochter 'was dan al groot
geworden en veranderde het kasteel
van heur vader ook in een klooster,
waarvan zij abdisse w,as. Dat klooster
winstcijfers van daan komen, dan
moet het logisch antwoord luiden
van de consumenten, dat zijn <Jus de
verbruikers in alle lagen der maat
schappelijke samenleving, en derhalve
oor een overgroot gedeelte van de
niet-kapitaalkrachtigen. Immers, ook
zij hebben hun levensmiddelen als
anderszins noodig te koopen, en dat
wel tegen prijzen, die hun gansche
week-budget ontwrichten. Echter
dient in dezen, in zoo velerlei opzicht
onzekeren en hangen stand van za
ken vóór alles gelet te worden op
het onnoodig verzwaren der reeds
voor velen ondragelijk geworden
lasten, en dus op het maken van on
gehoorde winsten. Mag dan, zal
men vragen, de handelsman, wiens
bedrijf immers aan veel risico on
derhevig is, niet eens profiteeren van
buitengewone omstandigheden, zoo
deze hem gunstig zijn Wij ant
woorden daaropzeer zeker, doch
met die mate welke juist deze om
standigheden hem en anderen opleg
gen. Zoodra toch het winstcijfer dat
van het woekercijfer nabij komt, ja
zelfs maar in die richting wijst, dan
lijkt het ons geboden, dat aan dier
gelijke winsten paal en perk moet
worden gesteld en wel door de daar
toe alleen en uitsluitend bevoegde
macht, den wetgever. Hem dient het
belang van allen vóór te gaan boven
dat van een minderheid, hoe groot
deze ook op zich zelf mag zijn. Inmid
dels is het een uiterst moeilijk vraag
stuk, om zonder den legitiemen han
del te knotten, uit te maken, wat wèl,
wat niet binnen de grenzen van het
algemeen belang ligt, en waar de
grenzen van betamelijke winsten
worden overschreden. Echter mag
de moeilijkheid om ten deze de juiste
scheidslijn te trekken de regeering
geenszins weerhouden om haar ernstig
onder de oogen te zien. Vooral ook
op het gebied der levensbehoeften-
voorziening valt, dunkt ons, ook nu
nog zeer veel goed werk te verrich
ten en niet om niets wordt van me
nig eensklaps in rijkdom badenden
medeburger verwijtend opgemerkt,
dat hij, „in levensmiddelen heeft ge
daan." Een veelzeggend woord, inder
daad
De opgedane ervaringen stemmen
ons tot nadenken zij verlichten al
lerminst de ernstige zorgen die ons
deel geworden zijn en die wat de
naaste toekomst betreft, allicht in
nog grootere mate ons zullen gewor
den. Want, gelijk gezegd, de prijs
stijging neemt onverminderd en ge
stadig toe.
Dat daarbij, gelijk deze week we-
sfaat nog niet ver van 't dorp en hier
in de kerke beiwaren ze heit gebeente
van de 'heilige. Ja, meiislke, als je ver
driet hebt, Godeiieve kan je helpen
Marie had sledhits vaag geluisterd. Ze
kende de geschiedenis van Godeiieve
'van Ghistel, maar ihad er sedert giste
ren nog niet aan gedacht. Evenmin lette
ze in de kerk op de schilderijen, welke
'het tragisch (even der martelares af
beeldden. Haar gedachten: waren te
Zandegem geweest, bij Louis en alles
wat hem en 'haar beroerde.
Ze gaf de vrouw wat geld en ging
'heen.
Zag dan 'iedereen, dat zij verdriet
had Ook die arme sloor, welke bedel
de aan' de poort van Ghisitel's kerk,
waar steeds bedevaartgangers kwa
men.
Bedevaartgangers. En de meesten,
■bezwaard door verdriet Ze kwamen
om hun /hart uit te storten, o,m ontfer
ming smeeken. O ier was zooveel leed
in de wereld.
En zij ook kreeg reeds haar deel.
Maar neen, de somiberthei'd zou haar
niet overmeesteren. Ze wilde niet tries
tig zijn,. Weer had ze een. vriendelijk
harte gevonden, bij /haar nicht Zoë
De toe'koimst zou lichten,
In den namiddag gingen beide meis
jes wandellen.
Al was allerwegen de oogst binnen
gehaald, toch lag het land dalar nog in
pracht en kleur.
