INGEZONDEN STUKKEN DE OORLOG. en smaakvolle levende beeldengroepen, waarvan „de Rots der Eeuwen" uit „Eline Vere" een eerste plaats inneemt. Alle echter voldeden ten hoogste, ge- getuigden van zeer veel smaak en ken merkten zich door strengheid in het voldoen aan rijkdom, smaak, breedte, diepte en getrouwheid een woord van lof aan ontwerpers, leider en uitvoeren den is hier zeker op zijn plaats. Aan de godin der muziek werd een haar waardig offer gebracht door den heer C. L. Wisse, violist te 's-Graven- hage. Ook ditmaal heeft hij het publiek voor zich ingenomen door de keuze zijner nummers, zoo zelfs, dat reeds bij zijn optreden in de tweede afdeeling een luid applaus klonk, dat, na ieder nummer herhaald, zijn hoogtepunt be reikte na de uitvoering van het fraaie „Berceuse", dat hij als toegift gaf, na dat aan Mej. Sophie Janssens een prachtig bouquet was aangeboden als een hulde voor de waarlijk zeer ver dienstelijke wijze, waarop zij den jeug digen kunstenaar op de piano heeft be geleid. Ook met deze afdeeling dus werd het doel bereikt, zoowel als met de uitvoernig der zangnummers en de blijspelen „Het drukke leven" met de typische figuur -van de nicht en „In naam der Koningin" met het niet min der verdienstelijk spel van Jonkheer van Ark. Aan beide tooneelstukken was zeer veel zorg besteed en allen, die zich om die beide hoofdfiguren schaarden, kunnen ieder voor zich een deel opeischen van den lof, die aan het geheel kan worden gebracht. Ook aan de zangnummers was een dankbaar onthaal gewijd, waarbij wij alleen de opmerking zouden willen maken, dat de leider, die, voor zoover ons bekend, als dirigent debuteerde, zijn koor na ieder couplet gerust gelegenheid mag geven even op adem te komen. De kennismaking met deze nieuwe vereeniging is waarlijk van zeer aange namer; aard geweest het organiseeren van een goed. degelijk program is bij haar in goede handen aan geschikte en bereidwillige krachten ontbreekt het haar niet zij doet dus nog veel voor de toekomst verwachten en heeft blijk gegeven, dat het „Excelsior", waarme de A. M. de toespraak tot zijn kame raden eindigt, geen ijdele klank zal wezen, terwijl wij ons gaarne aanslui ten bij het „Heil U, Luctor et Emergo". De mailboot „Koningin Regentes" wordt hedenmiddag half vijf hier ver wacht. De luitenant ter zee der 2e klasse J. T. F. Stuy, wordt belast met het gym nastiek- en sportonderwijs aan het per soneel der zeemacht alhier. Door het defect raken der machine van den trein die hier gisteravond 11.04 moest aankomen, kon deze op den Sloedam (tusschen Noord Kraijert en Arnemuiden) niet verder. Nadat van hier een andere machine was gezonden, kon de trein zijn loop vervolgen. Met drie uur vertraging kwam de trein hier aan. Dezelfde vertraging kreeg ook devolg- trein, die door dit ongeval te Noord- Kraijert werd opgehouden. Met ingang van 8 januari zal op de spoorwegen de beperkte dienstregeling worden ingevoerd. Voor wat de Zeeuwsche lijn betreft zullen uitvallen de treinen no. 81, aan komst 10.34 voorm., no. 341, aankomst 3.46 nm.en volgtrein 109, aankomst 11.13 (sommige dagen); voortrein 102, ver trek 7.10 voorm. (op sommige dagen), trein no. 344 vertrek 4.50 nam. en no. 86 vertrek 6.10. Hedenmorgen is te Zoutelande een mijn gesprongen, tengevolge waar van groote materieele schade werd aan gericht. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Krui- ningen ds. J. G. Steenbeek te Lutjegast. In het „Vlissingsch Predikbeurtenblad" deelt ds. C. L. Voorhoeve mede dat eenige vrienden van wijlen ds. A. A. Vermeer den wensch hebben uitgespro ken om op zijn graf een eenvoudig ge- den kteeken te plaatsen als een bewijs van hun dankbaarheid voor wat zij van hem ontvangen hebben en een getuige nis van de liefde die zijn gemeente bezielt en die behoefte heeft om zich te uiten. RECHTSZAKEN. Diefstal op het kantoor van het weekblad De Toekomst. De rechtbank te 's Gravenhage heeft gisteren vonnis gewezen in de zaak van G. A. M., boekhouder aldaar, die 14 