16 JUNI VROUWENBEWEGING r%'o. 140 55e «laargang 1917 iitimFins F. 11 IF HUE Ir., Kleine Markt 58, ïlissinp. Isteison late. 18 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag on algemeen erkende Christelijke teestdagen GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON BINNENLAND VLISSllNOSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6 ct. per regel Deabonné's,in 't bezit eener (ffejfhjffe gulden bij levens-gulden bij dood rtjf| gulden bij verlies Jj P*gulden bij verlies A gulden bij verlies P*gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- 11| 111 lange ongeschikt- a door H E IB van een ^an^> l^Si van 11111 yan een 3 '"fc van eiken kerd tegen ongelukken voory beid tot werken S w een ongeluk CSlJlrf voet of oog Jlfü'Hj' een duim wijsvinger fwO anderen vinger O «re ultkeerlngén worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien ven geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Ho!!. Alg. Verzek, Bank" te Schiedam REGEERINGSGOEDEREN. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen brengen ter atgemeene kennis dat ingevolge hunne kennisgeving van 28 Februari 1917, behoorende 'bij de voor hunne gemeente geldende distributieregeling van regeeringsgoe- deren dd. 12 en 19 Februari 1917, A no. 213 gedurende de week van 18 Juni tot en met 24 juni 1917 op bon no. 15 Aardappelen verkrijg baar zijn 3 K.G., prijs 0.06V2 per K.G. op bon no. 13 Rijst verkrijgbaar is 2 H.G. (2 ons) regeeringsrijst prijs ƒ0.28 per K.G. of 2 H.G. (2 ons) Java of Siam-rijst (alle andere soorten dan regeeringsrijst) prijs 0.56 per K.G. op bon no. 3 Havermout verkrijgbaar is 1 H. G. (1 ons) prijs ƒ0.32 per K.G. op bon no. 11 Varkensvleesch ver krijgbaar is 2 H.G. (2 ons), prijzen zooals zijn gepubliceerd. op bon no. 7 Zeep verkrijgbaar is lA K.G. (2'/2 ons) prijs ƒ0.28 per K.G. Vlissingen, 16 Juni 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. HINDERWET. Kennisgeving. Burg. en Weth. van Vlissingen Gezien de artikelen 6 en 7 der Hin derwet Geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomen een verzoek vtan J. VERBURG alhier, om vergun ning tot het oprichten van eene haring- rookerij en scharrendrogerij in de per- ceelen kadastraal bekend gemeente Vlissingen, Sectie E nos. 1681 (ged.) 1680 (ged.)679 (ged.) en 1679 (ged.), plaatselijk gemerkt Lange Zel- ke no. 32 (onder intrekking van zijne aanvrage van 24 Mei jl. voor het per ceel Lange Zelke no. 34) dat dit verzoek met de bijlagen, te beginnen met Maandag den 18 Juni 1917 op de Gemeente-Secretarie ter vi sie zal gelegd worden en dat den veer tienden dag na dien, zijnde den 2 Juli 1917 ten Raadhuize, des namiddags ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen, zullende zij die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor het gemeentebetsuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter Gemeente-Secretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen, den 16 Juni 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. 'De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. Roman door M. C. VAN DEN ENDE. 17.) -o- (HaarnK wrlofoi) Valk deed niets liever, en zette zich op zijn gemak, terwijl zijn ooger. zoe kend door 't vertrek dwaalden. Ds. Loos bemerkte dat en vroeg hem, waaraan hij 't genoegen van 't bezoek te danken had. Valk glimlachte. Dominé 1 zei hij, u weet, ik ben nog al erg vrijzinnig in mijn opvat tingen iHelaas, ja 1 Nu heb ik er spijt van, u mijn huis verboden te hebben, 'k Vind het vrijzinniger handelwijze, oolk mijn vrouw in haar sop te1 Ja, de uit drukking is niet fraai, vergeef me! Wel, dat verheugt me in tie ziel 1 Toch begrijp ik u, dominé, niet recht Hoezoo vriend U is toch van meening, dat de vrouw de man onderworpen dient te zijn Maar dat daargelaten. Neen, do- miné, laat me even 't mijne zeggen U'kunt in 't vervolg mijn vrouw bezoe ken voor kerkelijke aangelegenheden, HINDERWET. Kennisgeving. 