rdam. IGEN. iund- ar! igen. :isje WOENSDAG 17 «JANUARI I kameroverzicht. Imsfreken d die hun werbefe- r lich te issing«n. No. 14 55e Jaargang 1917 iI In scherp lan huis. |ch aan fmeisje |JE bode JE UitgaveFirma F. VAN DE VELDE li, Kleine Markt 58, VtissinBen. Teleloon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen 0EMEENTEBESTUUR I FEUILLETON EEN EDEL VROUWENLEVEN. BINNENLAND ïrberg 9. I'ieven tegen |rband tegen li. 500.000. de fondsen Een belegd. |e verkrijgen (Firma DE BELS. I VELEND Twee jongens tlTwee Boezem- rigedraaide huis- IjEen boek met >ekDe Komiek, t om vrede. Een osspel. Het boek n met Detective lostw. of -zegels) J WITTE <S |isten,Stee- Bakkerij, Clij- VLISSIINGSCHE COURANT |nde NAAIEN Courant." i NET BURGER- |B O D E v.g.g.v. Fa. HELBERS, |ft. huiselijk werk, dagen. Adres: Boulevard." de 16 jaar. Igsche Courant.' 57 (beneden). ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel De abonné's, in 't bezit eener f| gulden bij tevens- n r* j"« gulden bij dood AAA gulden bij verlies gulden bij verlies 4 A A gulden bij verlies A P* gulden bij verlies 'polis, zijn GRATIS verze- HI III lange ongeschikt- A|| door <1111 van een hand, van vaneen van eiken kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken f U\J een ongeluk voet of oog JLuU een duim JLI/U wijsvinger UV anderen vinger Deze oitkeeringen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, «oorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" tê Schiedam BEKENDMAKING. Aangifte van nieuwe leerlingen voor de Openbare Lagere Scholen. j Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belangheb benden, dat op MAANDAG 12 FEBRU ARI a.s. als leerlingen tot de Scholen A (Coosje Buskenstraat), B Hendrikstr.) en F (Joost de Moorstr.) kunnen wor den toegelaten kinderen van on- en minvermogenden, die op het tijdstip der toelating zes jaren oud zijn. De aangifte der nieuwe leer lingen kan geschieden vair Maan dag 22 Januari tot en met Maandag 29 anuari e. k., des voormiddags van 9 2 uren, ter Gemeente-Secretarie, (Griffie) Bij de aangifte wordt men verzocht en Trouwboekje niede te brengen. Vlissingen, 18 Januari 1917. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKF.RKE. De Secretaris, j. P. v. ROSSUM Jr. EIEREN. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel heeft goedgevonden le. onder intrekking van liet ter zake bepaalde in zijne beschikking dd. 30 December 1916 no. 95177, afdeeling Handel, ingevolge de artikelen 2 en 8 der Distributiewet 1916 voor versche kipeieren voor binnenlandsch verbruik met ingang van heden een maximum prijs vast te stellen van 11 '/2 cent per stuk 2e. te bepalen, dat met handhaving van liet terzake bepaalde in zijne be schikking dd. 16 December 1916, no. 707431afdeeling Handel, ingevolge artikel 8 der Distributiewet 1916, voor kalkeieren een maximum grossiersprijs blijft vastgesteld van 6 cent per stuk en een maximum kleinhandelprijs van 7 cent per stuk. Vlissingen, 16 Januari 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer zal Donderdag de wijziging der successiewet behandelen. Woensdag wordt in de afdeelingen de zegel- en registratie-wet behandeld. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De verhuurders hadden in den heer de Jong een pleitbezorger gevonden. Reeds was door dezen afgevaardigde een amendement ingediend, dat feitelijk terug deed komen op de beslissing in zake ae tien procent vrije verhooging. Nog vóór het echter in behandeling kwam, werd hef alweer ingetrokken, omdat de heer de jong geen negen handteekeningen er voor bijeen kon krijgen. Artikel 4 werd spoedig goedgekeurd, 31.) —o— (Sairtó vertuis».) Ieder woord, dat Elisabeth sprak, trof met de kracht van de overtuigend ste waarheid, maar ook met het volle geweld van vertwijfelende smart de ziel van de trotsche vrouw. Zij wist, dat het zoo was, wist, dat voor het geweld van zoo'n neiging alle hinderpalen neervie len, die eeuwen hadden opgebouwd, dat voor den verterenden adem van zoo'n hartstocht alle begrippen van uiterlijke eer en standverschil ineenvielen als de losse