G.
opend.
PP»j
men.
De Slem van 'I Hart.
Irs
uur.
A.
WOENSDAG
>?0. 33
55e Jaargang
:um en
:ijn zaak
SLAG
!TEN
fURD.
(tsen
rTV en
E1V.
E E
Inheden.
iten.
ihuis
meisje
3ode
ÜtpsFirma M BE VELDE Ir., Kleine Harkt 58, Vlissingen. ieieiooo luiers. 18
Verschijn! dagelijks, uitgezonderd op ZoiÉg on alsem erkende Christelijke Magen
gemeentebestuur
ffüfENTEBJIiD VAN VLISSINOFN
FEUILLETON
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
1&17
Straat 9
falling
r ij z e n
•9
joogdok.
I Blinde Schieting
lialf negen.
fESTUUR.
sphoon 141.
IERLAND
oden door men-
een
luurprijs f 17 per
nireau „Vlissing-
iar, zich aanbie-
8, tusschen 5 en
lisstraat 93 (ben.)
VLISSINGSCHE COURAINT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ5.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
-7 FEBRUARI
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. perregel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen ct. per regel
jjeabónné's, in 't bezit eener ft ft ft ft gulden bij levens- fj ft gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies A g ft gulden bij verlies A ft ft gulden bij verlies ft r* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- /lig SS I lange ongeschikt-ftgi door <|ll| van een hand, J^ll van Iglgi vaneen J>*% van eiken
kerd tegen ongelukken voorLé U V U heid tot werken B een ongeluk voet of oog een duim iy V wijsvinger UtXf anderen vinger
Deze uitkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Koll. Alg. Verzek. Bank" të Schiedam
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
op Vrijdag 9 Februari 1917,
des namiddags ten 2 ure.
A. Mededeelingen.
B. Over te leggen stukken.
C Te verleenen ontslag aan
1. aan mej. S. C. Loekemeijer als
onderwijzeres aan school F 2. aan
mevr. M. W. Endendijk-Oostinga als
onderwijzeres aan school D 3. aan den
heer H. Chr. Beijerman als onbezoldigd
ambtenaar van den burgerlijken stand.
D. Benoemingen
1. van een onderwijzeres aan school
B. Voordracht 1. mevr. W. G. Stof-
foper-Op den Zieke; 2. mej. P. C. van
der Hoek 3. mej. N. D. Theunissen
4. mej. M. C. van Kraanen.
2. Van een onderwijzer aan school
C. Voordracht de heeren 1. W. J. H.
Salet 2. A. A. A. Verbraeck en 3. M.
Maas.
3. Van een onderwijzer met verplichte
hoofdakte en akte Fransch aan school
E. Voordracht de heeren 1. J. T. Kör-
meling 2. H. J. B. Cley en 3. A. F. K.
Mets.
4. van een lid van het burgerlijk arm
bestuur. Aanbeveling de heer J. Dom
misse en de heer j. Polderman (in de
vacature wijlen de heer Mortier)
5. van een regentes en van een regent
van het gasthuis. Aanbeveling regentes:
Mevr. E. S. T. van Doorn van Koude-
kerke-Schussler (aftredend) en Mej. J.
Peters. Aanbeveling regent de heer M.
J. Verhorst (aftredend) en de heer J. C.
Paap.
6. van een regentes van het burger
weeshuis. Aanbeveling^. Mevr. J. H. de
Ruijter-de Vey Mestdagh (aftredend)
en Mevr. R. P. Winkelmanvan de
Plassche.
7. van een lid van het bestuur uit
den gemeenteraad over het fonds
der Zeemans- en Visschersbeurs. Aan
beveling de heeren A. Staverman (af
tredend).
8. van een lid der commissie tot we
ring van schoolverzuim. Aanbeveling
de heer J. Breet (aftredend) en dc heer
G. Kranenburg.
9. van vier leden van de commissie
van toezicht op het lager onderwijs.
Ie voordracht de heer Jos. van Raalte
(aftredend) en de heer M. C. Braat
2e voordracht de heer A. S. Talma
(aftredend) en de heer D. Pol 3e voor
dracht de heer P. F. Auer (aftredend)
en de 'heer j. de Meij 4e voordracht
mevr, A. van Raaltevan Raalte (aftre
dend) en mevr. J. L. S. Beijerman
Clinge Doorenbos.
E. Te behandelen punten
1. Voorstel van Burg. en Weth. tot
goedkeuring van de verpachting van
tollen op den Vlissingen-Koudekerk-
schen straatweg voor het jaar 1917.
