De M van 'I Bart.
DINSDAG
20 FEBRUARI
jfv'ö» 431
33e Jaargang
pren
aisfer
UitgaveFirma F. VAK DE ILSE Ir., Kleine flarkt SS, Vlissingen. Telefoon Inters. IS
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke leestdagen
BINNENLAND
FEUILLETON
vanaf f 1000.-
jke aflossing.
het „Concertge-
ng terug te be-
Courant."
IG WERK AAN
„Vliss. Courant."
lat No. 32, Vlis-
1 'n DAGMEISJE
iekte der tegen-
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
De abonné's, in 't bezit eener Offc ft tfï gulden bij levens- Pf F* gulden bij doodgulden bij verlies A f gulden bij verlies A (ffe gulden bij verlies r* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- 18 i 1 lange ongeschikt-11 door B1 8 11 van een hand> ItSI van 1311! van een Ai van elken
kerd tegen ongelukken voor(u «J v heid tot werken B een ongeluk voet of oog IuU een duim wijsvinger tu%3 anderen vinger
Otzt ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen bl/« ct. per regel
Buitengewoon crediet van 127
millioen.
Het aangekondigde wetsontwerp tot
verhooging van de Oorlogsbegrooting
voor 1917 (buitengewoon crediet) met
127 millioen gulden, is bij de Tweede
Kamer ingekomen.
Uit de Memorie van Toelichting blijkt,
dat dit bedrag noodig zal zijn ter voor
ziening in de buitengewone behoeften
over het eerste halfjaar van 1917.
Hier volgen enkele belangrijke posten
van het crediet
bezoldiging van het personeel der
staven van liet leger, der militaire ad
ministratie en der verschillende wapens,
zoomede van de landweer en den land
storm f 15.000.000
kosten van voeding van onderofficie
ren en soldaten f20.000.000;
kosten van kleeding en uitrusting en
van ledergoed f 14.000.000
kosten van huisvesting, stalling, nacht-
ligging en reiniging f 7.500.000
aanschaffing, voeding en verzorging
van paarden en trekhonden f6.100.000;
vergoeding wegens kostwinnerschap
f 17.000.000
kosten van de luchtvaartafdeeling
f 3.000.000
materiaal der artillerie f 22.000.000
kosten van verplaatsing van personen
en goederen f5.5U0.000;
uitgaven ten behoeve van de inter-
neering f 5.500.000.
Een waarschuwing.
Een der bladen had uit de veilige
aankomst van de „Westerdijk" afgeleid,
dat het bevaren van het blokkadegebied
nog steeds wel mogelijk is voor de
neutrale schepen.
Van officieele Duitsche zijde wordt
ten opzichte van deze opmerking nu
verklaard, dat de „Westerdijk" een vrij
geleide had, en dat alles gedaan is om
het schip een veilige vaart te verzeke
ren, en het door het blokkade-gebied
heen te brengen. Opmerkingen als die
van liet bewuste blad kunnen slechts er
toe dienen, neutrale schepen te verlei
den door het blokkadegebied te trach
ten heen te komen. Er moet echter op
gewezen worden dat zij zich hierdoor
aan zeer ernstige gevaren blijven bloot
stellen.
Hervatting van de passagiersvaart op
Indië.
De Maatschappij Nederland en de Rot-
damsche Lloyd zullen binnenkort met
een achttal passagiersschepen den dienst
Java—San Francisco vice-versa openen.
Hongkong, Nagasaki en Honolulu zullen
worden aangedaan.
Passagiers kunnen aansluiting verkrij
gen naar en van Nederland via New-York
per HollandAmerika-lijn.
De zomertijd.
Het bestuur van het Nederlandsch
Landbouwcomité heeft aan den minister
van binnenlandsche zaken mededeeling
gedaan van eene bespreking, in eene
vergadering van het bestuur met de
DOOR
A. H A TT S.
19.) —o— (KaüriiS verboden.
Och, dat laat ik aan jou over.
