tsT" De Witte Vrouw WOENSDAG II JULI gemeentebestuur binnenland feuilleton 55e Jaargarag 1917 Umfirms l li IE VELDE ft., Kleins isrki 53, ïüssiep. Isléen latere. !0 Vsfsshijnt ia§elijk$, uitgezonderd op Zondig ga algemeen erkends Christelijke feestdagen f*3o. 161 VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 oer drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.69. Voor België ƒ2.20 Voor overige ianden der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels 0.48voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel Deabonné's in 't bezit eener jf4 f| gulden bij levens- gulden bij dood f4 ^6 gulden bij verlies 4 r* A gulden bij verlies 4 f| fg gulden bij verlies 8^ gulden bij verlies oolis zijn GRATIS verze-/lij i|| lange ongeschikt- »0||l door ■giggg van een hand, g*^g| van i 919 B vaneen van eiken trerd tegen ongelukken voor heid tot werken B %J>\jr een ongeluk voet of oog een duim AWW wijsvinger tlW anderen vinger Oeze iiltkeerlngéii worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De ultkeerlr.g wordt gewaerborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" të Schiedam BEKENDMAKING. Afgekeurd vleesch. Burg. en Weth. van Vlissingen maken bekend dat gedurende het 2e kwartaal 1917 door den keurmeester van het slachtvee en vleesch afgekeurd zijn als nadeelig voor de gezondheid 1 koe, 1 pink, 1 kalf, 2 varkens, 2 runderkoppen, 2 stel varkensingewan- Voorts herinneren zij belanghebben den voor zooveel noodig, aan het be paalde bij art. 207, 3e lid der Algemee- ne Verordening, luidende wanneer het herhaaldelijk voorkomt dat bij eenzelfden slager of vleeschver- ■kooper, voor de gezondheid nadeelig vleesch wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn Burge meester en Wethouders bevoegd, zulks met vermelding van de namen der be langhebbenden, ter openbare kennis te brengen. Vlissingen, 10 Juli 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. GEMEENTEBESTUUR. Bekendmaking Oud-Archief. De Archivaris der gemeente maakt bekend, dat het Archief zal gesloten zijn vanaf heden tot 15 Augustus. Den 16en Augustus zal het Archief weder zijn opengesteld. iDe Archivaris voornoemd, VAN GROL. De Grondwetsherziening. Verschenen zijn de wetsvoorstellen tot verandering in het lie, Ille en lVe hoofdstuk der Grondwet, tot verandering van artikel 192 der Grondwet, tot ver andering van artikel 192 der Grondwet en tot verandering in de Additioneele artikelen der Grondwet. Bij de wetsontwerpen worden defini tief voorgedragen de veranderingen in de Grondwet, waarvan de voorstellen onderscheidenlijk zijn vastgesteld bij de wetten van 18 Mei 1917. Voor de toelichting van de wetsont werpen wordt verwezen naar de desbe treffende bereids tusschen de regeering en de Staten-Generaal gewisselde stuk ken en de daarover in de|beide Kamers gevoerde beraadslagingen. De memorie van toelichting vermeldt, dat de indiening van deze wetsontwer pen geschiedt krachtens art. 195 in ver band met art. 194 der Grondwet. Laatstgenoemd artikel luidt: „Elkvoor stel tot verandering in de Grondwet wijst de voorgestelde verandering uitdrukkelijk aan. De wet verklaart, dat er grond be- DOOR A. HANS. 18) (Mint verkoden.) Beide mannen vertrokken, tot groote verwondering en nieuwsgierigheid van Clemence. Marie riep Delaat terug. Hoe is het met Louis vroeg ze. Godlof, wat beter, antwoordde de boer geroerd. Gelooft gij den laster Neen O, ge zijt een eerlijk meisje Maar Louis weet toch niet wat men vertelt Neen. O, verberg het voor hem Hij zou nog zieker worden. Marie, 't trekt daar bij de deur, vermaande scherp haar tante. En doe Louis mijn beste grapten en zeg, dat ik voor zijn genezing bid, hernam 't meisje bedaard. Ik zal 't niet nalaten, sprak De- laat getroffen, en hij stak haar de hand toe. De menschen keken Donkers en De- laat na. De waarheid zal