AL l O s. Se Stei m'i M. d28 Ffhr. a ndi ZATERDAG 34 FEBRUARI "gemeentebestuur feuilleton Gewonnen iicht. 33e Jaargang 1917 nt. N A. C m zondagsblad BIEDINGEN NVRAGEN. ONGE^S Npaistprs. ster d Meisje dienstbode jitpveFirma F. BE VELQE Ir., Kleine Hukt 58, Vlissingen. leieloon Inters. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en aigemeen erkende Christelijke feestdagen Bij deze Courant behoort eon Bijvoegsel. KAMEROVERZICHT. O- 47 rraad 1ste kwaliteit rken zeer f ij n e au de Cantemerle, en. Morgenwijnen, :rmouth en Malaga, Rijnwijn en Cham- e Wijnkooperij, stelt 2 1. Vraag prijscourant. nterc. 132. j. PHEN. in de „Vlis- Teleph. 92 r adtg .essy Co VTartell, hide Jhi ever» ociïinlï ucas Bols, PO tz, p Zoon lijn n Beert-te RDAM den de 17 jaar. Stoomwasscherij to „Naaister", Bu- lurant." kwanie ip.Volkswasscherij. den de 15 jaar. skenstraat no. 72. OSTÉ,, Bouwen VUS5IIN0SCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent nl~abönné's> in 't bezit eener #1 (ft #1 gulden bij levens- FJ F gulden bij dood gulden bij verlies 4 gulden bij verlies A f&f) gulden bij verlies gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- S11| 11 lange ongeschikt- 11 door i 111 van een hand, I 11 van I 11E R Xan een f T van elke.n kerd tegen ongelukken voor: u U O *LI heid tot werken S een ongeluk UUil voet of oog JLtrv een duim 1UU wijsvinger anderen vinger Dele uitkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" tê Schiedam ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.48voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel INLEVERING BROODKAARTEN. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter algemeene kennis dat de vervallen broodkaarten over de week 19 tot en met 25 Februari 1917, voor zoover daaraan nog bons zijn bevestigd (met de bons waartegen dus geen brood werd gekocht), moeten worden ingeleverd ten stadhuize op Maandag 26 Februari 1917, van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 3 uur dat op de achterzijde van iedere kaart de naam moet worden vermeld van hem, aan wien de kaart werd uit gereikt dat bovengenoemde inlevering ge schiedt door het werpen van deze kaar ten in de in de gang van het stadhuis staande hiervoor bestemde mand dat verzuim dezer verplichting, on verminderd de daarop gestelde straf van eene hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste één duizend gulden, tengevolge kan hebben dat geene nieuwe broodkaarten worden uitgereikt. Vlissingen, 24 Februari 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. P. v. ROSSUM Jr. BEKENDMAKING. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter algemeene kennis (be schikking van den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel van 16 Fe bruari 1917, Directie van den Land bouw no. 4045 afd. 6 B.) dat de verbouw van cichorei, Wes- terwoldsche ray graszaad, radijszaad, sluitkool- en bloemkoolzaad, koolra pen- en knollenzaad, peen, koolrapen, knollen, kool, spinazie, snijboonen en spercieboonen, slechts onder bepaalde voorwaarden is toegestaan dat de verbouwers vóór 1 Maart 1917 opgave hebben te doen aan den Burge meester der gemeente, waar hun bedrijf is gevestigd, van de opervlakte der door hen in het oogstjaar 1917 met een of meer der voornoemde gewassen te betelen dat alleen tot verbouw van voor noemde gewassen mag worden overge gaan, nadat door den Burgemeester daartoe is uitgereikt een vergunnings bewijs dat aanvraagformulieren tot beko ming van zoodanig vergunningsbewijs verkrijgbaar zijn ter Gemeente-Secreta rie (bureau distributiebedrijf). Vlissingen, 24 Februari 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BEKENDMAKING. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter algemeene kennis dat door den Minister van Landbouw, DOOR A. HANS. 23) (üadnik ratolen. Het geld Bah. 