dezer terecht heeft gestaan wegens dief stal en verduistering van stukken uit het kantoor van De Toekomst en het schenden ven geheimen, terwijl hij in dienstbetrekking bij dat blad was. De rechtbank achtte beklaagde schuldig aan diefstal en verduistering in dienstbe trekking en veroordeelde hem tot één maand gevangenisstrafde eisch was 5 maanden gevangenisstraf. Buiten verantwoordelijkheid der redactie De copie wordt nimmer teruggegeven TWEEDE OPVOERING VAN „HET GRAF AAN DE ZEE". Zaterdag 6 Januari a.s. wordt in de groote zaal van het Concertgebouw, Emmastraat „Het Graf aan de Zee" van A. Hans voor de tweede maal opge voerd. Zelfde regeling als Zaterdag 1.1. en dus begin om 7 uur zeer stipt. Toe gangskaarten 50 cent, voorbehouden plaats, 25 cent tweede rang. Deze kaar ten zijn te verkrijgen Zaterdag 30 De cember, Dinsdag 2 Januari en volgende dagen, telkens van 10 tot 12 en 4 tot 6 uur, in het secretariaat der Belgische Vakvereeniging, Concertgebouw Emma straat. Bij de vorige opvoering werden velen reeds Zaterdagmorgen teleurgesteld, daar de zaal uitverkocht was. Men zorgedus nu intijds. Ook deze opvoering geschiedt ten bate der krijgsgevangenen en het werk „Tabak voor het front". De avond van 23 December 1.1. bracht de mooie som van twee honderd zeven en dertig gulden (237 gl.) op, netto. Tal van krijgsgevangenen zullen dus met een nieuwjaarspakket verblijd worden, terwijl de Belgische vakvereeniging ook voor een goede zending tabak naar het front zorgt. Hartelijk dank aan allen, aan wie we dezen mooien uitslag verschuldigd zijn. HET BESTUUR. OPROEP AAN ZEELAND. Binnen enkele weken zullen honder den kinderen uit het bezette gebied in Noord-Frankrijk naar ons land komen, daarheen geroepen door een Neder- landsch Centraal Comité, gesteund door enkele plaatselijke comité's. Aldus heeft een aantal Nederlanders gemeend te moeten voortgaan op den irr 1914 door het Nederlandsche volk op zoo schitterende wijze ingeslagen weg en om te doen wat in zijn vermogen is, ten einde aan de 'weerlooze bevolking der door den oorlog geteisterde stre ken liefderijk hulp te brengen en uit komst in bitteren nood. leder die op pleizierreis naar Zwit serland Basel bezocht, kent het monu ment aldaar door de stad Straatsburg opgericht uit dankbaarheid voor liet veilig onderkomen dat Straatsburgsche vrouwen en kinderen in de Zwitsersche grensstad vonden, toen het Duitsche geschut in den oorlog 1870-71 hunne vesting bombardeerde en op dezelfde wijze was en bleef Nederland tijdens deze onmeedoogende krijg de veilige toevlucht voor een wanhopig volk. En al moge thans geen verschrikte schare meer uit eigen aandrang naar onze grenzen vluchten, wij allen besef fen, welk een gebrek en nooddruft heerscht in het gebied, ten Noorden van het Westelijk front. Straks zal wellicht een strenge win ter de ellende der Noord-Fransche be volking komen vergrooten en naast al het psychische leed honger en koude hun slachtoffers opeischen in dat ramp zalige gebied. Daarom weten wij dat niemand Uwer het ons zal misduiden, dat wij reeds eenige maanden geleden het initiatief namen tot de oprichting van een Zeeuwsch Comité ten einde ook voor Zeeland zijn aandeel op te eischen in deze hulpverleening. Thans vraagt ons het Centraal Co mité, gevestigd te Amsterdam, hoeveel Fransche kinderen wij kunnen huisves ten en over welke gelden wij kunnen beschikken en het is aan U, bevolking van Zeeland, dat wij vragen ons in de gelegenheid te stellen, daarop een waardig antwoord te geven. Met zekerheid valt nog niet te zeggen op welke wijze de huisvesting dier kin deren in onze provincie zal geschieden, of zij namelijk in eenige groote gebou wen of inrichtingen zullen worden on dergebracht, dan wel tegen vergoeding der kosten uitbesteed in gezinnen of al of niet tegen een tegemoetkoming bij particulieren gehuisvest of wellicht de ze wijzen van huisvesting zullen wor den gecombineerd zulks zal ook af hangen van den steun die ons wordt aangeboden. Wij roepen echter