wel aan 't licht komen, zei de boer. Dat moet ook. Misschien weten we straks meer... Ze gingen naar den Uilentoren. staat om het voorstel, zooals zij het vast stelt, in overweging te nemen." Artikel 195 der Grondwet luidt „Na de afkondiging dezer wet worden de Kamers ontbonden. De nieuwe Ka mers overwegen dat voorstel en kunnen niet dan met twee-derden der uitgebrach te stemmen de aan haar overeen- komstig voornoemde wet voorgestelde verandering aan nemen." De ingediende voorstellen hebben op het door ons in het laatste artikel ge- spatieërde betrekking. Geïnterneerde Duifsche Onderzeebooten. De internationale commissje, welke te, 's Gravenhage bijeenkomt orn hetfeitelijfc geschilpunt te onderzoeken in verband met de interneering van twee Duitsche onderzeebooten, zal hare vergaderingen houden in de Trèves-zaal. Naar wij vernemen, is de Nederland- sche zeeofficier, die tot de commissie zal behooren, kapitein ter zee H. G. Surie, thans werkzaam aan het departe ment van marine, en die technisch ge delegeerde voor Nederland is geweest ter Vredesconferentie, te 's Gravenhage in 1907 gehouden. Verder vernemen wij dat het Neder- landsche standpunt in de commissie zal verdedigd worden door den dezer dagen tot vice-admiraal bevorderden schout bij-nacht W. C. J. Smit, commandant van de stelling der Monden der Maas en der Schelde, vroeger chef van den marinestaf. Als secretaris zal optreden mr. J. P. L. Francois, ambtenaar bij de afdeeling politieke zaken van het departement van buitenlandsche zaken. Df namen van de zeeofficieren der vreemde landen die de commissie mede zullen vormen, zijn nog niet alle be kend. De Belgische vluchtelingen. In een nota aan de Tweede Kamer betreffende de Belgische vluchtelingen, opgemaakt in de eerste helft van Juli 1917, deelt de minister van binnenland- sclie zaken o.m. het volgende mede Reeds in de eerste dagen na den in val der Duitschers in België kwamen vluchtelingen over onze grenzen om een toevlucht >te zoeken in Zuid-Limburg, waar zij door de bevolking liefderijk werden ontvangen. Toen de -honderd tallen duizenden 'Werden en onder de velen die zich aanmeldden, ook ele menten bleken te schuilen, wier aan wezigheid vooral in dezen bewogen tijd niet te miskennen gevaren oplevert, was het oogenblik gekomen om van overheidswege -de inkwartiering en ver spreiding te regelen. Terwijl zooveel doenlijk van de ruimschoots aangebo den bemiddeling van particulieren ge bruik werd gemaakt, openden publieke gebouwen hunne deuren en werden de vluchtelingen die onze neutraliteit in gevaar konden brengen of die zich mis 't Oud kasteel ston-d daar eenzaam in zijn wilde omgeving. Voor 't boven raam glom reeds het beken-de licht. We hebben één geluk die oude boekeneter gaat nooit vroeg slapen, schertste Donkers. Hij belde aan en na eenig wachten verscheen de huishoudster Mele. 't Was een bejaarde vrouw met grijs haar en rimpelig wezen. Wel, m'n ziele, dat zijn meneer Donkers en boer Delaat sprak ze ver wonderd. Is 't voor Charles Hij is niet thuis... hij zit te Brugge of te Heijst. 't Is hem hier te triestig en hij heeft wel gelijk oo'k. -Mèle, we zouden den ouden lieer willen spreken, antwoordde Donkers. ,De oude heer Die is voor nie mand te spreken. En vandaag is hij al bijzonder druk aan 't werk. Zijn noen- potje eten staat nog altijd aan z'n deur. Ik mag dat niet binnenbrengen, 'k moet het -bij de kamer neerzetten, 't Staat daar nu al acht uur. I'k riep tweemaal, dat hij zijn eten vergat... en eiken keer schreeuwde hij kwaad „Laat me ge rust Zoo'n mensch heb je nooit ge zien. Don-kers wachtte geduldig tot de spraakzame vrouw zweeg en zei dan Toch moeten we hem noodzake lijk spreken. Zeg hem, dat we hier zijn 't Zal niet helpen. Probeer het eens. O, 'k wil wel. Ze slofte -de -breede trap op en de mannen hoorden haar boven