't Zijn ongeluk kige menschen, die het geld zoo ver afgoden Ze verwijten ons, dat we 't geld nog ai makkelijk laten rollen, maar dat liever dan er in de macht van te zitten. En wij genieten er nog van Nog al veel menschen moeten hier hard zwoegen, om wat te vergaren en dan zijn ze aan dat beetje gehecht en worden er egoistisch door, merkte Ma- thilde op. Wat loopen wie toch te philoso- feeren riep Florent luchtig, maar in waarheid pijnigde het gesprek hem, omdat ook hij 't slachtoffer worden moest van het geld. We zullen naar huis terugwandelen. Ja, 't is tijd voor 't noenmaal, ver zekerde Mathilde. Ik krijg honger ook, dat is zeker van de buitenlucht, zei Louise, 't Is hier toch jnooi. Florent, vanmiddag laat je me nog 't een en ander zien. Als je weer naar Vlissingen komt, doe ik 't ook dan gaan we eens fietsen naar Nijverheid en Handel krachtens de ar tikelen 6 en 8 der Distributiewet 1916 is goedgevonden te bepalen dat met ingang van heden zal zijn verboden: I. ihet marineeren van maatjes- en van voile haring zonder staart, anders dan voor eigen gebruik II. het leveren, verkoopen ot te koop aanbieden van haring, gemarineerd in strijd met het sub I bepaalde III. het leveren, verkoopen of te koop aanbieden van maatjes- en van voile haring zonder staart (al of niet ge rookt) en van gemarineerde haring zonder kop, voor zoover deze niet in oorspronkelijken of bewerkten toestand door bemiddeling der regeering is ver strekt dat volgens artikel 11 der „Distribu tiewet 1916" overtreding van, de ver bodsbepalingen, bedoeld in de artike len 6 en 7 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geld boete van ten hoogste zes duizend gul den dat volgens art. 12, lid 3 der Distri- butiewet 1916 goederen, door middel van het feit verkregen, of waarmede of met betrekking tot welke .het feit is ge pleegd, kunnen worden verbeurd ver klaard, met hunne verpakking, voor zoover zij den schuldige toebehooren. Vlissingen, 24 Februari 1917. .De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De wereldoorlog heeft allengs zoo vele nieuwe vraagstukken van alge meen belang, en de meeste daarvan op het onverwachtst aan de orde ge steld, dat het velen onzer daarbij duizelen gaat, en zij de neiging in zich voelen opkomen, maar aan an deren het over te laten om te trach ten zich een juist oordeel des onder scheids te vormen. Nochtans doen dezulken, hoe begrijpelijk veelal hun misnoegen is, er verkeerd aan, niet mede te werken, elk naar de mate zijner krachten en naar zijn inzicht, aan het vinden van een uitkomst der moeilijkheden, aan het helpen op lossen der gestelde problemen. Im mers, vele dezer vraagstukken eischen wel degelijk de toelichting van alle belanghebbenden, ten einde tot een grondig onderzoek, een nauwgezette toetsing en, wat vaak wel het aller moeilijkste is, tot een spoedige op lossing van het probleem te komen. Veelal, het is waar, zijn deze opga ven van zulk een specialen techni- schen,commercieelen of economischen aard, dat slechts ervaren en ter zake kundige mannen, de ontwarring der knoop kunnen bewerkstelligen doch ook zeer dikwerf is juist het leeken- oordeel daarom van zooveel waarde, en vermag het groot gewicht in de Domburg en Oranjezon. Daar ben ik al geweest. O, doe je 't liever niet zeg liet maar Ja, ja. Ja, je denkt dat je Walcheren ge zien hebt. Ben je op Valkenisse ge weest Neen. Op Westhove? Neen. Ik hoor 't ai. Je bent er zoo eens door gereden, maar ik zal je nog wat anders laten zien. Mathilde kom je dan van den zomer ook eens mee. Ik heb geen velo Niet Fiets je niet Dat doen hier maar weinig meis jes. Nu komt het toch meer in de mode. Ocih, hier moet een vrouw altijd achteraan komen, zei Florent. Nieuwe dingen