DE OORLOG. GEMENGD NIEUWS schenken, zie, dan gaan mijn gedachten steeds naar 't eigen land en gevoel ik de Kerststemming, soms even maar, doch ik gevoel ze toch. En 't is me of ik de klokken onzer steden hoor, lui dend in den nacht. juist te midder nacht, twaalf ktokken, die het als uit jubelden „De Kerstnacht is geko men." En 't is me of ik in het bosch van Rumbeke sta, waar we onzen Kerstboom gingen halen, of ik als kind nog, om den Kerstboom zit in een lo kaal van 't nu zoo lijdende Roussela- re... Of ik ben den avond voor den hoogdag bij onzen boer., en ik rjek den geur der gele wafelen, die Doka bakte op de gloeiende stoof... en ik hoor 't liedeke van drie zangers, die met hun sterre binnenkomen... En ik zie in 't wijde land de zwevende lich tjes van de lantaarns, waarmee het buitenvolk zich licht óp de modderige wegén bij 't opgaan naar de midder- nachtmis in 't kerkje waar de koster ,,'t Stalleke van Bethleëm" heeft gereed gezet. 'k Voel de Kerststemming van 't steeds zoo eigenaardige Brugge, van 't oude Veurne, waarrond in vijftig dorpen de klokken beieren. Bedriegelijke stemming nu... herin nering slechts... Het is geen vrede nog in België. De Kerststemming. Gisteren nog vertelde me iemand, die 't veege land was ontvlucht, hoe op zijn dorp de menschen 's avonds in doeken en de kens gewikkeld want kolen om de kachel te stoken ontbreken in de donkere kamer licht hadden ze niet hongerig 't voedsel is schaarsch den toch al vroegen stond afwach ten om ter ruste te gaan. En denk aan onrust om gedeporteer de vaders, zonen en broederen, aan rouw om gesneuvelden, aan onzeker heid om verdwenenen en afwezigen, en ge hebt de Kerststemming in 't vader land. Het woord „Vrede" is de wereld in- geslingerd... En er kwam een glans op het gelaat en een geflikker in de doffe oogen men zag" meer veerkracht in den gang. men sprak levendiger. Plots laaide de hoop op, de heerlijke hoop. O, we wisten en het voelden het, 't was nog stechts het woord... De vrede zou niet komen, bliksemsnel, zooals de oorlog kwam... Zoo was het onder de Belgen in 't bezette land, onder de Belgen in den vreemde... Er was hoop en er was twijfel... Er werd geredeneerd... 't Is geen uit strekken der handen naar een redplank, als een drenkeling doet, die den dood needs ziet... En die kalmte naast de eerste ont roering werd hier niet door allen be grepen: Zoo tenminste verklaar ik de vraag, van tal van Nederlanders „Wenscht gij Belgen dan niet den vrede Of wij den vrede wenschen Vrede Op 4 Augustus begon voor ons land den oorlog. We vingen den eersten stoot op. 'k Herinner me nog zoo levendig den nacht der mobilisa tie.. Een stille nacht'van den zomer, met sterregeflonker Op de velden de rust na het zware oogstwerk van den dag. Een nacht met belofte op schoon weder voor den volgenden werkdag. 'k Werd gewekt door geklop tegen over mijn woning 'k Hoor nog een amb tenaar van ons gemeentebestuur zeg gen tot een vrouw die verschrikt uit het bovenvenster leunde „Het binnenroe- pingsbevel van uw zoon. Met den trein van half zes vertrekken". En ik hoor ook nog die moeder klagen „Maar 'ten is toch nooit geen waar I" Die moeder vertolkte ons aller ge voelens. België oorlog maatregelen voor oorlog het kon niet Maar we werden er, ondanks onze hoop, ondanks onze gebeden, toch in gesleurd. O, dien 4den Augustus België in oorlog Welnu den 5en reeds hoopten we op een spoedigen vrede Helaas, de weken werden maanden en de maanden jaren. De oorlog bleef duren... Of wij vrede wenschen. Vrede Terugkeeren