GEMENGD NIEUWS LAATSTE BERICHTEN 2joed en nuttig, want lolitiek heeft nog een als vroeger de ver- t Europeesche vaste- Iemeen. Hoe zwakker k en Duitschland in len, des te meer hoopt el, industrie en kolo- og de baas te kunnen |noet de oorlog voort- t ware beletsel om tot iken is noch het Prui- e, noch het Fransche is in het huidige sta- log niet eens het Rus- ,me. Het is doodeen- id's mededingers-af- se onwil om anderen de wereldmarkt de nen, die het zelf bezit leeg om Engeland's en in den handel in f>CHT VAN HET SCHE LEGER. ^respondent in het fdkwartier seinde dd. 'epen der geallieerden iggetrokken naar hun [ledigingslinie aan de e afgeloopen weken is. muniqué's der Duit- hdruk wekten, dat zij net Predeal-leger ge- genomen, welke be- Idag jl. het Roemeen- "er bereiken, zegt de lijk getuige van den !t geheele leger onder i, die thans het bevel :he legers voert. Zoo- j Boekarest te redden, erd de terugtocht uit ast. De troepen trok- ug steeds in contact I ijvend, terwijl de ar- |and bleef vuren, tot- i in geslaagd was zich i •tellen. De kanonnen |ernield en achterge- wijl de achterhoede, ook moest worden er voegde zich toen en deel van de divi- t en bood te zamen en geregelden tegen- j van Buzeu. Divisies j beproefde Roemeen- nten nog steeds aan pNSCHE LEGER. moeten achter het n 300.000 man be- |i, volgens den oor der „Köln. Ztg.", Ihalf geoefend en toe- Ie vorming is er ge- i en onderofficieren, aar dus voor zorgen, Japenen en kleeding er troepen zijn zeker 20.000 onderofficie- el had Roemenië' er rlog niet. ?r maakt de corres- fnog lang zal duren, are 300.000 man een is gemaakt. D MET DEN VAN ROEMENIE. van de „Germania" dit blad het verslag dat een Amerikaan- Jiondent van de ,,Tri- irk met den koning ft gehad. Deze, die ;s, ontwikkelde daar- itting van den staat |n van den kant dei toe werd toegekend j onde bij dat gesprek ng, zijn bleeke ge- i zenuwachtig trillen lie steeds naar een verrieden de heftige iraan hij ten prooi ^schiien nog was. De geworden, wat zij de grootste kun- £n tijd wordt zijn ging eenzaam door in het bewustzijn, et te hebben tegen- |at offer aan en strijd, zooals zij ar kunstenaars licht hij zijn geluk aan de hoogste zedelij- verloochening ligt, na eene pauze op, en-blik, waarin zii |oet toch het moei- leven zijn. |klonk een kreet, ge- Ipgeroep. De vrou- m van de datka, zei op den grond wer- was voor Elisabeth oogenblik zij liep |iwaar zij den kreet het was de juiste en nog veel angsti- •p om hulp van de wam zij zelve haar ip den arm, Tisza pordt vervolgd). koning ontving den berichtgever in ge zelschap van een kabinetssecretaris en een Roemeenseh kolonel, die als adju dant dienst deed. Na eenige vluchtige woorden ontspon zich spoedig een le vendig gesprek. De Amenkaansche dagbladschrijver kreeg daarbij den in druk, dat koning Ferdinand gretig uit sprak wat er in hem omging. Hij zei ,.De Amerikanen zullen niet vatten, waarom ik mij blijkbaar zonder grond in den oorlog tegen de met mijn oom verbonden hoofden van de middenrijken heb gemengd. Het lag volstrekt niet meer in mijn vermogen, dezen oorlog te verhinderen. Ik ben maar koning van Roemenië en het koningschap heeft bij ons bijna een louter decoratieve waar de. De Roemeniër regeert zichzelf, het parlement is de uiting van zijn wil en daartegen is de koning machteloos. In Roemenië is het onmogelijk een politiek tegen den volkswil te voeren. Het is inderdaad een ernstige dwaling onzer leidende politici geweest, op een kor ten duur van den oorlog te rekenen en ik heb mijn bezwaren tegen dit onge lukkige optimisme destijds niet ver heeld. Ik heb den chef van den genera- len staf er tegen gewaarschuwd, op grond van onzekere beloften deel te nemen aan een strijd, welks afloop mij hoogst twijfelachig toescheen. Mijn waarschuwing is echter als vrees voor de Duitschers uitgelegd. Als gij de bla