!iTi
laat 3
De Witte Vrouw
'LIEDEN.
(OEKJE
HECHTS.
WOENSDAG
1® JULI
ide Goe-
telijk
ipen;
tren,
pet Kussens
NG
6137.
puts
nuis
ssgen
I VRAGEN.
ragen
JE,
gemeentebestuur
FEUILLETON
KAMEROVERZICHT.
binnenland
*el. 200
f*ÏO.
55e «Jjaarguarijg
1917
[limd. Nog een.
in
»elt|es.
>Iement
IOP een solied
pnlijke huurop-
Bureau „Vlis-
iimstandigneden;
4o. 2 boven.
lekomst uit de
llegboekje, ook
De Droomuit-
lezen. De 4
45. Tegen Post-
|„EXCELSIOR'V
I Amsterdam.
1853.
|ng tot
pot.
Alkmaar
(jmegen,
Goes.
Co.
ongem. met T
luisstr. of Strand,
[eau „Vliss. Ct."-
TUIN,
ien. Grootte 647"
alle gemakken
LJISSïRAAT 11.
twee
leid.
N, Huisschilder
fietsen.
WISSE ZOON,.
ette flinke
bode
zelfstandig kun-
ureau „Vliss. Ct."*
IAAT 11.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
iitpïsfirms f. IE VELOE Ir.. Siting Markt 53, fiissirrgsa. ïéfeon Intorc. II.
ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6 ct. per regel
Versohijn! dagelijks, uitgezonderd op Zondag m algsnseon erkends Christelijks fesstdagsn
De abonné's, in 't bezit eener ft gulden bij levens- P¥j°ftfï| gulden bij dood tf| gulden bij verlies M F* Él) gulden bij verlies gulden bij verlies f% n' gulden bij verlies
noils zijn GRATIS verze- II 1 lange ongeschikt- door *1111 van een hand, van |||B| vaneen *T| van eiken
kerd tegen ongelukken voor: yUvlf heid tot werken f een ongeluk CShJ'Ö voet of oog jlw W een duim JLUU wijsvinger iLdXt anderen vinger
0«!« ulikeerlngen «orden VERDUBBELD Indien de varztkerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, booi ot iram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Hol!. Big. Verzek. Bank" të Schiedam
INLEVERING BROODKAARTEN.
Burgemeester en Wethouders van
Vlisisngen
brengen ter algemeen,e kennis
dat de vervallen broodkaarten over
het tijdvak 10 tot en met 18 Juli 1917,
voor zoover daaraan nog bons zijn be
vestigd, (met de bons waartegen dus
aeen brood werd gekocht), moeten
worden ingeleverd ten stadhuize op
Donderdag 19 Juli 1917, van des voor-
middags 9 uur tot des namiddags 3
uur
dat op de achterzijde van iedere
kaart de naam moet worden vermeid
van hem, aan wien de kaart werd uit
gereikt
dat bovengenoemde inlevering ge
schiedt door het werpen van deze kaar
ten in de in de gang van het Stadhuis
staande hiervoor bestemde mand
dat verzuim dezer verplichting, on
verminderd de daarop gestelde straf
van eene hechtenis van ten hoogste één
maand of geldboete van ten hoogste
één duizend gulden, tengevolge kan
hebben dat geene nieuwe broodkaarten
worden uitgereikt.
Vlissingen, 18 Juli 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
KLEINBROOD.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter algemeene kennis
dat door den Minister van Land-
oouw, Nijverheid en Handel krachtens
■zijne beschikking van 5 April 1917,
Staatscourant no. 81, is goedgevonden
te bepalen, dat de daarin genoemde
■maximumprijzen' voor tarwewater- en
tarwemelkbr'ood niet van toepassing
zijn op kleinbrood, waaronder wordt
begrepen luxe- en krentenbrood, voor
zoover dit verkrijgbaar wordt gesteld
uitsluitend van een gewicht van 50
gram per stuk.
