MAANDAG
20 NOVEMBER
No. 274
54e Jaargang
1916
firma f. VAN DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Intere. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
BINNENLAND
RAPPORT
RAPPORT van de 2e Afdeeling.
VLISSINGSCHE COURANT
Sar geachten clientèle
EHEVEN en dat de
lizelfden voet wordt
lantoor Nieuwstr. 62,
feuwstraat.
lo»p.
fUéen wanneer
f 2 per maand
atterdam
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels 0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24ct. perregel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6% ct. per regel
pe abonné's, in 't bezit eener- ft ft ft ft gulden bij levens- m ft gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies A r* ft gulden bij verlies ff ft ft gulden bij verlies ft F* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- 111111 lange ongeschikt- ft 11 door <|ll| van een hand, Iftll van 11111 vaneen van eiken
fte/d tegen ongelukken voor: heid tot werken ff een ongeluk UUU voet of oog JLlffU een duim JLUU wijsvinger UV anderen vinger
pa. uHkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" tê Schiedam
Valsch gerucht.
De „Haagsche Courant" maakt mel
ding van een gerucht in breeden kring,
dat bij het departement van oorlog
plannen in ernstige overweging worden
ienomen, om tegen liet einde desjaars
over te gaan tot het naar huis zenden
van eenige lichtingen (men spreekt zelfs
van een viertal) ter verlichting van den
druk der mobilisatie.
Het Haagsche Correspondentiebureau
beeft zich tot den minister van oorlog
«ewend ter informatie naar de al of
diet juistheid van dit bericht en werd
door hem gemachtigd het ais geheel
onjuist tegen te spreken.
I Salarisactie der onderwijzers.
Op initiatief van het comité voor ge
meenschappelijke salarisactie werd Za
terdag een zeer druk bezochte vergade
ring van openbare en bijzondere on
derwijzers te 'sQravenhage gehouden,
welke o.m. werd bijgewoond door den
Tweede Kamer-voorzitter, den heer Bor-
gesius, de Kamerleden de heeren De
Muralt, Otto, De Jong, Juten en Bon
kers. Van den Minister van Binnen-
landsche Zaken was bericht van ver
hindering ingekomen.
Onderscheidene personen en vereeni-
«ingen hadden adhaesie-betuigingen in
gezonden. De leider der vergadering,
de heer Th. Lancee, schetste de treu
rige toestanden der onderwijzers, vooral
op het platteland en deelde mede, dat
op het petitionnement tot H. M. de Ko
ningin gericht, 17512 handteekeningen
voorkwamen.
Verschillende sprekers traden op.
Ten slotte stelde de voorzitter voor
de volgende motie
„De vergadiring, belegd door het co
mité voor gemeenschappelijke salaris
actie op 18 November 1916 in het ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen
te 's Gravenhage
bijgewoond door vertegenwoordigers
en leden, van bijna alle vereenigingen
van onderwijzers bij het openbaar en
het bijzonder onderwijs in Nederland
gehoord de redevoeringen van de hee
ren mr. D. Fock, G. Holle, mr. M. W.
F. Treub en dr. J. Th. de Visser,
overtuigd, dat door de nog steeds van
kracht zijnde wettelijke regelingen der
onderwijzers-salarissen niet alleen van
duizenden onderwijzers met hun gezin
nen op hoogst pijnlijke wijze de eerste
belangen worden veronachtzaamd, maar
ook onberekenbare schade wordt toe
gebracht aan het Nederlandsche volks
onderwijs,
van meening, dat een verhooging van
het wettelijk salarispeil van de hoogste
urgentie is,
spreekt eerbiedig, doch met kiem den
wensch uit, dat de Hooge Regeering
en de Volksvertegenwoordiging door een
verhooging der werkelijke minima zoo
spoedig mogelijk tegemoetkomen aan
den meest dringenden nood der Neder
landsche onderwijzers."
Deze motie werd met aigemeene stem
men aangenomen.
Kamervacature Tiel.
De Centrale Liberale Kiesvereeniging
heeft tot candidaat voor de Tweede
Kamer (vacature-Tydeman) gekozen mr.
H. C. Dresselhuys, met 42 van de 53
stemmen. Elf stemmen werden uitge
bracht op mr. A. G. A. Ridder van
Rappard.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, zal de
anti-rev. kiesvereeniging in dit district
geen candidaat stellen.
Peulvruchten.
