2000 ïpaise VRIJDAG 26 JANUARI 55e Jaargang 1917 lisch. 8 uur ige Fran- 0.85, bespreken ijilpsFirma F. VAN 8F ÜFIPE if-, Kleine Hark! SO, V issingen. Teleioon Ir.terc. 18 Versehijnl dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen GEMEENTEBESTUUR I brengt nogmaals ter kennis van wie I het aangaat, inzonderheid van dein het I jaar 1898 geboren mannelijke personen, J dal de aangifte ter inschrijving voorde I militie in de maand Januari behoort te 1 geschieden. AMEROVERZKHT. FEUILLETON EEN EDEL VROUWENLEVEN. lenkamer BINNENLAND I Vo. 22' '4 heurej hen en daar heeft „que iel spel 1 ep VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ5.60. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Diehstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel (gulden bij levens- rj gulden bij dood 4"» gulden bij verlies .4 gulden bij verlies J gulden bij verlies f\F* gulden bij verlies lange ongeschikt- /'"|J| door aI van een 'land> I lSI van illSE van een f I van ell<en kerd'tegén ongelukken voor: LJW%J heid tot werken B UU een ongeluk (JvU voet of oog lUv een duim JLUU wijsvinger anderen vinger We uitkeerinoen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram, De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holi. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam De abonné's, in t bezit eener polis, zijn GRATIS verze MILITIE. AANGIFTE TER INSCHRIJVING. De Burgemeester der gemeente Vlis- Isingcn; Voorliet doen van de aangifte ter in schrijving bestaal gelegenheid Ier ge- meente-secretarie (bureau militie) eiken werkdag vaii 9 uur vm. tot 5 uur nam., uitgezonderd Zaterdag, op welken dag de inschrijving van 9—12 uur vm. is opengesteld. I Zullende belanghebbenden het aan zich zelf te wijten .hebben, indien bij i veronachtzaming van de op hen rus- J tende verplichringen op hen de bij art. 102 der Miliiiewet bedreigde straffen worden toegepast. Vlissingen, 26 januari 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Vergadering van Donderdag. Men scheen zicli voorgenomen te hebben om ditmaal eens over diverse buitenlandsche aangelegenheden een „boom" op te zetten. Meer toch was de discussie niet. En over het nut daar- j van was men het ook niet eeos. Althans de nuchtere heer Nolens kwam al 'dade- lijk met de waarschuwing om de vraag stukken die misschien na den oorlog aan de orde zullen komen, liever op dit oogenblik te laten rusten. Het zoeken naar de ooirzaken van den oorlog is toch nutteloos zoolang alle oorlog voerenden zichzelf onschuldig achten, komt de vrede geen stap verder. Vol gens den heer de SaVornin Lobman is de dwaze verdeeling van de wereld, de principieele ongelijkheid van de volken, tot stand gekomen op het Weener con- gres, een honderd jaar geleden gehou- I den. De scheiding berustte op jaloezie, willekeur en wangunst. De taak der kleine staten is die der pionnen op het schaakbord zij dienen ter bescherming van de grootere. Tegenover dat maclïtsstelsèl stelde President Wilson het rechtsstelsel. Indien de mogenheden I door overwinning willen dwingen tot een vrede, dan is een volgende oorlog onvei mijdelij'k. En dat heeft Wilson dui delijk willen zeggen. Om het algemeen belang te dienen, dient elk iets van zijn belang op te offeren. Zoodra de toe stand niet meer op macht maar op recht berust, wordt de oorlog onwaar- schijnlijk in zichzelf. Er zullen dan wel geschillen rijzen, maar zij zuilen in het openbaar, voor geheel de wereld be- I handeld worden. Waneer die toestand is ingetreden, zullen alle mogendheden gereed zijn desnoods met de wapenen dien te handhaven. Daaraan kan ook Nederland zich niet onttrekken. Met alle macht dient ieder land de 39) —o— (MtnK veibofa. bileerde Bur. „VI. Crt." .,lk bleef een vol jaar bij haar," ver volgde Geza. „Tof zij lichamelijk iets hersteld was. Toen begon ik weer rei zen te maken, maar slechts van eenige weken, omdat ik moeder niet zoo lang alleen wilde laten. Ik voelde wel, dat er iets vreemds tusschen ons was geko men, dat de vroegere volle overeen stemming verstoord had, ik had echter Ook eerlijkheid genoeg, tc erkennen, dat. dat zij gehandeld had zooals zij