bladefen, die de herfstwind schudt zij wist, dat alles ineenzonk, wat rnensch van mensch traohtte te scheiden. Zoo zeker, als de nacht daal de boven haar hoofd, zoo zeker wist zij, dat zij niets van haar zoon had te ho pen, hare eenige redding was bij het meisje voor haar als zij dat niet kon bewegen om terug te treden, dan zag zij haar oude, trotsche huis voor haar oogen in puin vallen. Langzaam stond de grav.in op, en ging eenige malen door den salon aan haar wankele sohreden zag men, hoe aangedaan zij was. Eindelijk bleef zij voor Elisabeth staan. Ik neem mijn woord terug, zei ze. n^dat daarin een kleine wijziging was aangebracht, door den heer de Wijcker- siooïh de Weerdesteijn voorgesteld. Bij de beschouwing van de hoogere uit gaven wordt de normale huurwaarde van 1 Januari 1916 als grondslag geno men. De Minister was tevens bereid gevolg te geven aan den wensch van den heer Loeff, Vrijdag geuit, dat de uitspraak van de huurcommissie met redenen omkleed zal zijn. Door den heer Mendels werd een po ging gewaagd om het uitzetten uit wo ningen tegen te gaan. Deze mislukte natuurlijk, omdat dat feitelijk buiten het ontwerp viel. Door de heeren de Kanter c.s. werd voorgesteld om de huurgrens dubbel zoo hoog te stellen. De heer Koster ver dedigde het amendement terwijl de heer Lohman betoogde dat ongelijkheid wordt geschapen als de wet niet voor alle huren geldt. Morgen wordt de discussie voort gezet. Avondvergadering. 's Avonds justitie-begrooting. Een gewone jeremiade, een gewone lange rij van wenschen. De heer Men dels die al eenige jaren de Kamer ver gastte op een rede over klasse-j.ustitie, besprak ditmaal voor de variatie de dienstweigering, in het befaamde mani fest had hij geen opruiing gezien. Ver schillende rechtscolleges 'bleken uiteen- loopende opvattingen te huldigen. Het vraagstuk dringt zich met kracht op en de Minister zal genoodzaakt zijn ei iets op te vinden, want naar het oordeel van den heer Mendels dient aan de „itiassale uitstorting van zedelijk pro test" gelijk hij de collectieve dienstwei gering noemde, ruimte en vrijheid ge laten te worden. Voorts vroeg hij een algeheele herziening van ons strafstel sel, waarbij vooral verschil zal worden gemaakt in de wijze van behandeling der politieke en andere gevangenen. Ook de heer Van Hamel wees op het verkeerde van de uiteenloopende be slissingen inzake de dienstweigering. Hij zag ook geen opruiing in het mani fest. Een regeling achtte hij noodza kelijk. Van belang was de meening van dezen afgevaardigde inzake artikel 100, het in gevaar brengen der neutraliteit. Z. i. moet preventieve hechtenis slechts in liet uiterste geval worden toegepast. Hij bracht hulde aan de beslissingen van den Hoogen Raad en hij erkent dat één persoon inderdaad de neutraliteit van ons land in gevaar kan brengen. Het eenige wat noodig is, is snelle be rechting van het geval. Over de voorwaardelijke veroordee ling en de toepassing van .dit nieuwe instituut liepen de meeningen uiteen. Volgens den heer van Hamel werkt het best, volgens den heer Beumer wonder lijk. De laatste gaf eenige humoristische gevallen daarvan. In een huwelijk werd een dood-kindje geboren. De gehuwden namen het kind van een ongehuwde moeder stilletjes aan. Die onderschui ving kwam uit de man werd... voor waardelijk veroordeeld met een proef tijd U is geen gewoon meisje, en zoo wil ik niet tot u spreken, als ik tegenover ieder andere gedaan zou hebben. Ieder an dere zou ik hebben gezegd, dat zij eene kokette was, die door ellendige, lage kunstgrepen liet hart van mijn zoon had verdwaasd, dat zij mij door haar kalme, rustige zekerheid in slaap had gesust, terwijl zij in stilte hare lagen legde om hare nederige geboorte door zijn naam te dekken. U zeg ik Was u van adel, slechts de dochter van een gering edel man, dan zou ik mij wellicht in het ge heel niet bedenken, want u hebt een achtenswaard karakter. Met mijn wil zal nooit mijn zoon een burgermeisje huwen. Ik heb niet de macht lieni tegen te houden, want hij is onbuigzaam ik kan hem niet dwingen, want hij is ma joraatsheer