DE OORLOG.
GEMENGD NIEUWS
schenken, zie, dan gaan mijn gedachten
steeds naar 't eigen land en gevoel ik
de Kerststemming, soms even maar,
doch ik gevoel ze toch. En 't is me of
ik de klokken onzer steden hoor, lui
dend in den nacht. juist te midder
nacht, twaalf ktokken, die het als uit
jubelden „De Kerstnacht is geko
men." En 't is me of ik in het bosch
van Rumbeke sta, waar we onzen
Kerstboom gingen halen, of ik als kind
nog, om den Kerstboom zit in een lo
kaal van 't nu zoo lijdende Roussela-
re... Of ik ben den avond voor den
hoogdag bij onzen boer., en ik rjek
den geur der gele wafelen, die Doka
bakte op de gloeiende stoof... en ik
hoor 't liedeke van drie zangers, die
met hun sterre binnenkomen... En ik
zie in 't wijde land de zwevende lich
tjes van de lantaarns, waarmee het
buitenvolk zich licht óp de modderige
wegén bij 't opgaan naar de midder-
nachtmis in 't kerkje waar de koster
,,'t Stalleke van Bethleëm" heeft gereed
gezet.
'k Voel de Kerststemming van 't
steeds zoo eigenaardige Brugge, van
't oude Veurne, waarrond in vijftig
dorpen de klokken beieren.
Bedriegelijke stemming nu... herin
nering slechts... Het is geen vrede nog
in België.
De Kerststemming. Gisteren nog
vertelde me iemand, die 't veege land
was ontvlucht, hoe op zijn dorp de
menschen 's avonds in doeken en de
kens gewikkeld want kolen om de
kachel te stoken ontbreken in de
donkere kamer licht hadden ze niet
hongerig 't voedsel is schaarsch
den toch al vroegen stond afwach
ten om ter ruste te gaan.
En denk aan onrust om gedeporteer
de vaders, zonen en broederen, aan
rouw om gesneuvelden, aan onzeker
heid om verdwenenen en afwezigen, en
ge hebt de Kerststemming in 't vader
land.
Het woord „Vrede" is de wereld in-
geslingerd...
En er kwam een glans op het gelaat
en een geflikker in de doffe oogen
men zag" meer veerkracht in den gang.
men sprak levendiger. Plots laaide de
hoop op, de heerlijke hoop.
O, we wisten en het voelden het, 't
was nog stechts het woord... De vrede
zou niet komen, bliksemsnel, zooals de
oorlog kwam...
Zoo was het onder de Belgen in 't
bezette land, onder de Belgen in den
vreemde...
Er was hoop en er was twijfel...
Er werd geredeneerd... 't Is geen uit
strekken der handen naar een redplank,
als een drenkeling doet, die den dood
needs ziet...
En die kalmte naast de eerste ont
roering werd hier niet door allen be
grepen: Zoo tenminste verklaar ik de
vraag, van tal van Nederlanders
„Wenscht gij Belgen dan niet den
vrede
Of wij den vrede wenschen
Vrede Op 4 Augustus begon voor
ons land den oorlog. We vingen den
eersten stoot op. 'k Herinner me nog
zoo levendig den nacht der mobilisa
tie.. Een stille nacht'van den zomer,
met sterregeflonker Op de velden de
rust na het zware oogstwerk van den
dag. Een nacht met belofte op schoon
weder voor den volgenden werkdag.
'k Werd gewekt door geklop tegen
over mijn woning 'k Hoor nog een amb
tenaar van ons gemeentebestuur zeg
gen tot een vrouw die verschrikt uit het
bovenvenster leunde „Het binnenroe-
pingsbevel van uw zoon. Met den trein
van half zes vertrekken". En ik hoor
ook nog die moeder klagen „Maar
'ten is toch nooit geen waar I"
Die moeder vertolkte ons aller ge
voelens. België oorlog maatregelen
voor oorlog het kon niet
Maar we werden er, ondanks onze
hoop, ondanks onze gebeden, toch in
gesleurd.
O, dien 4den Augustus België in
oorlog Welnu den 5en reeds hoopten
we op een spoedigen vrede
Helaas, de weken werden maanden
en de maanden jaren. De oorlog bleef
duren... Of wij vrede wenschen.