'Burg. en Weth. van Vlissingen Gezien de artikelen 6 en 7 der Hin derwet Geven bij deze kennis dat bij hen is ingekomen een verzoek van de firma J. HAKKER alhier, om vergunning tot het oprichten van eene Inrichting voor het rooken en bereiden van worst en vleeschwaren met 2 elec- tro-motoren resp. van 3 en 1 P.K. in de perceelen kadastraal bekend gemeente Viisingen, Sectie D nos. 1474 en 1475, plaatselijk gemerkt Kleine Markt no. 62 en Vlamingstraat nos. 19 en 21 dat dit verzoek met de bijlagen, te beginnen met Maandag den 18 Juni op de Gemeente-Secretarie ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden dag na dien, zijnde den 2 Juli 1917 ten Raadhuize, des namiddags ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het oprichten in te brengen, zullende zij die niet overeen komstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl ge durende drie dagen vóór dat tijdstip, ter Gemeente-Secretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen, den 16 Juni 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSiUM Jr. T oenemende Verwildering;. Voor de lezers, die geregeld ken nisnemen van onze rubriek Gemengd Nieuws, is het sinds langen tijd geen geheim meer, dat op allerlei gebied in den lande de baldadigheid van jeug dige personen, doch ook niet minder de misdadigheid van volwassenen hand over hand toenemen. Nu ligt tusschen baldadigheid eenerzijds en misdadig heid anderzijds nog een wijde klove gelukkig maar, want het zou er an ders voor de toekomst van ons land alles behalve geruststellend uitzien. Maar toch een losbandige jeugd neigt op lateren leeftijd maar al te zeer en al te gauw over naar het terrein van degenen, die zich aan wet noch ge bod storende, bepaald gevaarlijke in dividuen voor een geordende samen leving zijn. En van dezulken hebben wij er thans meer dan ooit. De cijfers dienaangaande stemmen wel zeer tot ernstig nadenken. Zoo zien wij, dat het aantal misdrijven in het Wetboek van Strafrecht omschreven, en waar aan personen van beiderlei kunne, jeugdigen en volwassenen zich heb ben schuldig gemaakt, in 1914 reeds het aanzienlijk cijfer van 4880 bedroeg, doch dat in het volgend jaar reeds maar dan uitsluitend, als ik thuis ben Valk lichtte niet nader toe, waarom hij er bij tegenwoordig wenschte te zijn, en ds. Loos vroeg niets, doch een toornig rood en vlammend oog drukte felle beleediging uit. Valk, hier is de deur Met drei gend handgebaar stond hij voor hem. Valk lachtte spottend en zei, terwijl hij zijn muts opzette 'Lkj zeg alleen, wat ik weet, en te gen niemand sprak ik er over. Maar ik waarschuw u, kom mijn jonge mees teres niet meer te na, of ik reken u in Valk, je bazelt Nu werd Valk nijdig. Ruw duwde hij ds. Loos op zij en haalde uit de boe kenkast op de derde plank van achter de boeken ©en revolver te voorsohijn. Ik kwam hier, om u te waarschuwen, dominé, maar nu neem -ik dit wapen in beslag Zoo ging hij en liet ds. Loos in de grootste ontsteltenis achter. iDeze knielde neer en bad schreiend. Zijn middagmaal bleef onaangeroerd. Als in een droom stond hij op, zette zijn hoed op, en ging naar de villa. Hij scheen een vast besluit genomen te hebben. Op 't oogenblik, dat hij voel de, hoe de jachtopziener hem aan de publieke schande kon prijsgeven en hij uit diens mond moest hooren, dat hij hem sparen wilde, voelde hij zich van zijn voetstuk vallen, en kwam hij tot dit cijfer tot niet minder dan 9440 gestegen is, het jaar daarna tot 9727, terwijl voor zoover reeds over dit