m 'I Sart.
fères
DINSDAG
20 MAART
*~No. 67
55e Jaargang
1917
OMSLAG
DARTEN
ÉLEURD.
METSEN
1 12
|elburg,
k in prijs,
franco.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Onze Gratis-Verzekering Vegen Ongelukken
300 gulden.
Dn Uitgevers.
gemeentebestuur
BINNENLAND
FEUILLETON
KERKSTRAAT 9
uitstalling.
|verd.
E P R IJ Z E N
orraad 1ste kwaliteit
■nerken zeer f|jne
teau de Cantemerle,
leiten. Morgenwijnen,
|Vermouth en Malaga^
n Rijnwijn en Cham-
;de Wijnkooperij, stelt
■aS$%s,
k 21.
Vraag prijscourant,
14a
5
6.25
5
6.35
6
6 46
7.05
7.57
8
7.23
8.15
7.30
7.45
14
7.50
8.05
pering aangegeven,
achten op de aan-
(Stroobrugge)—
>E DIRECTEUR.
|t en zonder ver
te Goudtechniek
rsteld.
tdag, Wrens lag
ts, Middelburg.
VLISSINGSCHE COURAINT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35v Afzonderlijke nummers 3 cent
jiji»lirniu t, iMM BE VtiOE lf„ Kleine Mt 58, flissinpn Teiefoon toiere. IB
ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel
De abonné's, in 't bezit eener ft ft ft f| gulden bij levens- rj r* ft gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies -4 f* ft gulden bij verlies ft ft gulden bij verlies ft r* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- 18 B B g lange ongeschikt- ftiB door <1111 van een hand, ftl I van IK lig vaneen /ft van eiken
fcerdtegen ongelukken vooriWUU» heid tot werken i CS»UI een ongeluk 4JUKJ voet of oog JLw'ÏJ een duim 1UU wijsvinger anderen vinger
Deze ulikeeringérc worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" të Schiedam
Heden hebben wij aan onzen abonné W. VAN DE
VOORDE Jr., houder van polis no. 1519, die het ongeluk
had een oog te verliezen, ingevolge de desbetreffende bepalingen
van onze Gratis-Verzekering, een uitkeering gedaan van
BEKENDMAKING
betreffende verbod van verwerken van
tarwe en rogge als veevoeder en
verbod van gebruik als zoodanig.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter algemeene kennis
dat door den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel krachtens artikel
6 der Distributiewet 1916 is goedgevon
den te bepalen, dat met ingang van 15
Maart 1917 verboden is, behoudens
zijne bijzondere toestemming
le. tarwe en rogge te verwerken als
voedermiddel voor dieren
2e. tarwe en rogge, onverwerkt of
verwerkt, ongemengd of gemengd met
andere stoffen, als voedermiddel voor
dieren te gebruiken
dat overtreding van bovengenoemde
1 verbodsbepaling krachtens artikel 11
der Distributiewet 1916, wordt gestraft
«iet eene hechtenis van ten hoogste zes
I maanden of geldboete van ten hoogste
I zes duizend gulden.
Vlissingen, 20 Maart 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Door de gevaarlijke zóne.
Gisterenochtend is uit Engeland den
Waterweg binnengekomen het stoom
schip „Dardanus" van de Maatschappij
„Ocean," en het stoomschip „Rijndijk,"
van de firma Solleveld en van der Meer,
te Rotterdam. Beide schepen, waarvan
liet eerstgenoemde een lading lijnkoeken
en het andere een lading mais aan boord
heeft, hebben op eigen risico de reis
I door de gevaarlijke zone van Engeland
naar Nederland gemaakt.
Nederlandsche officieren naar het
Duitsche front.
De missie van Nederlandsche officie-
deren, welke op uitnoodiging van de
Duitsche regeering een bezoek zal bren
gen aan een of meerdere Duitsche ge
vechtsfronten, zal bestaan uit luit.-kolo-
nel W. C. Schönstedt, commandant van
'I 19e reg. inf., majoor van den gene
rator staf J. L. ten Bosch, (efappe-in-
spekteur), majoor van de veldartillerie
P- D. van Essen en kapitein der genie
W. H. Cool.
zondheidstoestand van dr. A. Kuyper,
dat de inzinking en zwakte nog nawer
ken, maar dat toch de geheele toestand,
hoezeer nog allerminst geheel hersteld,
met elke week winnende is.
Prof. dr. F. L. Rutgers, f
Gisteren is te Amsterdam op 80-jari-
gen leeftijd overleden prof. dr. F. L.
Rutgers, oud-hoogleeraar aan de Vrije
Universiteit.