Vrede Terugkeeren naar huis I Wij
kennen Ook onze eigen huiskamer met
onze eigen meubelenons eigen aan
trekkelijk leven Die kamer terugvin
den... En terug onze familieleden, onze
vrienden, onzen arbeid...
Vrede. Wij denken aan onze solda
ten in de loopgraven. Velen vragen
zich reeds twee jaar af, of hun moeder
en vader, hun vrouw en kinderen nog
leven of ze geen ellende lijden. want
in die twee jaar vernamen ze niets van
hen... stelt liet u eens voör, Nederland-
sche vaders en moeders, Nederlandsche
vrouwen I Of wij wenschten, dat er aan
die onzekerheid een einde kwam.
O, kon ik u die brieven toonen, welke
ik ontvang van het front... dij beden
om nieuws, waarop ik toch meestal
antwoorden moet met woorden van
troost, maar zonder stellig nieuws...
Vrede Of wij wenschen het oude,
goede leven, de vereeniging van uiteen
geslagen gezinnen en familie, het her
stel van nijverheid en handel, het ein
digen van België's lijden. Vrede
Het woord is de wereld ingeslingerd
en ik kan u verzekeren, dat duizenden
Belgen niet slapen konden van innig
verlangen verwezenlijkt te zien, wat ze
reeds twee jaren wenschen
Vrede., hét licht onpr oogen.. de
klop onzer harten, 't middelpunt onzer
verlangens...
En Nederlanders zouden ons vragen
of wij,den vrede niet wenschen
Zijn' er misschien heethoofden, die
als dwazen over den oorlog redenee
ren en anderen voor hen laten vech
ten och, reken hen niet tot vertegen
woordigers van 't gevoelen der Beigen.
Vergeef het hun. Ze weten niet wat ze
zeggen. Wij, Belgen, in 't algemeen,
wij wéten wat oorlog is. Geloof het vrij,
hier te Vlissingen ook vertoeven tand-
genooten, die niet altijd spreken van
hetgeen hen beroert. maar die den
dood voor oogen zagen, die met de
handen omhoog tegen den muur ston
den en nauwelijks een fusillade ont
kwamen. Er zijn er, die arm geworden
zijn, die een zoon, een man, een broe
der, in den strijd verloren. Er zijn er
veel, die weten wat oorlog beteekent.
Persoonlijk hebben we 't ook gezien
en gevoeld en ervaren, al achten we 't
niet noodig, dat alles nader te vertellen.
Maar laat ik het u toeroepen België
smacht naar den vrede, België, dat ge
marteld werd, dat nog den druk ge
voelt, dat den lijdensbeker tot den bo
dem ledigen moet.
Mdar wat is vrede
Ik zeg mijn meening openhartig. Wij
Belgen, willen veel schadevergoeding
laten vallen, om de natie een nieuwen
winter van lijden en ontbering, waar
van de sporen een gansch geslacht
zullen merkbaar zijn, te besparen. Haat
is niet onze drijfveerVeeleer voelen
we de ontzetting van dezen tijd...
Wij haken naar den stond, waarop
de soldaten weer vreedzame burgers
worden, echtgenooten en vaders, zor.en
en broeders..., rustige arbeiders.
Maar wat is vrede Duitschland
spreekt van vrede, van naastenliefde,
van 't einde dezer ellende en slach
ting... En Duitschland gaat intusschen
voort tegen alle recht en conventie's in
onze broederen naar zijn land te sle
pen, of erger nog, naar Zijn frontzonen,
om er Belgen te dwingen wapens te
smeden tegen eigen zonen en broede-
ren... Eiken dag vernemen we hierover
berichten uit België, berichten, die we
gaarne aan elk onpartijdig onderzoek
willen onderwerpen...
Vrede... En ons land wordt meer en
meer uitgemergeld, uitgezogen... neen
't woord is niet te streng.
