Eerste Blad. Het leven van Nelje lal IT Co. :steijH No. 279 54e Jaargang 19Ï6 ekbanic. E. Pandbrie- n stukken 500.en ringen ver- ftUfJR sapkamer(s) cent per 2/4 cent stuk. nsstijfsel. Vfagazijn LjNDË" Sigaretten QUASTERS aapkamer TgasT i-oedkoop rensch Firma F. VAN OF VELDE Ir., Kleine iarkl 58, Vlissingen. Teleloon Interc. 10 25 3^JOVESMBESR Verschijnt dagelijks, uitgezonderd sp Zondag en algemeen erkende Christelijke leestdagen Slt nummei bestantiiitZHen EuMl en Vsibiim. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad -J Ihelminastraat december a.s. VENHUIS, in de Pj- letters P. K. Bureau ant." ime gemeub. rieven no. 4555, bur. ant". rijgbaar bij 3rooteMarkt6 eefd aan voor de rpahklng voor Sint Nicolaas. jogachtend, gd voor een gezin' nette Brieven letters C B- sche Courant". 1 voor ZEVEN? GAS. loop. ij^on wanneer f 2 per maandt het Matfaziji» toorwerkzaamhedtro „Vliss. Courant." VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels 0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6l4 ct. per regel Peabonné's, in't bezit éener ftft ft ft gulden bij levens- n gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies J ft gulden bij verlies 4 ft ft gulden bij verlies ft P* gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- Jr 11| J11 lange ongeschikt- ft fi door -«l||| van een hand, gftlg van BI III van een J* ft van eiken kerd tegen ongelukken voortU U 1,1 heid tot werken %#\3 een ongeluk UUv voet of oog JLCpw een duim wijsvinger anderen vinger Here ultkeeringën worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holt. fllg. Verzek. Bank" të Schiedam Er is in den laatsten tijd eenige beroering waarneembaar, zoowel in als buiten ons parlement, hetgeen voor een ieder, die niet hoorende doof of ziende blind is, als een ern stig teeken des tijds valt te beschou- weiCDubbel ernstig, want het tijds gewricht laat geen enkele natie, ook de onze niet, ongemoe'id, en elk oogenblik rijzen vraagstukken op van overwegend belangrijken aard voor volk en regeering, omtrent welker oplossing men zich in geen enkel opzicht kan verlaten op vroeger op gedane ervaring. Immers deze tijden zijn zóó' zeer verschillend van hitgeen ooit ter wereld werd aanschouwd, de reusachtige worsteling waarin een groot deel der volken een strijd op leven én dood te strijden heeft, heeft dermate nooit geziene verhoudingen aangenomen, dat het waarlijk niet te verwonderen is, hoe schier eiken dag nieuwe, nimmer te voren bestaan hebbende problemen aan de orde worden gesteld, van wier oplossing het heil van menig volk afhankelijk is, voor zijn naaste, zoo,goed als voor zijn verdere toekomst. Men ziet dan ook regeeringen en volken in taj van landen, geheel doordrongen afe zij zijn van het ontzaggelijk ernstig tijdsgewricht, in nauweren samenhang en eensgezindheid de taak naar kracht en naar geweten, zoo goed mogelijk volbrengen, die hun werd opgelegd. Onder het vele onverwachte, dat deze wereldoorlog aan de'verbaasde menschheid toonde, behoort óók ge noemd te worden de groote eenstem migheid geringe verschillen daar gelaten waarmede de parlemen ten samen voelen, zoowel in het kamp der midden-Europeesche naties als in dat der Entente-volken. Ook in ons land is dit het geval geweestook hier heeft het volk in de bange uren, die de loop der wereldgeschiedenis van het laatste tweetal jaren evenzeer voor Neder land medebracht, getoond ten volle te waardeeren en te steunen de macht eener regeering, die het zijn volledig vertrouwen schonk, het ge zag eener volksvertegenwoordiging, die het eenmaal volgens den uitge sproken wil der natie, gekozen heeft. Regeering, volksvertegenwoordiging en natie hebben daarbij getoond, in door M. C. VAN DEN ENDE. 27.) o De voor de Qeestlanders buitenge wone gebeurtenis, om een keuze, en wel een dubbele keuze, daaruit te doen werd veel besproken, dag aan dag. De dorpers waren niet verwend zelden hadden zij gewichtige beslissingen te nemen. En 't vergeven van 't predi kantsambt of de betrekkingen bij 't on derwijs kwam zeldzamer voor dan 't voltrekken van een huwelijk of 't ter aarde bestellen eener afgestorvene. 