Prof. Rutgers, gedurende vele jaren
predikant in onderscheidene gemeenten
van ons land, werd in 1879 kort na de
stichting van de Vrije Universiteit,hoog
leeraar aan de theologische faculteit de
zer instelling.
Hij deed er op 20 October 1880, gelijk
met dr. Kuyper zijn intrede.
Prof. Rutgers verkreeg zijn emeritaat
in 1911.
Landstormplichtigen en van militie-
dienst vrijgestelde kostwinners.
Naar wij vernemen zullen tegelijk met
het gedeelte der landstormklasse 1908,
dat omstreeks juni van dit jaar vermoe
delijk in dienst zal worden gesteld, moe
ten opkomen
a. zij, die nog r.iet in werkelijken
dienst zijn moeten komen, omdat zij
landstormplichtig zijn geworden tenge
volge van een hun als militie-plichtige
verleende vrijstelling wegens kostwin
nerschap, voor zoover die vrijstelling
vóór 1 Juni a.s. voorgoed verleend is,
uitgezonderd degenen, die uit anderen
hoofde niet tot opkomst gehouden zijn
b. zij, die nog niet in werkelijken
dienst zijn moeten komen, omdat zij
landstormplichtig zijn geworden tenge
volge van een hun als militieplichtige
verleende vrijstelling wegens persoon
lijke onmisbaarheid/als bedoeld in art.
34, le lid, 2 der Militiewet, voor zoover
die vrijstelling voorgoed is verleend,
uitgezonderd degenen die uit anderen
hoofde niet tot opkomst zijn gehouden.
Dr. A. Kuyper.
„De Stand." meldt omtrent den
DOOR
A.. HANS.
43) —o— (laüitf wMüi.
Een meisje kwam hem zeggen, dat
't eten klaar stond. Alleen zat hij in een
groote kamer. Hij gevoelde zich vreemd
'c moede... Was 't dan al voorbij, die
zielesmarte, die onrust, dat hatelijk ver
bond O, kwanten de zaken in orde
En zijn hart klopte sneller bij dat voor
uitzicht. Geen schaduw meer. Weer vrij
man..., vrij over zijn meening, zijn da
den, zijn hart. Rust thuis, in den eigen
jning, en in zijn gemoed. Gelukkig
'even in 't hem zoo geliefde Vlaanderen.
Ver mogen staan 'boven al 't gehaspel
en den kleinzieligen strijd Mensch zijn,
breed van opvatting, onafhankelijk, be
wonderend wat schoon en goed is, be
trachtend 't rechtvaardige.
En weer mijmerde hij.
Maar de boeken van vader kwamen
hem toch weer voor den geest.
Elorent verliet 't oude stadje en door
l weelderige Cadzandsche land reed hij
oeheldewaarts. Een uur later stond hij
aan de kleine haven van Breskens. De
Verkiezingen voor de gemeenteraden.
Het college voor de gemeenteraden
uit de anti-revolutior.aire partij heeft
besloten ten aanzien van dit jaar te
houden periodieke verkiezingen voor de
gemeenteraden te adviseeren, dat de
anti-revolutionaire partij, indien de an
dere politieke partijen een gelijke ge
dragslijn te haren aanzien Volgen, zich
zal onthouden van het stellen van can
didaten voor de plaatsen, die door het
aftreden van leden van andere politieke
partijen openvallen, en uitsluitend
candidaten zal stellen in de vacatures
zon hing nu laag boven de zee. De
vloed lag kalm in de heerlijke avond
stemming. Meisjes, vrouwen, renteniers
kwamen bedaard aangewandeld, om te
genieten van hun eenig verzet, de druk
te bij 't vertrek der boot. Kinderen
speelden bij de kleine tram, die reizigers
had aangebracht. Vrede lag over het
stille dorp.
De boot meerde aan de ponton. FIo-
rent stapte aan boord. Hij bleef aan
dek. Hij dacht aan de laatste reis met
Raimond. Wat was er sinds al gebeurd?
Hij scheen nu veel ernstiger, meer man,
met dieper kennis van 't leven... Hij
had reeds op 't kerkhof kunnen rusten,
naast Klara... Florent huiverde bij die
gedachte... En 't leven, dat toch zoo
schoon was Hij wilde het afbreken.
O. de angst, de smart .moest hem waan
zinnig hebben gemaakt Nooit had hij
aan dien viiver gedacht. Kijk, nu blikte
hij ook in 't water. Geen macht zou
hem er thans in drijven Welk een hand
stootte hem toen o,p dien vreeselijken
avond neer
Stil, niet denken aan dat leed. Het
was voorbij... Hij had met Jeanne ge
broken.