Vlissingen, 16 Juli 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
HINDERWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen
Gelet op artikel 8 der Hinderwet
brengen ter openbare kennis, dat bij
hun besluit van 16 Juli aan j. VER
BURG alhier, vergunning is geweigerd
tot het oprichten van eene haringrooke-
rij in de perceelen kadastraal bekend
gemeente Vlissingen Sectie E nos. 1681
(ged.), 1680 (ged.) en 1679 (ged.),
plaatselijk gemerkt Lange Zelke no. 32.
Vlissingen, 18 Juli 1917.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
DOOR
JL. ECJL M S.
24)
(NaflrnK vsrMcii.)
Och, ja, .na zoo'n roerigen nacht
weet je niet wat er gebeuren kan.
Peins eens, meneer Donkers, dat het
volk naar 't Kasteelhof zou willen gaan.
Om wat te doen
Je kan nooit weten 1 Om er te
roepen en te tieren, uit kwaadaardig
heid tegen Louis Delaat
Maar hoe kom je aan zulke ge
dachten, sjampetter Luister nog eens,
je zijt ©en verstandig man... we zullen
over 't gebeurde van dezen nacht zwij
gen, hé De menschen babbelen al ge
noeg en velen zouden aan nieuwe spo
kerij peirizen.
'k Heb hetzelfde overdacht. Ja,
w© moeten zwijgen, 't is een geheim
tusschen ons en niemand moet er iets
van weten tenzij het parket, 't Zijn ge
rechtszaken
Beide mannen spraken hierover nog
wat door, tot de postbode Donkers'
brieven bracht.
Die hand ke,n ik, mompelde de
koopman, toen hij een adres bekeek.
Van haar? Maar dat kan niet. Zij ligt
in 't doodenhuis.
Slecht nieuws vroeg de veld
wachter nieuwsgierig.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer had alleen wat
werkzaamheden te regelen, te beslissen
dat een serie wetsontwerpen naar de
afdeelingen gezonden moest worden.
De heer de Vos van Steenwijk hield een
nonsens-betoog dat wetsvoorstellen die
door dé Tweede Kamer zijn aangeno
men niet meer behandeld konden wor
den omdat die Kamer inmiddels ont
bonden is. Hij haalde de heele santen
kraam van wetsontwerpen overhoop
om te betoogen dat hij het grootste ge
lijk van de wereld had. Mugge-ziften
is een fraai bedrijf dat in de oogen van
iemand ais de heer de Vos natuurlijk
zeer gewichtig is. De heer v. d. Feitz
ging heel ernstig op dit bet oog in. Hij
had vele vellen reeds volgeschreven
voor zich en betoogde precies het te
gengestelde. Aangezien de Grondwet
de vernietiging niet eischt, was deze
ongrondwettig. De heer van Nierop
wees er op dat noch de Grondwet noch
het Reglement van orde verbiedt de
ontwerpen te behandelen. Hiertegen
over betoogde de heer Binnerts weer
dat altijd verschil is gemaakt tusschen
sluiting en ontbinding. Z.i. vervallen de
ontwerpen bij ontbinding.
De minister Cort van der Linden be
streed de opvatting van den lieer de
Vos en zijn medestanders. Hij achtte de
opvatting „sluiting-stuiting" onjuist
omdat geen bepaling in de grondwet
dat rechtvaardigt. Het stuiten van de
werkzaamheden is een regeeringsrecht.
geen recht der Staten-Generaal en als
de regeering het niet wil, kunnen de
Staten-Generaal de stuiting niet toe
passen. Ontbinding tast niet het li
chaam van de Staten-Generaal aan,
doch wel de mandaten van de leden
anders ware een periodieke verkiezing
gelijk te stellen met een ontbinding.
De Kamer besloot ten slotte de ont
werpen niet te behandelen met 21 tegen
18 stemmen. De stemmen waren ver
deeld.
De Rijksmiddelen.