en heer over zijn willen en zijn lot, maar één ding kan ik, en dat wil ik. Op den dag waarop u zijne echt- genoote wordt, zal ik hebben opgehou den te leven. Elisabeth staarde in het gelaat van de gravin en zij twijfelde geen oogen blik aan de waarheid dier woorden daarbij lag een zoo harde, troostelooze smart in hare trekken, dat liet hart van het meisje voor een oogenblik als ver stijfde. O, ik ben eene ongelukkige vrouw, begon de gravin na een oogenblik weer, het diepst te worden gewond, in de plek, waar men liet meest kwetsbaar is. Eerst zij, thans hij... En zij zijn mijn Door alle leden, die het woord voer den, werd aangedrongen op regeling van de rechtspositie der ambtenaren in alle toon-aarden werd op spoedige regeling aangedrongen door den heer Limburg voor de zooveelste maal, naar hij zeide, door den heer Ter Laan (Rott.) op meer dreigenden toon, om dat hij voorziet dat er in dit jaar niets meer van komen zal. Vordering van schepen. Na kennis genomen te hebben van de memorie van antwoord op het voorloo- pig verslag der Tweede Kamer betref fende lie,t wetsontwerp tot vordering van schepen, heeft de commissie van rapporteurs liet wenscheiijk geoordeeld in mondeling overleg te treden met den minister van landbouw, nijverheid en handel. Bij liet onderhoud dat op Vrij dag 12 Jan. heeft plaats gehad, heeft de minister uiteengezet, hoe hij zich de werking der wet voorstelde, waarbij met alle betrokken belangen, ook die van den Nederlandsch-lndischen jhan- del en scheepvaart, rekening zal zijn te houden. Voorts heeft in die vergadering de in middels ingekomen nota van wijzigin gen een onderwerp van bespreking uit gemaakt, waarbij de minister mededee- lingen heeft gedaan over het verloop der machinistenstaking te Rotterdam en de bemoeiingen der regeering in dat conflict. De commissie meende op grond van die mededeelingcn de groote urgentie van de behandeling der bepa ling onder het nieuwe ari. 6 voorge steld, te moeten erkennen, maar oor deelde hef haar plicht, vooraf een af- deelingsonderzoek omtrent die bepaling uit te lokken. Bij het onderzoek der nota was men vrij algemeen van oordeel, dat de voor gestelde bevoegdheid der regeering om indien een opgevorderd schip onvol doende is bemand, zoo noodig personen aan te wijzen voor indienststelling op dat schip, de persooonlijke vrijheid der ingezetenen aantast op een wijze die met de ten onzent geldende opvattingen niet is overeen te brengen en dat er uit dien hoofde tegen de bepaling zeer groote bezwaren bestaan. Intusschen, zoo algemeen als deze meening was, was ook de opvatting, dat, indien met het oog op de voorzie ning van ons land van levensmiddelen en grondstoffen deze bevoegdheid voor de regeering onmisbaar is, zelfs over de zeer groote bezwaren moet worden heengestapt en de verlangde macht onder zoo deugdelijk mogelijke waar borgen met betrekking tot hare aan wending aan de regeering niet mag worden onthouden. De vorm waarin het voorstel om an de regeering de door haar gewenschte bevoegdheid te verleenen, aanhangig is gemaakt, kon vele leden niet bevredi gen. Die bevoegdheid moet niet beperkt zijn tot de gevorderde schepen, maar ook bestaan met betrekking tot de sche pen, die krachtens vrijwillig aangegane eenigen Lajos, Lajos, waarom heb je mij een vloek nagelaten in onze kin deren ik ken de treurige geschiedenis van uwe dochter, mevrouw de gravin, zei Elisabeth na lang zwijgen, en ik dacht, eene moeder, die zoo iets gele den heeft, zou milder oordeelen en het genoeg laten zijn met dit eene offer van vooroordeel. Was het de gedachte, dat een vreemd meisje, eene burgerlijke, die eene on dergeschikte betrekking bekleedde in haar huis, het waagde deze oude won- deplek aan te roeren, die liet gelaat van de gravin zoo vreeselijk bleek en tege lijk zoo hard en versteend maakte Ik heb nog geen oogenblik be rouw, te hebben gehandeld zooals ik deed, zei ze ijzig koud. Ik kan het niet gelooven, riep Elisabeth diep aangedaan. Zoover kan de natuur niet afdwalen, liet dierbaarste prijs te geven voor een leeg, dood begrip. Leeg, dood