MAANDAG 11 No. 292 54e Jaargang 1916 (lifgaytFirma F. VAN DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen BINNENLAND FEUILLETON EEN EDEL VKOUWENLEYEN. VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.60. Voor België ƒ2.20 V*of overige landen der Post-Unie ƒ3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. perregeL Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel Be abonné's, in 't bezit eener Aft gulden bij levens- rr r* ft gulden bij dood Qft rt gulden bij, verlies A f gulden bij verlies JAA gulden bij verlies Af gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- BI III lange ongeschikt- 8 J door >{|||l van een hand, B*^B| van II lil van een M*\ van eiken fcerd tegen ongelukken voor: LUUheid tot werken S (/U een ongeluk UUU voet of oog JLvU een duim Ë.UAJ wijsvinger tJV anderen vinger Deze oitkeeringen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Hoil. Alg. Verzek. Bank" tê Schiedam Beschikbaarstelling van levensmiddelen Ingediend is een wetsontwerp om op de Landbouwbegrooting 1917 den vol genden post te brengen Aandeel van liet rijk in de kosten van gemeentebesturen, voortvloeiende uit de beschikbaarstelling van levens middelen tegen verminderde, prijzen, benevens kosten, welke van regeerings- wege worden gemaakt en subsidies, weike worden toegekend, ter uitvoering van maatregelen, genomen in verband met de Distributiewet 1916 en met de levensmiddelenvoorziening in het alge meen, voo/ zoover die kosten of sub sidies niet uit eenig ander artikel der begrooting moeten worden bestreden, 80.000.000. In de memorie van toelichting herin nert de minister er aan, dat hij zoowel bij de mondelinge als bij de schriftelij ke behandeling van het 20-miilioen- ontwerp en het ontwerp Distributiewet 1916 in de beide Kamers er op gewe zen heeft, dat hij niet in staat was aan te geven, of het voor de beschikbaar stelling van levensmiddelen aange vraagde bedrag zou blijken voldoende te zijn. Dit vond zijn grond in drieërlei. Al lereerst toch verkeerde de minister in onzekerheid betreffende den aard en de hoeveelheid der beschikbaar te stellen goederen, waaromtrent de gemeenten, volgens het 20-millioen-ontwerp zelve te beslissen zouden hebben. Ook bestond onzekerheid ten aan zien der vraag, welke verkoopprijzen de gemeenten in het algemeen zouden stellen voor de ingevolge art. 1 der Distributiewet 1916 aangewezen arti kelen. En ten derde was het onzeker, of en in hoeverre het mogelijk zou zijn die uitvoerregelingen te handhaven, waar bij een deel der productie voor de voe ding van het Nederlandsche volk be schikbaar wordt gesteld tegen lagere prijzen dan op de vrije markt konden worden bedongen. leder dezer drie factoren afzonderlijk reeds waren in staat alle gemaakte be rekeningen te doen falen hun geza menlijke invloed op de kosten zou'zelfs niet bij benadering te schatten zijn. Deels tijdens, deels na de behande ling der ontwerpen zijn omtrent 't 3-tal factoren, aanwijzingen verkregen, wel ke het mogelijk maken om, indien geene onvoorziene omstandigheden daarin verandering brengen, met niet te groote onnauwkeurigheid te bepalen, tot wel ke uitgaven de Distributiewet 1916 voor het rijk in 1917 zal leiden. Zoo is allereerst in een bijeenkomst met de besturen der drie grootste ste den, van enkele andere groote steden en mët 't bestuur der Vereeniging van Ne derlandsche Gemeenten, voorloopige overeenstemming bereikt in zake den aard der volgens art. 1 der Distributie wet 1916 verkrijgbaar te stellen arti kelen. Voorts heeft de Minister ingevolge den op voren gemelde bijeenkomst uitgesproken wensch, leiding gegeven bij de vaststelling der verkoopprijzen, (Uittilt Ttriidei.) Bij het binnenkomen van het meisje stond graaf Geza op en met een nauw merkbaren groet trad hij aan een der vensters. Eene uitdrukking van de grootste, levendigste verrassing kwam op het gelaat van de meesteres van 't kasteel. Bij het heldere daglicht toonde zich eerst de zeldzame