'n 't samenstellen van een voor dracht, raadpleegde men gaarne den fieachten heer Mat, en aan zijn advie zen werd groote waarde gehecht. On derwijl ieder 't dus druk had met de aangename zorg voor 't welzijn der jeugd, was Mat rustig bezig zijn af gebreide kous af te hechten. Zijn eer schreef hem voor*,' dat zijn opvolger zich nergens over te beklagen zou heb- en dat alles zich in goede orde be- ®nd ais |,jj t,eve| overgaf en zjjn chip verliet. Staten, lijsten en regis- rs, werden bijgewerkt. Uit die zorg keurig schrift, dat voor model eendracht sterk, ook een en hetzelfde besef te bezitten, van de waarde dier eendrachtigheid. En dat heeft Ne derland door vele moeilijke oogen- blikken veilig heen geholpen. Toch kan noch mag het worden ontkend, dat in den laatsten tijd vooral, daarin een zekere keer gekomen is, en dat het velen in den lande wil voorko men, alsof de regeering lang niet immer zoo doeltreffend regeert als de omstandigheden dit eischen en ook velen meenen, dat niet minder de volksvertegenwoordiging al te zeer voorbijziet den ernst van het oogen blik, hetwelk geheel haar aandacht vraagt. Het verdriet dan ook niet weinig warme vaderlanders te ervaren, hoe de nooden der bevolking op zoo velerlei gebied blijven voortbestaan, ja nog toenemen, zonder dat de re geering, daartoe door de volksverte genwoordiging aangezet, deze noo den weet te beperken. Ons parlement, zeggen zij, werkt gestadig en veel, maar niet in de juiste richtingzij gaat paden op die goed zijn te be wandelen in vollen vredestijd zij verdiept zich in een politiek tournooi over allerlei wetten, die op zich zelf uiterst belangrijk zijn, maar welker belang toch niet op ééne lijn te stellen is, met de groote nog steeds onop geloste vraagstukken eener kwijnende volkswelvaart, in verband met den wereldoorlog om ons henen. De „Heeren in den Haag" meent men, doen te zeer alsof er geen vreeselijkste aller krijgen op dit oogcfiblik ons werelddeel bezoekt, alsof niet heden of morgen ook ons kan overkomen, wat zoovele kleine naties in dien strijd al reeds over komen is. Daarbij de snel stijgende belastingen, de toenemende duurte van het levensonderhoud, de steeds luider wordende eischen om salaris- verhooging van het groote ambtena ren-leger, om loonsverhooging van het nog zooveel grooter leger onzer arbeiders, de gaandeweg aan te on voldoend voedsel lijdende bevolking, het naderend schrikleed eener in zijn breede lagen ondervoede en derhalve in den strijd des levens verzwakte natie, dat alles, en nog zooveel meer maakt te weinig deel uit der dagelijksche parlementaire beraadsla gingen. En kort geleden men heeft het in ons Kameroverzicht kunnen lezen is, wat een groot deel der bevolking in zijn vertegenwoordiging op het oogenblik laakt, in het par lement tot uiting gekomen. Dat heeft, toen een heel kabaal in de Kamer veroorzaakt, waarvan de naklank thans nog niet verklonken is, al heeft de afgevaardigde, die de kat de bel durfde aanhangen, 's anderendaags kon dienen, bleek, dat hij een man was van nauwgezette plichtsbetrachting en stipte opvattingen. Gewis zou men in den eenvoudigen, degelijken man, met zijn eerlijk trouw hart en correcte houding in 't open bare leven een groot verlies lijden. Moeilijk ook zou iemand in zijn plaats te vinden zijn, die beter den weg tot het kinderhart kende dan den vriendelijken, welbeminden ouden heer. Mat zelf was vervuld met weemoe dige vreugde bij de ophanden zijnde scheiding van zijn school. Beteekende 't leggen zijner taak op jonger schou ders en 't nemen van welverdiende rust niet het afstand doen van een werk zaam leven en 't kalm afwachten van den dood Bij 't bekend worden van de dub bele voordracht, sloegen de dorpers van verbazing de handen in elkander. Op eik drietal stond no. 1 geplaatst iemand afkftmstig uit Geestland