met vertrouwen Uwe hulp in. Uwen financieelen of Uwen personeelen steun. Wij noodigen allen, die eene gave kunnen missen, uit om deze toe te zen den aan onzen penningmeester den heer K. Mezger, „Villa Irma", Domburg, of aan den voorzitter. Wij noodigen alle burgemeesters in Zeeland uit, om voor ditzelfde doel eene collecte te doen houden in hunnen ge meente of te bevorderen, dat zulk eene collecte gehouden wordt en dat de op brengst aan bovenvermeld adres worde overgemaakt. Wij noodigen uit allen die een ge bouw of inrichting ter hunner beschik king hebben, om deze op zoo gunstig mogelijke voorwaarden ter beschikking te stellen van ons Comité en zulks te berichten aan onzen secretaris. Wij noodigen uit allen, die een of meer Fransche kinderen voor een tijd vak van ongeveer vijf maanden in hun huis willen opnemen hetzij geheel op hunne eigen kosten, hetzij tegen ont vangst eener tegemoetkoming, daarvan opgave te doen aan onzen secretaris. Wij noodigen dames, die zich be schikbaar willen stellen, om het bestuur of de huishouding in een gebouw als boven bedoeld op zich te' nemen of daarin te helpen in hunne onmiddellijke omgeving, of ook elders in Zeeland, uit, om daarvan kennis te geven aan onzen secretaris. Aldus hopen wij binnen den kortst mogelijken tijd ons te kunnen organi seeren voor de ontvangst onzer kleine, ongelukkige gasten en hen hier tot rust te kunnen laten komen, hunne li chaampjes te versterken en hunne hart jes te verwarmen. Wie onzer weet, welke ellende deze kleinen nog te verduren zullen hebben, als wij hen niet helpen, hen niet weg halen uit dat door den oorlog vertrapte land Wie onzer weet, of er niet een tijd zal komen, waarin wij zelf met innige dankbaarheid hen zullen gedenken, die onze kinderen zullen hebben tot zich genomen en gekoesterd als ook ons de oorlogsellende mocht hebben getrof fen Wel aan dan, bevolking van Zeeland, steunt ons met Uwe gaven, met Uwe harten en met Uwe werkkracht, maak van onzen arbeid waarlijk Zeeuwsch werk door Uw aller hulp. Namens liet Zeeuwsch Comité voor huisvesting van kinderen uit Noord-Frankrijk in Zeeland, Het Bestuur, J. F. VAN DE1NSE, voorzitter. J. J. HEIJSE, onder-voorzitter. E. W. HENDRIKSE, secretaris. K. MEZGER, penningmeester. Mevr. VAANDRAGER VAN DER GRIENT. Mevr. VAN VOORTHU1JSEN— VON STEIJN CALLENFELS. P. J. ELOUT. N.B. Practische hulp kan alleen aan vaard worden van personen, die de Fransche taal genoeg meester zijn om zich met de kinderen daarin te kunnen onderhouden. Zoo zullen ook voor gezinsverple ging alleen die gezinnen kunnen in aan merking komen, waar ten minste één lid zich in het Fransch met de kinderen zal kunnen bezig houden. De kinderen zullen, voorzoover ons Comité weet, alhier ettelijke maanden verblijven. DE TOESTAND. Nog een neutrale staat heeft een vre despoging ondernomen Zweden zond een nota aan de oorlogvoerenden met verzoek om vredesvoorwaarden te overwegen, in politieke kringen te Ro me wordt de vraag gesteld of er een bond van neutrale staten is gevormd, die de vredeskwestie ter hand zal ne men. Van het bestaan van zulk een in ternationale vredesliga is echter niets bekend en de afzonderlijke nota's van Zwitserland en Zweden wijzen ook niet op eenparig optreden. Dagbladberich- ten zeggen, dat nu Spanje en... Brazilië de vredesactie .zullen versterken. Van meer beteëkenis zal het ant woord der Entente zijn, te geven op het Duitsche vredes-aanbod, welk ant woord thans géreed is ter verzending aan president Wilson, die voor de door zending naar de neutralen zal zorgen. Uit het antwoord zal volgens de „Daily Tel." blijken, dat er geen kans bestaat de geallieerden over te halen tot een vrede, die, zoo lang de Duitsche militaire macht bestaat, slechts een Duitsche vrede zijn kan. Het antwoord zet uitvoerig uiteen, waarvoor de bond- genooten strijden er dat deze, om een eind te maken aan de door Duitschland ingestelde soldaten-heerschappij, voor waarden zullen eischen, die geheel af wijken van de oude