schoonheid van het jonge meisje, heel de reine, kuische adel, die in hare verschijning lag. Zij had blijkbaar eene veel oudere dame verwacht en was bijna ontsteld bij den aanblik van het meisje. U is Elisabeth Werner vroeg de dame na eene pauze, waarin zij onop houdelijk de voor haar staande opnam. Zwijgend knikte deze. Neem u plaats. De gravin wees op een stoel op eenigen afstand. Juffrouw Schmidt, eene oude be kende van mij, met wie ik onderhan delde, schreef dat u zeven jaar als on derwijzeres in hare inrichting werk zaam was. Zoo is het Excellentie. Ik kan het nauwelijks gelooven. welke de gemeente ontvangt ingevolge art. 3 lid 1 der Distributiewet. Niét alle artikelen, zullen, zooals tot dusver geschiedde, tegen lage prijzen ter beschikking der Nederlandsche be volking kunnen worden gesteld. Met name geldt zulks ten aanzien van var- kensvleesch en spek, door welker be schikbaarstelling in de periode van 27 April 1915 tot II Maart 1916 den Ne- derlandschen consumenten een bedrag van ruim 46.000.000 ten goede is ge komen. De reden, dat van dit artikel niet op den ouden voet met beschikbaarstelling kan worden voortgegaan, is hierin ge legen, dat niet meer op een regelmati- gen normalen uitvoer gerekend kan worden. Zelfs is in de afgeloopen maanden geruimen tijd de uitvoer van varkens en varkensvleesch geheel stop gezet geweest. Dit stopzetten hield ver band zoowel met moeilijkheden van in ternationalen aard als met eene ge vreesde beperking van de fokkerij en mesterij van varkens, als gevolg van den gebrekkigen en onregelmatigen aanvoer van voedergraan, welke op zijn beurt ook weer met gezegde moei lijkheden samenhing. Bij het oplossen dezer moeilijkheden en ten einde verbetering van den aan voer van voedergraan te verkrijgen, zijn door belanghebbenden verplichtin gen aanvaard inzake de richting van een eventueelen uitvoer alsmede ten aanzien der prijzen, bij bepaalden uit voer te ontvangen, waardoor het voor hen ondoenlijk is geworden uit de win sten op export van varkensvleesch en spek de som te vinden, benoodigd voor de beschikbaarstelling dezer artikelen voor binnenlandsch gebruik tegen de tot dusver daarvoor geldende prijzen. Evenzoo zullen de kosten der distribu tie van peulvruchten niet langer door den export kunnen -worden gedragen. Voor een behoorlijk overzicht geeft de minister de volgende recapitulatie van de bedragen, dje de beschikbaar stelling' ingevolge de Distributiewet 1916 van Rijk en gemeenten geduren de het volgend jaar vermoedelijk zal vergen a. ongebuild ta/wemeel ƒ30.000.000 b. rogge 4.500.000 c. aardappelen 6.600.000 d. rundvet 2.000.000 e. spek 150.000 f. varkensvleesch 23.500.000 g. rijst 4.900.000 h. gort 187.500 i. havermout 385.000 j. melk 7.000.000 k. peulvruchten 3.250.000 1. turf 300.000 m. zachte zeep 5.250.000 88.022.500 Van deze bedragen komen 9|10 voor rekening van het Rijk, dus in totaal ƒ79.220.250 of afgerond ƒ80.000.000. De minister voegt hieraan toe, dat zijn ambtgenoot van Financiën slechts zeer noode in de credietaanvrage heeft toegestemd, er o.a. op wijzende, dat de kosten der Distributiewet in één jaar, volgens de bovenstaande raming, vier vijfden eischen van de opbrengst der U is te jong voor een zoo langjarige publieke werkzaamheid. Ik ben vijf-en-twintig jaar, me vrouw de gravin, antwoordde Elisa beth met eenvoudige openhartigheid en naar de begrippen varl uw land noemt men dat stellig een oud meisje. Een zacht lachje gleed over het trot- sche gelaat van de slotvrouw, waar door dit op merkwaardige wijzë schoo ner leek. Ook in ons land veranderen reeds deze begrippen, zei ze toen, en u ziet men uwe vijf-en-twintig jaren, die u zoo laat uitkomen heelemaal niet aan. Maar dit laat zich nu eenmaal niet ver anderen. Hoe ernstig u schijnt, zoo wenscht u zich toch 'niet, terwille van uwe betrekking, rimpels. Het was eene scherts, die over de lippen der gravin gleed, en toch scheen het Elisabeth alsof een ernstige, snelle, verscholen