zelf. Velen trokken spottend de schouders op bij 't noemen van Nico Oven's naam. Wat? Zou men de opvoeding van zijn kinderen moeten toevertrouwen aan zoo'n zotskop Wie kende dien blufferigen, onbeduidenden kwant niet van vroeger Anderen verschilden 'van meening. Een profeet is niet ongeëerd dan in zijn eigen vaderland. Hij, Nico Oven, was dicht bij de dertig, en dus geen kwa jongen meer. Hij had de gelegenheid, volledig amende honorable gemaakt, voor zoover de regeering en de volks vertegenwoordigers in zijn woorden iets opzettelijk grievends meenden te zien. Echter noch met kabaal eener- zijds, noch met verontschuldigings aanbieding anderzijds, is de zaak waar het om ging gebaat geworden, of verholpen. En deze zaak is, dat inderdaad de regeering het verwijt van het volk al te zeer geheel buiten belangrijke kwesties te laten niet ont gaan kan, kwesties en wij denken hier aan het gebeurde met de „Ko ningin Regentes" die nu eens op dit, dan weder op dat gebied zich voordoen, maar die het volk vaak tot in de ziel treffen gelijk onder meer de vraag, of onze regeering al dan niet behoort onder de onzijdige regeeringen, die te Berlijn protesteer den tegen de nieuwe mishandeling van België. Daar komen nu eenmaal gebeurte nissen in dezen oorlog voor, waarbij ons volk op veel meer inlichting recht heeft, dan de regeering schijnt te willen erkennen, en het is een onafwijsbare plicht van zijn volks vertegenwoordiging,. haar daarop te wijzen. Nu deze laatste dit niet altijd in voldoende mate doet, wint buiten het pariementeen zekere ontstemming, een zekere beroering zelfs, meer en meer veld, zeer tot schade voor de verhouding tusschen volk en volks vertegenwoordiging, en voor de mate van vertrouwen, die tusschen beide heerschen moet. Het volk toch heeft èr recht op, te mogen vertrouwen, dat der regeering worde kenbaar gemaakt wat het heeft aan te merken op het regeeringsbeleid, hetzij in algemeenen zin, hetzij wat aangaat de onderdeelen, als daar zijn het beheer van het dep. van Landbouw, waarbij ijver en toe wijding een groote mate van stelsel loosheid niet goedmaken, bij Oorlog en Marine, beide even impopulair en met reden, bij Buitenlandsche Zaken met al te schroomvallige geheimzin nigheid behept. Indien wij hiermede weergeven, wat, gelijk hiervoren is gezegd, velen 'in den lande zich tot een ernstige grief maken, dan valt het niet te ont kennen, dat voor zulk een meening reden bestaat. Nochtans men overdrijve zijn grie ven niet, en bedenke, vooral wat het ^beleid der regeering betreft, dat het oneindig gemakkelijker is te vitten, dan als onervarene den weg der ver betering aan te wijzen, en wat aan gaat den arbeid onzer volksvertegen woordiging, ook dezen beoordeele men niet op de wijze van den stuur man, die omdat hij aan wal stond, het alles nog beter wist, dan de beste. In tijden van groote 'verschuiving in om zijn belangen te bepleiten, waarge nomen met een ongekende volubiiiteit. Meester Mat was erg kregelig. Daar had men de onbeschaamdheid uitge haald, om de jaarwedde 50 hooger te stellen, terwijl men zijn vroegere her haalde aanvragen om eenige verhoo ging met een weigering beantwoordde met het oog op den steeds slechten fi- nancieelen toestand. De reorganisatie kostte de gemeente, behalve deze 50, nog 't salaris eener onderwijzeres meer. Zie je, Truitje beklaagde hij zich de paarden, die de haver verdie nen, krijgen ze niet Voor 't overige was 't hem volko men onverschillig, wie zijn plaats in nemen zou. Baas Oven had 't noodig geoordeeld zijn sloffen, zijn witte muts en zijn bemeeld werkpak te verwisse len tegen zijn zwart, deftig Zondags pak, daar hij voornemens was een def tig bezoek te gaan afieggèn. Baas Oven was vier jaar geleden tot lid van den raad verkozen en had dus niet weinig invloed op den gang van zaken in Geestland. Zijn winkel en bakkerij liepen best. En daar hij naast ziji] vrij onafhankelijke positie ook de gelukkige bezitter was van een vrij goede dosis