roepen. Wat later verscheen een groot, grijs hoofd over de trapleuning. droegen, geïnterneerd in het legerkamp te Ol-denbroe'k -of in een te Veenhuizen in gebouwen der Rijkswerkinrichting gesticht vluchtoord. Naar mate het gebied door de Duit schers in België bezet, zich uitbreidde, kregen ook andere grensprovincies dan Limburg haar aandeel in het vluohte- lingen-contingent, waar aanvankelijk op denzelfden voet als in Limburg gehan deld werd. De regeering -besefte, dat zij kwam te staan voor een vraagstuk hetwelk op eenvoudige wijze niet voor oplossing vatbaar zou blijken. Nevens de gewone organen eischte deze plotseling gewas sen tak van staatsbemoeiing organen ad hoe om tevens leiding te geven aan de talrijke particuliere commissiën tot verzorging van vluchtelingen die zich vormden, werd in het leven geroepen een Rijks Centrale Commissie tot be hartiging van'de belangen van naar Ne derland -uitgeweken vluchtelingen. Daarnevens werd de oprichting waar noodig, van provinciale en van plaat selijke commissiën bevorderd. Terwijl een en ander bezig was te groeien, naderden de Duitschers Ant werpen. Hiermede werd een episode in geluid, die het vluchtelingenprobleem met één slag gansch van karakter deed veranderen en kwam tot dusver de be volking van dorpen en gehuchten slechts bij tien- of -hoogstens bij hon derdtallen over onze grens, die getallen werden thans welhaast duizenden en honderdduizenden. Zoodra deze toe stand zich begon af te teekenen, was het oogenblik gekomen om van regee- ringswege met krachtige hand in te grijpen en nog vóór-dat de inname van Antwerpen een voldongen feit was, had de minister van binnenlandsche zaken de Commissarissen -der Koningin uit- genoodigd om, zooveel slechts eenigs- zins doenlijk, in alle gemeenten hunner provincie voor onderdak te zorgen. Im mers het stond vast, dat de Zuidelijke provinciën op verre na niet bij machte zouden blijken gedurende eenigszins langeren tijd den stroom van vluchtelin gen te herbergen en niet minder vast stond het voor de regeering, dat Ne derland al het mogelijke moest doen om de verdreven bevolking haar lot zoo dragelijk mogelijk te maken. Versprei ding over -het gansche land was het eenige middel dat hier baat kon bren gen- Intusschen brachten de eerste Octo- berdagen van 1914 een zóó overstel pende menigte binnen onze grenspalen eene schatting op 1 millioen schijnt niet te hoog dat niet onmiddellijk al len naar elders vervoerd konden wor den. Kon uit dezen hoofde aan het disloctatieplan niet onmiddellijk de ge- wenschte uitvoering worden gegeven, de bevolking van Zeeland en Noord- Brabant, krachtig gesteund -door mili tair en burgerlijk gezag, heeft op over bekende wijze weten te voorkomen, dat de rampen die de verdrevenen hadden getroffen, nog vermeerderd werden. De Wie zijn daar? klonk het. Kom, fluisterde de koopman-en h:: liep de treden op, gevolgd door zijn gezel. Ze stonden voor Charles' vader. Een zonderling man 't haar golfde hem tof over den nek en een grijze baard hing tot op de borst. In die omlijsting glans de een zacht wezen met goedige oogen. Wie zijt gij vroeg Meuleman wat verstoord. Ken je me niet meer riep Don kers lachend. -Neen, hernam de grijsaard ver dwaasd. Donkers. En hier staat boer De laat. Ha, ja, nu zie ik hef Hebt ge me noodig Ja, we wilden je wat vragen. Wat is er -dan We zullen 't dan maar op de traD afhaspelen, zei de koopman. Maar, meneer, leid de heeren toch in de kamer, stelde Mele voor. Maak je weg 1 bromde de oude. Neen, laat Mele blijven. Ze kan ook getuige zijn. Louis Delaat ligt ge kwetst op zijn bed, zei Donkers. Wie is Louis Delaat vroeg Meu leman. De zoon van m'n vriend hier. Wat is er met hem gebeurd Een ongeluk wilde Mele weten. Hij zegt, dat hij hier in den Uilen- toren geslagen is. Hier 1 kreet de oude vrouw. Mees ter, vervolgde ze, hoor