Vrede... En we weten het nu, geen
voorstellen. Een uitnoodiging tot een
bespreking. En ik vraag het, elk recht
geaard Nederlander, is dat niet het
hoofd in een strop steken
In Augustus 1914, vertrouwden wij
op tractaten, op onze goede buurschap
met Duitschland, wiens zonen we
steeds als eigen landgenooten behan
delden. Persoonlijk kan ik dat getuigen:
ik heb op leergangen veel Duitschers
als leerlingen gehad, die kosteloos de
lessen ontvingen, gelijk Belgen. In on
zen huiskring hebben wij Duitschers
ontvangen zooals we vrienden bejegen
den... En in Augustus 1914 stonden ze
als vijanden tegenöVer ons. Nog altijd
vragen we met welk recht schond
Duitschland de verdragen met België,
en maakte het ons land tot een basis
voor zijn krijg
Reeds den vijfden dag na de bekende
Duitsche proclamatie verraste ons een
persbericht uit Havre met de tijding,
dat onze regeering de voorstellen ver
worpen had. Wij moeten tegen derge
lijke berichten waarschuwen. Komen zij
uit kringen, die ons land willen drijven
naar het groot-mogendheid spelen
Onze regeering heeft niet voor alle an
dere landen zoo'n woord gesproken.
Onze regeering is trouw aan 't begin
sel, dat wij steeds eerden neutraal
land, nu geschonden, in den oorlog ge
sleurd. Wij staan anders tegenover
Duitschland, dan de geallieerden wij
staan als overrompelde, verraderlijk be-
sprongen natie, wier neutraliteit door
de mogendheden gewaarborgd werd.
België kan geen afzonderlijken vrede
sluiten, maar wil het ook niet. Onwan
kelbaar is het vertrouwen in de regee
ring en in de bondgenooten, die als
oorlogsdoel de vrijheid van ons land
hebben genoemd. Wij zijn tevreden, dat
de voorstellen niet klakkeloos verwor
pen zijn, maar wij begrijpen en erken
nen, dat er van Duitschland andere
waarborgen geëischt moeten worden
dan uitnoodiging tot een conferentie,
tot het sluiten van tractaten.
Wij vooral begrijpen dat, want we
werden het slachtoffer van schending
der tractaten.
En op de hoogte van den toestand
der Duitschers in België, een van hun
basissen, voelen we ook hoe onwaar die
schetterende toon van „overwinnaars"
is.
Beloften Hie zouden we nog op be
loften vertrouwen 4 .Augustus staat
met bloedige letters id ons geschiede
nisboek. Beloften... Bij de bezetting
verklaarde de eerste gouverneur, dat
't nationaal gevoel niet verloochend
moest worden, en steeds zaten de ge
vangenissen vol met burgers, die hun
vaderlandsch gevoel uitten of deze wer
den in massa naar Duitschland geleid.
Activisten vielen in den strik van de
Gentsche universiteit en den dag dat
de universiteit geopend en, volgens de
Duitschers, dus met het reddingswerk
van Vlaanderen begonnen werd, ving
te Gent de deportatie aan. Duitschland
predikte met zijn vredesvoorstel de
naastenliefde en ging voort door het
wegvoeren van Belgen rouw te slaan
in duizenden Belgische gezinnen.
Ja, we erkennen ten volle, dat onze
geallieerden waarborgen eischen.
Vertrouwen en hoop, en standvastig
heid, is met weemoed om zooveel ge
vallenen en lijdenden onze Kerststem
ming van 1916.
A. HANS.
DE TOESTAND.
President Wilson mengt zich in de
vredeskwestieNa de afwijzing van het
vredesaanbod der centralen door de En
tente' komt president Wilson met een
nota, waarin hij zijn bemiddeling aan
biedt en de oorlogvoerenden uitnoodigt
hun wederzijdsche doeleinden bekend
te maken opdat men ze met elkaar zou
kunnen vergelijken.
Een deel van de Duitsche pers heeft
in antwoord op Lloyd George's rede
duidelijk verwezen naar een nog scher
pere oorlogvoering, indien het vredes
aanbod zonder meer werd afgewezen.
