arten Mo., KIN 4 3AL ERD REN, ER Eerste Blad. ichten Tel. 290. - Mo. 307 54e Jaargang 1916 /AN DE VELDE. D E L B Tj R G. ijzen LD, Jent. loren ILING ÏGMËÏsiË- bTBODE, rtJbode iJE, iiensfbode aveFirma F. VAN DE VEIDE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen iet Scheidend Jaar. FEUILLETON EEN EDEL VROUWENLEVEN. KAMEROVERZICHT. BINNENLAND vering uwer IREERENDE PRIJZEN ïROOTE PAP.TIJ >on ÏBterc. 132. DECEMBER ARI KELAU. ■N ALPHEN. rond in de „Vlis- ÏTRAAT 19.21. It GELD ongeveer f4#. •looning terug te i»e- |„Vliss. Courant." worden een nette JIJNCK, Badhuisstr. 67. i teleurstelling. Adres: uis.) Amsterdam nette Iken, flink loon. Brie-' [tkantoor Domburg. I der tegenwoordige, |15 Februari gevraagd it. of Ger. Godsdienst, frden sehriftelijk inge- B., bureau dezer ken. AdresBureau pnt.w Zich aan te meiden bij Mej. F. DE KO- 6. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6 ct. per regel abonné's, in 't bezit eener AAfl ft gulden bij levens- rj Pf gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies r*ft gulden bij verlies A ft ft gulden bij verlies ft r* gulden bij verlies lis, zijn GRATIS verze- f\ II III lange ongeschikt- ft II door S|||| van een hand, |ftl| van II III vaneen 3*\ van eiken ,d tegen ongelukken voor: UU UU heid tot werken f OU een ongeluk UUU voet of oog 1.1FU een duim 1UU wijsvinger £jfj anderen vinger e uitkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewl)s, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" tê Schiedam JVEGENS NIEUWJAARSDAG ZAL lANDAG GEEN NUMMER DER LISSINGSCHE COURANT" VER- HIJNEN. Nog slechts weinige uren, nog een kei etmaal en ook dit jaar is in de iwigheid heengegaan. Een jaar i veel ontroering, van veel leed, i veel erbarmen tevens, gaat thans 1 onseen jaar dat slechts aan kelen mogelijk vreugd en winste fft opgeleverd, maar dat voor verre- ;g de meesten een eindeloos jaar .1 smarte en onvergetelijk, ja on- trkomelijk verlies is geweest. Ver- S van dierbare panden, verlies ook n materieelen weistand. Want, onge- ijfeld gaat het jaar 1916 heen van i armer menschheid, armer aan 'ensgeluk en aan welvaart, dan het zijn intree in de wereld vond. en wij den blik weiden over deze nne tijds, dan ontwaren wij tal- ze feiten, die een schande zijn veest voor den tijdgenoot en die r zeker doö'r de nakomelingschap ;t zullen kunnen gebillijkt worden jen van ruw oorlogsgeweld, van ekeloos bruialen verdelgingslust, n een niets ontzienden volkeren- at, van een voortdurend ziedenden orn tusschen tal van natiën, die zich lven en elkander uitputten in een üijd op leven en dood. 'Wederom toch is een vol jaar van éreldwee gevoegd bij het vorige ederom hebben ontelbare scharen rde kracht des levens zijnde men- Üien een vol jaar lang tegenover kander gestaan in den bittersten imp, die ooit ter wereld werd ge reden wederom heeft de mensch- jid het moeten aanschouwen, hoe ëllioenen en millioenen harer leden fcander een vol jaar naar het leven fanden, een vol jaar, waarin al wat fenschelijk vernuft kon uitdenken is jngewend om den evenmensch neer I slaan, te verminken, te verdelgen, feldt dit voor de volkeren, die zelf et zwaard hanteeren, het geldt niet linder voor de natiën, die het ge- zeer nog steeds bij den voet hebben taan, in angstig bezorgde afwachting an wat nog komen kan het geldt prtom voor alle landen ter wereld, ëen enkele uitgezonderd. Zij alle 3Ch zij deelen die groote en in haar j—o— (Mrtt verïodeH.) Liefde en strengheid moeten hand in md gaan, en onze jonge heer had eer strengheid dan liefde kunnen ge- •uiken. Want goed is hij en hij heeft :n hart als een kind, en de bedienden boeren zouden voor hem door het rur gaan, maar hij kon in vele dingen ,ch anders zijn, dal zal u ook gemerkt ;bben, lieve Kiaszony, ofschoon hij ist u met veel meer respect behandelt, jhn ooit eenige vrouw. In Elisabeth's wangen schoot een 'eete gloed, zij