moest, dat zij ons niet kon toestaan, wat zij en ik het arme kind hadden ge weigerd, en waaraan dit onderging..." Hij hield eene poos stil en drukte Elisa beth's handen vast in de zijne, „Toen die oorlog uitbrak", besloot hij, „trad ik als vrijwilliger in uw leger, mijn ontslag uit Oostenrijkschcn dienst had ik reeds lang genomen. Het zou mijn laatste doel zijn. Maar God heeft erbarmen gehad', hij liet mij eindelijk tl vinden, en geen macht ter wereld zal mij meer van u scheiden." „Voor vandaag is het genoeg," zei in dat oogenblik eene stem, en de chef- fU'ts trad in de oei. Elisabeth, wijze, verstandige pogingen van Wilson te steunen en het komt niét te pas het voor te stellen alsof zijn streven kinderpraat is. Zonder den Minister te wilien raden sprak hij de hoop uit, dat deze de gelegenheid niet zal laten voorbijgaan om de stem van Wilson in Nederland .te doen hooren, te meer daar ons land op het gebied van hel volkenrecht een naam heeft te verliezen. Dit woord van den heer Lohman klonk fier en beteekende heel wat meer dan het genoegd ijls gekeuvel over vre de door dwang of door recht of door macht. Deze laatste leuze is er vandaag bijgevoegd door den heer van Leeuwen, die een wereldvrede alleen bereikbaar acht door de toeneming van de macht van het volk. Het was een zonderling verschijnsel dat de heer Troelstra het vrijwel eens met den heer de Savornin Lohman, nu en dan zijn partijgenoot van Leeuwen bestreed. Deze had de houding van de Nederlandsche regeering, die niet mee deed aan het steunen van Wilson's po ging, goedgekeurd. De heer Troelstra begreep dat niet. Hij wilde dat Neder land telkens zou spreken als de groote broer uit Amerika spreekt. Welk ge vaar daarin zou kunnen schuilen, zag hij niet in. De wijziging van de leuze „v.rede door recht" in „vrede door dwang" achtte hij geen belangrijke verbetering. De bedoeling is, gelijk de heer Troelstra het geestig uitdrukte, den duivel van het nationale militairis me uit te drijven met den Beelzebub van het internationaal miüitairisme. Daarmede schiet men niet op. Hoe zal liet mogelijk zijn den rustverstoorder en boosdoener te vinden.? Op dit oogenblik weet niemand wie de schuld is aan den huidigen Europeeschen oor log. En men bedenke daarbij dat er geen neutrale naties meer zullen be staan/ Het militair isme zou een vredelievend karakter krijgen, een excuus voor zich zelf en onder een m ooien mom zóu het leelijke militairisme onveranderd blij ven bestaan. Militaire sanctie op het volkenrecht leidt tot een mislukking en slechts wanneer de neutraliteit van de volkeren het volkenrecht en den vrede in stand houdt, zijn deze gewaarborgd. Ondanks de v.ele verschillen met zijn partijgenoot van Leeuwen, was de eindconclusie toch dezelfde. De Minister van Buitenlandsche Za ken begon dadelijk alle kwesties ter zijde te stellen. Hij kon tot zijn leed wezen aan de belangrijke discussies geen deel namen. Voorts gaf hij alleen eenige inlichtingen, die wij al wisten. Gewapende handelsschepen worden be schouwd als oorlogsschepen. De aan houding van de „Westerdijk" is een daad, niet van onrecht, maar van on vriendelijkheid. AAet de aanhouding der posten is het alles nog precies als ver leden jaar. De verklaring van de Belgi sche regeering in zake het annexionis- mev acht de Minister afdoende en hij leidt er uit af dat zij geen aantasting van Nederlandsch grondgebied wil we ten. Op de vragen van den heer Duijs -ant- 'woordde de Minister: op 1. niet noodig; waarom laat u hem toch zooveel spre ken Blozend maakte het meisje zich los uit Geza's armen. „Nu, heer graaf, is het de rechte vroeg de oude heer in zijne vroolijke stemming, die hem en anderen zoo goed deed. „Het kan slechts de rechte zijn, dok ter, want er is maar ééne Elisabeth," antwoordde de graaf met stralende oogen. HOOFDSTUK XXII. Vochtige herfst nevels lagen op de Karpathen, zij omgaven spookachtig bosch en veld, zonken als zware drop pels op boom en struik en zweefden in wonderlijke vormen om het witte slot en de breede vensterrijen. Als groote lappen ihingen zij over het gebergte, waar zij als met een penseel eiken trek, elke