De kans op een verscherpten duik
bootoorlog die voor de neutralen in
de eerste plaats noodlottig kan worden
heeft vermoedelijk Wilson geprikkeld
om zijnerzijds een waarschuwend woord
te laten hooren. Er komt nog bij dat
Amerika niet tevreden kan zijn met de
rol van boodschaplooper tusschen de
Centralen en de Entente, maar zelf wil
deelnemen aan een eventueele vredes
conferentie. De president wijst er nl. op
dat „de Vereenigde Staten 't allergrootste
belang hebben bij maatregelen welke den
toekomstigen wereldvrede zouden ver
zekeren." Ondersteld dat nu of later
directe vredesonderhandelingen tus
schen de Entente en de Centralen ge
voerd werden. Dan stond Amerika erbui
ten, evenals de kleine neutrale staten.
Die mogelijkheid zal Wilson hebben aan
gespoord om zijn bemiddeling aan te
bieden. De president zou zich gelukkig
achten indien hij persoonlijk het initia
tief tot het polsen van beide partijen
kan nemen.
Een toelichting van Lansing, den Ame-
rikaanschen minister van Buitenland-
sche Zaken, op Wilsons nota zegt„Wij
zelf worden steeds dichter naar den
oorlog gedreven, daarom hebben wij er
het recht toe te weten wat elk der oor
logvoerenden van plan is, om onze ge
dragslijn voor de toekomst vast te
stellen."
De bekentenis dat Amerika in den
oorlog dreigt te worden gesleept, werd
in een nadere verklaring van Lansing,
dat de Vereen. Staten onzijdig wilden
blijven, weer eenigszins verzacht. Op
de New-Yorkscbe effectenmarkt wekte
vooral de verklaring van Lansing groote
sensatie. De verkoopen kregen een om
vang als in 15 jaren niet was voorge
komen.
Wilson's vredespoging heeft in de En-
gelsche en Engelsch-Amerikaansche bla
den groote verontwaardiging gewekt.
Men beschouwt de nota als een aan
hangsel van het Duitsche vredesaanbod.
„Kon de natie, die niet protesteerde
toen de inval in België plaats had, niet
wachten tot het herstel vart België
verzekerd was?" vraagt deNewyork-
sche „Tribune". De „Daily Cron." spreekt
van een ernstige fout die Wilson beging.
De „Times" wijst op het verschil tus
schen Wilson's verrassend optreden en
de goedkeuring der Amerikaansche bla
den van Lloyd George's rede. Het blad
zegt, dat de geallieerden niet naar Wil
son's pleidooi zullen luisteren.
In Duitschland zal men vermoedelijk
accoord gaan met Wilson's vredespo
ging. De Duitsch-Amerikaansche bladen
juichen er over zoo seint Reuter uit
Newyork. Zij beschouwen den stap als
een overwinning van Bernstorff.
Het formeele antwoord der Entente
op het Duitsche vredesaanbod, dat vol
gens Briands verklaring Donderdag zou
verzonden worden, is nog niet bekend
gemaakt.
Het wordt echter hoog tijd, dat de ge
allieerden een duidelijke omschrijving
geven van hun voorwaarden.
DE INDRUK VAN WILSON'S
VREDESSTAP.
De New-Yorksche „Tribune" betreurt
het, dat Wilson op dit oogenblik in
beweging is gekomen, om een gebaar
te maken, hoe heerlijk dat ook bedoeld
moge zijn, om den vrede te bevorderen,
dat er onvermijdelijk toe moet leiden
den toestand ingewikkeld te maken.
Voortaan worden wij (de Vereenigde
Staten) de agenten van Duitschland.
Kon de natie, die niet geprotesteerd
heeft toen de inval in België plaats
had niet wachten tot de bevrijding en
het herstel van België verzekerd waren,
voor zij haar stem verhief 'ten behoeve
van datgene dat achter het Duitsche
vredesvoorstel verborgen ligt.
De „Daily Graphic" wijt Wilson's
nota aan onkunde. Hij heeft, zegt zij,
zelfs nog niet het begin gemaakt met
het begrijpen van de oorzaken van den
oorlog. Blijkbaar heeft hij nooit gehoord
van de schending van België. Wilson
praat als een schoolmeester, die tegen
een troep schooljongens zegt, dat zij
met vechten moeten ophouden, omdat
het lawaai dat zij maken hem hindert.