je dat Peins nu eens niet aan je boeken Ze bewe ren, dat er hier in huis iemand gesla ring harerzijds zorgde door be middeling van -den étappe-dienst voor aanvulling van den voedselvoorraad en trachtte door het zen-den van dekens, het afstaan van publieke gebouwen en van tenten enz. zooveel mogelijk het gebrek aan onderdak en aan dekking te verminderen, terwijl ook van elders uit het land particulieren al het mogelijke deden om den druk te verlichten. -Daar het zich voorts liet aanzien, dat de toe standen in Noord-Brabant en Zeeland nog geruimen tijd bijzondere voorzie ningen noodzakelijk zouden maken, werd een Regeerings-commissaris be noemd, die, met recht van substitutie, zich de belangen 'der vluchtelingen in deze beide provinciën zou aantrekken. Terwijl de verspreiding van -de vluch telingen over het gansche land geleide^ lijk werd voortgezet, moest in het on derdak van velen, die de eerste dagen en nachten onder den blooten hemel overnachtten, worden voorzien. Een kamp kwam tot stand in Bergen op Zoom en een ander bij Hontenisse. Met een en ander kon men zich red den, totdat de toestand zich opnieuw scherper zou afteekenen. Afgewacht moest worden of na de bezetting van Antwerpen door de -Dui-tschers vele Belgen zouden terugkeeren, dan wel of de groote meerderheid aan een langer verblijf hier te lande de voorkeur zou geven. Niemand werd tot vertrek ge dwongen, maar vrije reisgelegenheid naar België werd in ruime mate be schikbaar gesteld. Hiervan maakten wel is waar velen gebruik, maar velen keerden ook -weer terug en na verloop van ettelijke weken bleken toch nog plm. 720.000 vluchtelingen ten onzent te vertoeven. Hieruit blijkt wel ten duidelijkste, dat omzetting van de geheel voorloopi- ge maatregelen in meer definitieve niet achterwege kon -blijven. Stijging van prijzen. Blijkens de laatstverschenen aflevering van het „Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek", steeg het verhoudingscijfer van de prijzen van 29 verbruiksartikelen in den kleinhandel van 114 in 1913, tot 203 in Mei 1917 (1893 100). De gemiddelde verhou- dingscijfers waren voor de tusschen- liggende perioden als volgt: 116 in 1914, 142 in 1915, 167 in 1916 en 192 in April 1917. Het verhoudingscijfer van de gemid delde prijzen var cokes bij een 8-tal gemeentelijke gasfabrieken in de groote gemeenten, beliep in 1914 95.58 (1913 100) en steeg vervolgens tot 123.74 in 1915, 152.10 iri 1916 en 205.52 in April 1917 en 219.09 in Mei 1917. Reserve-officieren. De minister van oorlog heeft de be paling van zijn ambtsvoorganger, in houdende, dat ook dienstplichtigen die niet voldoen aan de eischen gesteld in artikel 4 van het Kon. besluit van 26 gen is In ons huis herhaalde de grijs aard. Ja... en wanneer vroeg Mele aart Donkers. Maandagavond. Laat zien Dat was den dag van 't bloemenfeest te -Heijst, hé Ja. Toen is Charles Meuleman hier komen slapen. Hij moest geld ontvan gen van zijn vader. Hij kwam Iaat bin nen. "k Hoorde hem de trap opkomen. En was 'hij alleen Natuurlijk. En hoorde je geen stemmen Charles is seffens bij zijn vader gegaan. Ja, Charles is bij me geweest om zijn maandgeld. Dan zie ik hem anders niet, zei de oude heer. Vader is goed om te betalen. Donkers vertelde, wat Louis Delaat beweerde. Maar hoe durft hij dat te zeggen kreet Mele verontwaardigd. En wij zou den niets gehoord hebben Gij sliep misschien, sprak Delaat, die tot nu toe pezwegen had. Maar 'k hoorde Charles wel bin nen komen... en roepen en tieren zou ik niet hooren En wie droeg hem dan buiten? Ik hielp zeker mee... of mijn meester 1 Dat zijn praatjes bevestigde ook de heer des huizes. Ik wil gerust ge laten worden. Dien nacht was ik als alle nachten aan 't lezen. Dan is mijn geest bij m'n boeken, maar getier z-ou hem gestoord hebben. Juli 1912 benoembaar zijn tot reserve