blije naar den zoon gleed. Hoe was uwe reis? Toch goed? vroeg zij foen, plotseling over wat an ders beginnend. In dit jaargetijde en bij zoo'n grooten afstand kan men geen groote eischen stellen. U schijnt zich naar de omstandig heden te richten en dat toonl door gaans een verstandigen, bescheiden zin, antwoordde de gravin, en hoewel dit een compliment was, was toch zoo min de uitdrukking van haar gelaat, dezen zomer gevoteerde verdedigings belastingen over een tijdperk van drie jaren. Het landhuis voor de Koningin. Het „Bouwk. Wbd." verneemt dat aan den heer Falkenburg, architect te'sGra- venhage, werd opgedragen de bouw van een landhuis voor H. At. de Koningin, in de Oostduinen bij Scheveningen. Inlijving militielichting 1917. In hej tijdvak van 1-5 Februari Ï917 zullen van de militielichting 1917 de hierna vermelde groepen van dienst plichtigen worden ingelijfd 1. de dienstplichtigen, toegewezen aan het tweede bataljon van een der regimenten grenadiers, jagers of van een der overige regimenten infanterie, met uitzondering van hen, die in het bezit zijn van het in art. 70 der militie- wet bedoelde bewijs van voorgeoefend heid. Deze laatsten zullen twee maan den later worden ingelijfd 2. de dienstplichtigen toegewezen aan het regiment genietroepen, met uit zondering van hen, die bestemd zijn voor opleiding tot milicien-telegrafist of -telephonist en met uitzondering voorts van de voor den motordienst be stemde personen die niet behooren tot groep 3 3. de dienstplichtigen, toegewezen aan de genie (motordienst) en bestemd voor het eerst in te lijven gedeelte b. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps pontonniers en bestemd voor het eerst in te lijven gedeelte. Voor den verderen duur van de te genwoordige tijdsomstandigheden zal uitstel of verlenging van uitstel van eerste-oefening siechts in zeer beperkte mate worden verleend en alleen om zeer gejvichtige studie- of andere re denen. De kolenschahischte. Naar,.„de Tel." meldt, worden de on derhandelingen met Engeland, over de levering van grootere hoeveelheden ko len, met veel kans op succes voortge zet. Verwacht mag worden, dat binnen kort een grooter aantal schepen voor den aanvoer van kolen zal worden aan gewezen. De „Caledonia" en de „Rio Pardo" opgebracht. Het Wolff-bureau meldt uit Berlijn, dat in den nacht van 8 op 9 December Duitsche oorlogsschepen van de Vlaamsche kust hebben aangehouden het Nederlandsche stoomschip „Cale donia" en het Braziliaansch stoomschip „Rio Pardo" en naar Zeebrugge ge bracht. De „Rio Pardo" was geladen met margarine (600 tons) en andere levens middelen, benevéns eenig stukgoed. Het schip, dat slechts kort in de vaart was, tusschen Rotterdam en Huil, in 935 bruto en 495 netto tons groot en behoort aan de Empreza Brazileira de Nav. te Rio Janeiro. De „Caledonia" is van W, H. Muller Co.'s Algemeene Scheepvaartmaat schappij te Rotterdam, 863 bruto en 543 netto tons groot. De lading bestond ais de toon van hare stem iets warmer of levendiger. Ik denk, het zal u hier bevallen, vervolgde de dame. In den winter is het eentonig, daar men op eigen huis is aangewezen. De zomer stelt echter vol op schadeloos door de grootsche schoonheid eener natuur die haars ge lijke te zoeken heeft eene veelbezochte badplaats is in de nabijheid...De voor waarden kent u waarop u zich verbon den heeft, u is gouvernante, maar ook tegelijk gezelschapsdame. Bij mijne kleine kleinkinderen geeft u het onder wijs, de overige tijd behoort mij. Ik kan mij niet veel alleen bezighouden, daar mijne oogen iets zijn aangedaan uwe taak zal het zijn, mij te verstrooien en op te vroolijken. Ik zal mijn best doen, het vertrou wen der gravin niet te beschamen. in hetzelfde oogenblik klonk voor de deur buiten het geluid van lachende kinderstemmen en de zachte, terecht wijzende stem der Datka. Dat zijn mijne kleinkinderen, zei de gravin. Ze zijn gewoon zich zoo ru moerig aan te dienen, tenminste Tisza, Irma is een