den van Juli en Augustus 1916 naleest, zult gij zien, hoe men mij toen verdacht heeft gemaakt. Ik zou mijn land gaarne de ellende van den oorlog hebben bespaard, maar Roemenië wilde den oorlog en was daar niet van af te brengen. Bij ons moet de koning in hooge mate rekening houden met de volksstemming." De „Germania" teekent hierbij aan dat de mededeelingen van den rijkskan selier in den Rijksdag de houding van den koning indertijd in een ander licht hebben gesteld, clat wel een juister beeld zal geven van hetgeen voor de oorlogsverklaring in Boekarest is ge beurd dan dit interview. Intusschen gelooft het blad wel dat de koning in hoofdzaak werktuig is geweest van an deren. OORLOGSVARIA. Volgens koninklijk besluit moeten in Italië 'de mannen, geboren in 1874 en 1875, voor zoover ze gediend hebben, bij de territoriale militie in het binnen land worden ingelijfd. Voorts is be paald, dat alle. opgeroepen militairen van de lichtingen 1881, 1882, enz. in het oorlogsgebied worden geplaatst, onver schillig, of ze al dan niet aan het front kunnen worden gebruikt. De beteekenis van het eerste besluit is, dat de landstormplicht, die tot nu toe met het 39ste jaar eindigde, tot het 41ste jaar wordt uitgebreid. De „Voss. Ztg." maakt melding van een bericht, dat een Fransche sleepboot een Duitseh stoomschip, dat in Griek- sche wateren was gevlucht, naar de haven van Marseille treeft gebracht, om daar voor handels- of marinedoeleinden te worden gebruikt. Wordt dit bericht bevestigd, zoo zegt het blad, dan is dit een scheepsroqf-, waartegen krachtig, moet worden geprotesteerd. De Engelschen veroverden Turksche loopgraven bij Koet-el-Amara. Volgens de „Frankf. Ztg." zal Argen tinië den graanuitvoer niet verbieden, doch een uitvoerrecht heffen. Tengevolge van de schaarschte aan bier zullen Duitsche bierkaarten wor den ingevoerd. De schaarschte is hier door ontstaan dat aan de bepaling voor de brouwerijen om nog slechts 35 pet. van de normale hoeveelheid bier te mo gen produceeren, terugwerkende kracht is verleend. Daardoor zal het in de laatste 4 maanden te veel gebruikebier moeten worden ingehaald. Geweldig zijn de sommen, welke de groote steden in Duitschland voor den steun van arme inwoners moeten uit geven. Deze kunnen dat niet doen na tuurlijk zonder regeeringshulp. In het Pruisische Huis van Afgevaardigden zal dan ook dezer dagen voor dit doel een nieuw crediet van 200 millioen Mark worden aangevraagd. In 1915 werden 110, in 1916 200 millioen toegestaan. Met de thans aan te vragen som Wordt dit 510 millioen Mark Luitenant Murat (Paul Michel Joa chim Napoleon), van het 29e regiment dragonders, aanvoerder van het escorte van den bevelhebber van het Fransche Balkan-leger, is eervol vermeld. Murat is een afstammeling van den grooten keizer Napoleon. De ltaliaansche minister van land bouw heeft geldprijzen uitgeloofd voor het omzetten van weiland in bouwland voor graan, en wel 5 lire voor eiken ge- oogsten centenaar koren en 3 lire voor eiken geoogsten centenaar rnais, haver •en andere graansoorten. Te Zutfen vertoefde een Duitseh de serteur, die van het begin van den oor log gediend had in het Duitsche leger. Hij was over de grens gekomen en nu op weg naar zijn vrouw, die hier te lande woont. Hij was voorzien van het ijzeren kruis en klaagde zeer over de voeding in Duitschland. Te Winterswijk zijn vijf Poolsche bur gerkrijgsgevangenen over de grens ge komen. Drie hunner waren zeer ruim van geldmiddelen voorzien. In de nabijheid van Beek arriveerden twee Duitsche deserteurs. Een hunner was afkomstig uit Emmerik. Te Herwen kwam een uit Duitschland ontsnapte Rus over de grens. Omtrent den brand, die op 28 De cember 1916 uitbrak in het magazijn van J. D. te Delft wordt nog het volgende gemeld in 't laatst van November kwatn D. in aanraking met de heeren K. en S. te 's-Gravenhage, die