wist zelve niet waarom. Zooals gezegd, onze jongenheer i erd steeds te veel door de vingers ge en, daarentegen echter hield de gra- lin de dochter te kort, te streng, ver- Jolgde de datka. En het is immers al- oos zoo, wat bij den een te veel wordt ;edaan, doet men bij den ander te Iveinig. Irma was ook een stil, bleek kind, Juist als onze Kleine, met groote, treu rige oogen en in zichzelve gekeerd en vreesachtig. Zij hing met geheel haar hartje aan nij en vertrouwde mij alles, elk leed /an haar jong kinderhart, zooals ook onderlinge verhoudingen en belangen zoo samenhangende gemeenschap, waarvan geen enkel deel kan onder gaan of de groote gemeenschap lijdt er in haar overige deelen welhaast even zwaar onder. Zeker, daar zijn in het voorspoedige Amerika le verancier der milliarden verslindende oorlogsbenoodigdheden aan de En- tente-mogendheden in de neutraal gebleven Europeesche staten, ja zelfs in de strijdvoerende landen zelf niet weinigen, die veel, sommigen zelfs die ontzaggelijk veel gewin bij het oorlogsbedrijf behaald hebben. Doch wat beteekent al dat voordeel tegen over het onberekenbaar verlies aan geestelijk heil en materieelen wel stand door de menschheid, wederom een vol jaar, in haar geheel geleden Toch, dankbaar mogen wij, inwo ners van dit kleine land aan zee, dat als het ware tusschen de strijdende reuzen beklemd zit en dat al zijn aandacht er aan te wijden heeft, dat niet de een of ander zijn grondge bied, zijn onzijdigheid komt schen den, dankbaar mogen wij zijn dat het einde van dit jaar ons vindt, ge lijk zijn begin ons vond waakzaam en paraat, bereid om met ieder der partijen in vrede te blijven leven, doch tevens gereed om, mocht het gevaar ons, van welke zijde ook, ge naken, dit te keeren metal de kracht, waarover wij als volk te beschikken hebben. Dat het ons daarbij heilige ernst is behoeft niet betoogd, noch opnieuw getoond te wordendaar zijn, ook in i it jaar enkele momenten van internationale spanning voorge komen, die ook de neutrale landen aan den rand van het wereldconflict schenen te brengen doch de kalme beradenheid onzer regeering, de stoere polsslag van onze volksge meenschap in die uren van spanning zijn er de bewijzen van geweest, dat wij allen ons den ernst van het tijdsgewricht waarin wij leven, ten volle bewust zijn. Het leven g?at snel, en de eene ge waarwording volgt daarbij zoo spoe dig op de andere, echter blijven som mige indrukken onuitwischbaar, en onder deze behoort de herinnering, dat in het uur van onheilspellend dreigend gevaar, wij denken hierbij aan de, gelukkig spoedig zich her steld hebbende bezorgdheid in de laatste Maartdagen dezes jaars nog de oude vastberadenheid en kloe ken zin der vaderen, in het nakroost voortleven- Zoo zag ons het voorjaar, zoo ble ven wij den zomer en den herfst, zoo zijn wij thans den winter ingegaan het geweer bij den voet, maar toch niemands vijand, paraat en waak zaam. En aldus gaat het oude jaar van later, loen ernstige dingen gebeurden. Ik had haar ook grootgebracht, als hare moeder, en haar op mijne armen ge dragen. Ik had haar liever dan mijn le ven, en daarom zijn mij hare kinderen zoo aan het hart gegroeid, alsof ze mijn eigen vleesch en bloed zijn. Vijftien jaar was zij oud, toen ge beurde het, dat wij een nieuwen slot voogd kregen, uit Zevenburgen kwam hij. In den winter was hij hierheen ge komen, in het voorjaar kwam de zoon, die ingenieur in Pesth was, hier op be zoek. Niemand dan ik merkte, dat met mij ne kleine Irma plotseling eene groote verandering wjs geschied. Zij was niet •lieer het bleeke stille kind, zij was plot seling vroolijk, levendig geworden, haar gezicht kreeg kleur, haar oog glans, et: toer. weder eei. paar weken voorbij waren, wist ik alles zij bemin de Jen' zoon van den slotvoogd en werd bemind. Zij hadden het elkaar bekend en gezworen, nooit van elkaar af te zien. O, mijn