loo- pende jaar kan worden geoordeeld, het misdrijven-cijfer nog aanmerkelijk ongunstiger is geworden. Waar moet het daarmede heen, wat zullen de gevolgen van dat alles zijn, wat waren en zijn nog de oorzaken Ziedaar evenzoovele vragen, alle fei telijk betrekking hebbende op geheel ons maatschappelijk en individueel leven. En, nu ligt het voor de hand, dat waar in en na het eerste oorlogs jaar een zoo groote ommekeer plaats vond in het openbare leven der vol ken, de boven vermelde cijfers, daar mede rechtstreeks contact houden, immers, het verschijnsel eener toe nemende verwildering der zeden, en van eene daarmede gelijken tred hou dende vermeerdering der criminaliteit, is niet minder in de onzijdig gebleven landen dan in de oorlogvoerende rijken geconstateerd kunnen worden met dien verstande evenwel, dat in laatst genoemde landen het deelnemen aan het daadwerkelijk oorlogsbedrijf nog als een afleidende factor, als een soort veiligheidsklep derhalve, functioneert, terwijl in de onzijdig gebleven rijken integendeel nog bijzondere omstan digheden, bij vele groepen des volks de neiging tot verwildering en afwij king van de goede zeden in de hand werken. De bloedige oorlogstooneelen, waarvan de nieuwsbladen in de laat ste jaren dagelijks moeten melding maken, doen op zwakke gestellen hun invloed gelden, de moord op groote schaal, die men de moderne oorlog noemt, met zijn honderdduizenden slachtoffers schijnt de begrippen om trent de waarde van een enkel men- schenleven tot de kleinst mogelijke verhouding terug te hebben gebracht het schenden van overeenkomsten en verdragen, het met voeten vertreden der meest volstrekte eigendomsrechten tusschen de staten onderling, heeft bij velen ook het eigen inzicht in de ver houdingen tusschen personen onder ling dermate gewijzigd, dat zij steeds minder en minder zich bewust blijken te zijn, van wat recht en wet en zeden voorschrijven. Van daar dat dezulken in botsing komende met den straf rechter, het cijfer der gepleegde mis drijven zoo onrustbarend doen stijgen, gelijk wij hierboven zagen. Ons land echter niet alleen staat voor ettelijke duizenden zijner inwo ners, schuldig aan het euvel eener toenemende verwilderinghet ver schijnsel is daartoe te algemeen,'en juist aan die algemeenheid valt de conclusie te ontleenen, dat zoo de wereldomstandigheden zich opnieuw, maar dan bij den vrede in gun stiger zin, gaan wijzigen, ook te on zent weder meer normale verhoudin- groote zelfkennis. Hij zag zich vol van Christeiijken hoogmoed en van heerschzucht. En hij moest zich bekennen, dat jaloezie en liefde hem waanzinnig dreigden te ma ken hem zelfs tot een strafwaardige daad hadden gebracht. Toen Valk hem verliet viel hij op de knieën en 'bad, en hij schreide, zooals hij dat gedurende een lange reeks van jaren niet meer deed. Als 'beter Chris ten stond hij eindelijk op. Zijn berouw was hartgrondig en als man van vurig temperament, kon hij niets ten halve doen hij besloot den villa-bewoners vergiffenis te vragen voor zijn misstap, dien zij ternauwernood durfden ver moeden. uitgenomen Rika. Echter werd hij door buitengewone gebeurtenissen verhinderd, zijn voornemen ten uitvoer te brengen. Toen hij in deemoedige houding bin nentrad, kwam de lieer Landman hem met haast jeugdige vlugheid en groote voorkomendheid tegemoet, begroette hem uitermate vriendschappelijk en nóodigde hem voor een particulier on derhoud op zijn studeerkamer. 