Louise wachtte hem. Ginds rees Vlis
singen boven den vloed. Een hooge mo
len zegende ais met kruisen de wel
doende Schelde, den handelsweg, die
welvaart bracht aan de volken. Een to
ren verhief zich boven de roode daken.
ontstaan door het aftreden van anti
revolutionaire candidaten.
Voedingsgewassen op zijkanten van
wegen.
Volgens een globale schatting bedraagt
de lengte van de wegen in Nederland
meer dan 30.000 K M., en hebben vele
dezer wegen zeer breede bermen of zij
kanten, welke slechts voor een klein
deel noodig zijn voor het publiek ver
keer. Op vele wegbermen zouden dus met
succes allerlei voedingsgewassen kunnen
worden verbouwd, in verband hiermee
zijn de betrokken autoriteiten door den
minister van Landbouw uitgenoodigd,
om een onderzoek terzake in te stellen
en waar dat mogelijk is te bevorderen,
dat deze bermen aan de productie van
voedingsmiddelen dienstbaar worden
gemaakt.
De Duitsche belangen in China door
Nederland behartigd.
Nederland heeft zich belast met het
waarnemen der Duitsche belangen in
China.
Nederlandsche soldaten (belast met de
bewaking van het gezantschap) ontwa
penden de wacht van het Duitsche ge
zantschap en bezetten hun verblijf
plaatsen.
Te Sjanghai wappert de Nederlandsche
vlag op het Duitsche consulaat.
Jaarwedden van onderwijzers.
Hét hoofdbestuur van den bond van
Nederlandsche onderwijzers heeft aan
Gedeputeerde Staten der onderscheidene
provincies verzocht
in navolging van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant aan alle gemeente
besturen een schrijven te willen richten,
waarin met kracht er op wordt aange
drongen, reeds nu a'Je jaarwedde-rege-
lingen der onderwijzers te herzien
te willen bevorderen, dat de nieuw
vast te stellen verordeningen 't aan
vangssalaris op niet lager dan f 800 be
palen, terwijl zij tevens een behoorlijk
stelsel van verhooging en het toekennen
eener vergoeding voor het geven van
onderwijs buiten de gewone schooluren
inhouden en dat de nieuwe regeling in
werking trede op 1 Januari 1917.
De „Avance" opgebracht.
Het Noorsche stoomschip „Avance"
met 200 ton levensmiddelen op weg van
Rotterdam naar Londen, is naar Zee-
brugge opgebracht.
(Zooals men zich zal herinneren,
poogden de Duitschers dezer dagen het
schip op te brengen naar Zeebrugge.
Zij werden daarin door een torpedojager
verhinderd.
De „Avance," die na dit voorval naar
Rotterdam stoomde, verliet gisteren
morgen 4 uur wederom den Waterweg
met lading voor Londen.)
OP 'T VLISSINGSCH KERKHOF.
EEN DOODSTIJDING.
i.
Een treurmarsch klinkt uit de verte.
De wind voert de klanken tot in de
triestige Kerkhoflaan, waar de hooge,
Louise wachtte hem.... En verleden
week nog tooide men de „Meidoorn"
voor zijn ondertrouwfeest
Een bel rinkelde. De boot voer af.
Achteraf stoomde ze buiten 't haventje,
zwenkte dan en schoot met forsohen
slag voorwaarts, de Schelde op.
Florent blikte naar den kapitein op
de brug. Bedaard rookte hij zijn pijp.
Kalmte teekende zijn gebruind gelaat.
Maar zijn oog keek scherp en bedwong
als 't ware 't vaartuig en leidde het
veiiig naar 't doel.
En zoo stond die man daar ook ais
de wind gierde en de storm woedde, en
kalm steeds, maar krachtig bracht hij
de hem toevertrouwde levens door 't
gevaar.
En Florent dacht dan aan 't geronk,
't geschreeuw, 't gekonkel in zijn we
reldje. De graaf heerschend op zijn
kasteel. Liefrinks trachtend naar macht,
handelaars, die elkaar willen verdrin
gen, en schijnen wat ze niet zijn.
Daar op de brug eenvoud en kracht...
en weer blikte Florent naar dat rustig
wezen en dat scherpe oog.
O, waarom had zijn vader ook niet
zóó met vaste hand de oude firma be
stuurd
Hij dacht zonder bitterheid aan hem
en deernis bekroop zijn harte, 't Kwaad
schuilde niet bij vader alleen, 't Zat in
de samenleving, in de gewoonten, de
zeden, in 't geflonker onzer eeuw, in de
naakte boomen zwiepen. De regen hult
den ganschen omtrek in een sluier.
iDe muziek zwijgt. Alleen de pijper
klaagt nu met den doffen rouwslag van
den trommelaar.