hem voorstelden een pand te huren om een zaak te beginnen, daarin eenige goederen te brengen en daarna den rooden haan te.laten kraaien als de inboedel natuurlijk ver boven de waarde verzekerd was. Afgesproken werd, dat D. in den avond van Vrijdag den 29en December, des nam. ten 5 uur afwezig zou zijn om zijn alibi te kunnen bewijzen. In dien tijd kwamen de anderen die ook een sleutel van het huis hadden en staken den boel in brand. De verzekeringsagent B. en de expert J. J. de C. uit Leiden, die ook in het complot betrokken waren, zouden gelijk deelen in de opbrengst. Na aftrek van de kosten zou elk van hen 1 gedee'te ontvangen. Juist Maandag was door den expert de C. en den agent B. een accoord ge troffen met den vertegenwoordiger der Algemeene Brandwaarborg Maatschappij te Rotterdam, waarbij de inboedel voor t' 15.000 was verzekerd, doch doordat D. niet tegenwoordig was deze bevond zich juist in arrest zou opnieuw ge confereerd worden de Maatschappij zou dan f8000 uitbetalen. Het mooiste van de historie is, dat de expert de C. en diens handlanger B. de anderen hadden wijsgemaakt, dat de Brandwaarborg Maatschappij slechts 33 pet. van de waarde der goederen, die verbrand waren, zou uitkeeren, terwijl inderdaad 66 pet. zou worden uitgekeerd. Aan het stokerspersoneel van het stoomschip „Noordain" der Holland— Amerika-lijn was aangezegd dat zij wegens het gevaar op zee niet van hun gewone rogies konden gebruik maken en hun logies zou worden aangewezan in het sparre- of tusschendek. Aange zien dat logies niet aan de eischen vol deed, verzochten zij van 't bedienden- logies gebruik te mogen maken, hetwelk geweigerd werd. Zij vergaderden daarop met het bestuur der Vereeniging Vol harding, met het gevolg dat een depu tatie naar de directie werd gezonden om hun wenschen nader toe te lichten, waarop het verzoek werd toestaan. Door de recherche te Rotterdam is bijeen koopman aan de Ged. Binnen rotte in beslag genomen een aantal zil veren lepels en vorken en anteeke voor werpen, afkomstig van een diefstal, eenigen tijd geleden gepleegd tijdens de afwezigheid der bewoners in een huis aan de Van Pallanptsraat te Arn- Arnhem. Gouden bruiloft. Men meldt uit Rijpwetering, dat Hubertus Rooyakker en Clasina van Veizen aldaar, heden 50 jaren zijn getrouwd. Zij had den altijd samen in hun levensonderhoud voorzien met dè pottcnschipperij en kun nen ook nu nog niet rusten, want voor ouderdomsrente komen zij niet in aan merking. Dus gaan zij nog steeds den boer op met een roeibootje, hij, de 85- jarige Bert aan de lijn, of roeiende zij, de 89-jarige Kiaasje aan het roer, ofschoon beiden slecht ter been, en slecht van gezicht zijn. Wanneer zal voor hen dat bootje hebben afgedaan en zullen zij bij hun leven een welverdiende rust vinden Gisteravond zijn een 27jarige sol daat en 'zijn 18jarig meisje op Zeeburg te Amsterdam te water gesprongen, om zoodoende een eind aan hun leven te maken. Ze werden beiden gered. De soldaat is in het hospitaal opgenomen en het meisje in het Onze Lieve Vrou wegasthuis. Een noodlottig ongeval had giste renavond te Noordbroek plaats. Een jongeling kreeg een slag van een der molenwieken en overleed kort daarna. -- Gistermorgen is een 26jarige werk man te Zwijndrecht vaneen stelling ge vallen op de in aanbouw zijndewerken van Jurgens Oliefabrieken en na eenige uren aan de gevolgen overleden. Uit de Spoorweghaven te Winschoten is opgehaald 't lijk van een arbeider aldaar. Hij was gemobiliseerd en heeft twee kleine kinderen. Het Nederlandsche stoomschip „Le- da" van de Kon. Ned. Stoomvaart Mij., dat inde Golf van Biscaje door een on derzeeër beschoten werd, is te Amster dam aangekomen. Het „Hbl." vernam de volgende bijzonderheden, doch kon niet een volledig verslag der gebeurtenissen krijgen, daar het de bemanning verbo den was iets omtrent de beschieting, buiten