lijn van de reusachtige, scherpkantige hoogten uiitvaagden, ais- of een steile, grijze muur van den hemel Wcjs neergedaald, die haar voor ieder menschenoog verborg. Heel de omtrek droeg een stempel van duisternis en geheimzinmiigheid. En als het eenige uren helder werd, dan waren liet geen zonnestralen, die het heerschende halfduister doorbraken, maar wiilde windstooten, die de ne vels ,naar alle richtingen uiteendreven, die boomen het laatste loof van de krui nen scheurden en om de muren van het op 2. neen, onze zedelijke verantwoor delijkheid strekt zich niet verder uit op 3. de Minister heeft de Duitsche re- geering reeds verzocht een ruimere in terpretatie te geven op 4. weinig heil verwacht de Minister van een gemeen schappelijk pogen. Nederland is inderdaad uitgenoodigd door de Zweedsdie regeering om deel te nemen aan preliminaire bespreking over het houden van een conferentie ter behandeling van economische aangele genheden. Onze gezamt te Stockholm zal aan die besprekingen deelnemen. Al 't overige lief de Minister... zwem men. Tijdens den loop der discussies is de lieer mr. D. Fock ais voorzitter geïn stalleerd. De heer Schaper wenschte hem de noodige filosofische rust toe op den voorzittersstoel. De gedwongen rust die men heeft te vervullen werd eenigermate vergoed door het fraaie panorama dat men op dien stoel geniet. De heer Fock aanvaardde het voor zitter-schap met een woord ter herinne ring aan mr. Burgesius. Overigens deed hij het gewone beroep op de Kamer en begon hij met aan te dringen op be perking en bekorting. Den lieer Schaper bracht hij zeer te recht een woord van hulde voor de wijze waarop hij het presidium heeft waargenomen, hetgeen applaus dei- Kamer uitlokte. A v o n d v e rg ad c r i n g Waterstaat Hooge eischen worden gesteld aan onze aardrijkskundige ken nis. Aiet zevenmijlslaarzen rennen we Nederland door om alle stations, brug gen, waterkeeringen, vaarten en kana len te inspecteeren. Met den lieer Fles- kens gaan wij naar Brabant, met den heer Duijmaer van Twis: zeilen vij'op do Linde en loeren wir&Ouf Overijsel, met den heer Snieenge inspecteeren wij de. eeuwige Oosternioersche vaart, met den heer Visser van Yzendoorn bezoe ken wij de geteisterde streken in Noord-Holland en weeklagen over de dijkbescherming, die heusch niet in orde is en met den heer Bongaerts verdiepen wij ons in technische beschouwingen over dit vraagstuk. En Minister Lely wekt ons medelij den dat hij over dat alles heeft te wa ken en dat alles heeft te verbeteren. Maar wij weten met welk een beminne lijke bereidwilligheid hij de klagers aanhoort en met welk een toeschiete lijkheid hij alles belooft, alles zal on derzoeken en alles zal overwegen. En jaar in jaar uit zijn de diverse districten content over hun afgevaardigden, die onvermoeid strijden voor de belangen van spoor, brug en vaart. Een kinder hand is gauw gevuld, maar de hand van een Kamerlid nog gauwer, want een be lofte van Minister Lely met alle respect is nog minder dan heel wei nig. En toch gaat jaarlijks de lijst van klachten door en verschijnen weer ten tooneele de Linde., de Oosternioer sche vaart, de afwatering van Fries land, het station van Deventer, 's Gra- venhage, enfin, alles "wat ouder is dan verleden jaar. slof huilden, alsof zij het op zijne grondvesten wilden doen schudden. In eene kamer van het slof brandde licht, en een helder vuur op den haard. Dat licht en dat vuur waren ook het eenige vroolijke en vriendelijke en bewegelijke in de kamer. Want de twee vrouwen, die tegenover elkaar zaten, de eene op de sofa, de andere op een laag stoeltje naast den schoorsteen, leken eerder standbeelden dan levende wezens, zoo stil en bewegingloos was hare houding. De dame op de sofa zat gebukt, het gelaat met de hand overschaduwd, de andere keek onafgebroken naar haar en in het eerlijke gelaat lag eene uitdruk king van roerende droefenis. Minuut na minuut verliep, dat er geen woord ge sproken werd eindelijk zei de oude Genadigste gravin, denk aan de woorden van den dokter. U moet dat eeuwige droevige peinzen laten, als uwe oogen weer beter zullen worden. Wat zou mij