De opbrengst der Rijksmiddelen blijft
inderdaad phenomenaal. Bij de reeds
rijke Junimaand van 1916 vergeleken
een accres van 3.5 mililoen, en zulks
wanneer men de zeven ton buiten be
spreking laat die gevolg zijn van be-
lastingverhooging
De geheele stijging kan aan de In
komstenbelasting worden toegeschre
ven. Stijging en achteruitgang van de
andere middelen houden elkaar onge
veer in evenwicht wij vermelden daar
van slechts dat de successierechten met
een hoog cijfer tegenover een zeer laag
ten vorigen jare bijna goedmaakten
wat de suikeraccijns (7 ton) en de in
voerrechten (6 ton) en gedistilleerd
Neen, ineen... sjampetter. Nu tot
ziens, en Donkers ging in huis.
Haastig brak bij den geheimzinnigen
brief open... en tot zijn verbazing
las hij
Mijnheer,
Als gij dezen brief ontvangt leef ik
niet meer. Tenminste, ik hoop, dat
ik den moed hebben zal, om mijn
voornemen uit te voeren. Als ik nog
niet gevonden ben... zal men mij
vinden in de vaart, onder de water
bloemen bij het veerhuis. Wie ik
■ben... och, het doet er niet toe. 't Is
beter, dat mijn naam met mij in 't
graf daalt, fk -heb gehoord, dat Louis
Delaat dood is... Dan wacht mij de
schande. Dus sterf ik ook, want wie
zoif het bij de geboorte van mijn
kindje gelooven, dat Louis Delaat
mij in Schotland huwde... voor een
priester Bewijzen kan ik het niet,
vertrouwende toen op zijn eerlijk
heid. God vergeve hem en mij.
ileinand zal dezen brief voor mij pos
ten. Aanvaard de laatste groeten van
een wanhopige.
De Witte Vrouw.
't Is als een stem uit dat dooden
huis, mompelde Donkers.
Hij bekeek de enveloppe.
Gisteravond te Knokke gepost...
Iemand moet met haar in kennis zijn...
iemand anders dan Louis nog Maar
neen ze kan 't ook aan een vreemde ge
vraagd hebben. Ik zal dien brief aan
de justitie geven. Waarlijk, meer en
meer geraak ik in deze vreemde zaak.
Maar wat kan ik er aan doen
accijns (2 ton) bij verleden jaar achter
bleven en voorts, dat de bieraccijns
door de warmte in juni eindelijk
eens blijken gaf in 'hef voorjaar belang
rijk verhoogd te zijn, terwijl de loods
gelden maar al lager dalen.
Over het eerste halfjaar is er nu, na
aftrek van 3 millioen, die aan belas-
tingverhooging toe te schrijven zijn,
13.3 ton meer ingekomen dan in 1916.
Hiervan komt 10 millioen op de in
komstenbelasting, (alles belastingjaar
Mei '16Mei '17), een accres dat wel
voor het leeuwendeel zal verkregen zijn
van de oorlogswinst door particulieren
in 1915 en door naamlooze vennoot
schappen in 1916 gemaakt en dus niet
blijvend .zal zijn. Voor zoover ook de
Vermogensbelasting meer opbracht, tw.
3 ton, is er meer kans dat het accres
van blijvenden aard is. De Successie
belasting droeg ook 3.5 millioen aan
het halfjaarlijksch accres bij de ver
hooging van die belasting zai daarbij
vermoedelijk wel een zeer veel kleinere
rol spelen dan het toeval vóór Octo
ber is er van een verhooging niet veel
te verwachten. Overigens hebben tot de
stijging bijgedragen de registratie
rechten met bijna 17 ton, het gedistil
leerd met 16 ton, de geslachtaccijns
welke toch in 1916 reeds zoo ruim
vloeide met bijna 3 ton, de domeinen
(domaniale mijn met 7 ton en de
bier- en wijnaccijnzen elk met een ton.
Daarentegen bleef de personeele belas
ting 5 ton en de grondbelasting l]/2 ton
achter, moest de suikeraccijns na de
buitengewone opbrengst in 1916 wel 'n
flink bedrag (12 ton) achterblijven en
deden de invoerrechten door de beken
de oorzaken roet in tiet gten door een
achteruitgang met niet minder dan
ruim 3 millioen.