Maar natuurlijk, 't is te verwachten, dat
je familie me nog meer zal beklappen
en dat zal naar .de goesting zijn van
den graaf en z'n vrienden.
Maar 't zal niet waar zijn een
mensch heeft toch altijd moeide op de
wereld Pierre Vermeulen, die daar op
je dak komt vallen
En Uitenhage kloeg over zijn zwager
tot hij 'it dorp bereikte en van Lieftink
afscheid nam.
Geërgerd begaf hij zich naar zijn wo
ning.
Ha, Vital riep Pierre, die gezellig
in de woonkamer zat. Dat is onver
wacht, hé
Ja, geheel onverwacht, zei de
koopman koel. Maar toch wist ik het al.
Dat ik hier was
Ja-
Maar niemand kan mij herkend
nebben
'k Heb al over je hooren klagen.
voorzitters der groote landbouworgani
saties in Nederland, waarbij werd na
gegaan, welke voor-en nadeelen weder
invoering van den „zomertijd" voor den
Nederlandschen landbouw met zich
zouden brengen.
Uit de gehouden besprekingen bleek,
dat in het algemeen aan het gebruik
van den zomertijd voor den landbouw
niet onbelangrijke nadeelen verbonden
zijn, voor een goed deei hierin be
staande, dat het werk op de boerderij
zich wat de werkzaamheden op het
land en in den veestal betreft, uit den
aard van het bedrijf naar den „zonne
tijd" heeft te regelen.
Een zeer groot nadeel wordt op het
platteland gezien in de omstandigheid,
dat in gezinnen met schoolgaande kin
deren het gezinsleven door zijn onre
gelmatigheid schade lijdt.
Ondanks de geschetste bezwaren, was
de vergadering eenstemmig van oordeel,
dat het nationaal belang te dezen op
zichte dient voor te gaan en dat der
halve indien dat belang het gebruik
van den „zomertijd" eischt, de land
bouw zich daartegen op geen wijze mag
verzetten.
Wel echter was men van oordeel,
dat voor zoover dat nationaal belang
het toelaat met de belangen van den
landbouw behoort te worden rekening
gehouden.
Met het oog daarop oordeelde men
het gewenscht, dat vooral met het
oog op de bezwaren ten aanzien van
den oogst de maatregel niet langer
zoude worden toegepast dan tot uiterlijk
half September, omdat daarna de be
zwaren en nadeelen zeer groot worden.
Daarentegen oordeelde men dat ergeen
groote bezwaren tegen bestaan, dat de
zomertijd reeds wordt ingevoerd met
half April in plaats van met 1 Mei,
zooals ten vorigen jare het geval was.
Naar aanleiding van de bezwaren in
verband met het schoolgaan der kin
deren sprak de vergadering als haar ge
voelen uit, dat in de daarvoor in aan
merking komende gemeenten de school
uren evenveel behoorden te worden
verlaat, als de tijd werd vervroegd.
Op grond van een en ander is den
Minister in overweging gegeven, om,
indien tot wederinvoering van den zo
mertijd zal worden besloten, in den
bovenbedoelden zin te doen besluiten.
Verlof reserve-officieren.
De bepaling, dat reserve-officieren
eerst in aanmerking kunnen komen voor
bijzonder verlof, nadat zij minstens 4
maanden in hun rang hebben gediend
en vertrouwd zijn geraakt met hun func
tie, zal niet van toepassing zijn op re-
serve-officieren, die, in verband met
hun leeftijd, eerst tot officier konden
worden benoemd, nadat zij een jaar of
langer als vaandrig hadden gediend.
„Oorlogswinst."
Een dokter te Amsterdam was, heel
in het begin van den oorlog ai, door een
patiënt overgehaald om zaken te doen in
levensmiddelen, die laatstgenoemde zeide
in voorkoop te hebben en die in prijs
gestegen waren. Er was een bedrag
Over mij vroeg de bezoeker ver
baasd. Vijftien jaar geleden, ja... maar
ik begon een new life... een nieuw le
ven, Vital. En nu durf ik ieder vlak in
de oogen zien
Fiórent en Mathilde laat ons al
leen. gebood Uitenhage.