waarborgen op pa pier. Voorts zal ook Wilson's nota worden beantwoord. De strijd op de fronten is voor het oogenblik van weinig beteekenis. Slechts aan de Moldavisehe grens, in liet dal van de Gouden-Bystritza en aan de Oltus worden nu en dan lievige gevechten geleverd. Maar of de bezet ting dier passen nog lang in staat zal zijn de Duitsch-Oostenrijksche colon nes tegen te houden ïs de vraag. De op- niarsch in Groot-Walachije gaat steeds verder en moet de Russisch-Roenieen- sche pasbezettingen wel nopen tot den terugtocht,' voordat hunne terugtochts wegen bedreigd worden. In Groot-Wa- lachije is nu de stad Rimnicu-Sarat, aan de Sarat, een zijrivier van de Sereth, door de Centralen bezet. Vijf dagen heeft het Duitsch-Bulgaarsche negende leger in de vlakte tusschen Boezeoe en Rimnicu-Sarat gestreden tegen de krachtig verdedigde stellingen, die de Russen daar hadden aangelegd maar ondanks dien tegenstand konden zij toch doordringen, en de stad bezetten. Ook het Donauleger rukt steeds verder op en drijft de Russisch-Roemeensche troepen naar het Noorden. En in de Dobroedsja zijn nog slechts de bruggehoofdversterkingen van Ma- cin in handen der Russen. Russisch- Roemeensche afdeelingen, die de Tai- lor-hoogte, ten Zuiden van Luncavito, aan den Donau, hadden bezet, werden vandaar verdreven, en de Bulgaren na deren deze stad, die ten Westen van het reeds bezette Isaccea ligt. AAN DE BELGISCHE KUST. Van de Zeeuwsch-Belgische grens wordt aan de „N. R. Ct." gemeld Woensdag was bij uitstek helder weer en zonder wind. Éven vóór 12 uur werd onze aandacht getrokken door hevige ontploffingen in de lucht en za gen wij overal de kleine rookwolkjes der springende granaten. Hiertusschen zag men een kleine zwarte stip, die een vliegmachine bleek te zijn. F.r waren zoo vier of vijt vliegtuigen te zien. Zij werden hevig onder vuur genomen door de verschillende batterijen of af- weerkanonnen het was een ware wed strijd, in een minimum van tijd was de lucht bezaaid met de kleine rookplui men der springende projectielen, het geen een mooi gezicht opleverde. De vliegers, welke op groote hoogte vlo- genj kwamen langs de kust gevlogen en konden zoodoende van achteren, van voren en van ter zijde worden be schoten. Zeker werden er in den tijd van een half uur meer dan 500 schoten gelost. Nadat de vliegers langs en bo ven de stellingen der Duitsche bezet tingstroepen gevlogen hadden, scheen voor de haven van Zeebrugge een der toestellen in zee te storten ook zag men eenige Duitsche oorlogsschepen buiten de haven komen. De overige vliegers zag men langs de kust weer terugkeeren in de richting van Yperen. VAN HET WESTELIJK FRONT. De „Westminster Gazette" zegt in een beschouwing over het bericht, dat de Engelschen opnieuw een deel van liet Fransche front in de streek van de Somme hebben overgenomen Deze tijding zal in Engeland met vreugde worden begroet en naar wij hopen in Duitschland met moedeloosheid. Er blijkt uit, dat wij nog overvloedige reserves van manschappen en munitie hebben en vast besloten zijn ze te ge bruiken. Deze nieuwe steun aan onzen bond genoot zal Frankrijk in staat stellen, de vrijkomende manschappen op andere deelen van het front, waar belangrijke krijgsverrichtingen kunnen plaats héb ben, samen te trekken. DE VREDESPOGINGEN. Het antwoord van Duitschland op de nota van Wilson besprekend, wijzen de Fransche bladen er nog op, dat het antwoord den laatsten twijfel verdrijft, die nog had kunnen bestaan over het karakter der vredesvoorstellen van de keizerlijke regeering. Op de vraag naar vredesvoorwaarden antwoordt zij met te zwijgen. Elke bespreking van de waarborgen van internationalen aard, wordt uitgesteld. Pichon schrijft in het „Petit Journal": De Amerikaansche nota zal de verdien ste gehad hebben van de Duitsche ma noeuvre te ontmaskeren. De leider der socialistische partij, Renaudel, schrijft in de „Humanité" Het antwoord heett het karakter eener mystificatie. Hij verklaart Zoo de tekst van het Duitsche