stil, kalm kindje. De deur werd opengegooid en een knaap stormde binnen, gevolgd door een klein meisje de Datka stond aan de deur, en haar oude trouwe gelaat scheen te zeggen Ik kan er niets aan doen, dat hij weer zoo wild is. uit stukgoed, meest riianufacturen, ter wijl ook levensmiddelen aan boord wa ren, echter minder dan 50 pet. contra bande, zoodat men wel mag verwach ten, dat dit schip iater zal worden vrij gegeven. Beroepsofficier worden, Met zekerheid kan „deAvondp." thans mededeelen, dat voor reserve-offfcieren onder nader te bepalen voorwaarden de gelegenheid zal worden geopend om bij het korps beroepsofficieren overte gaan. Muziekkorpsen. De opperbevelhebber heeft bepaald dat, in afwijking van zijn eerstgegeven order bij elk depot-bataljon een vrij willig muziekkorps kan worden opge richt, mits niet sterker dan 30 man. in de eerste plaats zullen voor plaatsing bij een muziekkorps in aanmerking moe ten (Vorden gebracht dienstplichtigen, die ongeschikt zijn voor den dienst te velde. Ook bestaat er geen bezwaar dat geschikte militairen daarna z. n. bij een muziekkorps worden geplaatst, mits niet meer dan 5 per bij het bataljon geoefende jaarklassen, en dat de zeker heid bestaat dat deze laatste ook als vechtsoldaat volkomen geschikt blijven. Zij mogen, wanneer hun ploeg naar veldleger (of landweer overgaat z. n. bij de depots verblijven, in dier voege dat deze manschappen niet langer dan zes maanden bij een muziekkorps mo gen staan. Buitenlandsch verlof. De opperbevelhebber heeft bepaald, dat militairen die zich met verlof naar het buitenland begeven, behalve van de aan hen uit te reiken vervoerbewijzen moeten voorzien worden van een ver lofpas, waaruit het hun verleende bui tenlandsch verlof blijkt aan de met de grens-contröle belaste ambtenaren en marechaussees. Om te voorkomen dat aan gene zijde van de grens uit de vervoerbewijzen en verlofpassen .gevolgtrekkingen aangaan de de opstelling van onze weermacht kunnen worden gemaakt, zullen door de verlofgangers beide bescheiden, ook het vervoerbewijs voor de terugreis, worden ingeleverd aan de Nederland sche grenswacht, welke hel laatst op Hollandsch gebied wordt gepasseerd en bij terugkomst weder in ontvangst wor den genomen. Fransche kinderen naar Nederland. Het Centraal Comité te Amsterdam voor de verzorging van Fransche kin deren uit het door de Duitschers be zette gebied, ontving van den minister van buitenlandsche zaken de mededee- ling, dat het Duitsche gezantschap den minister heeft bericht, dat, zoodra de voorgenomen transporten van inwoners van het bedoelde gebied via Zwitser land zullen zijn afgeloopen, zal worden overgegaan tot het naar Nederland zen den van kinderen, hetgeen dan eersttegen midden van Januari zal kunnen plaats hebben. Men is -voornemens de kinderen op eene plaats in het étappegebied bijeen te brengen en hen van daar met spe- Grootmoeder, Bacsikam, dat was een pret, een sneeuwman zoo groot als ikzelf, riep eene heldere jongensstem. De zwarte oogen het lachende gezicht, uitdrukking en beweging, alles aan het kind was vuur en leven. Hij droeg een roodbruin fluweelen pakje met zilveren tressen en snoeren, dat den zwarten kroeskop uitstekend stond. Waar is de vreemde Kisaszony Datka zegt... ah, daar is zij immers, viel hij zichzélf in de rede en nu stond hij voor de slanke meisjesgestalte .en keek schuw tot haar op. Zij nam zijne hand en sprak hem vriendelijk toe, en weldra gelukte het haar, de eerste be vangenheid te doen wijken en hem ver trouwelijk en spraakzaam te doen wor den. Als je mijne tante wilt wezen, zei de kleine in slecht, gebroken Duitsch, dan zal ik je het paard laten zien, dat de Basci mij heeft medegebracht. Het heeft een grooten kop maar geen oogen, en ais ik hot, hot roep en met de zweep dreig, wil het zich niet van de plaats bewegen. Dan heb ik de paar den in den stal toch liever, die vreten mij zelfs uit de hand. Ook een prenten boek heeft de Basci mij medegenomen, en