De zoon en de dochter gingen heen.
Vital, wat begin je vroeg de
vrouw des huizes. Ga je misschien die
oude kwestie oprakelen
Laat mij met je broer spreken
Was het noodig, Pierre, .naar Vlaande
ren terug te keeren vroeg de koop
man.
En zoo begroet je me riep de be
zoeker. Dat is je woord van welkom
Vijftien jaar geleden liep ik rond, niet
wetende wat te doen, maar slecht kan
niemand van me getuigen, ik wilde
naar den vreemde vader weigerde, ik
deugde hier voor niets. Vader stemde
dan toe. De goede man is in dien tijd
gestorven. God liebbe z'n ziele, maar
mij iheeft ie 't wel twintig keer geschre
ven, dat ie tevreden was over me, dat
ie me beminde, dat ie zelf gemist had
door me tegen te werken, maar nu'fier
was over ine En gij, Uitenhage, gij
zoudt me iets durven verwijten Wie
zal mij verbieden naar Beligë te ko
men
En je begint met m'n besten vriend
te beleedigen
Ik Maa. wanneer, waar
van f 500 mee gemoeid en daarmede Is
f90 winst gemaakt. Deze perzik smaakte
den medicus naar meer, en zoo was hij
dadelijk bereid voor een nieuw derge
lijk „zaakje" f 3000 te fourneeren. Eenige
vrienden van den geneesheer werden
ook al door O. W.-koorts aangegrepen
en zoo hadden zij, in Apri! 1916 samen
een bedrag aan hoofdsom en toege
zegde winst van ƒ26.000 uitstaan.
Zoo nu en dan keerde de patiënt inder
daad winst uit, althans sommen, die
volgens hem met de transacties ver
diend waren.
in September was het bedrag aan
hoofdsom en toegezegde winst al tot
f82,000 gestegen; de patiënt betaalde
toen f 25,000 terug, die de dokter aan
zijn vrienden gaf. De rest, groot
f 57,000, zou blijven staan tot eind De
cember 1916, waarop f 13,000 winst
werd toegezegd. In October kwam er
nog f20,000 bij, waarop f8000 winst
zou kunnen worden gemaakt. Het betrof
toen, naar liet heette, zaken in paraf
fine.
Toen het bedrag aldus tot bijna een
ton was opgeloopen, kregen de medi
cus en zijn vrienden er toch genoeg
van. Zij wilden hun geld terug heb
ben, de patiënt beloofde te betalen,
maar bleek hiertoe niet in staat te zijn.
Toen kwam de aap uit de mouw:
behalve den eersten keer had hij
in het geheel geen zaken gedaan en
den dokter en zijn vrienden blij ge
maakt met de „winst", die hij van hun
eigen geld afhield.
In het geheel hebben de O. W.-jagers
er een bedrag van een halve ton bij
ingeboet. Hunnerzijds is nu het fail
lissement aangevraagd van den man,
die hun gouden bergen beloofd had.
(„Hdbl
UIT FRANSCH-VLAANDEREN.
IV.
De vorige maal hebben we gesproken
over de oorlogsellende in Fransch-
Vlaanderen, vooral in dat deel, waar
onze taal nooit de heerschende is ge
weest, nl. Waalsch-Vlaanaeren.
Toch wordt er veel Vlaamsch ge
sproken, maar door emigranten, d.i.
door Vlamingen, die zich hier in groot
aantal gevestigd hebben.
Armentières wordt dikwijls in de
oorlogscommuniqué's genoemd 't is
een Fransche fabriekstad. Doch een
vierde der werklieden waren Vlamin
gen en op veel winkels las men „Hier
spreekt men Vlaamsch". Tourcoinq telt
20.000 en Roubaix 40.000 Vlamingen.