dat licht, Sanna, zei de gravin, zonder het hoofd op te hef fen en met die klanklooze stem, die ge tuigt van moeiden jammer en meer aan grijpt, dan de luidste uitingen van smart. Zoolang ik hef had, zag ik slechts ongeluk en smaad. Het is beter, dat zij zich sluiten... sluiten voor al toos. Zal ik Irma en Tisza halen vroeg de oude met een soort van vertwijfeling. Zij had het droeve gepeins verstoord, om het,., op nog droeviger onderwerp Inmiddels, zij zullen alle wachten, wachten totdat het hun beurt is. Maar de Kamerleden houden vol en zij winnen ten slotte door die vasthou dendheid. De „Saliand."j Van den kapitein van de „Salland" is bij de directie van de Kon. Holl. Lloyd ue bevestiging ontvangen, dat 't schip 23 dezer des voormiddags tengevolge van een ontploffing is gezonken. Nadere bijzonderheden ontbreken. Persoonlijke ongelukken zijn niet te betreuren. De bemanning is door een Britsche torpe- doboot-jager gered en veilig te Ply mouth geland en zal door de zorgen van het hoofdagentschap der maat schappij zoo spoedig mogelijk naar Nederland terugkeeren. Bijzonder verlof. Ten einde te bevorderen dat bij het geven van adviezen op aanvragen no pens bijzonder verlof door de comman danten van etne vaste gedragslijn wordt uitgegaan, heeft de opperbevelhebber hel volgende bepaald Veldleger: Aan de onderofficieren, korporaals en manschappen van de on bereden korpsen en van het onbereden gedeelte der treinafdeelingen kunnen de verloven tot het vastgestelde percentage verleend worden, indien het aantal aan vragen rangsgewijze berekend dit percentage niet overtreft; van het kader mag echter hiel inbegrip van incompleet uit anderen hoofde hoogstens 25 pet. der organieke sterkte afwezig zijn. Voor de onderofficieren, korporaals en manschappen van de bereden korpsen en van het bereden gedeelte der trein - afdeelingen geldt hetzelfde, niet de be kende bepaling dat per 3 paarden minstens 1 korporaal of mindere te- schikbaar moet zijn, ongerekend de wachten, geëmployeerden enz. Voor wat de infanterie, artillerie en cavallerie aangaat, worden met betrek king tot de verlofsaanvragen der onder officieren en korporaals de straks ge noemde 25 pet. berekend resp. per ba taljon, per afdeeling en per regiment. Van officieren, vaandrigs en kornetten moeten behalve een commandant min stens beschikbaar zijn per compagnie 2 luit. of 1 luitenant en 1 vaandrig per dubbelbatterij of per escadron 3 luit. of 1 luit. en 2 kornetten terwijl als reserve bovendien aanwe zig moeten blijven per reg. inf. 3 luit.per afd. veld- art. 1 luit.; per reg. cavalerie 1 luit. Andere troepen Voor het personeel in de stellingen dat onder de bevelen van de territ. bevelhebbers staat worden bij het uitbrengen van adviezen of ver- verlofaanvragen voor zooveel mogelijk en met inachtneming van de eischen van den dienst de oefeningen en de veiligheid de onder A gegeven aanwij zingen gevolgd. Bovendien moet een aantal van 3 wachtvrije nachten ais minimum beschouwd worden. Voor per soneel in bijzondere functiën moet niet te brengen. Neen. Sanna Heden hebben de kinderen geen invloed op mij. Zij had de handen laten zakken en staarde stijf voor zich uit. Het gelaat was vreeselijk verouderd, de lokken waren nog witter, de hooge gestalte gebogen en de lijnen om mond en oogen zoo verscherpt, als of de tijd met een nies diepe groeven er in had gesneden. Het is lieden de twintigste Decem ber, de droefste dag van mijn leven. Hij roofde mij echtgenoot en kind. Grijs e.n droef was de dag, toen ik naar Pressburg ging om den smadelljken dood af te wenden van het hoofd van mijn gade, en droef en stormachtig die, waarop ik mij de dochter naar huis haalde van het kleine kerkhof in het Zevenburgsebc. Ik heb het gevoel, Sanna, dat hij mij ook heden een slecht bericht zal brengen. Wie weet, waar mijn zoon is gevallen, en in welken onbekenden hoek van de wereld hij begraven is. O, gravin, waarom toch altoos slechts droevigs denken en verwachten? Onze jonge heer zal terugkeeren gezond en wel, dat zegt mijn hart. De oude was opgestaan, was voor de .gravin neergeknield en streelde hare handen on kleeren, zooais