gepaste vrijmoedigheid, wist hij er heel wat door te krijgen op de raadsvergaderingen. Hij gold op Geestland voor den man van het initia tief. Voor aanleg en verharding van we de wereldmachtsverhoudingen, gelijk wij nu beieven, is benepen vitzucht en een kleingeestig standpunt in te nemen allerminst bevorderlijk aan de goede zaak, die men voorstaat. Die goede zaak is hier het streven van een eendrachtig volk naar de besfe uitkomst, die mogelijkerwijze te ver krijgen is, eendrachtig in vertrou wen op hen, die in ernstige uren bleken dat vertrouwen ten volle te verdienen, regeering en parlement. De Kamer. Door het incident-Nierstrasz is nog weer eens de vraag naar voren geko men of er aan ons Parlement zoodanige fouten kleven dat het Nederlandsche volk met recht en reden ontevreden mag zijn over de wijze waarop de door de kiezers aangewezen vertegenwoor digers hun taak vervullen. Op het oogenblik is deze vraag van meer deli- caten aard dan in normale tijden het geval is, omdat nu ook allicht de opvat ting wordt gehuldigd dat in de Kamer een afspiegeling zal worden gevonden van hetgeen daarbuiten in het volk leeft en lijdt. Laat ons aanstonds zeggen dat het ongeluk heeft gewild, dat in onze volks vertegenwoordiging een grondwetsher ziening aanhangig werd, juist op het oogenblik dat de tijdsomstandigheden daarvoor 't minst gunstig waren. Maar ook hier is excuus aan te voeren voor de doorzetting van deze herziening. Niet zoozeer zouden wij dit willen excu- seeren omdat-het een punt van het re- geerprogram was van het thans zitten de kabinet, als wel dat er niet veel ander werk gereed was, hetgeen in deze omstandigheden afgedaan kan worden. Met de sociale wetgeving is het voors hands treurig gesteld. Deze wetgeving kost veel geld en ai mag te tijd niet afhouden van het goede, anderzijds is het zeer te begrijpen dat de Regeering eerst eens wenscht te weten tot hoever de kosten van de crisis gaan, alvorens zij nieuwe maatregelen gaat voorstel len die een diepen greep in de leege schatkist noodzakelijk maken. Wat nu echter het optreden van de Tweede Kamer betreft, daarop zijn na tuurlijk altijd vele aanmerkingen te ma ken. En gegronde zoowel als minder gegronde. Een onaangename wijze van werken hebben wij het altijd gevonden, dat in de Kamer zooveel wordt her haald, wat öf reeds goed is gezegd óf reeds goed in de schriftelijke stukken is afgedaan. Door die herhaling ontstaat een lang dradigheid die irriteerend op het pu bliek moet werken en die allerlei narig heid met zich brengt. Vroeger is al eens een poging gedaan door alle partijen om tot bekorting van de discussie's te geraken door in de fractie-vergadering één bepaald lid aan te wijzen voor een bepaald onderwerp. Met die goede ge woonte is al weer gebroken, omdat dan allicht eenzijdigheid is te wachten en gen, verfraaiing van de omstreken, volksfeesten enz. was hij steeds te vin den. Hij ijverde vurig voor de verwe zenlijkte van zijn denkbeeld, om van Geestland een badplaats te maken. Na tuurlijk school daar eigenbelang achter. Maar bij de benoeming van zijn zoon tot schoolhoofd kwam dat scherp naar voren. Daarom had hij Mat noodig en ging hij er heen. Hij werd in de huiskamer gelaten bij 't haardvuur. Na een weerpraatje tot inleiding bracht hij 't gesprek spoedig tot het doel zijner komst. Wel, meester, wat stond ik ervan te kijken, dat je dochter lust heeft, uit de schoonste stad van ons land, naar haar nederig dorpje terug te keeren. Zouden nu heusch onze beide kinderen, die samen de normaallessen geloopen hebben, aan éénzelfde school werk zaam worden gesteld Voor een groot deel hangt dat van u af, baas Oven. Elke stem telt voor 't verkrijgen eener meerder heid. Bovendien een goed woord van u is voor haar van beteekenis Mat sprak tot hem met „u" Oven kon zich daar wat moeilijk mee be helpen. Als hij eerbiedig tot God bad, gebruikte hij zelfs „jij" en „jou". Ik kan je wel verzekeren, meester, dat je dochter op mijn stem