2. Idem verzoekschrift F. G. Lemmers
tot gebruik van het gymnastieklokaal
der Hooigere Burgerschool voor een
cursus in de gymnastiek.
DOOR
jl. hahs.
—o— (Saint vertoni.
Ja, ze heeft de tering... en tering
lijders zijn dutsen, meende leanne's
moeder.
't fs toch hard, zoo jong, en zoo'n
schoon, kloek meisje geweest zijn
hernam de meelijdende boerin.
Ja, 't is triestig. Van Eename zal
diep in '1 verdriet zitten, sprak de twee
de schepene. Hij is een goede kerel,
maar ie heeft veel tegenslag.
Dat is waar riep een man van de
andere zijde van de tafel. Verleden jaar
een veulen kapot... en een week later
een koe gebarsten van de klavers Dat
zijn slagen voor kleine boeren En nu
dit weer, Van Eename, je mag 'tzeg-
gen. komt veel tegen.
Zoo'n groote dochter op sterven
zei nog een andere vrouw zuchtend.
Wanneer is za bediend, meneer Florent?
Toen ik op weg was naar hier.
Ja, ik heb de berechting ook ge
zien, bevestigde Dries. Daarmee kwam
Sukkelaars.
3. Idem bijdrage in de exploitatiekos
ten van de districtsarbeidsbeurs te Mid
delburg voor het jaar 1917.
4. Idem tot toetreding der gemeente
Vlissingen tot regeling der werkloos
heidverzekering, neergelegd in het Kon.
besluit van 2 December 1916, Staats
blad 110.
5. Idem heffing belasting op het ge
distilleerd voor het jaar 1917.
6. Idem verzoekschrift wed. C. Luit-
wielerde Vos tot koop van een per
ceel bouwgrond aan de Wilhelmina-
straat.
7. Idem tot verkoop aan de Kon.
maatschappij ,,de Schelde" van grond
tusschen het kantoorgebouw der maat
schappij en de melkinrichting van A. J.
Visser.
8. Idem verpachting van een perceel
aan den Singelweg sectie B no. 899 aan
L. J. van der Most.
9. Idem verzoekschrift gebr. A. en J.
Klijberg tot erfpacht van een perceel
grond ten Oosten en ten Zuiden van
hunne fabriek.
10. klem om te verkoopen aan j.
Geervliet te Rijswijk de in de gemeente
verzameld wordende beerstoffen.
11. Idem tot wederverhuring van een
aantal gemeentegebouwen met grond.
12. Idem tot ingebruikgeving van
grond voor een tennisbaan.
13. klem tot vaststelling primitief ko
hier voor de straatbelasting, dienst
1917, tot een bedrag van ƒ241384.60.
14. Idem tot vaststelling van het 3e
suppletoir kohier van den hoofdelijken
omslag, dienst 1916, tot een bedrag van
976.50.
15. Behandeling van reclames hoof
delijken omslag, dienst 1916.
Vergadering van Dinsdag.
Het was meer dan bar dat wederom
de Kamer niet op tijd kon beginnen
omdat het vereischte aantal leden niet
present was. Eerst te half twaalf uur
was dit het geval. Aanstonds was toen
de Minister van Binneniandsche zaken
aan het woord voor het doen van een
nietszeggende regeeringsmededeeling,
nl. deze, dat de regeering niets kan
mededeelen maar het zai doen als ze
dit in 's lands belang oorbaar achtte.
Overigens was er geen reden voor bij
zondere ongerustheid.
Niettegenstaande de voorzitter toen
nog eens krachtig aandrong op beper
king van de discussies omdat deze Mi
nister elders .belangrijk werk had, keu
velde de Kamer ongestoord voort over
de leeraren-salarissen en over de H. B.
S. te Oud-Beijeriand. Wat dit laatste
betreft, mernoreeren wij wat de heer
de Savornin Lobman zeide. Waneer ge
bleken was dat men in de Hoeksche
Waard gaarne een bijzondere H. B. S.
wilde, zou hij bezwaar hebben tegen
de stichting van een openbare. Van dat
verlangen is echter in christelijke krin
gen niets gebleken. In andere kringen
echter wel voor een openbare. En daar
om achtte hij het billijk dat een rijks-
H. B. S. werd gesticht.
Aangezien de Minister verklaarde dat
de Grondwet en de wet op het M. O.
hem verplicht scholen te stichten wan
neer daaraan behoefte bestaat, zag de
heer Rutgers zich wel gedwongen de
amendementen in te trekken. Hij ver
ving ze door een motie waarin de wen-
MAXIMUMPRUZF.N.