daar is eene vrouw met vleugels in en die heeft net zulk haar als jij. Bacsikan kijk de Kisaszony eens aan, ziet zij er niet net zoo uit, als de vrouw in dat boek en reeds was de levendige ciaie treinen naar Nederland te doen vertrekken. De kinderen zullen worden vervoerd met door de Duitsche regee ring ter beschikking gestelde wagens, welke te Esschen door Nederlandsche locomotieven en Nederlandsch personeel zullen worden overgenomen. De Justitie en „De Toekomst." De „Amsterdammer," Weekblad voor Nederland," deelt de dagvaarding mee, waarbij G. A. M., boekhouder te 's Gra- venhage, wordt gedagvaard voor de Haagsche rechtbank om daar op 14 December a.s, terecht te staan wegens het wegnemen, met het oogmerk zich die stukken toe te eigenen, van een brief van consul Cremer aan „de Toe komst," een van den heer J. Stroeve Bzn. aan prof. Sleeswijk en de „Nieuwe Uitgevers Maatschappij", waarbij aan dezen namens mr. R. F. baron van Heeckeren van Wassenaar eene som van f20.252,91 werd toegezonden, een niet onderteekende rekening en verantwoor ding van de hand van L. H. Reichmann, een papiertje met becijferingen, drie kladbrieven van de hand van prof. Sleeswijk, drie concept-contracten tus schen de heeren Reichmann, den raad van bestuur van de N. Uitgeversmaat schappij, de heeren Sleeswijk, Van Vredenburch, over recht van uitgave van „De Toekomst," aandeelen in de Uitgeversmaatschappij enz. Subsidiair is ten laste gelegd toeëigening van stuk ken, die de beklaagde in qualiteit onder zich had, en het bekendmaken dezer stukken, die hij als werkzaam bij ge melde vennootschap verplicht was ge heim te houden. In een stukje over „de Justitie en de Toekomst" acht prof. Van Hamel het mogelijk, dat de Nederlandsche justitie „het bedenkelijk bedrijf van „de Toe komst" zooveel mogelijk aan een open baar onderzoek (wil) onderwerpen", maar hij veronderstelt dit nietdan had men ook een vervolging kunnen instellen wegens overtreding van art. 100 W. v. S. tegen de heeren Sleeswijk, Van Vre denburch enz. Anders ziet prof. v. Ha mel in deze vervolging een gelegenheid voor deze heeren om wraak te nemen wegens de gedane indiscretie en een slachtoffer te maken. Na eene herinnering aan de wijze van optreden van „de Toekomst", vraagt de schrijver„Maar zou dan, terwijl de heeren zelf ongemoeid blijven rondloo- pen, het éénige wat de Nederlandsche rechtspleging in dezen te doen kan vinden, dit zijn„iemand voor den rechter te brengen, omdat hij de bewijs stukken van dit geknoei uit heeft ge bracht Zeeuwsch -Vlaanderen. I. Men schrijft ons van Belgische zijde Van Belgische zijde over Zeeuwsch- Vlaanderen schrijven, hier aan den oever van de Schelde zelf, is het niet gewaagd Er is al veel over geschreven en ge sproken, veel over getwist en voorat veel over gebazeld. En toch lokt het onderwerp nie aan. knaap bij de graaf en greep diens hand, alsof hij hem naar Elisabeth wou bren gen om haar van nabij te bezien. Een donkere gloed vloog over het baardige gelaat van den ritmeester, en om dien te verbergen, pakte hij Tisza en zwaaide hem eenige malen hoog bo ven zijn hoofd daarna zette hij hem op den grond en ging in de aangrenzende kamer waarvan hij de deur half open liet. Heb jij ook speelgoed vroeg Eli sabeth en boog zich naar de kleine over, die een stil, schuw kind bleek te zijn. Ik heb eene pop, een mooie, lieve pop, zei het kind en hief de oogen op, waarin een zeldzaam droeve blik lag, maar Tisza heeft haar geslagen en in de koude kamer opgesloten. En waarom Hij wou haar laten rijden en zij is van het bruine paard gevallen, dat de Basci hem gebracht heeft. Toen heeft hij haar hard geslagen en in de koude kamer opgesloten, o, mijne arme pop. Tranen stonden in de oogen van liet zachte kind. Dan gaan wij naar boven en ma ken haar weer vrij. Wij leggen haar in het bedje, dan wordt zij weer warm, zei Elisabeth eh streek liefkoozend over het hoofd van het kind. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1