Niettegenstaande verschillende der
tot stand gebrachte be'astingverhoo-
gingen eerst veel later in werking zijn
getreden of zullen treden dan in de Mil-
lioenennota van September 1916 werd
verondersteld en er nog maar een stevi
ge 3 mililoen meer door werd ontvan
gen, wordt door de groote meevallers
in de bestaande middelen de kans zeer
groot dat 1917 na jaren weer eens geen
tekort op den gewonen dienst te zien
zal geven. Immers er is thans reeds
17 millioen boven de aanvankelijke
raming ontvangen en de nieuwe bepa
lingen van Successiewet, Zegelwet en
Bierwet, te zamen met het nieuwe Sta-
tistiekrecht zullen hieraan in het tweede
halfjaar nog wel een flink aantal milli-
oenen toevoegen, zoodat het niet noo-
dig is dat ook het accres door andere
oorzaken dan tarievenwijziging belang
rijk blijft om toch aan inhalen van het
geraamd tekort van meer dan 25 mil
lioen te kunnen gelooven.
Wat de opbrengst der tijdelijke oor
logsbelastingen aangaat, deze wordt
elke maand belangrijker, met name die
van de oorlogwinstbelasting, welke in
juni 13.8 millioen gaf, zoodat zij met
de Verdedigingsbelastingen, welke 6
In den voormiddag kwam 't gerecht
uit de stad. Veel volk stroomde op het
dorpsplein samen.
Donkers stond bij 't gemeentehuis,
waar de heeren eerst zouden vergade
ren.
Charles Meuleman verscheen daar
eveneens.
Ik ben als getuige gedagvaard, zei
hij tot den koopman.
O, ja, omdat ge op dien bewusten
avond Louis en de vrouw hebt gezien
Een mensch zou 't beter verzwij
gen. 't Is of ik iets tegen Delaat heb
Maar nu Louis beweert in ons huis
mishandeld te zijn geworden, moet ik
natuurlijk flink optreden.
Dat is duidelijk. Komt je vader
ook
Neen.
Is hij gedagvaard
Uitgenoodigd door den burge
meester, maar hij komt /niet. M'n vader
krijgen ze niet in 't dorp.
En als hij zal moeten
Ja, ik weet het .niet 't Is een zon
derling man. Welk een drama
Ja.
Hebt ge de witte vrouw gezien
Ja.
En niemand kent haar
Neen.
Ook onder het volk werd druk over
't geval gesproken.
Ze moesten Louis Delaat bij de
doode brengen en ze zou beginnen te
bloeden, beweerde Lotje Tille. Dat is
altijd zoo, als de schuldige bij een lijk
komt.
Bij een vermoorde, ja, maar deze
millioen bijdroegen, wel bijna vier
vijfden van de crisis-uitgaven In Juni
gedekt zal heben. In totaal is uit deze
belastingen in 1917 thans 60.6 milli
oen gekomen en in 1916 en 1917 te za
men 65.7 mililoen. Voegt men hierbij
wat de opcenten voor het Leenings-
fonds in 19151917 opbrachten ad
64.4 millioen, dan vindt men dat ter
zake van de crisis tot dusverre 130
millioen rond extra is opgebracht.
(„Nieuwe Ct.")
De afsluiting van de Noordzee.
Een telegram uit Londen maakt mel
ding van een artikel in de „Times" naar
aanleiding van het misbaar in de Neder-
landsche pers over de „waarschuwing
aan de zeevarenden" op 29 Juni door
de Britsche admiraliteit gepubliceerd.
In die waarschuwing werd aangekon
digd, dat op en na 4 Juli het gebied in
de Noordzee dat voor alle scheepvaart
gevaarlijk is, tengevolge van krijgsbe
drijven tegen den vijand, verder zou
worden uitgebreid. De grenzen van het
nieuwe gevaarlijke gebied zijn getrokken
ten zuiden en ten oosten van de lijn,
beginnende op drie mijlen afstand van
de kust op 57 graden 8 minuten noor
derbreedte, zuidwaarts loopende langs
de vierde meridiaan oosterlengte tot de
53ste paralel noorderbreedte en van daar
de grens volgende van de Nederlandsche
territoriale wateren.