begrip. Wat verstaat u daarvan antwoordde de gravin op bijna minachtenden loon. Gez'a is mijne laatste eenige hoop, ik heb niets dan hem, hij is de nalatenschap van een dierbaar, vroeg verloren echtgenoot. Geen vreemde loot zal zich naast dezen laatsten stam plaatsen, zoo lang ik leef. Juffrouw Werner, op den dag, dat mijn zoon u zijne echtgenoot noemt, heeft zijne moeder opgehouden te leven. Tot overeenkomst bevracht zijn door de re geering. Door verscheidene leden werd er krachtig op aangedrongen, dat de sa menstelling der commissie van advies, in het 3e lid van art. 6 bedoeld, van dien aard zal zijn, dat de zeevarenden daarin een waarborg kunnen zien voor behoorlijke behartiging hunner belan gen de vakvereenigingen moeten in die commissies zijn vertegenwoordigd. Van andere zijde werd er de nadruk op gelegd, dat geheel vrijstaande personen alleen in deze commissie zitting kunnen hebben, niet personen, die zelf belang hebben bij de kwesties, waarover de commissie zal hebben te beslissen. Inlijving lichting 1917. in de hierna genoemde tijdvakken zullen van de militielichting 1917 wor den ingelijfd 1. in het tijdvak van 15 Maart 1917 a. de dienstplichtigen, toegewezen aan de regimenten vesting-artillerie en be stemd voor het eerst in te lijven ge deelte b. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps pantserfort-artillerie c. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps torpedisten d. de dienstplichtigen, toegewezen aan de cavalerie, die bestemd zijn, hetzij om te worden opgeleid tot officiers-paarden- oppasser, hetzij om bij het remontedepot te worden belast met de paardenver- zorging 2. in het tijdvak van 1216 Maart 1917: de dienstplichtigen, toegewezen aan het derde bataljon van een (jer overige regimenten grenadiers en jagers of van een der overige regimenten infanterie, met uitzondering van hen, die in het bezit zijn van het in art. 70 der Militïewet bedoelde bewijs van voorgeoefendheid. Deze laatsten zullen twee maanden later worden ingelijfd. Voor den verderen duur van de tegen woordige tijdsomstandigheden zal uitstel of verlenging van uitstel van eerste oefening slechts in zeer beperkte mate worden verleend om zeer gewichtige studie- of andere redenen. Om studieredenenen kan wel uitstel of verlenging van uitstel van eerste- oefening worden verleend aan dienst plichtigen, die bijv. lo. eindexamen hoogere burgerschool of gymnasium moeten afleggen 2o. examen moeten afleggen voor onderwijzer 3o. leerlingen zijn van de hoogste klasse eener middelbare technische school van een landbouwwintercursus of soort gelijke inrichting. Uitstel of verlenging van uitstel van eerste-oefening wordt niet verleend aan dienstplichtigen die bijv. 10. als student zijn ingeschreven voor het eerste studiejaar aan eene universi teit 2o. reeds eene betrekking bekleeden en doorstudeeren, ten einde hunne po sitie te verbeteren, zooals-: a. onderwijzers, die zich bekwamen voor de hoofdakte of voor andere ak ten, en dezen prijs kan u... gravin Csillagi worden. Elisabeth wendde zich van de gravin af en trad aan een der vensters. Diepe, ondoordringbare duisternis lag op aar de, stroomde van den hemel, geen ster trad uit de zwartgrijze hoogte... ook hier drong geen lichtstraal door den diepen nacht van de vooroordeelen, die lagen op de ziel van deze vrouw. Lang stond zij aan het venster, maar haar blik had zich van de leege duis ternis op haar eigen jammer gericht. Dacht zij aan het woord, lieden door haarzelf gesproken, zonder te vermoe den, hoe spoedig deze „hoogste zede lijke uiting van kracht" haar zelf zou worden opgelegd Wie haar nu zag in hare stille, geheel onbewegelijke hou ding, het hoofd een weinig gebogen, vermoedde hij, dat zij dien strijd van groote zielen streed den strijd der zelf verloochening Eene hand beroerde haar schouder, zij hief het oog met eene uitdrukking van afwezendheid op, maar het gelaat tegenover haar gaf haar terstond het volle bewustzijn weer. Elisabeth, zei de gravin, terwijl een bijna roerende uitdrukking van ver driet en bitterheid op haar gelaat