de militaire autoriteiten om, mede te deelen. Het stoomschip „Leda", kapitein Van Wijk, met een lading pyriet van pl.m. 1400 ton, was op reis van Huelva naar Rotterdam, toen het op de hoogte van Kaap Finisterre was en niets anders op de oppervlakte der zee zag dan, zooals men eerst meende, een zeilvisschers- vaartuig. Toen de „Leda" het vaartuig dichter genaderd was, loste het eens klaps een scherp schot in de richting van het stoomschip, dat na onderzoek bleek goed raak geweest te zijn. De granaat had nl. aan bakboordzijde door de brug haar weg gevonden en ver splinterde een gedeelte van den voet van het kompas, ging verder door de kaartenkamer, waar de kapitein zich op dat oogenblik bevond, om weer aan stuurboordzijde te verdwijnen. De gra naat had een gat in den vloer van de brug geslagen en in den wand van dit scheepsgedeelte ontdekte men minstens een dertigtal gaatjes van verschillende grootte. Niemand van de bemanning werd ge kwetst, zoodat alleen materieele schade geleden werd. Het had echter anders kunnen zijn en de matroos, die aan het roer stond, had gedood kunnen worden. Toen het zeilvaartuig na het gebeurde eensklaps onderdook om niet weer bo ven te komen (blijkbaar had de com mandant zijn vergissing ingezien), ont dekte men eerst, dat men met een duik boot te doen had. Door het spoedig ver dwijnen heeft men de nationaliteit niet kunnen vaststellen. Men vervolgde onmiddellijk de reis en kwam 14 December in de Downs aan, waar men drie weken werd opgehouden. Te zamen met de stoomschepen „Zeus", „Mars" en „Anders", alle eveneens met erts geleden, stoomde de „Leda" naar Rotterdam, waar deze schepen den 8sten Januari aankwamen. Mondpennehouders. Zoo langzamerhand worden, een voor een, de instrumenten en instrumentjes ontworpen en vervolmaakt, die dienen moeten om de ooriogs-verminkten hun gemis aan armen of beenen zoo min mogelijk te doen gevoelen. Over de kunst-armen, -beenen en handen is nog wei niet het laatste woord gesproken, maar men is er toch niet ver van af. Een van de laatste nieuwigheden is een kunstig geconstrueerde mondpen- houder, die den verminkten schrijver, kantoormensch of journalist, in staat stelt zijn beroep weer op te nemen. De pennehouder bestaat uit drie deelen: een mondstuk, dat door den tandarts passend wordt gemaakt op het gebit, de eigenlijke houder en een stuk waarin de pen is gestoken. Het mondstuk wordt vastgeklemd aan de tanden van de onderkaak. De tanden van de boven kaak rusten er slechts tegen aan, zoodat de mond geopend en gesloten kan wor den, zonder dat men het instrument verliest. De schrijver kan dus praten met den penhouder in den mondeen noodzakelijkheid voor iemand, die niet zelf den penhouder in en uit den mond kan nemen. Natuurlijk wordt het te beschrijven papier vastgezet. Na geduldige oefening kan de mondschrijver zijn werk even vlug leeren verrichten, ais zijn collega, die geen handen mist. Een stuk land van ruim 10 roeden groot, gelegen op den St. Pietersberg bij Maastricht, is plotseling onder don derend geweld naar beneden gezakt, terwijl in het omliggende land vele barsten en scheuren ontstonden. Geluk kig zijn er, zoover men tot nu toe weet, geen persoonlijke ongelukken bij te be treuren. Voor den landeigenaar is het een groote schade. Ter plaatse is nu een groote trechter ontstaan, alsof er een mijn is ontploft. Men weet dat de St. Pietersberg door tallooze in den mergelsteen uitgegraven gangen isonder- mijnd. Als die gangen te breed zijn, storten ze wel eens in. Dit zal ook nu wel het geval zijn geweest. De oorlogsleveringen aan de En tente hebben de reeks der Amerikaan- sche industrie-koningen met een nieu wen koning vermeerderd, wiens naam tot dusver weinig bekend was. Het is de kruit-koning Pierre Samuel Dupont. Zijn rijkdom, die thans ontzaglijk is, heeft zich echter in tegenstelling met