Een stoet nadert. We zien leger- en
marine-autoriteiten, officieren, "matro
zen, soldaten, de blik blijft dan rusten
op een doodenwagen, die langzaam
voortrolt, daarna op een tweeden....
D. van Teijlingen... K. W. Gaanstra.
Eenige dagen geleden nog voi levens
lust en kracht, wakkere zonen van Ne
derlands marine, en in dien ontzetten-
den nacht, ginds op de donkere Schelde,
plots weggerukt, of zoo gewond, dat
de dood een verlossing was.
„Stap voor stap zoo gaan de paarden.
Traagzaam, treurig, stille, stom..."
De stoet schrijdt voort, ernstig, onder
den indruk van al de tragiek, en 't is
of de natuur zelve meerouwt en klaagt.
Daar ligt de doodenakker. De wind
giert door de boomen, over de graven,
de regen slaat neer. Laag hangen de
wolken over de zee, nu twee kinderen
der zee ten grave zullen dalen, laag
hangen ze over de duinen, die grauw
afsteken tegen de donkere lucht, laag
hangen ze boven de stad, boven Vlis
singen, dat zoo menigmaal in dezen tijd
van leed getuige is.
Een salvo klinkt. Kameraden van den
gestorvene dragen Van Teijlingen heen.
De kist is bedekt niet kransen van fa
milie, officieren, makkers, en een van
de Belgische Loodsen, die ook hun
deelneming wilden betuigen in dit ver
lies, dat de „Gelderland" en de marine
trof.
in de plooien van Holland's vlag
wordt deze man, gevallen op zijn post,
naar het graf gebracht, op de protes-.
tantsche afdeeling. De muziek treurt.
De kist zinkt neer. En met een dubbel
salvo klinkt een groet.
De schout-bij-nacht Smit, comman
dant van Zeeland, spreekt een gevoel
volle rede uit, die alle omstanders diep
treft.
Wat gaat er in 't harte van den ouden
vader om, die zich kloek houden wil,
maar wien de smarte op 't wezen
wringt
En weer klaagt de pijper en slaat
droef de trommelaar. Weer klinkt een
salvo. En thans draagt men Gaanstra
naar zijn laatste rustplaats op 't
Roomsch-kafholiek kerkhof. En nog
maals dreunt 't dubbel salvo... en zinkt
een kist in 't donker graf. De priester
wijdt de groeve. Wierook kronkelt uit
de stervende kolen.
„Heere, dat hij ruste in vrede,
Zei de priester en de wij
Dat hem in alle eeuwigheden,
't Hemelsc'h licht geschonken zij."
De kapitein ter zee Kroon, comman
dant van de „Gelderland", brengt hier
't treffend woord van afscheid. Een oud
moedertje snikt haar lijden uit.
En de autoriteiten, de officieren, de
detachementen marine en infanterie
gaan heen. Een stoere marinier leidt de
geschokte moeder teeder mee. De me-
zucht naar hoogheid en goud.
Velen zouden zich gaarne hebben la
ten strikken door den vergulden keten,
waaruit hij zich alleen door een daad
van uiterste wanhoop, van zielekrank
heid, had kunnen bevrijden.
De notariszoon van Lembosch. Hij
was beleedigd geworden, afgewezen.
Nu ging Jeanne tot hem. En" wellicht
zou Lieftinks goud hem verblinden.
Zoo gingen Florent's gedachten.
Maar dan boeide de Schelde hem
weer. De kunstenaar herleefde.
Groote booten voeren statig de rivier
op en af. Het water blonk in de avond
zon. Ginds teekenden zich de oevers af,
tot ze wegdoezelden in 't verschiet,
maar in den geest volgde Uitenhage ze,
tot waar de dijken botsten op kaden
en Antwerpen troonde, vorstinne van
den 'handel, beschermster der kunsten
ook.
En links ontmoette de Schelde de zee.
Daar lag 't grootsche, 't indrukwekken
de, 't oneindige...
Bruine zeilen feekenden zich tegen
de blauwe, met watten wolkjes gedótte
lucht. De visschersvloot liep binnen,
huppelend, guitig, vroolijk. Vlissingen
schoof nader en de huizen op den bou
levard kregen vaster vormen, werden
wezenlijker, de toren rees hooger en
kloeker, de daken scheidden zich in
vlakken, de afstand tusschen de stad en
haven vergrootte.
nigte verspreidt zich, allen onder den
indruk van deze plechtigheid. De wind
blijft huilen. In de verte klinkt de aftrek
kende muziek... De grafdelvers sluiten
de groeve en de regen slaat in de aarde
van de versche graven.