Nu trekken we naar Oudenburg,
zei Zoë. Zie ginder staat de toren. Toch
■is 't en heel eindelke, maar Gust weet
'dait ik kom en zal wel een eind tegen
derom in toenemende mate het geval
was, de stijgende duurte gepaard
gaat met een onrustbarend aangroeien
de werkeloosheid in tal van bedrij
ven, die door gebrek aan grondstof
fen of steenkolen moeten worden stop
gezet, en waarbij honderden, ja wel
haast duizenden onzer medeburgers
tot diepe ellende worden gebracht,
is een bewijs te over, hoe inderdaad
de kwade dagen, óok in de landen
der tot dusver mor daadwerkelijk
oorlogsleed gespard gebleven neu
tralen, zijn aangebroken. Slechts door
eendrachtig onze schouders onder de
lasten dezer tijden te plaatsen en
vooral niet kortzichtige eigenbaat te
willen doen voorgaan boven het ons
allen omvattend algemeene belang,
zullen wij den druk der kwade da
gen, naar evenredigheid van krachten,
gemeenschappelijk kunnen dragen.
Broodrantsoen.
(Officieel.) Daar de aanvoer van brood
graan uit Amerika vrijwel stop is gezet
en er geenerlei zekerheid bestaat om
trent de hoeveelheden, die in de eerst
volgende maanden zuilen kunnen wor
den verwacht, heeft de regeering zeer
enstig de vraag moeten overwegen, of
reeds op dit oogenblik behoorde te wor
den overgegaan tot vermindering van 't
broodrantsoen. Hoewel daarvoor inder
daad zeer ernstige argumenten pleiten,
wenscht de regeering dezen ongetwij
feld harden maatregel alleen bij besliste
noodzakelijkheid toe te passen. Zooals
de toestand zich laat aanzien blijft de
noodzakelijkheid van een vermindering
van het broodrantsoen dreigen. Intus-
schen doet de regeering een ernstig be
roep op allen, die in staat zijn zich an
dere voeding dan brood te verschaffen,
om zoo zuinig mogelijk te zijn in het
gebruik van dit voor een zeer groot
deel der bevolking onmisbaar voedings
middel.
Invoer van kolen uit Duitschland.
In den aanvang van het jaar zijn met
Duitschland onderhandelingen gevoerd
betreffende den invoer hier te lande van
de Duitsche, resp. Belgische kolen.
Deze onderhandelingen hadden tot
resultaat, dat ons voor de maand Maart
ongeveer 350.000 ton werden toegezegd
en geleverd. De maanden April en Mei
brachten in dezen invoer geen wijziging.
Langs verschillende wegen is bekend
geworden, hoe Duitschland, alvorens
ook voor de maanden Juni en Juli in
gelijken toevoer van koler. toe testem-
'men, een, voor ons land zeer bezwa
rende contra-prestatie heeft geëischt, te
wetenden vervroegden uitvoer van
aardappelen.
Sinds den aanvang van de maand
Augustus is de toestand weer gewijzigd
gaan.
'Dan1 loop ik in dien weig, merkte-
Marie o(p.
Wel neen... We gaan eens over
j'n zaalk klappen. Gust is geen' dom
merik -en hij kent veel menschen. Hij is
eiken Zaterdag te Brugge.
Op de markt
Ja.
Meuleman komt daar ook. En
Louis en vader ook.
O, hij zal ze wel kennen. Die gas
ten kennen elkaar allemaal. Vlaanderen
is zoo groot niiet. Wees maar gerust, ik
zag je, dat je -met j'n Louis gaat trou
wen. O, wat is 't laven toch scihoon
Eensklaps spron/g Zoë over een
gracht.
Wat ga je n.u doen? vroeg Marie
iaöhenid.
Wacht een beetje
Haar nidht boog zich en plukte een
vengeet-mij-nietje, dat even boven 't
water nederig bloeide.
Ze keerde terug, lenig springend als
een, jongen, staik dan Ihet bloempje op
Marie's blouze, zeggend
Een te eken, dat we Louis niet ver
geten. en voor iham en jou gaan wer
ken
Ja, dat is goed ...maar je had we)
eens lin 't wtater kunnen springen 1
I'k Nooit O, i'k kan in den hoog-
sten 'boom klimmen. Je 'hebt onzen to
ren gezien, hé
Ja, hij is hoog.
(Wordt vervolgd).