zijn voor de vrouw kwaad. Ik zou er me niet aan storen ik fiets, ik neem baden, ik rijd schaatsen. En wat -kwaad steekt er in Geen. Maar de dibben en trekmut sen, en vergaderingen van oude jonge dochters hebben hier nogal invloed, verzekerde Florent. En er wordt te veel naar hen geluisterd. Maar, 't verandert wel. Zoo koutend begaven ze zich huis waarts, en, vergat Florent soms even het knagende leed, het volgend oogen- blik drukte zijn last hem zwaarder De tafel stond gedekt. Madam Uiten- schaal te leggen, daar dit oordeel zoo menigmaal gepaard kan gaan en ook gepaard gaat met den onbevangen blik van een niet op zijwegen afdwa lend gezond verstand. Waar nu het leekenoordeel eenparig en algemeen in eenzelfde richting beslist, daar mag men wel aannemen, dat inderdaad het juiste inzicht dien zelfden kant uitwijst. Het stemt daarom allen, die no pens het vraagstuk, hetwelk dezer dagen opnieuw zeer acuut geworden is, n.i. al of niet vervroegde invoe ring van den zomertijd, hun oordeel beslist uitspreken ten gunste der ver vroeging, tot bevrediging te ervaren, hoe steeds geringer het aantal der genen is geworden, die hetzij om welke redenen ook, tegen zoodanige wijziging in onze dagbepaling waren. Indien toch één maatregel bewezen heeft, niet alleen uit voorkeur, maar ook uit noodzakelijkheid, reden van bestaan te hebben, dan is het wel de regeling geweest, die ons zoovele uren daglicht schonk, en ons zoovele uren kunstlicht ontnam. Bij al het diep-bedroevende dat de wereldoor log over de menschheid uitstortte, zou het roekeloos zijn, niet te willen erkennen, dat hij te midden van ont zaggelijk veel leed en rouw, verdel ging en dood, nochtans eenige, he laas zeer weinige dingen heeft ge bracht, die wij goed doen niet weder teloor te laten gaan. Onder deze is ook de nieuwe zomertijd-maatregel te rangschikken, waaraan wij gedu rende den voor-, melden- en nazo mer zoovele uren langer daglicht dank te weten hebben. Wij echter niet alleen, want de maat regel strekt zich ook tot de meeste andere volkeren van het inmiddels zich verscheurend Europa uit, en ook ginds evenals hier heeft men van deze belangrijke besparing van de kunst- licht-onkosten het groote nut inge zien. De maatregel verleden zomer voor de eerste maal genomen, wordt allerwege bestendigd en verbeterd, waar hij verbetering behoeft. Vooral geldt dit nopens het Tijdstip van in voering, dat meest overal aanmerke lijk vervroegd is en bovendien op een Zondag wordt gesteld. Zoo nam onder meer het Fransche parlement een wetsontwerp aan, om het tijdstip van aanvanging van den dusgenaamden zomertijd elk jaar op den eersten Zondag van April te bepalen. Hier mede toch wordt aan de moeilijkheid, welke een wijziging der klok op een werkdag heeft, tegemoet gekomen. Een maatregel, die alleszins toejui ching verdient. Echter, daar is ons inziens nog iets meer aan de regeling, gelijk zij verleden jaar te onzent gold, te ver- hage wilde uit ingeboren Vlaansche gastvrijheid de overgekomen familie goed onthalen en 't maal was dan ook smakelijk en overvloedig. Er werd wat nagetafeld onder een geurige kom koffie en toen b-v.loot men gezamenlijk een wandeling te doen. 't Scheen of Florent weer :'e vroegere levenslustige, opgewekte jongeling was geworden. Hij schertste en lachte niet Louise, plukte voor haar bloemen, die ze van den oever der beek .geerde, liet er zich een van op zijn jas steken, en zelfs Mathilde, die iets wist van zijn werkelijken, ban,gen strijd in de laatste dagen, verbaasde zich over die herle ving. De middag vloog om, en Louise had veel genoten, maakte reeds plannen voor tochtjes door Walcheren, en scheen zeer vertrouwelijk met haar neef. Doch steeds bleef ze natuurlijk, zelden sprak ze van ziohzelf, en haar vriendelijkheid was niet opdringerig. 