antwoord, op het so cialistische congres ware bekend ge weest, zou dit zich ongetwijfeld in zijn motie nog strenger hebben uitgedrukt ten opzichte van het Duitsche 'vredes voorstel. De „Petit Parisien" schrijft, dat het Duitsche antwoord, dat den goeden wil tot vrede verkondigt, met vermijding van den eenigen te aanvaarden weg tot vrede, ironisch schijnt, zelts imperti nent. De „Echo de Paris" zegt Duitsch land verklaart zich bereid, met de Ver- eenigde Staten over den toekomstigen vrede te spreken, wanneer het eerst zich verzekerd heeft van alle middelen, die het noodlg heeft om de wereld te beheerschen „Mittel-Europa", vloot- basissen, enz. VAN HET ROEMEENSCHE FRONT. Van Duitsche zijde Op 28 December behaalde het 9e leger van generaal Falkenhayn de vol komen overwinning in de.n slag bij Rimnicul Sarat op de ter verdediging van Roemenië aangebrachte Russen. De op 26 Dec. teruggeworpen vijand trachtte door tegenaanvallen met groo te massa's het verloren terrein terug te winnen. De aanvallen mislukten. Prui sische- en Beiersche infanterie-divisies achtervolgden den terugtrekkenden vij and, overrompelden zijn 's nachts nieuw aangelegde stellingen en dron gen voorbij Rimnicul Sarat verder. Tegelijkertijd doorbraken verder Zuid-Oostelijk Duitsche en Oostenrijk- Hongaarsche troepen de sterk ver schanste linies der Russen, weerden ook hier krachtige flank-aanvallen af en kwamen strijdend in Noord-Ooste lijke richting voorwaarts. Weer leed de vijand bij zijn neder laag zware bloedige verliezen. Aan ge-, vangenenen werden gister 3000 man, aan buit 22 machinegeweren binnenge bracht. Het aantal door het 9e leger in de gevechten bij Rimnicul Sarat gemaakte gevangenen bedraagt totaal 10.220 Russen. EEN LEGERORDER VAN DEN TSAAR De Tsaar van Rusland richtte den 25en December een dagorder aan leger en vioot, waarin het o.m. heet Meer dan twee jaar geleden heeft Duitsch land, dat zich sedert langen tijd in het geheim voorbereidde om alle Europee- sche volkeren onder den duim te krij gen, te midden van een diepen vrede Rusland en zijn trouwen bondgenoot Frankrijk aangevallen. Dat dwong En geland zich bij ons aan te sluiten en deel te nemen aan den strijd. De trot- sche verachting van de beginselen van het nationaal recht, waarvan Duitsch land blijk gaf en welke aan den dag trad bij de schending der Belgische neutraliteit alsmede bij de onverbidde lijke wreedheid der Duitschers ten op zichte van de vredelievende bevolking in de streken, die zij bezetten, hebben langzamerhand alle groote mogendhe den van Europa tegen Duitschland en zijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije vereenigd. Onder den druk van het Duitsche leger, dat dank zij zijn technische mid delen uiterst sterk was, werden de Russen zoowel als de Franschen ge dwongen in het eerste jaar terug te trekken en gedeelten van hun grondge bied aan den vijand af te staan. Dezen terugslag heeft geenszins den geest var onze trouwe bondgenooten noch d© uwen, mijne dappere troepen, neerge slagen. Tegelijkertijd is, dank zij de inspan ning van alle krachten, het verschil tus schen onze technische middelen en die der Duitschers langzamerhand wegge nomen. Sinds den herfst van 1915 is onze tegenstander er niet in geslaagd zich ook maar van een voet Russisch grondgebied meester te maken, terwijl hem in de lente en in den zomer van 1916 een reeks vreeselijke nederlagen werden toegebracht. De vijand ging over het geheele front tot het defensie? over. De kracht van den vijand ver minderde, terwijl de Russische macht en die van zijn dappere bondgenooten steeds onverzwakt blijven groeien. Duitschland voelt dat het uur van zijn nederlaag, dat zal zijn het uur van lier- stel van alle schendingen van liet recht voor alle wreedheden door Duitschland begaan, nadert. Toen Duitschland overtuigd was van zijn overmacht over zijn buren, ver klaarde het plotseling den oorlog en thans, nu het zijn verzwakking voelt, stelt het aan de geallieerden, die onver breekbaar tegen