dien van andere groote industrieelen in de V. S. op soliede grondslagen ont wikkeld. Te Wilmington, in den Staat Delaware, bevindt zich heden ten dage nog een kleine kruitmolen, welke in 1802 door een Pierre Samuel Dupont uit Nemours (Frankrijk) opgericht werd. Deze Dupont was een leidende royalist en Staatsman geweest, dien de groote revolutie van 1770 over den Oceaan dreef, terwijl zijn groote vermogen in Frankrijk door de Republiek in beslag werd genomen. In Amerika was hij de eerste, die op groote schaal kruitmolens liet bouwen. Gedurende de vorige eeuw- bleven zijn molens in 't bezit van zijn familie en ontwikkelden zich van lie verlede tot een groote industrie, welke thans door den wereldoorlog een ge weldige vlucht heeft genomen. in 1915 steeg de zuivere winst der fabrieken van Dupont reeds van 5.600.000 dollar in 1914 tot 57.800.000 dollar. In hetzelfde jaar steeg het aan tal werklieden der onderneming van 5300 tot 62.128 man. De inrichtingen werden in allerijl uitgebouwd en in minder dan drie maanden waren barak ken voor 20.000 nieuwe arbeiders ge reed. Pierre Samuel Dupont heeft beter dan eenig ander industrieel, zelfs dan mr. Schwab van de Bethlehem Steelworks, den door den oorlog geschapen toestand weten te benuttigen. Volgens Ameri- kaansche bladen heeft hij zich steeds met stipte nauwkeurigheid aan zijn con- trakten gehouden, terwijl hij altijd liet beste materiaal leverde. Onder de acht en zestig fabrieken van de firma zijn er tenminste twee, die dagelijks meer dan een half millioen pond springstoffen produceeren. Dupont verscheept per dag voor een millioen dollar aan munitie. De kruit-koning is pas vier en veertig jaar. Gedurende de eerste oorlogsmaan den heeft hij stelselmatig alle mededin ging onderdrukt. Van het oorlogsmate riaal ter waarde van een milliard dollar dat de Vereenigde Staten jaarlijks aan de Entente leveren, komt meer dan de helft op de springstoffen en daarvan wordt 't grootste deel door Dupont ge leverd. Door het stormachtige en zeer regenachtige weder van de laatste week hebben in Noordelijk Lapland groote overstroomingen plaats gehad. Het land staat mijlen-ver onder onder water, ge heele blokken huizen zijn weggespoeld. De vlakten zijn in de laatste dagen met een ijskorst bedekt. Te Petersburg zijn met groote praal lijkdiensten voor Raspoetin den vermoor den wonderdoenden monnik, gehouden. Intusschen doen geruchten de rondte, dat Raspoetin niet dood is, en dat de doode, wiens uitvaart met groote plech tigheid gepaard gaat, niet Raspoetin is. Intusschen werd kort na den moord op 29 December gepleegd, een ofiicieel be richt van Raspoetin's overlijden door het Peterburgsclie telegraaf-agentschap gepubliceerd. Men kan dus moeiijk on derstellen, dat Raspoetin ook ditmaal aan den dood zou ontsnapt zijn. Het lijk werd op wensch van den monnik naar Siberie, waar hij geboren is, overge bracht. Aan de uitvaart namen deel af gevaardigden van Doema en Rijksraad, vertegenwoordigers der regeering en tal rijke leden der hofkringen, die met Ras poetin in betrekking hadden gestaan. Volgens de termen van de Duitsch- Zwitsersche overeenkomst had Duitsch land zich verbonden iedere maand 253,000 ton steenkoln aan Zwitserland te leveren. Dit cijfer is nooit bei eikt. Volgens den correspondent te Bern van de „Neue Ziiricher Ztg." van 10 dezer, is de in voer in September 237,600 ton geweest, ongeveer 230,000 ton in October, onge veer 215,500 in November en slechts 184,3000 ton in December. Overvallen door dit in gebreke blijven van Duitsch land bij liet nakomen zijner verplichtin gen, is Zwitserland verplicht een beper king van zijne spoorwegdiensten onder de oogen te zien. De oude kerk in Golm bij Potsdam was bouwvallig geworden en niemand zal ontkennen, dat ze het recht daartoe had ze dateerde van 1289. Toen in den zomer van 1879 te Golm een