naar huis I Wij kennen Ook onze eigen huiskamer met onze eigen meubelenons eigen aan trekkelijk leven Die kamer terugvin den... En terug onze familieleden, onze vrienden, onzen arbeid... Vrede. Wij denken aan onze solda ten in de loopgraven. Velen vragen zich reeds twee jaar af, of hun moeder en vader, hun vrouw en kinderen nog leven of ze geen ellende lijden. want in die twee jaar vernamen ze niets van hen... stelt liet u eens voör, Nederland- sche vaders en moeders, Nederlandsche vrouwen I Of wij wenschten, dat er aan die onzekerheid een einde kwam. O, kon ik u die brieven toonen, welke ik ontvang van het front... dij beden om nieuws, waarop ik toch meestal antwoorden moet met woorden van troost, maar zonder stellig nieuws... Vrede Of wij wenschen het oude, goede leven, de vereeniging van uiteen geslagen gezinnen en familie, het her stel van nijverheid en handel, het ein digen van België's lijden. Vrede Het woord is de wereld ingeslingerd en ik kan u verzekeren, dat duizenden Belgen niet slapen konden van innig verlangen verwezenlijkt te zien, wat ze reeds twee jaren wenschen Vrede., hét licht onpr oogen.. de klop onzer harten, 't middelpunt onzer verlangens... En Nederlanders zouden ons vragen of wij,den vrede niet wenschen Zijn' er misschien heethoofden, die als dwazen over den oorlog redenee ren en anderen voor hen laten vech ten och, reken hen niet tot vertegen woordigers van 't gevoelen der Beigen. Vergeef het hun. Ze weten niet wat ze zeggen. Wij, Belgen, in 't algemeen, wij wéten wat oorlog is. Geloof het vrij, hier te Vlissingen ook vertoeven tand- genooten, die niet altijd spreken van hetgeen hen beroert. maar die den dood voor oogen zagen, die met de handen omhoog tegen den muur ston den en nauwelijks een fusillade ont kwamen. Er zijn er, die arm geworden zijn, die een zoon, een man, een broe der, in den strijd verloren. Er zijn er veel, die weten wat oorlog beteekent. Persoonlijk hebben we 't ook gezien en gevoeld en ervaren, al achten we 't niet noodig, dat alles nader te vertellen. Maar laat ik het u toeroepen België smacht naar den vrede, België, dat ge marteld werd, dat nog den druk ge voelt, dat den lijdensbeker tot den bo dem ledigen moet. Mdar wat is vrede Ik zeg mijn meening openhartig. Wij Belgen, willen veel schadevergoeding laten vallen, om de natie een nieuwen winter van lijden en ontbering, waar van de sporen een gansch geslacht zullen merkbaar zijn, te besparen. Haat is niet onze drijfveerVeeleer voelen we de ontzetting van dezen tijd... Wij haken naar den stond, waarop de soldaten weer vreedzame burgers worden, echtgenooten en vaders, zor.en en broeders..., rustige arbeiders. Maar wat is vrede Duitschland spreekt van vrede, van naastenliefde, van 't einde dezer ellende en slach ting... En Duitschland gaat intusschen voort tegen alle recht en conventie's in onze broederen naar zijn land te sle pen, of erger nog, naar Zijn frontzonen, om er Belgen te dwingen wapens te smeden tegen eigen zonen en broede- ren... Eiken dag vernemen we hierover berichten uit België, berichten, die we gaarne aan elk onpartijdig onderzoek willen onderwerpen... Vrede... En ons land wordt meer en meer uitgemergeld, uitgezogen... neen 't woord is niet te streng. Vrede... En we weten het nu, geen voorstellen. Een uitnoodiging tot een bespreking. En ik vraag het, elk recht geaard Nederlander, is dat niet het hoofd in een strop steken In Augustus 1914, vertrouwden wij op tractaten, op onze goede buurschap met Duitschland, wiens zonen we steeds als