schrik, hij was bijna zoo gioot als indertijd, voor jaren, toen dt schrikkelijke boodschap van Pressburg kwam. Irma, lief kind, wat heb je gedaan? vroeg ik. Maar zij liet mij niet uitspreken, doch viel mij juichend om den hals. Wees stil, beste Sanna, en wees gelukkig met mij. Want ik heb mijn Ludwig lief en wil nooit weer van hem scheiden ons henen, het bracht ons, gelukkig niet het leed, hetwelk in zoo volle mate over andere landen werd uitge storthet bracht, '-'laas, nog geen heul aan onzen zuidelijken nabuur- staat, waarmede wij met zoovele ban den van traditie en verwantschap ver bonden zijn, en in welks lijden, vooral sedert in de laatste maanden ginds nieuwe wonden geslagen zijn, wij met ganscher harte deelnemen. Wie onzer heeft bij den aanvang van het thans van ons scheidende jaar niet vurig gehoopt, dat het kleine België in middels zou verlost zijn geworden van pijn en koorden, die ook ons de ziel prangen Helaas het heeft niet mogen zijn; het kleine land, dat zich voor de rechtvaardigste aller zaken, zijn eer en zijn onafhankelijkheid, tegen een overmachtig grooten bela ger zoo fier teweerstelde, het ligt nog altijd uit duizend wonden bloedend, gekneveld en geknecht ter neer. Meenen wij inmiddels niet, dat ook de andere landen, dat ook de En tente- of de Midden-rijken, ongedeerd uit den strijd komen zullen. Elk hun ner, hetzij het zich voor overwinnaar houdt, hetzij het overwonnene zal worden geheeten om het even, elk hunner zal het wee van den doorge- stanen strijd nog jarenlang te tor- schen hebben, wanneer, komt een maal aan den krijg een einde, de vrede zal zijn ingetreden. Juist eerst dan, zal men den thans nog niet te schat ten omvang van al het geleden leed en van het verlies aan menschelijk geluk, van den ondergang van we reldkapitaal en van &;c. stelijke en ma- terieeie kracnten ten voue Kunncii vaststellen en oegrijpen. Dan ook zal een huivering van ontzetting door de wereld gaan en de vraag op de lip pen komen waartoe dat alles Neen waarlijk, het scheidend jaar, wij kunnen zonder droefheid in het hart te gevoelen het niet nastaren. Toch heeft het ongetwijfeld ook voor ons mogelijk veel liefs ge bracht; liefs in de verwezenlijking van persoonlijke verwachtingen. Want temidden der hooge golven van de woedende wereldzee blijft elks levens huikje zijn aangegeven koers houden. Het familie-, evenals het zakenleven stelt voor elk onzer steeds zijn eischen, eischen waaraan wij moeten voldoen het brengt dik wijls geheel van het wereld-verloop gescheiden, zijn eigen afzonderlijk lief en leed mede, waarover wij ons dan hartelijk verheugd of diep teleurge steld gevoeld hebben. Gunnen wij ons daarom, in de luttele uren, die ons nog van het nienwe jaar scheiden, een korten terugblik op hetgeen ons het oude jaar persoonlijk deed deel achtig worden en wenschen wij el kander toe, dat deze terugblik ons O, en de gravin en onze genadige lieer Ik kan zonder Ludwig niet meer leven, viel zij mij in de rede, en hare zachte stem klonk plotseling als ijzer zoo hard, en ik spreek nog vandaag met moeder. Vergeefs bezwoer ik haar, het nog voor heden te laten, zich niet ongelukkig te maken, ik lag voor haar op de knieën, zij bleef vast. In het meis je was een andere geest gevaren. De liefde had haar in deze paar weken jaren ouder gemaakt. En zij sprak nog denzelfden avond met hare moeder, ik was in de kamer en hoorde alles. Zij zei het haar heel kort en op stille, bedaarde wijze, zooals zij gewoon was, dat zij den jongen Csabo liefhad, door hem bemind werd, dat zij het elkaar hadden bekend en nooit van elkaar zouden laten scheiden. De gravin zat daar ais door eene beroerte getroffen, geen lid kon zij ver roeren, daarna echter stond zij lang zaam op en zei, terwijl hare stem hard klonk als metaal zij moest zulke dol le, waanwijze woorden niet meer her halen, anders zou zij haar in een krank zinnigengesticht