't Avondmaal moest vroeg gebruikt worden, want de laatste trein vertrok om half aoht. Madam Uitenhage bood haar gasten wel logies, maar deze konden het niet aannemen, daar ze den volgenden dag een afspraak met familie te Oostende hadden gemaakt. 't Is een kennismaking en ik ben er blij om, zei madam Vermeulen, en we moeten ze voortzetten, 'k Verwacht je allen eens te Vlissingen,. M'n man zal beteren en wel om haar niet alleen niet tot den eersten Mei uit te stel len, maar haar belangrijk eerder in werking te doen treden. Indien men toch de ontzagge'ijke voordeelen, van een uur per dag langer licht stelt, tegenover de bezwaren en die wij niet willen onderschatten, door onzen boerenstand tegen den zomer tijd te berde gebracht, dan valt een keuze niet moeilijk. De, het is waar, lang niet onbelangrijke nadeelen voor den landbouw aan het gebruik van deze tijdregeiing verbonden, daar deze tak van ons economisch leven zijn bedrijf meer naar den stand der zon en minder naar dien van de klok regelt, raken nochtans een partieel belang; de voordeelen echter zijn niet een gedeeltelijk, maar een alge meen belang en dit laatste, het kan niet worden ontkend, moet dan voor gaan. De strijd, zóó die er is, want in deze buitengewone tijden mag geen eigenlijke tweespalt ons nationale eenheid beroeren, de strijd is dan ook in zijn uitkomst niet twijfelach tig. En men kan gerust zeggen, dat geheel ons volk de vervroegde invoe ring van den zomertijd met ingeno menheid tegemoet ziet. Het komt er evenwel nu maar op aan, niet weder half werk te doen een flinke vervroeging lijkt ons dan ook de meest afdoende. De tijden van uitermate noodzakelijke bezuini gingen allerwege dringen daartoe, en het is slechts aan de regeering om in deze door te tasten. Waarom zou den wij niet, wanneer 1 Maart mo gelijk reeds te kort dag is, niet het Fransche voorbeeld volgen, doch dan een volle maand eerder? De eerste Zondag in Lentemaand dus eigen lijk des Zaterdags op het midder nachtelijk uur zij te onzent de aanvang van den zomertijd dezes jaars zoo daar mogelijk eenige be zwaren tegen zijn, deze dunkt ons, zullen moeilijk tegen de grootere voor deelen kunnen opwegen. Indien wij aan de knappe econo men overlaten de voordeelen van ma terialen aard van den vervroegden zomertijd in het licht te stellen, wij voor ons, kennen nog een ander groot voordeel, namelijk dit, dat een uur langer gezegend daglicht niet anders dan de menschelijke gezondheid en dies onze geestkracht en lichaams sterkte ten goede kan komen. De hygiënisten, zij erkennen vol komen de wonderdadige geneeskracht die er in dit „kruid" schuiltde ge- neesheeren, zij weten wel zeer welk een nuttig gebruik valt temaken eener in zooveel warmte gedrenkte, door zonnegloed gezuiverde lichtkracht. En ook de dichters, hoe verstaan zij ons den heerlijken indruk op de dat ook zeer aangenaam vinden. Moeder Uitenhage, Mathilde en Flo rent deden hun bezoeksters uitgeleide naar de statie. De dag is te kort geweest, zei Louise. Florent, je heb niet te veel van Meerbeke verteld. Maar dat Walcheren ook mooi is, mooier dan je weet, zal ik je dan eens laten. zien. Mathilde leer nou maar gauw fietsen! 