en steun kan rekenen. Dat spreekt vanzelf ten minste, als...! Tenminste lange redevoeringen van één lid hebben ook haar schaduwzijde. Er zijn fracties die de onderwerpen splitsen .en aan verschillende leden een deel opdragen. Maar helaas leidt dat stelsel heelemaal niet tot bekorting. Gesteld de behandeling van een of ander onderwerp is in uitzicht gesteld. Verschillende Kamerleden bereiden zich voor op het houden van een rede. Vlij tig hebben zij de stukken bestudeerd, de kranten en tijdschriften nagesnuf feld, de brochures doorgeworsteld, uit oude geschriften historische gegevens verzameld en dat alles is samengesteld tot een zware gedocumenteerde rede. Nu komt de openbare behandeling. Al spoedig ontdekt een lid, die met een rede in den zak loopt, dat een collega even ijverig en naarstig precies dezelf de bronnen heeft leeggeput en zijn rede uit dezelfde materialen heeft samenge steld. Hoe weinig leden kunnen het nu over hun hart verkrijgen om het werk waaraan zij veel tijd en moeite besteed den, te laten varen De rede wordt toch maar gehouden en met een beetje an dere woorden wordt hetzelfde gezegd als de geachte afgevaardigde uit X. gisteren heeft betoogd. Het komt heel vaak voor dat met één rede alles reeds is uitgeput. En dan. gaat het los op de onderdeelen en de bijzaakjes. Aan dit euvel is nu eenmaal niets te doen. Hoe vervelend het vaak is, al dat geherkauw te moeten aanhooren we ten de parlementaire verslaggevers waartoe uw dienstwillige Eiber de eer heeft te behooren nog veel beter dan de Kamerleden. Dat deze laatste, die niet aan hun stoel gebonden zijn, licht geneigd zijn te gaan wandelen en eens uiting te geven aan hun verlangen naar het einde der discussies is begrijpelijk. Hier ligt de oorzaak in het schijnbaar- onhebbelijke -van het uiterlijk der Ka mer. Wat velen Kamerleden ontbreekt, is zelfzucht. Trouwens dat is geen speci- ciaie kwaal van Kamerleden. Wie niet iets heel belangrijks heeft te zeggen, moet weten te zwijgen. De weinig-pra ters zijn gewoonlijk de meest geres pecteerde. Als een man als Mr. Loeff opstaat wordt er naar hem geluisterd, als wij len Mr. Tydeman het woord vroeg schaarde de Kamer zich om zijn bankje. Men moet bij de beoordeeling van de Kamer en de Kamerleden eenigszins op een breed standpunt gaan staan. Natuurlijk er zijn er onder de honderd die iets gruwelijk-vervelends over zich hebben, anderen die als oude wijven kakelen enz. maar het gros is zoo kwaad' niet en doet heusch wel zijn best. Er valt naar onze meening niet veel verandering in de werkwijze der Ka mer te brengen, die met eenig succes een verbetering kan worden geacht. In alle parlementen is het zoo. Misschien dat de kiezers hun afgevaardigde nog eens op den keper konden bekijken en dat zij het beter vonden hem eens te vervangen, maar ook van deze veran dering valt- niet altijd succes te wach ten. Ja, ik wilde er een voorwaarde aan verbinden. De eene dienst is de andere waard. Je begrijpt, buurman, hoe lastig 't voor mij is, om voor mijn eigen zoon den raad te bewerken, voor al daar hier twee leden van 't gemeen tebestuur een neef hebben in de beide andere voorgedragen heeren. Je voelt, wat strijd dat hier zal geven. Daarom wil ik voor je dochter ijveren, indien je hier en daar, terloops, en wanneer men je raad vraagt, nadrukkelijk je uitlaat in gunstigen zin voor Nico Nu, ik geloof werkelijk, dat Nico voor Geestland de rechte man is op de rechte plaats. Zonder bezwaar kan ik mijn best voor hem doen, vooral, daar ik hem goed ken, terwijl de an dere heeren mij vreemd zijn Top riep de bakker goedge luimd en hij drukte Mat hartelijk de hand. We zijn op de. wereld, om elkaar te helpen. Dat is dus afgespro ken. Nu had ik nog iets. je hadt plan je een woning te bouwen achter de kerk -Ja Als mijn zoon benoemd wordt, kun je tegen billijke vergoeding hier blijven wo'nen, daar Nico als vrijgezel, bij mij zijn intrek zal nemen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1