Ofschoon de aldus vastgestelde zone
circa twintig maal kleiner is dan-de ge
vaarzone, die door de Duitsche duik-
booten-blokkade is vastgesteld en die
Nederland, afgescheiden van de offici-
eele protesten, feitelijk heeft erkend,
heeft de Nederlandsche pers en wij mee-
nen ook de Nederlandsche regeering,
lievige vertoogen gericht tegen de be
weerde onrechtvaardigheid van de En-
gelsche maatregelen. De taal van niet
weinige Nederlandsche bladen schijnt er
op gericht Groot Britannië te beschou
wen als schuldiger dan Duitschland en
plaatst onze sluiting van een gedeelte
van de Noordzee op éen lijn, wat het
misdadige ervan betreft als het meedoo-
genlooze optreden van de Duitsche duik
boot-zeeschuimers.
Wij vertrouwen, dat bij nadere over
weging de Nederlandsche regeering het
dwaze van een dergelijke houding zal
inzien en dat zij zich geen illusie maakt
omtrent den indruk die in Engeland zou
worden gewekt door een volharden bij
de houding om iedere kleinigheid te ver-
grooten en den splinter in ons oog te
zien, terwijl zij doen alsof zij den balk
in het oog van Duitschland niet zien.
De stap die noodzakelijk door de
Britsche regeering gedaan moest worden
was het onvermijdelijk gevolg van de
misbruiken der Duitsche duikbooten.
In den grond van hun hart weten de
Nederlanders dit ook heel goed. De
reden van hun verontwaardiging is, dat
de nieuwe Britsche gevaarzone de vei
lige vaargeul afsluit, welke de Duitsche
duikbooten-blokkade voor de Neder-
vrouW heeft zich versmoord zei Ze-
nobie, die iets meer van dit bijgeloof
wist.
Ik moet seffens gaan getuigen,
sprak de lijnwaadleurder, die weer bij
de vrouwtjes stond. En ik zal zeggen,
dat men den schuldige kent.
Hij keek strak Lotje aan.
Wel ja, gij weet het, dat Delaat's
zoon het deed, hernam de kramer. Als
je het hier zoo stout weet te zeggen,
moet je het voor de zwarte heeren her
halen Dat is je plicht
Zeg ik dat riep Lotje al ver
schrikt.
Ja Maar je kruipt al terug, hé
Dat is altijd zoo met menschen, die al
les weten en kennen.
Waar moei je je mee
Hoor eens, wijveke, vervolgde de
man kalm, bij Brugge ligt de parochie
van Damme. En daar staat een schoon,
oud stadhuis, niet verre van de vaart
naar Sluis. Aan den muur van dat stad
huis hangen twee zware steenen aan
een keten, tin den vroegeren tijd ge
bruikten de overheden die steenen voor
een straf de vrouwen, die hun tonge
te veel roerden en andere menschen be
zwadderden, moesten een heelen dag
met die steenen op hun rug door de
straten wandelen. En ieder kende hen
dan als groote klappeien. Ehwel, ze
moesten dat ook met een zekere Lotje
Tille doen... ja, je hoort, dat ik jen
name al ken
De omstanders lachten.
Het vrouwtje werd rood van woede.
'k Ga je aanklagen, zei ze.
-'4 'Is juist gepast, de heeren van
landsche scheepvaart had opengelaten.
Wij wijzen er op, dat de Nederland
sche gezant te Washington eenigszins
opgewonden gesproken heeft over de
positie van Nederland en betoogd heeft,
dat wanneer Nederland iedere maand
voor millioenen guldens aan sommige
goederen naar Duitschland uitvoert, het
nog grootere hoeveelheden naar Groot
Brittannië zendt. Dit is, naar wij meenen,
een opzettelijk verkeerde voorstelling
van de feiten.