'k Zal er eens met vader over spreken. De trein, waarmee ze vertrekken moesten, bracht Uitenhage mee, en de koopman kon de familie nog even groe ten. Hij deed met op minzame wijze, maar na 't vertrek, verscheen weer da delijk de stugge uitdrukking op zijn ge laat. Florent en Mathilde liepen voorop. Een vriendelijk nichtje, zei het meisje. Ze heeft me dikwijls doen la chen. En ze schijnt het goed me je te kunnen stellen. En Jeanne Liefrink dan 1 Maar daar komt niets van Vader zal van gedacht veranderen. En dan nog, vader kan je toch niet dwingen. Als je niet wilt En de jongeling stuitte weer op zijn geheim en kon zijn zuster niet verkla ren, hoe vader hem wel tot het hatelijk huwelijk dwong Je was dezen noen veel pleizieri- ger dan. anders, Florent, hernam Ma thilde. Raimond had gelijk, je zijt ver menschenziel te malen van 't Licht. Drievoudig welkom, om nog zoo veel andere dan materieele redenen, zij ons derhale het volle uur van licht, dat aan onze dagen in deze voor- én midden-, èn nazomer staat te worden toegevoegd. Een vol uur van dat licht, waarvan de groote Vlaamsche dichter Van Beers een maal zoo treffend wist te zingen, het onbegrepene, het door verstand en w'l zoo moeilijk in al zijn grootsch- heid te omvatten begrip „Licht! Wat is Licht? Hoogten der hemelen, Diepten der zeeën, En gij, o, Aarde, Antwoordt mij, antwoord* mij Licht! Wat is Licht!" Schenke ons dan spoedig de zo mertijd opnieuw een gewonnen uur van Licht. Vergadering van Vrijdag. De Minister van Landbouw deelde in zijn antwoord over de afdeeling Mijn wezen mede, dat zeer spoedig een wetsontwerp zal worden ingediend, dat verband houdt met de ontginning van de zoutlagen in Overijsel. Voor de uitbrei ding van het mijn-district in Limburg is de Minister wachtende op het rapport der Opsporingscommissie en het advies van den Mijnraad. Inmiddels heeft de Minister er bij zijn ambtgenoot van Waterstaat op aangedrongen, dat deze de verkeersmiddelen in Limburg zal verbeteren, overtuigd als hij is dat daar bij een zeer groot landsbelang is gemoeid. Het jaarlijksche debat over de nest- visscherij bleef niet achterwege. Al veer tien jaar lang heeft de heer Duymaer van Twist daarover gesproken, doch de adviezen die de Minister krijgt, loopen daarover zóó uiteen, dat hij geen oplos sing weet. Hij blijft dus maar aan het onderzoeken. De Vereeniging, die zich ten doei stelt het belangrijke vraagstuk van devisch- conserveering te bestudeeren, zal een hooger subsidie krijgen. De heeren Duy maer van^,Twist, Roodenburg en Heeres drongen er op aan. In zake den bakkersnachtarbeid, op afschaffing waarvan de heer Schaper aandrong, zegde de Minister dat deze afschaffing slechts zeer weinig kolen- besparing zou geven. Het hoofdstuk werd goedgekeurd. Hierna was aan de orde het 80-mil- lioen-ontwerp voor de levensmiddelen voorziening, waarbij de geheele distri butie ter sprake gebracht kon worden. In plaats van drie kwartier kreeg ieder lid de beschikking over vijf kwartier voor zijn rede, hetgeen er al op duidt dat de breedsprakigheid warm zal zijn. Aanstonds begon de heer Sannes breed uit te boomen over de kapitalische maatschappij, die de oorzaak was van alle kwaad, en andere soortgelijke vage liefd op Louise. Wat zou 't me helpen Toe, toe, je ziet alles zoo donker in. Dat is een vlaag bij vader, die waait wel over En ik zeg liet nog eens, als je nu niet kunt gehoorzamen, moet je 't niet doen. Dat is een kwestie van je ge weten. 't Geweten Er was een macht, die ook 't geweten in die zaak verstom- men deed. We moeten dezen zomer eens naar Vlissingen, zei Mathilde. O, ik zou wel willen Maar Jean ne zal meegaan, en zeggen, dat haar huis veel schooner bemeubeld is, en overal van haar vaders automobiel en zijn geldkas vertellen en nog boffen op de krone van Kiara, en de vijf en twin tig frank, die Liefrink uit z'n eigen zak heeft bijgelegd. O, die snoeverij Dan spreekt Louise anders. Ja. Wat een verschil met Jeanne Een verschil als tusschen zwart en wit, grot en fijn, ruw en beschaafd, dom en verstandig Wat kan Louise schoon zingen en spelen Maar zeg eens, Jeanne ver telde me eergisteren dat ze ook een piano krijgt. Een met een draaier aan zeker Hoevee! kost ze Dat heeft ze er toch seffens bij gezeid. Ja... twee duizend frank. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1