'Pas waren zij daar gezeten, of de oude heer begon met gejaagdheid Mijn goede vriend, in dagen van ziekte zijt ge mijn trooster en steeds mijn geestelijken wegwijzer geweest. Daarom beschouw ik uw vereerend aanzoek om de hand mijner wilde, gen zullen intreden. Daar komt nog iets bijnamelijk dit, dat het aantal ernstige misdrijven in ons iand, als moord, doodslag, roof, diefstal, mis handeling en dergelijke, weliswaar aanzienlijk toegenomen is in de oor logsjaren, doch dat daarvan een groot deel valt op allerlei slechte elemen ten, die met de duizenden eerbare vreemdelingen mede in ons land ge komen zijn. Zeer zeker, de overgroote meerderheid dier vreemdelingen, wel ke wij ons tot een plicht der meest eenvoudige naastenliefde blijven re kenen in ons midden een schuilplaats in te ruimen, de overgroote meerder heid heeft recht op onze algeheele achtingdoch zulks neemt niet weg, dat met dezen ook een niet gering deel van de meest ongunstige be- standdeelen gelijk elk volk deze kent is mede gekomen. En het zijn helaas deze elementen, die aan politie en justitie den meesten last bezorgen. Na den oorlog zal derhalve, reeds alleen uit dien hoofde, het cri- minaliteits-cijfer te onzent ongetwij feld al aanstonds aanzienlijk dalen. Ook de, in den grond voor het volks karakter zoo verderfelijke smokkelhan del zal, als met één slag, gedaan zijn ook de nog steeds in verscheidene bedrijven heerschende werkeloosheid mag men aannemen, dat alsdan groo- tendeels verdwenen zal zijn; van vele thans nog in alle glorie hunner pas- verworven rijkdommen prijkende O. W.'ers, die deze rijkdommen vaak op min oorbare wijze verkregen en der halve een verleiding tot minder eer lijke middelen en praktijken kunnen zijn, zal de glans allicht zeer getaand zijn. Want, zóó gewonnen, zóó ge ronnen, is nog altijd een goed-Hoi- landsch en leerzaam spreekwoord. En wat vooral de kindercriminaliteit aan gaat, die nu zoo sterk is toegeno men in verband met de in vele ge zinnen heerschende ontstentenis van het gezinshoofd, die reeds jaar en dag, door zijn mobilisatie-plichten aan zijn vaderlijke plichten wordt onttrokken, ook deze toenemende ver wildering zal bij het eindigen van den oorlogstoestand zoo al niet dadelijk dan toch geleidelijk kunnen verdwijnen. Immers, de aloude grondregel onzer geneeskundigen „neem de oorzaken weg, dan blijven ook de gevolgen uit", moet hier al zeer van toepas sing zijn. Zoodat, hoe ernstig het droevig verschijnsel ook is en onder de oogen moet gezien worden, het toch niet ontbreekt aan enkele lichtpunten. Daarbij mag één ding vooral niet vergeten worden. Ons volk is nu eenmaal van geaardheid wat norscher dan de zuidelijke en andere volken die norschheid wordt dikwijls, zoo de omstandigheden er toe leiden, wel doch goedhartige Rika, ais een zegen. Moeilijk kon zij achtenswaardiger echt genoot vinden. En, daar ik een man van den dag ben,; zou ik haar, bij eeni- ge neiging, bij eenige toenadering ha rerzijds, niemand liever dan u toever trouwd hebben, doch... Uiterlijk ikalm, maar zeer bleek, hoor de ds. Loos hem aan, stond weldra op en verzocht ihem met handgebaar, niet te vervolgen. Geachte heer antwoordde hij zonder de gewone scherpte en met ge dempte stem. Laat het zoo blijven als 't was. Ik heb ingezien, dat Rika en ik niet bij elkander behooren onze ziens wijzen iloopen te veel uiteen. Aan mijn zijde zou zij zich gedrukt en. ongeluk kig gevoelen. En 'wat mij betreft zoo- vee! zonden kleven mij aan. Daarvan kunt u geen flauw begrip hebben. De heer Landman meende, dat ds. iLoos zijn dochter, na haar in 't pu bliek te hebben zien optreden, niet meer tot vrouw begeerde. De couran ten hadden in den breede uitgeweid over de onstuimige vergadering. Bij »de ontboezeming van Loos, op wiens vriendschap hij hoog prijs stelde, slaakte hij een zucht van verlichting, 't Groote nieuws zou hem nu gemak kelijker meegedeeld kunnen worden. Juist oip 't oogenblik, dat de predi kant tot een 'bekentenis, een