Hij zou echter beter doen met zich
eerst op de hoogte te stellen, voor hij
begint te praten.
De „Times" zegtHet treffende ver
schil tusschen Wilson's verrassend op
treden en de goedkeuring door de
Amerikaansche pers van Lloyd George's
afwijzing van het Duitsche vredes-aan-
bod doet vermoeden, dat Wilson in
gebreke is gebleven, om de richting
van het beste gedeelte van de openbare
meening in Amerika te begrijpen. Wij
deelen ten volle in Wilson's mensch-
lievende inzichten. Wij vechten er zelfs
voor, maar wij zijn van plan om een
duurzamen vrede te bereiken. Het zou
een misdaad zijn tegenover onze dooden
en tegenover toekomstige geslachten,
om te onderhandelen, wanneer de vijand
poseert als zegenvierend aanvaller.
Daarom kunnen wij naar Wilson's plei- I
dooi niet luisteren.
De „Morning Post" wijst er op dat
de nederlaag van Duitschland de eenige
uitweg is om de veiligheid van Europa
en de rest van de wereld, Amerika in
begrepen, te verzekeren en vraagt aan
Wilson, op welke wijze voorwaarden,
waarvan hij spreekt, geëerbiedigd kunnen
worden, indien Duitschland verkiest ze
te verbreken, zooals het heeft gedaan.
De Europeesche volken zijn besloten
Duitschland te verslaan, evenals de
noordelijke staten in den Amerikaan-
schen burgeroorlog besloten de zuidelijke
te verslaan.
De „Daily Chronicle" schrijftNiets
is er op berekend om het tegenwoor
dige geslacht, niet alleen de Engelschen,
maar ook aan de liberale openbare
meening van westelijk en zuidelijk
Europa, zooveel pijn te doen als Wil
son's r,ota, die in haar strekking een
bijvoegsel op de nota van Berlijn is.
Het blad noemt nog eens alle Duitsche
wandaden op en vervolgt dan Wilson
is toen nooit uit menschelijkheidsover-
wegingen tusschen beide gekomen.
Waarom komt hij nu tusschenbeide om
anderen te beletten misdadigers te
straffen Het blad komt tot de slotsom
dat Wilson een ernstige fout heeft be
gaan.
DE DEPORTATIES IN BELGIË.
De „Nordd." schrijft onder den titel
Belgische werkloozen in Duitschland
In de Entente-pers en de door onze te
genstanders gebruikte bladen in de neu
trale landen zoekt men voortdurend den
indruk te verwekken, dat bij de keuze
van de voor deportatie naar Duitschland
in aanmerking komende Belgische werk
loozen onoordeelkundig opgetreden is.
Bij een zoo breeden maatregel is niet
te vermijden, dat nu en dan een ver
gissing voorkomt. De betrokken autori
teiten echter hebben het zich tot plicht
geacht alle klachten grondig en nauw
keurig te onderzoeken. Alle klachten,
die als gerechtvaardigd erkend moesten
worden, zijn ter harte genomen. De in
aanmerking komende personen zijn zon
der uitzondering onmiddellijk en met de
aan hun positie toekomende onderschei
ding naar België teruggevoerd.
DE „U 46" IN DEN GROND GEBOOR D
Volgens te Berlijn ingekomen berich
ten, moet de Duitsche duikboot „U 46"
door de vijandelijke strijdkrachten ter
zee in de Golf van Biscaye tot zinken
gebracht zijn. Een officieel rapport is
te Berlijn nog niet ontvangen.
DE ENGELSCHE TROONREDE.
De troonrede, waarmede gisteren het
parlement is verdaagd, luidde als volgt
At de maanden, die er zijn verloopén
sedert ik u het laatst heb toegesproken,
hebben onze vloot en ons leger, in sa
menwerking met die van onze dappere
en trouwe bondgenooten, door hun on
veranderlijke waakzaamheid en ontem-
baren moed het hooge vertrouwen ge
rechtvaardigd dat ik in hen had gesteld.