eigen landgenooten behan delden. Persoonlijk kan ik dat getuigen: ik heb op leergangen veel Duitschers als leerlingen gehad, die kosteloos de lessen ontvingen, gelijk Belgen. In on zen huiskring hebben wij Duitschers ontvangen zooals we vrienden bejegen den... En in Augustus 1914 stonden ze als vijanden tegenöVer ons. Nog altijd vragen we met welk recht schond Duitschland de verdragen met België, en maakte het ons land tot een basis voor zijn krijg Reeds den vijfden dag na de bekende Duitsche proclamatie verraste ons een persbericht uit Havre met de tijding, dat onze regeering de voorstellen ver worpen had. Wij moeten tegen derge lijke berichten waarschuwen. Komen zij uit kringen, die ons land willen drijven naar het groot-mogendheid spelen Onze regeering heeft niet voor alle an dere landen zoo'n woord gesproken. Onze regeering is trouw aan 't begin sel, dat wij steeds eerden neutraal land, nu geschonden, in den oorlog ge sleurd. Wij staan anders tegenover Duitschland, dan de geallieerden wij staan als overrompelde, verraderlijk be- sprongen natie, wier neutraliteit door de mogendheden gewaarborgd werd. België kan geen afzonderlijken vrede sluiten, maar wil het ook niet. Onwan kelbaar is het vertrouwen in de regee ring en in de bondgenooten, die als oorlogsdoel de vrijheid van ons land hebben genoemd. Wij zijn tevreden, dat de voorstellen niet klakkeloos verwor pen zijn, maar wij begrijpen en erken nen, dat er van Duitschland andere waarborgen geëischt moeten worden dan uitnoodiging tot een conferentie, tot het sluiten van tractaten. Wij vooral begrijpen dat, want we werden het slachtoffer van schending der tractaten. En op de hoogte van den toestand der Duitschers in België, een van hun basissen, voelen we ook hoe onwaar die schetterende toon van „overwinnaars" is. Beloften Hie zouden we nog op be loften vertrouwen 4 .Augustus staat met bloedige letters id ons geschiede nisboek. Beloften... Bij de bezetting verklaarde de eerste gouverneur, dat 't nationaal gevoel niet verloochend moest worden, en steeds zaten de ge vangenissen vol met burgers, die hun vaderlandsch gevoel uitten of deze wer den in massa naar Duitschland geleid. Activisten vielen in den strik van de Gentsche universiteit en den dag dat de universiteit geopend en, volgens de Duitschers, dus met het reddingswerk van Vlaanderen begonnen werd, ving te Gent de deportatie aan. Duitschland predikte met zijn vredesvoorstel de naastenliefde en ging voort door het wegvoeren van Belgen rouw te slaan in duizenden Belgische gezinnen. Ja, we erkennen ten volle, dat onze geallieerden waarborgen eischen. Vertrouwen en hoop, en standvastig heid, is met weemoed om zooveel ge vallenen en lijdenden onze Kerststem ming van 1916. A. HANS. DE TOESTAND. President Wilson mengt zich in de vredeskwestieNa de afwijzing van het vredesaanbod der centralen door de En tente' komt president Wilson met een nota, waarin hij zijn bemiddeling aan biedt en de oorlogvoerenden uitnoodigt hun wederzijdsche doeleinden bekend te maken opdat men ze met elkaar zou kunnen vergelijken. Een deel van de Duitsche pers heeft in antwoord op Lloyd George's rede duidelijk verwezen naar een nog scher pere oorlogvoering, indien het vredes aanbod zonder meer werd afgewezen. De kans op een verscherpten duik bootoorlog die voor de neutralen in de eerste plaats noodlottig kan worden heeft vermoedelijk Wilson geprikkeld om zijnerzijds een waarschuwend woord te laten hooren. Er komt nog bij dat Amerika niet tevreden kan zijn met de rol van