zelfbe schuldiging overging, ten einde vergif eens een uiterlijke vorm van ruwheid, en ruwe zeden dreigen ten slotte zelfs de beste karaktereigenschappen te bederven. Doch zoo datzelfde volk de gelegenheid krijgt te toonen, wat het vermag en als de ure des gevaars dreigt, dan zult ge ontwaren, waartoe diezelfde oerkracht, waarvoor in andere tijden zoo weinig gelegen heid tot leiding, ontwikkeling en uiting is, in staat zal zijn. Dat heb ben de belagers dezer Nederlanden al vóór eeuwen tot hun schande en schade moeten ervaren. Want diep in het volksgemoed sluimert een onverwoestbare drang naar het beste wat den mensch siert eerlijkheid en recht. En zoo de bol ster wat ruw mag zijn, de kern is onaangetast en gaaf gebleven. Daar om ook mogen wij verwachten, dat zoodra de omstandigheden er weder, meer dan thans, toe leiden, ook het verschijnsel dier toenemende verwil dering in de zeden bij een deel der onzen tot het verleden zal gaan be hooren, en de oude rechtschapenheid en het besef van een eerlijk plichts gevoel hun plaats in onze samen leving ten volle zullen hernemen. UITSLAG KAMERVERKIEZINGEN. In 49 van de 50 districten, waar gis teren stemming voor de Tweede Kamer plaats had, zijn de aftredende leden, voorstanders van grondwetsherzie ning, herkozen. Alleen in Amsterdam II moet een herstemming plaats 'hebben tusschen de heeren Gerhard (aftr. S. D. A. P.) en dr. Z. Kamerling (Atag). Wij laten hieronder den volled'igen uitslag volgen Amersfoort. Uitgebracht 4905 stem men. Herkozen de heer mr. W. H. de Beaufort (V. L.) met 4411 stemmen. Verder verkregen J. F. Baerveldt (Atag) 342 en ds. <M. C. van Wijhe (S. D. P.) 152 stemmen. Amsterdam I. Uitgebracht 1618 stem men. Herkozen Dr. H. F. R. Hubrecht (U.-L.) 1121, Mr. W. Heineken (Atag) 497 stemmen. Amsterdam II. Uitgebracht 1804 stemmen. Herstemming tusschen A. H. Gerhard (aftr. S. D. A. P.) 885, Dr. Z. Kamerling (Atag) 639. D. Wijnkoop (S. D. P.had 280 stemmen. Amsterdam III. Uitgebracht 6619 stemmen. Gekozen de heer P. Otto (U.- L.) 4204, M. Robart (Atag) 1117, D. Wijnkoop (S. D. P.) 1298 stemmen. Amsterdam .IV. Uitgebracht 1467 stemmen. Gekozen de heerMr. J. A. van Hamel (U.-L.) 1102, A. De Hullu (Atag) 214, D. Wijnkoop (S. D. P.) 151 stemmen. Amsterdam V. Uitgebracht 7108 stemmen. Herkozen de heer Th. M. Ke telaar (V. D.) 4077, Dr. J. Schrijver (Atag) 2448, D. Wijnkoop 583 stem men. Amsterdam VII. Uitgebracht 2179 stemmen. Herkozen de heer Walrave fenis te erlangen, werd aan de deur geklopt, en na bekomen verlof traden gearmd binnen Rika en Charles Nadat zij teruggekeerd waren van de vergadering naar hun hotel, lieten zij inspannen en vertrokken. Elk in een hoek gedoken zwegen zij en dachten na over 't voorgevallene. Snel trokken de paarden de ratelende koets over den klinkerweg. Zij behoefden geen zweep slag ter aansporing uit eigen drift spoedden zij zich door de tastbare duisternis naar den warmen stal. Wel twee uur ging 't in gestadigen draf voort en toen zij bij; de bosschen kwamen en slechts twintig minuten riidens van den Vo.ssen.kuiI verwijderd waren, trokken de 'beesten nog vlugger voort. De (koetsier ging af op de bees ten zij kenden den weg... Nadat de inzittenden in 't rijtuig van tijd tot tijd wat gepraat hadden over de koude en den donkeren nacht, terwijl ze voorovergebogen door 't zelfde raampje tuurden en trachten iets te on derscheiden en de omgeving te ver kennen, bemerkten zij niet, dat ze hand in hand tegenover elkander zaten/voor de koets plotseling niet hevigen schok stilstond. De glasruiten rinkelden stuk en de koetsier tuimelde met een vloek ■op de lippen van den bok over 't hand- sche paard. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1