lag, ik wil doen, wat ik slechts eenmaal in mijn leven heb gedaan... eenmaal... toen ik den gemeenen misdadigersdood van mijn echtgenoot wilde afwenden ik wil smeeken, smeeken uit den grond b. personen die werkzaam zijn op kantoren in bedrijven e.d. en les nemen in boekhouden of andere vakken 3o. leerling zijn van eene school of andere inrichting, alwaar slechts enkele uren in de week les werd genomen 4o. zich wijden aan eene studie, die in het algemeen niet van overwegenden invloed is op hunne maatschappelijke betrekking. Zij die in bovengenoemd tijdvak moe ten worden ingelijfd en uitstel of ver lenging van uitstel wenschen, moeten daartoe zelf ten spoedigste hun verlan gen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den minister van oorlog te kennen ge ven, met overlegging van een deugdelijk bewijsstuk omtrent het werkelijk bestaan van de reden der aanvrage. In het verzoekschrift behoort te wor den vermeld de gemeente voor welke de dienstplichtige is ingeschreven, ais- mede het korps en het korpsonderdeel, waaraan hij is toegewezen. De dienstplichtigen zullen echter re kening moeten houden met de mogelijk heid, dat het uitstel wordt ingetrokken, zoodra de omstandigheden daartoe aan leiding mochten geven. Tragisch. Gisterenmiddag is mevr. Borgesius, die tijdens de ziekte van haar man on gesteld was geworden, plotseling over leden. Geïnterneerden. De sociaal-democratische Kamerfrac tie is voornemens, den minister van oorlog een onderhoud te verzoeken met vertegenwoordigers dier fractie, naar aanleiding van het verbod, dat de Bel gische geïnterneerden, die hier te lande werkzaam zijn gesteld, geen deel mo gen uitmaken van de Nederlandsche vakvereenigingen. Een beleefd antwoord. Vanwege den Ned. Anti-Oorlog Raad wordt het volgende medegedeeld In antwoord op de motie van de ver gadering van den N. A. O. R. van 20 December (inzake het Duitsche vredes aanbod en de op 19 Dec. gehouden rede van Lloyd George), welke motie onmiddellijk telegrafisch ter kennis werd gebracht van de regeeringen van België, Duitschland, Engeland, Frankrijk en Oos tenrijk, ontving het bestuur van den N. A. O. R. gisteren onderstaand telegram van den Oostenrijkschen minister-presi dent, graaf Clain Martinitz „Terwijl ik mijn beleefden dank uit spreek voor het gewaardeerde telegram van 22 December 1916 verzoek ik u er van verzekerd te zijn, dat ik van de mededeeling over het edele streven van den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad" met warme belangstelling kennis geno men heb." De Nederlandsche ambulance in Parijs. Namens de Fransche regeering heeft Godard, onderstaatssecretaris van den geneeskundigen dienst, gisteren een be zoek gebracht aan het Nederlandsche hospitaal in den Pré Catelan. Nadat hij de zieken had bezocht, hield hij een van mijn gemarteld moederhart, laat mij mijn eenigen zoon. Ik heb niets op« de wereld dan hem. O, Elisabeth, vervolgde de gravin, toen het meisje zweeg, ik heb u hoog' geëerd. Wat heel een leven niet gelukte, gelukte u in weinig maanden. ieerde mij de burgerschap hoogachten. Maak niet, dat dit gevoel zoo schrikkelijk in het tegendeel omslaat. Waarvoor roept u den burgerlij ken trots in mij wakker, dien u eerst gekwetst hebt viel Elisabeth haar in de rede met grooten, ernstigen blik. Nooit nog was de enkeling de vertegen woordiger van den millio'enen tellenden stand en... in zulke omstandigheden des tevens zeker niet. Een zacht beven ging door hare stem. Mevrouw de gravin, ik ben slechts een burgerlijk meisje... maar te trotsch om uwe toestemming te bedelen, en... ook te laf, om op zulke wijze, voor den schrikkelijke!! prijs, door u aangeduid mijn geluk te koopen. ik ben mij wel bewust van de macht, die... die ik over uw zoon heb, ik weet, dat het slechts een blik, een woord behoeft, om reeds morgen zijne echtgenoote te zijn, maar, omdat ik deze macht ken, wii ik ze niet tegen eene moeder gebruiken. Als het u aangenaam is, verlaat ik nog heden dit huis. Den heer graaf heb ik voor de laatste maal gezien. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 1