Burgemeester en Wethouders var, Vlissingen
brengen ter algemeene kennis
dat door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, onder intrek
king van zijne beschikkingen dd. 22 Januari 1917 nos. 7610 en 7611, voor zoo
ver boter betreft, is goedgevonden
ingevolge art. 2 en art. 8 der Distributiewet 1916, met ingang van 5 Febru
ari a.s. vast te stellen de navolgende maximumprijzen voor boter
Maximumprijzen vastgesteld ingevolge art. 2
der Distributiewet 1916.
Maximumprijzen, vastgesteld ingevolge art.
8, ?e lid der Distributiewet 9 r.
1 Groothandel- Tusschen- Kleinhandel-
prijs. handelprijs. prijs.
per 1 K.G, per 1 K.G. per 1 K G.
f2,-
f2,01
f 2,05
f2,06
f2,02
f2,07
f2,05
f2,10
f2,06
f2,11
1121/a ct.
per1 K.G.
Boter 112'/j ct. per Va K.G.
Boter bij verpakking in wit fust van 50 K.G
Boter bij verpakking in wit fust van 25 K.G. f2,01 f2,06
Boter bij verpakking in wit fust van 12V0
K.G. eu 10 K.G
Boter bij verpakking in Delftsch of Leidsch
fust van 20 K.G
Boter bij verpakking in Delftsch of Leidsch
fust van 10 K.G
Franco' station van afzending.
Vlissingen, 6 Februari 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
De Secretaris,
J. P. VAN ROSSUM JR.
ik wat laat., ik moest achterblijven.
Kom, 't is triestig, maar over wat
anders gesproken nu gebood Lieftink.
We voelen met Van Eename mee, maar
we mogen onze stemming niet beder
ven.
Hard als zijn goud, dacht Florent.
Niet over een stervende spreken... we
mogen alleen San hem peinzen, aan
hem den rijken boer van 't Beukenhof,
aan z'n geld en z'n macht. Daarom
heeft ie ons hier gevraagd, en ik moet
ook aan z'n tafel zitten, naast den
goudvink
Je eet niet, Florent, zei Jeanne.
Toch wel.
Smaakt 't niet
't Doet.
Alles fijne qualiteit... Vader heeft
'f wel gedaan,, op z'n naamfeest, hé
Ja...
Smaakt het, Antoine vroeg ze
plots levendig aan den notaris-zoon.
O, juffrouw, 't is een konings
maal, vleide 'f korte, dikke kereltje, blij
toegesproken te worden. Verleden
week, vertelde hij, was ik op een diner
bij notaris Peelers te Vlasdale. Maar
't kan 't niet halen bij dit
Straks dansen we.
Dat heb ik gehoord. Krijg ik uw
eersten dans
Den eersten, .neen... Den tweede.
Ook goed 1 'k Verheug er me al op.
Jawel.
Denkt ze me nu jaloersch te ma
ken dacht Florent. 'k Wou dat ze hem
alle dansen toezei dan was ik er
vanaf
Antoine nam weer vleesch, en schonk
daaraan al zijn aandacht.
Jeanne boog zich tot Florent en
fluisterde
De eerste dans is van eigen voor
jou.
Och...
Neen, neen, voor jou, den zoon
van den besten vriend van m'n vader.
Vader zou niet kontent zijn, als ik 't
anders deed.
't Is goed.
Er werd nog altijd veel gegeten en
gedronken, en naarmate de gezichten
meer begonnen te blinken en 't geschit
ter in de oogen levendiger werd, ver
dween ook de stijlheid, het vormelijke,
kwamen de tongen losser, de gebaren
drukker, geneerden zij, die zich eerst
vreemd aan tafel gevoelden, zich min
der, waren er zelfs, die de kleeding wat
ontspanden en telkens grooter .hoopen
op hun bord laadden en meer op de
vork namen.
Eensklaps tikte Uitenhage met een
mes op z'n glas, stilte verzoekend. Dan
stond bij op en kuchte.
Dames en heeren, zoo begon hij,
en niemand roerde zich nog.
Welsprekend ben ik niet, ge kent m'n
werk, waarbij geen redevoeringen te
pas komen. Maar er .moet mij toch wat
schelijkheid van verhooging der rijks
bijdragen voor het bijzonder onderwijs
wordt uitgesproken. Na de staatsbe-
grooting zal diie motie worden behan
deld.
Over de leeraren-salarissen zegde de
Minister toe dat hij ernstig zal over
wegen wat te doen staat 0111 tijdelijke
toelagen te verleenen. Een belofte deed
hij echter niet.