hem verbonden zijn, plotseling voor vredesonderhandelingen te beginnen. EEN BRIEF AAN LLOYD GEORGE. Baron Friedrich Bopp, secretaris generaal van den Bond van vreemde, volken in Rusland, zond den 23sten December uit Bern het volgende tele gram aan minister Lloyd George Sir in de gisteren door u gehouden rede deelt u de wereld mede, dat Groot- Britannic strijdt voor het volkomen her stel en krachtige waarborgen en volle dige vergoeding van het nadeel, dat door den vijand aan kleine nalies is berokkend. Nu verzoek ik u uit naam van vele millioenen ongelukkigcn, uw opofferingsgezinde menschlievendlieid niet eenzijdig te betoonen, maar ook uit te strekken tot de volken, wien nog veel grooter onrecht is aangedaan. Ik bedoel de vreemde volken van Rusland. Aan deze, eeuwenlang mishandeld en van hun rechten beroofd, zijn gedurende den oorlog gruweldaden gepleegd, zoo als er geen erger in de wereldgeschie denis geboekstaafd zijn. Dat moei u be kend zijn, want zelfs in de Doema wer den zij openlijk uitgekreten. Geweld dadigheid en rechtsschendingen in Fin land, plunderingen en ontvoeringen in de Oostzeeprovincies, Littauen, Polen en Wolhynië, onderdrukking der natio nale instellingen in de Oekraine, mis handeling van Galicië, slachting van vele duizenden Georgiërs en Moharne- danen, en schandelijke verdrijving en vernietiging van honderdduizenden Jo den. Er werden overal steden en dorpen verbrand, duizenden jonge en oude be woners gedood en de overlevenden tot slavernij gedoemd. Deze ontzettende daden zijn niet gepleegd door den vij and, tegen wien de aangevallene het recht en de bevoegdheid hebben zich te verdedigen, maar door de Russische re- geering op haar eigen weerlooze en on schuldige onderdanen, wier zonen, het is nauwelijks te gelooven, hun bloed voor Rusland, dus voor hun eigen on derdrukkers, op de slagvelden vergoten en nog vergieten. Derhalve veroorloof ik mij u, mijnheer de minister-presi dent, daar ik overtuigd ben dat u recht vaardig wilt zijn, te vragen, welke hou ding u tegenover deze feiten zult aan nemen. Zult u ook doen alsof u nooit iets daarvan liadt vernomen of zooals Sonnino pas heeft gedaan, liet laten bij woorden als achting voor het beginsel der nationaliteiten, de voorschriften van het menschenrecht, de humaniteit, gerechtigheid en de beschaving. Zult u voortgaan vriendschappelijk de hand te blijven drukken met hem, die deze schrikkelijke daden bedreef ANTWERPENAARS TEGEN DE DUITSCHERS. Ook de senators, afgevaardigden en vele notabelen van Antwerpen hebben een protest ingestuurd bij de Duitsche overheid tegen het wegvoeren van hun landgenooten, meldt men aan liet „Hbld". Het stuk is lang en behandelt de geheele quaestie op rechtskundig gebied. Onder meer wordt er in gezegd dat zonder vonnis duizenden vrije bur gers tegen hun wil in, op vijandelijk grondgebied gedeporteerd worden, ver re van vrouw en kinderen om er de hardste behandeling te ondergaan, die een vrij man ondergaan kan: den werk- dwang. Het protest herinnert eraan, dat de beroemdste onder de Duitsche vor sten, Frederik de Tweede, als een dog ma, de individueele vrijheid eerde en het recht van eiken burger, om naar eigen wil over zijn vermogens en arbeid te beschikken, steeds ten zeerste deed eerbiedigen. Tevens worden dezelfde beloften van de Duitsche overheid in herinnering ge bracht waarover de Nederlandsche re geering een nola gestuurd heeft aan het Duitsche gouvernement en die zoovelen gevluchten Belgen een aanleiding was om naar het bezette gebied terug te lteeren. Ten slotte wordt er op gewezen, dat het niet opgaat aan' de Belgische ar beiders hun werkloosheid tc verwijten en te spreken van de te zware lasten voor de openbare liefdadigheid. Wij veroorloven ons, z'eggen de on derteekenaars, Uwe Excellentie op merkzaam te maken op het feit, dat, bij den inval der Duitsche legers, er in ons land nog uitgestrekte voorraden van grondstoften waren, waarvan de be-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 2