men een op gewonden kind doet, om het te kalmee- ren. Hij is in den krijg, cle kogel kan hem treffen als ieder ander. In den krijg tot verlofsverleening worden geadviseerd zoo dat personeel in zijn functie niét vervangen kan worden, terwijl door toekenning van liet verlof, de dienst niet verzekerd zou zijn te achten. De oefening van de dienstplichtigen, die nog geen 81 maand onder de wa penen zijn, en in liet algemeen van hen, die nog niet als afgericht soldaat zijn te beschouwen, zoomede de gang van het onderricht (van alle bijzondere lei dingen mogen door verlofsverleening niet geschaad worden. Bij noodzakelijk heid kunnen de verloven evenredig over de korpsen worden beperkt. De brief wisseling over dit onderwerp moet zoo' beknopt mogelijk zijn. Opleiding van jonge Officieren. In verband met de mogelijkheid, dat bij een eventueel intreden van den oor log bij verliezen aan officieren reeds vrij spoedig jonge luitenants als commandant van een compagnie zullen moeten op treden, heeft het legerbestuur aan alle troepencommandanten mededeeling ver zocht, of, en ir. hoeverre maatregelen zijn genomen om de bruikbaarheid der jongere officieren tot een liooger peil op te voeren, b.v. door het doen houden van cursussen lot opleiding voor de func tie van compagnieaanvoerder, waarbij te meiden in hoeverre de maatregelen fot bereiking van het beoogde doel heb ben geleid. Hierbij is opgemerkt, dat die geschikt heid niet op een cursus verkregen kan worden, Omdat daartoe in niet geringe mate vereischt worden ervaring, over wicht, routine en practische kennis. Wel kan het verkrijgen van de hierbedoelde geschiktheid bevorderd worden door het volgen van zulk een cursus, indien daar bij "gestreefd wordt o.a. naar grondige kennis van reglementen en voorschriften, alsmede van de compagnies-administratie en wanneer hun praktische waardigheid er door verhoogd wordt door het deel nemen aan technische oefeningen op de kaart. Meel of bloem. In den laatsten tijd is het verschil in de benamingen meel en bloent meer op den voorgrond getreden wij letten er nu op, dat onder meel uitsluitend het meel in ongebuildén toesland verstaan wordt, de grondstof, waarvan bruin- brood gebakken wordt, in tegenstelling met de „bloem", het product van den tarwekorrel in afgewerkten vorm, ook wel genaamd „wit meel", waarvan wit tebrood, koekjes, kortom van alles be reid wordt en dat ook in de keuken een vrij belangrijke plaats inneemt. Op de wittebroodkaarten nu, staat op 2 bons vermeld dat zij inplaats van voor brood, ook geldig zijn voor 125 gram bloem iets dergelijks komt ook voor op de bruinbroodkaarten, maar dan in meel. Men houde wel in het oog dat het op de bons der bruinbroodkaarten te betrekken meel alleen van nut is voor hen, die hun eigen bruinbrood wen- schen te bereiden, doch niet voor de gewone huishoudelijke keuken. „Hbl." voor een volk, da,t .niet het zijne is, voor eene zaak, die hem niets aangaat. Doch hem dreef immers niet het belang van dit volk, hem dreef zijn hartstocht. O, dat meisje, dat meisje De oude stond zwijgend voor haar, haar gelaat toonde, dat zij innerlijk streed met een besluit, dat zij jarenlang in zich moest hebben omgedragen, zon der den moed te hebben gevonden, het uit te spreken. Genadigste gravin, begon zij haas tig en stotterend, alsof zij plotseling zichzelf drong. De Kisaszony was lief en goed. Eerst hief de gravin de oogen op met eene uitdrukking van ontzetting. De lijnen om den mond werden nog dieper, terwijl een harde dreigende uitdrukking- op het gelaat kwam. Dat duurde echter slechts een paar seconden, de oogen daalden, de trekken effenden zich, en er lap- zelfs een toon van goedheid in hare stem. toen zij na eene poos zei: Was zij dat, Sanna, en denkt ge allen zoo over haar Ja, Ja riep de datka en vouwde bijna eerbiedig de handen. Wij zouden allen voor haar door het vuur gaan. Hoe dikwijls heeft Miska gezegd, dat, als de penadige heer de Kisaszony vin den en uwe hoogwelgeborene toestem men zou, hij daarvoor gaarne de paar jaren wilde geven, die hij nog te leven heeft. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1