Ik vertrouw, dat, hoe lang de strijd
ook moge duren, hun inspanning, ge
steund door het onbuigzame besluit van
al mijn onderdanen in het geheele Rijk,
ten slotte zegevierend het doel zal be
reiken waarvoor ik in den oorlog ben
gegaan.
Mijn regeering is hervormd met het
enkele doel om dat doel onveranderd
en onverkort te bevorderen.
Mijne Heeren van het Lagerhuis ik
dank u voor de'onbekrompen mildheid,
waarmede gij in den oorlogslast blijft
voorzien.
De krachtige voortzetting van den
oorlog moet ons eenig streven zijn tot
dat' wij de rechten die onze vijanden
zoo onmeedoogend hebben geschonden
hebben hersteld en de veiligheid van
Europa op een vasten grondslag hebben
gevestigd.
In deze heilige zaak, ben ik overtuigd
van den vereenden steun van al mijn
volken.
Ik bid God Almachtig ons Zijn zegen
te schenken.
HET DUITSCHE VELDTOCHTSPLAN.
In de „Revue de Paris'' geeft Joseph
Reinach een interessante beschrijving
van de gebeurtenissen tot aan den slag
aan de Marne. Er zullen jaren voorbijgaan
eer het volle licht kan vallen op alle fac
toren en omstandigheden, waaronder de
slag aan de Marne werd geleverd. Het
zal vooral in Duitschland zijn, dat dit
licht moeilijk kan worden ontstoken,
daar de Duitsche generale staf er nooit
in zal kunnen berusten dat de nederlaag
een Duitsche was. Voor de Duitschers,
die een blind vertrouwen hebben in den
generaien staf, was de slag, die een
defiriitieven ommekeer bracht in de
grootsch opgezette Duitsche strategische
berekeningen, niets anders dan een in
cident. in de Revue de Paris, heeft Jo
seph Reinach een zeer merkwaardige
Duitsche lezing van den slag gegeven,
naar een geschrift, dat in Januari 1916
in Berlijn werd gepubliceerd, maar dat
op bevel uit de circulatie werd terug
genomen. Het is een anoniem geschrift,
maar de schrijver is klaarblijkelijk iemand
van verdienste en een ooggetuige een
officier van den staf van von Moltke of
van Kluck.
Volgens dat geschrift was het plan
van den Duitsch generaien staf diteen
strikt defensief tusschen de Zwitsersche
grens en den Donon een defensief
offensief, volgens de formule van
von Moltke, tusschen den Donon en
Verduneen krachtig offensief van de
eerste vier legers, die uitgaande van de
basis Thionville-Aken, in Frankrijk zou
den doordringen over Luxemburg en
België, om vervolgens te trachten den
rechtervleugel meer en meer naar de
zee uit te strekken.
In den grooten boog, die over Brus
sel, Valenciennes, Coinpiegne, Meaux
oostwaarts van Parijs liep, zouden de
Fransche legers over de Aisne, de Marne
en zelfs misschien over de Seine wor
den teruggeworpen om eventueel ten
zuiden van Fontainebleau te worden
overvleugeld en eindelijk geheel te wor
den opgerold.
Dit plan had eind September 1914
uitgevoerd moeten zijn, op zulk een
wijze, dat een groot aantal legercorpsen
konden worden vrijgemaakt om op Rus
land te worden geworpen.
Joseph Reinach doet opmerken, dat
uit dit plan zou moeten volgen, dat
Moltke van den eersten dag af besloten
had Parijs in te nemen, maar voorloo-
pig den tegenstander buiten gevecht te
stellen. Een dergelijke verklaring dient
om op eclatante wijze von Kluck en
von Moltke van eenig verwijt vrij te
pleiten. Maar in volmaakte tegenspraak
daarmee is het algemeen heerschende
geloof in Duitschland in Augustus 1914,
dat de keizerlijke legers Parijs als eerste
doel hadden. Personen die het weten
kunnen, hebben verzekerd, dat de Duit
sche aanvoerders, den dag na den slag
aan de grenzen, aarzelden tusschen den
marsch naar Parijs en het optrekken
tegen de legers van Joffre.
De keizer moet zich sterk hebben
uitgesproken voor een marsch op Parijs,
maar von Moltke zou volgens het plan
Parijs den 2den September hebben
moeten nemen en den 4den Septem
ber zwenkte het Duitsche leger, Parijs
rechts latende liggen, naar het Zuiden.