huwelijk moest ingezegend worden en gedurende de plechtigheid een zwaar onweer los brak, bleek het dak van het kerkje niet meer opgewassen tegen de eischen, die er aan gesteld werden en in greote drup pels stroomde het hemelwater neer op bruid en bruidegom. Maar de Golmers wisten zich te be- behelpen, De bruidsmuidsmeisjes zetten twee parapluus op, hielden die boven het bruidspaar en maakten het op die manier mogelijk, de plechtigheid voort te zetten. Ér werd veel over liet voor val gesproken en eindelijk kwam het ook kroonprins Frederik Wilhelm, die later als keizer Frederik zoo kort re geerde, ter oore. De kroonprins, die een gemoed had dat zeer ontvankelijk voor liet komische was, bezat daarenboven een warm hart en daar men in Golm geen geld had om een nieuwe kerk te bouwen, stelde hij uit zijn privaatbezit 39000 mark be schikbaar en wist ter andere plaatse nog een even groot bedrag los te ma ken. Kroonprins Frederik en zijn gema lin bleven voor liet kerkje te Golm steeds belangstelling koesteren liet is vol herinneringen aan den vorst, die zoo kort geregeerd heeft, zoodat men het als een klein museum mag beschouwen. DE WEGVOERING DER BELGEN. Antwoord van den heer Loudon, Mi nister van Buitenlandsche Zaken, ten vervolge op de beantwoording van de vragen van den lieer Duys betreffende het wegvoeren van Belgen naar Duitsch land In aansluiting op mijn mededeeling van 4 December j.l. naar aanleiding van de vragen van het lid der Tweede Ka mer den lieer Duys, betreffende de weg voering van Belgen naar Duitschland, heb ik de eer U hoogedelgestrenge te doen weten dat ik, door tusschenkomst van den Nederlandschen gezant te Ber lijn, in antwoord op de nota der Neder landsche Regeering van 29 November jl. een nota van de Duitsche Regeering ontvangen heb, waarin het volgende wordt medegedeeld Naar de meening der Duitsche regee ring moet de ordonnantie van het Gou vernement-Generaal te Brussel, van 15 Mei 1916, waarbij gevangenisstraf of gedwongen arbeid bedreigd wordt tegen een ieder die openbare ondersteuningen geniet, terwijl hij zonder voldoende rede nen weigert te arbeiden naar evenre digheid zijner krachten, beschouwd wor den in overeenstemming te zijn met ar tikel 43 van het reglement, gevoegd bij de IVde Haagsche Conventie van 1907, nopens de wetten en gebruiken van den oorlog te land. Volgens de inzichten der Duitsche Regeering is het ongetwij feld in het belang van de openbare orde, om zooveel mogelijk te voorkomen, dat personen, tot werken in staat, ten laste der liefdadigheid komen en om hen te dwingen tot een loongevend werk. Zij is van meening, dat de onderstand door de Anierikaansclie „Relief Com mission", een instelling die in de be staande omstandigheden een openbaar karakter heeft, aan werkloozenen mits dien behoeftigeii verstrekt, als openbare ondersteuning te beschouwen is. ■Aangezien de ongunstige toestand der Belgische nijverheid belet, dat de werk- ioozen op genoegzame wijze in België zelf in hun onderhoud kunnen voorzien, wordt hun, zoo vervolgt de Duitsche Regeering, loofigevend werk in Duitsch land verschaft een groot aantal hunner is er reeds vrijwillig werkzaam tegen de werkloozen, die dat voorbeeld niet volgen, is dwang volgens de voorschrif ten van de ordonnantie van 15 Mei onvermijdelijk arbeid waartoe een vij andelijke bevolking volgens de regelen van het volkenrecht niet gedwongen kan worden, is natuurlijkerwijs uitge sloten. De Duitsche Regeering is mitsdien van oordeel, dat het overbrengen van werk- looze Belgen naar Duitschland niet in strijd is met het volkenrecht, in het bij zonder niet met art. 52 van bovenge meld reglement. Wat ten slotte de verzekeringen be treft, gegeven door baron von Huene, gouverneur van Antwerpen, ten gunste van die Belgen, die naar Nederland waren uitgeweken, zoo merkt de Duit sche regeering op, dat genoemde