Na dit debat werd het een algemeen
gebedel om subsidie voor diverse
scholen, door den Minister alles afge
daan met de toezegging dat hij spoedig
bij suppletoire .begrooting eenige pos
ten zal aanvragen. Welke? Dat blijft
een verrassing.
Bij lager onderwijs zou aan de orde
zijn de motie-Ter Laan, die als nood
maatregel de minimum-salarissen van
de onderwijzers met 200 wilde ver-
hoogen. De heer de Meester echter
deelde mede dat in de niaak is een ini
tiatief-voorstel voor salaris-verbeterin
gen voor fe stellen na overleg tusschen
de leiders der fracties en den Minister.
In verband hiermede werd de behande
ling van deze motie tot dat voorstel aan
de orde is, uitgesteld.
Vervolgens laakte de heer Otto hef
beleid van den Minister die z.i. niets
deed. In normale omstandigheden zou
hij tegen de begrooting hebben ge
stemd.
De heer Ter Laan (den Haag) hield
een voor zijn doen zeer korte klaagrede.
De Minister weer er den heer Otto
op, dat, als de tijdsomstandigheden an
ders waren, de begrooting er anders
zou uitzien.
Aan het eind der discussie over on
derwijs werd nogal wat gebabbeld over
een onderwijzer te Venlo, die een „ze
deloos" boek heeft geschreven, volgens
sommigen zedeloos althans, en toen be
noemd werd tot onderwijzer aan de
normaallessen te Venlo.
De meening van oud-minister Treub.
in de „Haagsche Crt." is een verslag
gepubliceerd van een interview over
den internationalen toestand, dat de re
dactie heeft gehad met prof. mr. M. W.
F. Treub, oud-minister.
Wij ontleenen daaraan o.m. het vol
gende:
„Duifschland's houding beschouw ik
als een indirecte erkenning van eigen
zwakheid van Duifschland's positie. Voor
Duitsuhland's regeering zal het tegen
over het volk gemakkelijker zijn om in
te gaan op vredesvoorwaarden, die voor
Duitschland anders weinig aannemelijk
zouden wezen, wanneer blijkt ten eerste,
dat het wapen, waarover althans een
deel der militaire partij nog meende te
kunnen beschikken, het directe gevolg
heeft, dat men zich er bij op den hals
haalt, een nieuwen, grooten vijand, die
wel op militair maritiem gebied de be
slissing niet zou kunnen geven, maar
waarvan de vijandschap uit economi
sche overwegingen, ook voor de toe
komst des lands hoogst bedenkelijk we
zen kan. Inderdaad beschouw ik den
van 't harte. Meneer de schepene, beste
vriend Lieftink, gij hebt ons in uw huis
genood en gaarne met eere hebben we
die uitnoodiging' aanvaard. Wij willen
uw feest meevieren, maar we willen
ook iets anders doen, we willen u hulde
brengen als weldoener der gemeente,
magistraat die maar één plicht kent,
den voorspoed van Meerbeke te behar
tigen... dat is ónze voorspoed, hef
welvaren van klein en groot, jong en
oud, arm en rijk, landbouwer en am
bachtsman en koopman. We hebben
vertrouwen in u, volle vertrouwen. We
kennen uw wijsheid, uw eerlijk karak
ter, uw stand. We wenschen u nog vele
jaren te zien, magistraat van Meerbeke.
Mocht het zijn, eerste magistraat zelfs.
Wij wenschen u geluk in uw huis, ge
zondheid voor Madam en Mejuffer
Jeanne, uw goede vrouw, die zooveel
voor de armen doet, en uw bekoorlijke
dochter. Vrienden, ik stel voor, ons
glas op te nemen en te drinken op on
zen schepene, meneer Lieftink en zijn
huisgezin.
Allen rezen op, en riepen luide bravo.
Lieftink was ontroerd, pinkte een traan
weg, en sommige gasten, wier oogen
altijd vochtig worden als ze hooge faal
hooren, volgden zijn voorbeeld.
Dat is wel, stijf wel gezeid, ver
zekerde Dries Meulenare, die zijn glas
in één teug geledigd had.
En ieder knikte toestemmend.
Maar Lieftink hoestte nu ook, en elk
laatsten Duitschen maatregel als het
begin van het einde, dat hiermede wordt
ingeluid.