De laatste stad heeft zelfs een Vlaam-
sche protestantsche kerk, oorspronke
lijk gesticht voor Haaiiemsche werklie
den, die zich na den ondergang der la
kennijverheid alhier vestigden.
Van Rijsel is men gauw in 't mijn-
gebied bij Lens, Courrières enz. Ook
daar hoorde men in vredestijd veel
Vlaamsch. Honderden Vlaamsche ge
zinnen, duizenden Vlaamsche jonge
mannen verdienden er een goed loon.
De mijnwerkers woonden meestal in
gerieflijke huisjes. Velen hadden een
tuintje. Er bestonden allerlei goede in
richtingen als ziekenkassen, pensioen
Lieftink Hier in huis
O, nu begrijp ik het, zei madam
Uitenhage. Pierre heeft 't een en ander
gezeid, zonder opzet, en Jeanne Lief
tink was er bij en trekt zich dat aan
't Is belachelijk
Belachelijk schoot Uitenhage uit.
Maar what in the world... heb ik
dan miszeid vroeg Pierre.
Och, over den boerenkost en 't
verschil tusschen rijkdom hier en in
Amerika, hernam zijn zuster. En Jeanne
't meisje dat hier zat, heeft dat op haar
genomen.
Ja, 'it zag me er zoo'n pauw uit
Ehwel Pierre, pauw of niet, 't is
de dochter van m'n besten vriend en ik
verzoek je haar je excuses te maken,
sprak Uitenhage, koel.
Maar Vital onderbrak zijn vrouw.
Zwijg... 't is tusschen mij en j'n
broer Ik wil om hem in '<t dorp geen
ruzie. We hebben al moeite genoeg met
h'm gehad.
Ik excuses maken herhaalde
Pierre. Ik naar die pauw gaan en naar
den hoogmoedigen zoon van den hoog-
moedigen Nordje Lieftink Ge vraagt
dat, Vital Nooit En dan, heb je
moeite met mij gehad Vader zaliger
betaalde m'n pasage en die van m'n
vrouw naar New-York en leende me
nog een kleine som. Ie heeft alles eer
lijk van me teruggehad.
Dat weten we, zei madam Uiten-
fondsen, cursussen enz. De Vlamingen
waren echter ook hier uitgewekenen, en
er zijn perioden geweest, dat de ver
houding tusschen hen en de Franschen
zeer gespannen was. 'k Herinner me
zoo'n tijdstip, dat huizen van Vlamin
gen belegerd werden, en de dragonders,
door den maire ontboden, de orde
moesten herstellen. In de laatste jaren
vóór den oorlog was de toestand ech
ter vee! beter.
En nu is Lens een oord van verschrik
king. 't Is Duitsch front, maar honder
den kinderen, vrouwen en grijsaards
wonen er nog, bijna in de vuurlinie.
Vandaar kwamen veel kinderen, waar
over ik in mijn laatste artikel handelde.
Dikwijls vallen er slachtoffers op 29
Januari 11. werden er door bommen ge
dood een moeder en drie kinderen, el
ders een moeder en twee kinderen, op
een andere plaats een meisje van 2/2
jaar, wat verder een grijsaard van 80.
Waarom de ongelukkige bevolking
daar blijven moet, is onbegrijpelijk. Ze
lijdt er een leven van ellende.
Maar, om op ons onderwerp terug te
keeren, hier zijn we in Waalsch-
Fransch-Vlaanderen, waar 't Fransch
de eigenlijke taal is. Reist men van Ar
mentières Westwaarts, dan is men
spoedig te Bailleul, een oud stadje. Men
.noemt het ginds veelal met den oor-
spronkeiijken naam Belle. Daar is
men weer in vol Vlaamsch gebied. Ed-
mond de Coussemaker, was van Belle.
Hij stichtte in 1854 het „Comité Fia-
mande de France". De Fransche naam
wijst er reeds op, dat dit comité aller
minst een afscheiding, of verwijdering
van Frankrijk bedoelde.