gene raal zich in verbinding had gesteld met mr. Franck, voorzitter der Intercommu nale Commissie te Antwerpen, ten einde in samenwerking met hem de vrees der vluchtelingen te verdrijven, dat Belgen van militairen leeftijd zouden worden ingelijfd bij het Duitsche leger of ge dwongen in Duitschland te arbeiden. Deze twee heeren kwamen overeen, dat de teruggekeerde Belgische vluchtelin gen, die zich rustig zouden gedragen en hun vak zouden uitoefenen zonder van hun vijandelijke gevoelens te doen blijken, op geenerlei wijze zouden wor den lastig gevallen. Het is aan deze overeenkomst, dat de proclamaties be antwoorden, welke gepubliceerd wer den. In dit verband legt de Duitsche re geering er nadruk op, dat in de bekend making van mr. Franck van den I3den. October 1914 uitdrukkelijk gezegd werd, dat slechts die bewoners van Antwerpen, Borgerhout en Bergen, die een vast salaris genoten, door de Duit sche autoriteiten in liet rayon der ves ting zouden worden toegelaten, waf derhalve zeker niet sloeg op de werk loozen. De verklaring van baron von Huene, opgenomen in dezelfde procla matie met en onmiddellijk onder de be kendmaking van mr. Franck, kan vol gens de Duitsche regeering slechts uit gelegd worden in overeenstemming met deze bekendmaking en kan niet daar van worden losgemaakt als ware zij een algemeene verzekering ook ten bate van hen, die niet wenschen te werken de verklaringen, door baron von Huene afgelegd tegenover den consul-generaal der Nederlanden te Antwerpen en te genover andere Nederlanders, moeten in dien zelfden zin worden uitgelegd, evenals de publicatie van genoemden consul-generaal van den 17en October 1914, waarin formeel gesproken werd van ordelievende jongelieden, die naar 'Antwerpen zouden kunnen terogkeeren. Op grond van het voorgaande meent de Duitsche regeering, dat de genoemde verklaring van baron von Huene, als mede zijn daarop volgende mededee lingen, niet in tegenspraak zijn met de maatregelen, genomen tegen Belgische werkloozen. Evenwel is de Duitsche regeering, rekening houdende met de mogelijkheid van misverstand van de zijde der Ne derlandsche autoriteiten of der naar Nederland gevluchte Belgen, bereid om die Belgische vluchtelingen weder van Duitschland naar België te doen repa- trieeren die, tengevolge van de bedoel de verzekering, uit Nederland naar het rayon van Antwerpen waren terugge keerd. Aangezien de Duitsche regeering echter om bovengenoemde redenen niet kan gedoogen, dat werkloozen in België ten laste van de liefdadigheid komen, verklaart zij deze tegemoetkoming af hankelijk te moeten maken van de for- meele voorwaarde, dat de Nederland sche regeering diegenen onder hen we der tot zich neme, voor wie in België geen werk mocht zijn. Naar aanleiding van deze mededee ling heb ik aan de Duitsche regeering te kennen gegeven, dat laatstbedoeld voorstel door de Nederlandsche regee ring aanvaard wordt. Door tusschenkomst van bet Neder landsche gezantschap te Brussel zijn verscheidene naamlijsten ontvangen van indertijd onder de voormelde om standigheden uit Nederland naar Ant werpen teruggekeerde en thans naar Duitschland weggevoerde Belgen. Deze lijsten worden ter kennis van de Duit sche regeering gebracht. WEERBERICHT. Hoogste Barometerstand 756 te Stockholm. Laagste Barometerstand 745 te Hel der. Verwachting tot den avond van 13 Januari Matige, tijdelijk wellicht krachtige Westelijke tot Zuidelijke wind. Zwaarbewolkt of betrokken, waarschijnlijk regen- of hagelbuien. Zelfde temperatuur. WISSELKOERSEN. 11 Januari. Londen 11.6834; Berlijn en Ham burg 40.871/2 Parijs ƒ42.10 Wee- nen 25.77 I» - HOOGWATER TE VLISSINGEN. Jan. v.m. n.m. Zaterdag 13 4.02 4.27 Zondag 14 4.37 5.02 Maandag 15 5.11 5.42 dinsdag 16 5.58 6.29 Woensdag 17 6.46 7.24 Donderdag 18 7.45 8.34

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1917 | | pagina 3