II.
Toen ik van 't kerkhof huiswaarts
ging, kwamen me woorden in de ge
dachte, die ik hoorde, toen bij West-
kappels ouden toren een aangedreven
Britsch zeeman begraven werd.
„Thou, o Lord, who stillest the raging
of the sea, hear us and save us, that we
perish not."
De bede van den zeeman, die met
stormen worstelt
De gevaren der zee... O, op hoeveel
stille kerkhoven, dicht bij den bruisen
den vloed als hier, waar de wind 't zilt
der lucht over de zerken en kruisjes
voert, gapen in dezen tijd graven voor
ontijdig gestorvenen. In alle landen...
„Hear us, that we perish not Dat
wij niet vergaan Maar andere gevaren
bedreigen thans den zeeman, dan mist,
storm of rotsen.
Weinig vermoedde ik, dat eenige
uren later een doodsbericht me op
schrikken zou. 'k Hoorde 't zooeven in
de straat, terwijl de regen nog viel en
de wind gierde, 'k Ontmoette den heer
F. De Roover, onzen geachten consul.
Hij was diep bewogen, had zoo juist
een ontzettende tijding moeten brengen
in twee gezinnen.
De „Haelen" een relief-schip
is door een Duitschen onderzeeër be
schoten geworden. Granaatscherven
doodden zeven man der equipage.
Toen eerst werd een onderzoek in
gesteld, werden de scheepspapieren ge
vraagd.
De onderzeeër dook onder, verdween.
We zullen nu zwijgen over den dood
zelve. Ieder, die een hart en gevoel
heeft, oordeele voor zichzelf
M'n gedachten gaan naar de gezin
nen, waar de tijding kwam.
Een der dooden is de eerste officier
Polydore Van Outryve. ,Den ganschen
oorlog reeds voer hij. Zijn jonge vrouw
vertoeft hier bij haar vader, den Belgi
schen loodsschipper Maesen.
Arme, arme weduwe! Moedig droeg
ze steeds de lange scheiding en wijdde
ze zich aan allerlei liefdewerken, ver
zachtte ze veel leed van zwervende
landgenooten alhier. Een eigen "kindje
maakte haar overgelukkig. Helaas het
stierf. De vader heeft het nooit gezien.
En reu is hij, Pol, zooals de loodsen hem
vriendschappelijk noemden, gedood,
terwijl hij zijn krachten gaf aan een no
bele taak, de voedselvoorziening van
een lijdend volk. Ik denk aan schipper
Maesen en zijn vrouw, en aan den
ouden vader van 't slachtoffer, gepen-
sionneerd loods van Vlissingen, maar
die nu in 't afgesloten, somber Oosten
de nog hoopt op 't blijde wederzien, ais
't eens vrede wordt...
De tweede doode, de derde officier,
is Jan Hubert, hulploods. Hij laat een
weduwe en zes kinderen achter en be
jaarde ouders, voor wie hij ook liefde
rijk zorgde. In 't personeel werd hij be
mind om zijn goed karakter. Voor zijn
Weer rinkelde de bel.
De boot bereikte de bestemmings
plaats. Reizigers, die den trein moesten
halen, drongen naar voren. De machine
viel stil, touwen werden uitgeworpen...
nog een schok en 't vaartuig lag stil en
kreeg door de loopplank verbinding met
den wal.
Vlissingen, riep de conducteur.
Florent ontroerde... Hij bemerkte
Louise. Zij herkende ook hem, en ze
wuifde vriendelijk.
Eenige oogenblikken later drukten ze
elkaar'de hand. Toen zag de jongeling
hoe bij het meisje plots tranen in de
oogen welden...
Maar Louise beheerschte zich.
Hier zul je heelemaal beter worden,
zei ze medelijdend.
Weet ge alles? vroeg hij, toen ze
stil voortwandelden.
Mathilde heeft me geschreven.
En denkt ge nog zoo over mij, als
te Brugge
Neen, Florent..., antwoordde ze
haastig.Toen kon ik het ook niet geloo-
ven. 't Was je karakter niet.
Neen, Louise...
Je deed, dat je vader je zeiEn
je vader begrijp ik nog niet. Je tot een
huwelijk tegen je zin willen dwingen
Later zal je vader misschien beter
begrijpen...
(Wordt vervolgd.)