boodschaplooper tusschen de Centralen en de Entente, maar zelf wil deelnemen aan een eventueele vredes conferentie. De president wijst er nl. op dat „de Vereenigde Staten 't allergrootste belang hebben bij maatregelen welke den toekomstigen wereldvrede zouden ver zekeren." Ondersteld dat nu of later directe vredesonderhandelingen tus schen de Entente en de Centralen ge voerd werden. Dan stond Amerika erbui ten, evenals de kleine neutrale staten. Die mogelijkheid zal Wilson hebben aan gespoord om zijn bemiddeling aan te bieden. De president zou zich gelukkig achten indien hij persoonlijk het initia tief tot het polsen van beide partijen kan nemen. Een toelichting van Lansing, den Ame- rikaanschen minister van Buitenland- sche Zaken, op Wilsons nota zegt„Wij zelf worden steeds dichter naar den oorlog gedreven, daarom hebben wij er het recht toe te weten wat elk der oor logvoerenden van plan is, om onze ge dragslijn voor de toekomst vast te stellen." De bekentenis dat Amerika in den oorlog dreigt te worden gesleept, werd in een nadere verklaring van Lansing, dat de Vereen. Staten onzijdig wilden blijven, weer eenigszins verzacht. Op de New-Yorkscbe effectenmarkt wekte vooral de verklaring van Lansing groote sensatie. De verkoopen kregen een om vang als in 15 jaren niet was voorge komen. Wilson's vredespoging heeft in de En- gelsche en Engelsch-Amerikaansche bla den groote verontwaardiging gewekt. Men beschouwt de nota als een aan hangsel van het Duitsche vredesaanbod. „Kon de natie, die niet protesteerde toen de inval in België plaats had, niet wachten tot het herstel vart België verzekerd was?" vraagt deNewyork- sche „Tribune". De „Daily Cron." spreekt van een ernstige fout die Wilson beging. De „Times" wijst op het verschil tus schen Wilson's verrassend optreden en de goedkeuring der Amerikaansche bla den van Lloyd George's rede. Het blad zegt, dat de geallieerden niet naar Wil son's pleidooi zullen luisteren. In Duitschland zal men vermoedelijk accoord gaan met Wilson's vredespo ging. De Duitsch-Amerikaansche bladen juichen er over zoo seint Reuter uit Newyork. Zij beschouwen den stap als een overwinning van Bernstorff. Het formeele antwoord der Entente op het Duitsche vredesaanbod, dat vol gens Briands verklaring Donderdag zou verzonden worden, is nog niet bekend gemaakt. Het wordt echter hoog tijd, dat de ge allieerden een duidelijke omschrijving geven van hun voorwaarden. DE INDRUK VAN WILSON'S VREDESSTAP. De New-Yorksche „Tribune" betreurt het, dat Wilson op dit oogenblik in beweging is gekomen, om een gebaar te maken, hoe heerlijk dat ook bedoeld moge zijn, om den vrede te bevorderen, dat er onvermijdelijk toe moet leiden den toestand ingewikkeld te maken. Voortaan worden wij (de Vereenigde Staten) de agenten van Duitschland. Kon de natie, die niet geprotesteerd heeft toen de inval in België plaats had niet wachten tot de bevrijding en het herstel van België verzekerd waren, voor zij haar stem verhief 'ten behoeve van datgene dat achter het Duitsche vredesvoorstel verborgen ligt. De „Daily Graphic" wijt Wilson's nota aan onkunde. Hij heeft, zegt zij, zelfs nog niet het begin gemaakt met het begrijpen van de oorzaken van den oorlog. Blijkbaar heeft hij nooit gehoord van de schending van België. Wilson praat als een schoolmeester, die tegen een troep schooljongens zegt, dat zij met vechten moeten ophouden, omdat het lawaai dat zij maken hem hindert. Hij zou echter beter doen met zich eerst op de hoogte te stellen, voor hij begint te praten. De „Times" zegtHet treffende ver schil tusschen Wilson's verrassend op treden en de goedkeuring door de Amerikaansche pers van Lloyd George's afwijzing van het Duitsche vredes-aan- bod doet vermoeden, dat Wilson in gebreke is gebleven, om de richting van het beste gedeelte van de openbare meening in Amerika te begrijpen. Wij deelen ten volle in Wilson's mensch- lievende inzichten. Wij vechten er zelfs voor, maar wij zijn van plan om een duurzamen vrede te bereiken. Het zou een misdaad zijn tegenover onze dooden en tegenover toekomstige geslachten, om te onderhandelen, wanneer de vijand poseert als zegenvierend aanvaller. Daarom kunnen wij naar Wilson's plei- I dooi niet luisteren. De „Morning Post" wijst er op dat de nederlaag van Duitschland de eenige uitweg is om de veiligheid van Europa en de rest van de wereld, Amerika in begrepen, te verzekeren en vraagt aan Wilson, op welke wijze voorwaarden, waarvan hij spreekt, geëerbiedigd kunnen worden, indien Duitschland verkiest ze te verbreken, zooals het heeft gedaan. De Europeesche volken zijn besloten Duitschland te verslaan, evenals de noordelijke staten in den Amerikaan- schen burgeroorlog besloten de zuidelijke te verslaan. De „Daily Chronicle" schrijftNiets is er op berekend om het tegenwoor dige geslacht, niet alleen de Engelschen, maar ook aan de liberale openbare meening van westelijk en zuidelijk Europa, zooveel pijn te doen als Wil son's r,ota, die in haar strekking een bijvoegsel op de nota van Berlijn is. Het blad noemt nog eens alle Duitsche wandaden op en vervolgt dan Wilson is toen nooit uit menschelijkheidsover- wegingen tusschen beide gekomen. Waarom komt hij nu tusschenbeide om anderen te beletten misdadigers te straffen Het blad komt tot de slotsom dat Wilson een ernstige fout heeft be gaan. DE DEPORTATIES IN BELGIË. De „Nordd." schrijft onder den titel Belgische werkloozen in Duitschland In de Entente-pers en de door onze te genstanders gebruikte bladen in de neu trale landen zoekt men voortdurend den indruk te verwekken, dat bij de keuze van de voor deportatie naar Duitschland in aanmerking komende Belgische werk loozen onoordeelkundig opgetreden is. Bij een zoo breeden maatregel is niet te vermijden, dat nu en dan een ver gissing voorkomt. De betrokken autori teiten echter hebben het zich tot plicht geacht alle klachten grondig en nauw keurig te onderzoeken. Alle klachten, die als gerechtvaardigd erkend moesten worden, zijn ter harte genomen. De in aanmerking komende personen zijn zon der uitzondering onmiddellijk en met de aan hun positie toekomende onderschei ding naar België teruggevoerd. DE „U 46" IN DEN GROND GEBOOR D Volgens te Berlijn ingekomen berich ten, moet de Duitsche duikboot „U 46" door de vijandelijke strijdkrachten ter zee in de Golf van Biscaye tot zinken gebracht zijn. Een officieel rapport is te Berlijn nog niet ontvangen. DE ENGELSCHE TROONREDE. De troonrede, waarmede gisteren het parlement is verdaagd, luidde als volgt At de maanden, die er zijn verloopén sedert ik u het laatst heb toegesproken, hebben onze vloot en ons leger, in sa menwerking met die van onze dappere en trouwe bondgenooten, door hun on veranderlijke waakzaamheid en ontem- baren moed het hooge vertrouwen ge rechtvaardigd dat ik in hen had gesteld. Ik vertrouw, dat, hoe lang de strijd ook moge duren, hun inspanning, ge steund door het onbuigzame besluit van al mijn onderdanen in het geheele Rijk, ten slotte zegevierend het doel zal be reiken waarvoor ik in den oorlog ben gegaan. Mijn