Gelijk de jongste aardappelrelletjes
hebben getoond, heeft Nederland zooveel
van zijn producten naar Duitschland
uitgevoerd, dat 't eigen volk te kort
kwam. Sommige klassen van de Neder
landsche onderdanen vinden dien handel
met Duitschland buitengewoon voor-
deelig en hebben door smokkelen en op
andere wijze daaraan deelgenomen zoo
veel mogelijk ze maar konden.
Het is noodig voor het bereiken van
het doel van de geallieerden en ook
van groot belang voor Nederlands in
voeren dat de vijand niet aldus van
levensmiddelen wordt voorzien en de
regeering van de Vereenigde Staten
dringt er terecht op aan, dat voordat
aanvoeren naar Nederland en andere
neutrale landen worden doorgelaten uit
Amerika, deze landen moeten laten zien,
dat zij zuiver staan ten aanzien van hun
vrijwiiligen uitvoer naar Duitschland.
Wij zijn ons volkomen bewust van de
moeilijke positie waarin Nederland te
genover Duitschland staat en wij hebben
dat dikwijls genoeg erkend en wij streven
er naar de moeilijkheden voor het Ne
derlandsche volk niet noodeloos te ver
zwaren. Maar de geallieerden kunnen
niet loslaten, dat de oorlog wordt gerekt
alleen ter wille van de Nederlanders die
er belang bij hebben.
De aanval op de Duitsche vracht-
schépen.
Na een onderhoud met den kapitein
van het te IJmuiden binnengesleepte
stoomschip „Lavinia" kan thans met
vrij groote zekerheid worden vastge
steld, dat van het convooi van tien
Duitsche vrachtschepen het stoomschip
„Alpha" kort na het vertrek te Rotter
dam is teruggekeerd. Gestrand zijn de
stoomschepen „Heinz Blumberg" (het is
sedert gezonken), de „Lavinia", (vlot-
gebacht en te IJmuiden binnengesleept),
de „Renate Leenardt" (nog gestrand).
Aan den aanval ontkomen zijn de
stoomschepen „Wilhelm Oelssner" en
de „Ariadne." Medegenomen zijn de
stoomschepen „Rietzih", „Pellworm"en
„Marie Horn", terwijl men van 't stoom
schip de „Carsten Russ" geen zekerheid
heeft, dat het schip is meegenomen.
Men vermoedt echter v,an wel. De
„Renate Leonhardt," nög bij Bergen
gestrand, zal vermoedelijk vlot gebracht
kunnen worden.
De Engelsche admiraliteit meldt
Enkele van onze lichte kruisers, die
patrouilleerden op de Noordzee, zagen
de wet zijn op 't gemeentehuis. Willen
we tegare naar boven gaan, dan kun je
je getuigenis over Delaat's zoon ook
afleggen.
je zou je beter met jen slecht lijn
waad bemoeien
Je maakt niet alleen de menschen
maar ook 't deugdelijk lijnwaad van
Jan Becelare al slecht....
De getuigen werden binnengeroepen.
Het parket ondervroeg hen, maar och,,
iicht werd er niet ontstoken in de duis
tere zaak
Dan begaf men zich naar 't lijken
huis. Twee gendarmen voor de gele
genheid ontboden hielden met den veld
wachter het volk op een afstand.
De witte vrouw rustte op haar stroo.
Een zonnestraal brak door het kleine
ruitje en wierp een plek licht op de
schoone doode.
Even stonden allen als ontroerd stil,
onder den indruk van 'f triestig tafereel.
Dan ging men tot de schouwing over.
De wetsdokter ontdekte eenige spo
ren van mishandeling op den schouder
en de armen.
Zou er een worsteling geweest
zijn op dien avond tusschen haar en
dien boerenzoon (luisterde een der
heeren. 'Of heeft de stok van dien Lon-
cke ook haar geraakt
We moeten wachten tot de ver
dachte onderfioord kan worden, ant
woordde men.
De dood is het 'gevolg van ver
drinking, hernam de dokter. De sporen
van mishandeling zijn niet ernstig. Ze
moeten in een worsteling ontstaan zijn.
(Wordt vervolgd.)