De taak was een andere. Pastoor Le-
mire heeft die afgeteekend, toen hij
sprak „Het ware een onvaderlandsch
werk, aan een provincie te verbieden
haar volkstaal te bewaren". Ook heb ik
mannen van alle gezindheden hooren
zeggen „Weest gerust De taal van
een land afschaffen, is 't schoone dem
pen, en tevens de letterkundige schat
ten van een ras vernietigen. Wij Fran
schen, zullen die fout niet begaan in
Europa, waar alle volkeren en alle be
sturen er van houden geen deeltje van
hun eigen geschiedenis te verloochenen.
Wij zouden schuldig zijn, wij Fran
schen, zoo wij een greintje van ons
voorvaderlijk erfdeel lieten verloren
gaan. En daarom eischen wij, dat de
kinderen van Fransch-Vlaanderen twee
talen leeren spreken die van het klei
ne, en die van het groote vaderland."
Abbé Lemire zal men niet van anti-
Fransch kunnen verdenken. Hij is af
gevaardigde van het Noorder-departe-
ment en maire van Hazebrouck. Tijdens
den oorlog heeft hij bij de kortston
dige Duitsche bezetting zijner gemeente
zich zeer krachtdadig betoond. Ook
toen duizenden vluchtelingen uit 't
iepersche door Hazebrouck trokken, en
Engelsche troepen hier vertoefden,
bleek hij de rechte man op de rechte
plaats.
In vredestijd was hij in onmin ge
raakt met de geestelijke overheid en
door den bisschop van Rijsel afgesteld.
Zijn blad „Le Cri de Flandre" werd in
den ban geslagen. Terwille van den
hage haastig.
Moeite met mij gehad, Uitenhage,
gij vervolgde Pierre. Weet je wat je
gedaan hebt mij en m'n vrouw uitge
maakt, m'n vrouw vooral, 't Was een
arm meisje, ja, en ze woonde in een
hut met strooien dak en ik heb haar
veel moeten leeren, maar dit zeg ik je,
ze was zoo treffelijk, hoor, je 't, zoo
treffelijk als Vital Uitenhage En voor
heel Meerbeke en heel de wereld durf ik
getuigen, dat ik met Adèle van den
Boschkant getrouwd ben
Ja, ja, dat weten we zei Uiten
hage geprikkeld, 't Was je recht, maar
'f was ook ons recht haar niet als zus
ter te erkennen.
Toch is ze het, voor God en de
menschen.. Hier! Pierre wierp een
kaartje op tafel. Daar staat het Ver
meulenDewitte. En Dewitte is haar
naam... en uit heur bosch moet ik krui
den meebrengen, want ze heeft het nog
lief. 't Was toch je recht .niet, m'n zus
ter, je vrouw te verbieden mij toen
naar Antwerpen uitgeleide te doen
Neen, dat mocht niet... uitgeleide aan
Adèle van den Boschkant. Maar ik had
dat allemaal willen vergeten. God weet
het, dat me veel vergeven is door m'n
ouders, en dat ik ook veel vergeven
heb Doch Uitenhage, je zijt nog de
zelfde harde man voor me. Ik zal wel
gaan, maar niet naar de verwaande
Liefrinks
verzoeningsgeest zijn onlangs die maat
regelen ingetrokken en de kerk, waar
Lemire toen voor 't eerst mis deed, kon
de menigte belangstellenden niet bevat
ten. In de Fransche Kamer was hij 't
voorwerp eener ovatie.
Lemire zag echter in, wat ertegen
de bevolking van Fransch-Vlaanderen
door verblinde bestuurders misdaan
was geworden, 't Is waar, bij sommige
gelegenheden erkenden de heerschers
de volkstaal. Om zijn plebescit te win
nen, liet Napoleon III in Fransch-Vlaan
deren strooibriefjes in de Vlaamsche
taal verspreiden. Maar men had 't
Vlaamsch onderdrukt, het streng uit de
school geweerd, het anders nog ver
volgd.