regeering is hervormd met het enkele doel om dat doel onveranderd en onverkort te bevorderen. Mijne Heeren van het Lagerhuis ik dank u voor de'onbekrompen mildheid, waarmede gij in den oorlogslast blijft voorzien. De krachtige voortzetting van den oorlog moet ons eenig streven zijn tot dat' wij de rechten die onze vijanden zoo onmeedoogend hebben geschonden hebben hersteld en de veiligheid van Europa op een vasten grondslag hebben gevestigd. In deze heilige zaak, ben ik overtuigd van den vereenden steun van al mijn volken. Ik bid God Almachtig ons Zijn zegen te schenken. HET DUITSCHE VELDTOCHTSPLAN. In de „Revue de Paris'' geeft Joseph Reinach een interessante beschrijving van de gebeurtenissen tot aan den slag aan de Marne. Er zullen jaren voorbijgaan eer het volle licht kan vallen op alle fac toren en omstandigheden, waaronder de slag aan de Marne werd geleverd. Het zal vooral in Duitschland zijn, dat dit licht moeilijk kan worden ontstoken, daar de Duitsche generale staf er nooit in zal kunnen berusten dat de nederlaag een Duitsche was. Voor de Duitschers, die een blind vertrouwen hebben in den generaien staf, was de slag, die een defiriitieven ommekeer bracht in de grootsch opgezette Duitsche strategische berekeningen, niets anders dan een in cident. in de Revue de Paris, heeft Jo seph Reinach een zeer merkwaardige Duitsche lezing van den slag gegeven, naar een geschrift, dat in Januari 1916 in Berlijn werd gepubliceerd, maar dat op bevel uit de circulatie werd terug genomen. Het is een anoniem geschrift, maar de schrijver is klaarblijkelijk iemand van verdienste en een ooggetuige een officier van den staf van von Moltke of van Kluck. Volgens dat geschrift was het plan van den Duitsch generaien staf diteen strikt defensief tusschen de Zwitsersche grens en den Donon een defensief offensief, volgens de formule van von Moltke, tusschen den Donon en Verduneen krachtig offensief van de eerste vier legers, die uitgaande van de basis Thionville-Aken, in Frankrijk zou den doordringen over Luxemburg en België, om vervolgens te trachten den rechtervleugel meer en meer naar de zee uit te strekken. In den grooten boog, die over Brus sel, Valenciennes, Coinpiegne, Meaux oostwaarts van Parijs liep, zouden de Fransche legers over de Aisne, de Marne en zelfs misschien over de Seine wor den teruggeworpen om eventueel ten zuiden van Fontainebleau te worden overvleugeld en eindelijk geheel te wor den opgerold. Dit plan had eind September 1914 uitgevoerd moeten zijn, op zulk een wijze, dat een groot aantal legercorpsen konden worden vrijgemaakt om op Rus land te worden geworpen. Joseph Reinach doet opmerken, dat uit dit plan zou moeten volgen, dat Moltke van den eersten dag af besloten had Parijs in te nemen, maar voorloo- pig den tegenstander buiten gevecht te stellen. Een dergelijke verklaring dient om op eclatante wijze von Kluck en von Moltke van eenig verwijt vrij te pleiten. Maar in volmaakte tegenspraak daarmee is het algemeen heerschende geloof in Duitschland in Augustus 1914, dat de keizerlijke legers Parijs als eerste doel hadden. Personen die het weten kunnen, hebben verzekerd, dat de Duit sche aanvoerders, den dag na den slag aan de grenzen, aarzelden tusschen den marsch naar Parijs en het optrekken tegen de legers van Joffre. De keizer moet zich sterk hebben uitgesproken voor een marsch op Parijs, maar von Moltke zou volgens het plan Parijs den 2den September hebben moeten nemen en den 4den Septem ber zwenkte het Duitsche leger, Parijs rechts latende