Omtrent de positie van ons land, vond
mr. Treub het wenschelijk, zich niet tot
in bijzonderheden uit te laten. Wel ves
tigde hij, toen wij hem omtrent dit punt
een vraag stelden, er de aandacht op,
dat, wanneer men aanneemt dat er geen
daden gebeuren, waardoor Amerika ten
oorlog gedwongen wordt, het niet denk
baar is, dat Duitschland den maatregel
tegenover Amerika niet zou doorvoeren
en tegenover de andere neutrale staten
wel. Mr. Treub verklaarde zich over
tuigd, dat men in dit geval den graan-
aanvoer niet meer moeilijkheden zal in
den weg leggen dan hij nu reeds onder
vindt door den duikbootenoorlog, zooals
die tot dusver wordt gevoerd. In het
tweede geval dus wanneer er wel oor
log met Amerika komt kunnen delevens-
middelen, die wij van daar betrekken,
beschouwd worden als contrabande,
komende uit een vijandelijk land, maar
het is niet waarschijnlijk, dat Duitsch
land principieel wat 't practisch zal
doen, blijve in het midden zulke
schepen met graan, geconsigneerd aan
de Nederlandsche regeering, stelselmatig
in den grond zal boren, ten eerste om
dat het provisie betreft voor Nederland
en dit geldt ook voor andere neu
tralen en het een uitlokken van de
mogelijkheid van conflicten met de
Europeesche neutralen zou beteekenen
ten tweede acht ik't niet-waarschijnlijk,
omdat uit 'n zuiver economisch politiek
oogpunt alleen nadeel voor Duitschland
het gevolg er van zou kunnen zijn.
Want hoe minder graan er inkomt,
hoe meer men .het broodverbruik moet
verminderen, hoe meer men het brood
moet vervangen door al wat men an
ders ter beschikking voor uitvoer naar
Duitschland zou kunnen houden. Zulk
optreden zou voor Duitschland nooit
eenig belang hebben en ik geloof niet,
dat het zal geschieden.
Verder vroeg de redactie de meening
van mr. Treub over de kwestie van het
aandoen door onze schepen van Enge
land
Mr. Treub antwoordde
„Afgezien van het verplichte aanleg
gen (of Engeland afstand zal doen van
dezen maatregel, weet ik niet), wijs ik
er op, dat vele schepen Engeland moe
ten aandoen met ihet oog op de kolen-
kwestie. Ook al zou Engeland afstand
doen van de tot nu toe bestaande ver
houding tengevolge der gewijzigde om
standigheden. De toestand zal zoo wor
den, dat men alleen uitvaart, als men
kolen genoog heeft voor de heenreis en
in verscheidene gevallen als men kolen
genoeg heeft voor de heen- en thuisreis.
Het gevolg zal een groote vermindering
der vaart wezen."
De heer Treub wees er daarom ten
slotte op, dat de regeering spoedig wel
gebruik zal moeten maken van de haar
in de molestverzekeringswet geschon
ken bevoegdheid.
Schepenvorderingswet.
Het hoofdbestuur der Maatschappij
van Nijverheid heeft het volgend adres
zette zich weer neer, in afwachting van
't wederwoord.
Dames en heeren, zei de heer des
huizes en hij wachtte even Ik bert
ontroerd, diep ontroerd, vervolgde hij
dan. Ge brengt mij zoo'n schoone hul
de. Dat zal ik m'n leven lang niet ver
geten... neen nooit, nooit! Meneer'
Uitenhage, ge hebt van mijn ambt ge
sproken. 't is waar, ik leef voor de
welvaart van Meerbeke en daar ben ik
fier op. Ik werk voor klein en groot,
en arm en rijk, en jong en oud. Ik zou
meer willen doen. Ik heb nieuwe ge
dachten van onzen tijd. Maar gij weet
het genoeg, ik word tegengehouden...
Er is een man, die hoofd is van Meer
beke. Hij peinst, dat ie van hooger af
komst is dan wij, omdat hij zich edel
noemt. Dat zijn gedachten van den
ouden tijd, die wij niet meer aanvaar
den. Maar al zijn gedachten zijn van
den ouden tijd, en stel ik iets nieuws
voor, iets moderns, hij is daar om het
tegen fe houden. Eij hij kan veel tegen
houden, want hij is eerste magistraat.
Meneer Uitenhage heeft er op ge
doeld, dat iemand anders die plaats zou
moeten innemen. En 't is waar Ik zeg
het hier openlijk en Lieftink hangt van
niemand af, ook van geen kasteelheer,
en ik zeg het hier vrank en vrij, dat
Meerbeke, een parochie die vooruit wil,
-een ouderwetschen burgemeester heeft,
-die den voorspoed tegenhoudt.
(Wordt vervolgd).