Hoewel in het geschrift het totaal
overzicht van den slag aan de Marne wordt
gegeven op een onvolledige en dikwijls
onjuiste wijze, moet schrijver het mis
lukken van von Moltke's plan toegeven
dat bestond in het overhoop gooien
van het Fransche leger reeds bij den
eersten schok, iater ontwrichten daar
van.
Wat de motieven betreft die Moltke
deden besluiten het Duitsche front naar
het noorden terug te nemen, er waren
er vijfde vermoeienis der legers van
den rechtervleugel en van het centrum
de middelmatige voorziening in voe
dingsmiddelen en in ammunitie de voor
de Duitsche berekeningen te langen
weerstand, door Luik, Namen en Mau-
beuge geboden de onvoorziene aftocht
van het Belgische leger uit Antwerpen,
dat samen viel met den slag aan de
Marnê, en dat daar verschillende Duit
sche legercorpsen vasthield en eindelijk
de noodzakelijkheid waarin men ge
plaatst was, sedert eind Augustus 1914,
om naar de oostelijke grenzen vap het
rijk eenige legercorpsen van de legers
van het westelijk front te transportee
ren omdat de Oostenrijkers geen stand
konden houden tegenover den geweldi
gen Russischen opmarsch en omdat de
Russische legers Oost-Pruisen begonnen
binnen te rukken.
Zooals Joseph Reinach het zeer juist
zegt was het Duitsche plan een „klok-
werk" („horaire") alles was er in be
rekend op de minuut van de Duitsche
grens bij Aken tot het dal van de Oise
in een étappe van zes dagen. Nu, de
doortocht door België heeft zestien da
gen geduurd. De weerstand der Beigen
heeft dus de aankomst der keizerlijke
legers aan de Fransche grenzen met
volle tien dagen vertraagd, op acht dag-
marschen van de vooruitgeschoven for
ten van Parijs. Het „uurwerk" liep fout.
Gister kwam een Duitsch deserteur,
versierd met het ijzeren kruis te en 2e
klasse, bij Losser over de grens. Af
komstig van het Roemeensche front
was hij n^i met eenige dagen verlof
thuis.
Ook kwam een Duitsch deserteur,
gehuwd en vader van 3 kinderen in
ellendigen toestand over de grens. Hoe
wel geregeld aan het front, was de man
die aan den Yser geruimen tijd tot aan
het middel in het water had gestaan,
lijdende aan tubercnlose, terwijl boven
dien van eene hand de vingers geheel
stijf waren.
Te Sittard zijn weder 'vier uit Duit
sche krijgsgevangenschap ontvluchte
Russen over de grenzen gekomen. Yoor
de eerste maal was hierbij een officier,
die tegelijk met de andere manschappen
was ontvlucht, Een hunner was een
Poolsche Rus.
Nog zijn twee Russische krijgsgevan
genen over de grens gekomen.
Te Delden zijn twee Russische krijgs
gevangenen aangekomen.
Een bewoonster van een der straten
buiten de Muiderpoort te Amsterdam
ging dezer dagen naar een vriendin,
wonende in de buurt buiten de Haar
lemmerpoort, om deze te helpen met
huiselijke werkzaamheden. Met het oog
op de vele insluipingen in de Muider-
poortbuurt sioot zij haar woning goed
af en verzekerde zij de buitendeur zelfs
met een hangslot. Toen zij 's avonds
terug kwam waren alle sloten nog in
orde niettemin waren uit haar woning
verschillende gouden sieraden gestolen.
Wat bleek? De vriendin uit de Haar
lemmerbuurt had de sleutels uit haar
tasch genomen, was er mee naar de
Muiderpoortbuurt gegaan, had de sloten
geopend, de sieraden gestolen, en ver
volgens alles weer netjes op slot ge
daan. De sieraden had zij beleend
terugkomende had zij de sleutels weer
in de tasch van de andere juffrouw
geborgen.
Te Gouda is gisternacht inbraak
gepleegd bij de firma T. Vermeij, bak-