En de bevolking was verbitterd. De
oorlog 1870-'71 was in dit gewest alles
behalve populair. Muiterij kwam dik
wijls voor in regimenten van Fransch-
Vlamingen, die men onder de andere
troepen verdeelen moest. Er is gejuicht
geworden toen om Duitsche overwin
ningen.
In de 45 jaren sedert verloopen, is de
geest veranderd, de geest der bestuur
ders en die van het volk. We wijzen
op de hierboven aangehaalde woorden
van Lemire, die teekenend zijn voor de
nieuwe gedachten over volkstaal. En
we hopen, dat na den oorlog die nieu
we gedachte nog beter zal begrepen
worden, ook ginds, want, we zouden te
uitvoerig worden, moesten we in de be
perkte ruimte van dit blad op de gees
telijke gevolgen dier taaimiskenning
wijzen.
't Volk is zich Fransch gaan voelen,
we zeiden het reeds eerder, en dat we
het niet onder Entente-invloed schrij
ven, kunnen onze brieven over dit on
derwerp, in de „Vlaamsche Gazet", ver
schenen in 1912 en uitgegeven door 't
Julius Vuylsteke fonds in 1913, bewij
zen.
We spraken hiervoren over den oor
log 1870-'7t. Welk een andere geest nu
ook in de troepen van Fransch-Vlaan
deren Herhaaldelijk werd in leger
orders van Joffre hulde gebracht aan
„les Flamands", waarmede men niet de
Belgische Vlamingen bedoelde, die im
mers onder den Belgischen staf dienen,
maar de soldaten van 't Vlaamsch-spre-
kende Frankrijk.
Ze strijden voor Frankrijk, dat in hun
eigen gewest 't eerst werd bedreigd.
Toen aan den Yzer in October 1914 de
kansen wisselden als eb en vloed, nam
men te Duimkerke de maatregelen voor
hardnekkige verdediging, en in den om
trek die voor inundatie van de Colme,
en zoo noodig de Aa, want ook na den
Yzer zouden de Duitschers den vloed
op hun weg hebben ontmoet.
Nooit is 'it zoover gekomen aan den
Yzer braken de plannen van opmarsch
naar Calais. Ulanenpatrouilles zijn te
Cassel geweest, Duitsche troepen zeer
kort te Hazebrouck en Belle. De strijd
woedde toen bij den Katsberg.
De Katsberg en er dicht bij op Bel
gisch gebied de Kemmelberg, o, hoe
dikwijls hebben we er gedwaald Een
rustige, schoone streek, met hooge,
wuivende hoornen, waarin zelfs tortel
duiven kirren, met 't heerlijk panorama
Neen, je zult niet gaan zei zijn
zuster vastberaden. Vital, schaam je
Moet ik mij schamen?... Ja, maar
niet over mijn houding Ik redeneer
niet meer. Pierre kan hier blijven, maar
dan moet ie herstellen wat ie misdeed,
al is het niet opzettelijk geweest.
Naar Liefrink gaan hernam de
bezoeker, 't Schijnt dat gij onder z'n
macht staat... maar ik ben v.rij, onaf
hankelijk man Ik zal je huis we! mij
den, Vital.
Neen riep zijn zuster uit. Ik heb
hier ook rechten M'n eenige broer uit
m'n huis verjagen.
Stil, Emilie... ik wil geen moeite
brengen tusschen jou en je man. We
zullen elkander nog dikwijls zien.
En hier bij een vreemde wonen
Vital, wat zulten de menschen dan zeg
gen
Wees gerust, hernam Pierre. Ik zal
te Rousselare logeeren, niet hier, om
jou niet, Emilie, om de menschen geen
reden tot babbelen te geven. Moet ik
seffens al vertrekken, Uitenhage?
Doe wat je wil, wat ,kan 't mij
schelen bromde de koopman^ en hij
liep nijdig de kamer uit.
O, ik versta tegenwoordig m'n
man niet meer kloeg madam Uiten
hage. Ie verandert met den dag. Pierre,
blijf hier
(Wordt vervolgd).