laten brengen. Toen wierp het arme kind zich aan hare voe ten neer en smeekte zoo hartroerend, dat een steen week zou zou zijn ge worden. En het ging de gravin ook aan liet hart, hoe hard zij zich ook hield, toen zij liet verdriet van haar kind zag. tot eenige voldoening moge stemmen. Laat dan ook in ons hart een gevoel van dankbaarheid rijzen, wanneer het oude jaar voorgoed in de eeuwigheid henenglijdt. EERSTE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De Eerste Kamer deed een zeer lange lijst van ontwerpen af, die in de laatste weken in de Tweede zijn afgehandeld. Over de zilverbons-uitgifte ontstond een kleine discussie, aangezien de heer Van der Hoeven liet denkbeeld in over weging gaf een strafbepaling te maken tegen het vasthouden en oppotten van zilvergeld. Natuurlijk is dit weinig doel treffend, gelijk de Minister van Finan ciën betoogde. Het is toch onmogelijk de oppotters te achterhalen. Goedgekeurd werden de hoofdstuk ken 1 en Villa van de Staatsbegrooting, de ontwerpen voor de voorziening in verband met de jongste overstroomin- gen, het buitengewoon krediet, het lan ger in dienst houden van militairen, een 150 tal naturalisates. Voor de uitvoering van de werken te IJmuiden pleitte de heer Kraus de nood zakelijkheid van grooten spoed, hetgeen de Minister van Waterstaat ten volle beaamde. Over de verbetering van den Waterweg van Rotterdam naai zee ju belde de heer Van der Hoeven, niet alleen dat het hier het belang van Rot terdam geldt, maar ook van heel ons tand. Over de medewerking van Rotter dam waren hij en de Minister het niet geheel eens. Overigens werden ondergeschikte ontwerpen afgedaan Oranjeboek. Verschenen zijn, in den vorm van het Oranjeboek, de mededeeiingen van den minister van buitenlandsche zaken aan de Staten-Generaal, loopende van Juli December 1916, Verschillende gevallen van overvlie gen van ons land, worden daarin o.a. meegedeeld, soms door een eskader van vliegtuigen, naar aanleiding waar van bij de Britsche regeering soms met nadruk werd geprotesteerd, die ver schillende malen, naar aaeieiding dier protesten, verontschuldigingen aanbood, onder betuiging dat het niet met opzet geschied was. De gevallen die zich op 22 September 11. (4 Britsche vliegtuigen over Walche ren en Zeeuwscli Vlaanderen) 23 Sep tember (Britsch vliegtuig boven Zeeuwsch Vlaanderen) en 27 September (verschei dene als van Britsche nationaliteit her kende vliegtuigen op verschillende plaat sen in Walcheren en Zeeuwsch Vlaan deren) voordeden, werden gezamenlijk ter kennis van de Britsche regeering ge bracht. De Nederlandsche regeering protes teerde met nadruk tegen de herhaalde- Maar wat kon zij doen Kon zij „ja" zeggen Zij, de gravin Csillagi, en hij, de zoon van den slotvoogd Doch, indien zij haar zacht had toe gesproken, was wellicht alles anders geworden, zij was immers nog zoo heel jong maar de gravin meende door goedheid de zaak nog minder te maken en daarom zei ze ook, met eene stem, die scherp was als een mes „Ontaard kind van een edel geslacht, geef je waanzinnigen hartstocht op, want lie ver zou ik je dood zien, dan je wensclt vervullen." Toen stond Irma op van de plaats waar ze geknield lag, en haar jong gelaat was even hard en star als dat der moeder. Daar u mij liever dood dan geluk kig ziet, ben ik dood voor u zei ze. Op dat oogenblik trad onze heer graaf binnen, hij hoorde deze woorden en wist weldra alles. O, lieve Kiaszony, toen volgde er iets verschrikkelijks. Het was altoos gevaarlijk, den toorn van den graaf te wekken, maar nooit had ik hem zoo gezien, nooit tevoren en sedert dien oök nooit weer... Hij sloeg haar, mishandelde haar en sleepte haar bij de haren door den salon, hij had haar vermoord, indien de gravin haar niet had beschermd. -Zweer riep hij. Zweer dat je hem nimmer weer zult zien, nooit zijn naam meer zult noemen, nooit met eene ge dachte