liggen, naar het Zuiden. Hoewel in het geschrift het totaal overzicht van den slag aan de Marne wordt gegeven op een onvolledige en dikwijls onjuiste wijze, moet schrijver het mis lukken van von Moltke's plan toegeven dat bestond in het overhoop gooien van het Fransche leger reeds bij den eersten schok, iater ontwrichten daar van. Wat de motieven betreft die Moltke deden besluiten het Duitsche front naar het noorden terug te nemen, er waren er vijfde vermoeienis der legers van den rechtervleugel en van het centrum de middelmatige voorziening in voe dingsmiddelen en in ammunitie de voor de Duitsche berekeningen te langen weerstand, door Luik, Namen en Mau- beuge geboden de onvoorziene aftocht van het Belgische leger uit Antwerpen, dat samen viel met den slag aan de Marnê, en dat daar verschillende Duit sche legercorpsen vasthield en eindelijk de noodzakelijkheid waarin men ge plaatst was, sedert eind Augustus 1914, om naar de oostelijke grenzen vap het rijk eenige legercorpsen van de legers van het westelijk front te transportee ren omdat de Oostenrijkers geen stand konden houden tegenover den geweldi gen Russischen opmarsch en omdat de Russische legers Oost-Pruisen begonnen binnen te rukken. Zooals Joseph Reinach het zeer juist zegt was het Duitsche plan een „klok- werk" („horaire") alles was er in be rekend op de minuut van de Duitsche grens bij Aken tot het dal van de Oise in een étappe van zes dagen. Nu, de doortocht door België heeft zestien da gen geduurd. De weerstand der Beigen heeft dus de aankomst der keizerlijke legers aan de Fransche grenzen met volle tien dagen vertraagd, op acht dag- marschen van de vooruitgeschoven for ten van Parijs. Het „uurwerk" liep fout. Gister kwam een Duitsch deserteur, versierd met het ijzeren kruis te en 2e klasse, bij Losser over de grens. Af komstig van het Roemeensche front was hij n^i met eenige dagen verlof thuis. Ook kwam een Duitsch deserteur, gehuwd en vader van 3 kinderen in ellendigen toestand over de grens. Hoe wel geregeld aan het front, was de man die aan den Yser geruimen tijd tot aan het middel in het water had gestaan, lijdende aan tubercnlose, terwijl boven dien van eene hand de vingers geheel stijf waren. Te Sittard zijn weder 'vier uit Duit sche krijgsgevangenschap ontvluchte Russen over de grenzen gekomen. Yoor de eerste maal was hierbij een officier, die tegelijk met de andere manschappen was ontvlucht, Een hunner was een Poolsche Rus. Nog zijn twee Russische krijgsgevan genen over de grens gekomen. Te Delden zijn twee Russische krijgs gevangenen aangekomen. Een bewoonster van een der straten buiten de Muiderpoort te Amsterdam ging dezer dagen naar een vriendin, wonende in de buurt buiten de Haar lemmerpoort, om deze te helpen met huiselijke werkzaamheden. Met het oog op de vele insluipingen in de Muider- poortbuurt sioot zij haar woning goed af en verzekerde zij de buitendeur zelfs met een hangslot. Toen zij 's avonds terug kwam waren alle sloten nog in orde niettemin waren uit haar woning verschillende gouden sieraden gestolen. Wat bleek? De vriendin uit de Haar lemmerbuurt had de sleutels uit haar tasch genomen, was er mee naar de Muiderpoortbuurt gegaan, had de sloten geopend, de sieraden gestolen, en ver volgens alles weer netjes op slot ge daan. De sieraden had zij beleend terugkomende had zij de sleutels weer in de tasch van de andere juffrouw geborgen. Te Gouda is gisternacht inbraak gepleegd bij de firma T. Vermeij, bak-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 6