officier, ingetrokken en bepaald dat in den vervolge de vaandrigsrang en de officiersrang uitsluitend kunnen worden bereikt door hen, die voldoen aan de in bovengenoemd Kon. besluit gestelde eischen. Deze bepaling is niet van toe passing op hen, die reeds op een vaan drigscursus zijn, dan wel aan het vaan- drigsexemen hebben voldaan. Zij, die niet aan deze eischen voldoen en zich toch voor de opleiding beschik baar willen stellen, zullen, desgewenscht door den inspecteur van het betrokken wapen in de gelegenheid worden ge steld het wetenschappelijk examen, ge noemd in art. van het Kon. besluit van 8 Mei 1906, af te leggen. Door deze bepaling is de protectie- bevordering tot reserve-officier voor een voldoen aan de eischen gesteld in art. 4 voor een groot deel buitengesloten en is het voordragen voor een benoe ming tot reserve-officier van uitverko renen hoewel ongeschikt onmo gelijk geworden. („Avp.") Distributie van den graanoogst De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft aan de burgemeesters bericht, dat de vooruitzichten ten aan zien van den aanvoer van granen en voedingsstoffen hem nopen, de grootste aandacht te wijden aan de inzameling van den inlandschen oogst, waarom hij gemeend heeft deze taak in elke pro vincie te moeten opdragen aan één persoon, die zich geheel en uitsluitend aan deze taak kan wijden. Aan dezen functionnaris zal ook de uilvoering van de distributieregeling voor brood, meel en rogge, voor zoover daarin de brood commissies zijn betrokken, zijn opge dragen. Aan de burgemeesters is verzocht, aan den voor hunne provincie benoemden functionaris de onmisbare medewerking krachtig te willen verleenen, opdat de grootst mogelijke hoeveelheden graan en voedingsartikelen uit den inlandschen oogst voor de rijksdistributie beschik baar komen. Duitsche deserteurs. Van ambtelijke Duitsche zijde wordt ons medegedeeld, dat den gedurende den oorlog gedeserteerden Duitschers afgezien van hen, die naar den vijand overliepen gelegenheid tot terugkeer en verzoening wordt gegeven. Ingeval zij terugkeeren, wordt na beëindiging der gerechtelijke procedure, waarbij van het opleggen van voorloopige hechtenis principieel wordt afgezien, strafopschor ting met het vooruitzicht op gratie toe gezegd, indien zij zich in den verderen loop van den oorlog door hun gedrag zulk een gratie waardig toonen. Er wordt echter vereischt, dat zij onverwijld, uiterlijk echter op 15 Juli a.s., terug keeren en zich bij het eerst te bereiken Duitsche grensstation voor den dienst aanmelden. Hij, die deze slechts eenmaal biedende gelegenheid, om weder als En toch geloof ik mijn zoon zei Delaat. 't Is wel, meneer, hernam Meule man kalm. Maar dan geef ik 't geval morp-en bij de politie aan. Ik wil gerust gelaten worden 1 Goeden avond, ik ga naar m'n kamer. Mele help me onthou den, dat ik morgen om de politie zend. Wees gerust, meneer. Dat is 't beste. Ja, dan moet de politie 't geval onderzoeken, sprak ook Delaat. 't Is de eenige weg, meende even eens Donkers. Bei-de mannen verlieten den Uilen toren. Even wandel-den ze zwijgend naast elkaar voort. Donkers, je gaat langs den wegel, zei Delaat. Dat is niet den weg naar 't dorp, maar naar m'n hofstee. 't Is waar. Je zijt verstrooid Ik ben in gedachten. En ik ken ze, die gedachten... Ge gelooft Meuleman, Mele en Loncke, maar Louis niet. Zeg 't maar ronduit. Hoor eens, Delaat, van 't eerste oogenblik ben ik oprecht tegen je ge weest en ik zal 't natuurlijk nog zijn. Neen, ik kan Louis' verhaal niet geloo- ven. 't Is zoo wonderlijk. En als er in den Uilentoren iets voorgevallen was, zou de oude Meuleman het niet ver-ber gen. Charles, zijn zoon heeft -Louis ook met het meisje gezien, en Charles is op recht als zijn vader. Charles Meuleman riep de boer verachtelijk uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1