hem gedenken zult, anders ga ik tot hem en schiet hem midden tus- lijk voorkomende neutraliteitsschendin- gen door Britsche vliegtuigenzij deed uitkomen, dat deze schendingen een des te ernstiger karakter dragen, omdat meer en meer het Nederlandsche luchtgebied door de Britsche vliegtuigen als aan- valspoort, zelfs voor geheele eskaders, bleek te worden gebruikt, aan vergis singen ten gevolge van verkeerde ori ëntatie konden de schendingen, zooals zij in den laatsten tijd geschied waren, nauwelijks meer worden toegeschreven. De Nederlandsche regeering vroeg met klem, dat de Britsche regeering aan hare luchtvaarders de meest strenge orders zou geven om het Nederlandsche gebied te vermijden. in voorloopig antwoord op dat ver toog, heeft de Britsche regeering op 10 November II. medegedeeld, dat de feiten ter kennis van de bevoegde autoriteiten gebracht waren en dat na ontvangst van het bericht van dezen op de zaak zou worden teruggekomen. In aansluiting aan de mededeeling in het vorig Oranjeboek wordt medege deeld dat aan de reederij van het Noor- sche stoomschip „Tysla" ter algeheele vergoeding van de door haar tengevolge van het verlies van dit stoomschip ge leden indirecte schade een som van 14217 p.st. is uitbetaald. Zooals bekend is dit schip in Augus tus 1914 in de Wielingen gezonken. Distributieregeling, De minister van landbouw heeft de door hem vastgestelde distributierege ling voor brood, bloem, meel en rogge aan de gemeentebesturen doen toeko men. De Minister deelde verder mede, voornemens te zijn de regeling 5 Fe bruari 1917 in werking te doen treden, en ter voldoening aan een aan hem in een bijeenkomst, waarin de centrale commissies en besturen van enkele groote gemeenten en vereenigingen van Ne- derl. gemeenten, vertegenwoordigd wa ren, gedaan verzoek, heeft de minister' tevens aan gemeentebesturen toege zonden ontwerpen met toelichting voor de regelingen, welke van de zijde der gemeentebesturen, ingevolge de distri butieregeling moeten worden getroffen. Het bezoeken van herbergen. De minister van binneniandsche zaken heeft den volgenden brief tot de Ged. Staten in de onderscheidene provincies gericht In den laatsten tijd wordt in tal van streken van ons land door jeugdige per sonen van 13 tot 16 jaar veel geld ver diend, dat zij, naar mij wordt medege deeld, voor een groot deel in bierhuizen verteren. Dat zulks in velerlei opzicht valt af te keuren, behoeft geeen betoog. Ik heb daarom de eer uw college te verzoeken de aandacht van de gemeen tebesturen in uwe provincie op het be doelde kwaad te vestigen, met verzoek, om, indien daartoe aanleiding bestaat, hun medewerking te verleenen om door een verordening krachtens artikel 135 der Gemeentewet het bezoeken van her bergen door jeugdige personen zooveel mogelijk tegen te gaan. schen zijn familie als een hond neer." En zij deed het, zoo verschrikkelijk was hij aan te zien, zij zwoer maar wat hielp het, den volgenden morgen was zij verdwenen. Eerst dachten wij, dat zij zich tekort had gedaan en men liet overal zoeken toen echter later bekend werd, dat ook de zoon van den slotvoogd weg was, wist men, dat zij met hem was gevlucht. In wilden toorn wilde de graaf hen nareizen, maar de gravin liet het niet toe, zij wist, dat er een ongeluk zou ge beuren, indien hij de vluchtelingen in haalde. Laat ze, zei ze. Ik zal denken, dat ik nooit een dochter gehad heb. Zij is voor mij dood. En zoo scheen het ook. Drie jaren gingen voorbij, waarin zij met geen woord van de verlorene repte, waarin de naam van haar kind niet over hare lippen kwam. Toen, op zekeren dag, de graaf was bij zijn regiment, bracht de postbode een brief. Zij nam hem bedaard aan, zij dacht, dat het een over zaken was, daar het niet het schrift was van den zoon, maar toen werd zij bleek, de poststempel was uit... Zevenburgen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1