Met de beschikbaarstelling van peul
vruchten door het rijk aan de gemeenten
zal dezer dagen een aanvang worden
gemaakt. -
Dat met deze beschikbaarstelling niet
eerder is begonnen, heeft zijn oorzaak
m verschillende omstandigheden. In de
eerste plaats is de oogst van erwten en
boonen dit jaar ongeveer vier weken
later dan gewoonlijk. In de tweede
plaats moest van den het vorige jaar
yoor de distributie gevolgden weg dit
jaar worden afgeweken.
Van den oogst 1915 kon een niet
onaanzienlijk gedeelte worden uitgevoerd
zoodat dus de zorg voor de beschik
baarstelling van de voor inlandsch ver
bruik noodige peulvruchten aan de ex
porteurs kon worden overgelaten, die
a"een dan consent tot uitvoer verkregen
wanneer vooraf een evenredige hoeveel-
"e|d ten behoeve van de binnenland
de distributie tegen zeer lagen prijs
werd beschikbaar gesteld.
Nu het echter den minister van land
bouw, nijverheid en handel gebleken is,
dat uitvoer van peulvruchten niet kan
worden toegestaan, diende voor de dis
tributie een andere regeling te worden
getroffen.
Bij deze nieuwe regeling moest in-
fusschen rekening worden gehouden
niet het feit, dat van het tegenover de
reeds gedeponeerde peulvruchten ver
kregen recht tot uitvoer nog niet ten
volle gebruik was gemaakt, tevens ook
met de omstandigheid, dat over een
deel van den oogst 1916 de handelaren
de beschikking hadden gekregen tegen
prijzen, die, in verwachting van moge
lijken uitvoer, belangrijk hooger waren
dan zij uitsluitend met het oog op bin-
nenlandsch gebruik gerechtvaardigd
zouden zijn. Om tot een bevredigende
oplossing ie geraken, was overleg met
verschillende categorieën van belang
hebbenden noodzakelijk, die uit den
aard der zaak veel tijd vorderen. Tot
het zoeken naar een oplossing bij min
nelijk overleg bestond te meer reden,
omdat het in het algemeen belang niet
wenschelijk scheen, met de distributie
van peulvruchten vroegtijdig aan te
vangen. Zoolang toch andere groenten
nog in ruime mate ter beschikking
stonden, gebood voorzichtigheid, ook
met het oog op mogelijke schaarschte
van aardappelen in hel voorjaar, de
voorhanden peulvruchten nog eenigen
tijd in reserve te houdem
Een aigemeene vervroegde
winkelsluiting.
Het Kamerlid Albarda heeft tot den
minister van landbouw, nijverheid en
handel de volgende schriftelijke vraag
gericht
„Is de minister bereid om met het
oog op de mogelijkheid van een nijpend
gebrek aan steenkolen, spoedig een
wetsontwerp in te dienen tot tijdelijke
regeling van een aigemeene vervroegde
winkelsluiting?"
Sint Nicolaasgeschenken.
Door den opperbevelhebber van land
en zeemacht is ter kennis gebracht, dat
door de Ned. Vereen. „Ons Leger" met
SI. Nicolaas of Kerstmis aan militairen,
die daarvoor door goed gedrag in aan
merking komen en die door familieom
standigheden die dagen geen versnape
ringen zullen ontvangen, een pakket
zal worden toegezonden. Van eike com
pagnie, zelfstandig detachement, enz.
kan één man voor toezending van een
dergelijk pakket in aanmerking worden
gebracht.
onderzoek Gemeentebegrooting 1917
op Maandag 6 November 1916.
Ie Afdeeling. Leden de heeren Van
Raalte (Voorzitter), Vermaas, Van Hal,
Krijger, Merckens, Manse, Anker, Huson,
Lindeijer (Rapporteur). Aanwezig de
Wethouders de heeren Auer, Laernoes
en Tichelman.
Aigemeene Beschouwingen. Een
der ieden wijst op de moeilijkheden om
eenerzijds het noodige te doen tot ver
betering der salarissen van hen die in
gemeente-dienst zijn, waarvan belasting-
verhooging het onvermijdelijk gevolg is,
en dringt aan op zulk een belasting
regeling dat de midden- en hoogere
klassen niet al te zwaar belast zullen
worden.
Een ander lid heeft het bezwaar dat
de begrooting zoo weinig rekening houdt
met de werkelijkheid en is opgemaakt
als of er geen bijzondere toestand is.
Gevolg is dat de begrooting een on
zuiver beeld geeft van den bestaanden
toestand en van de inkomsten en uit
gaven der gemeente.
De Wethouder van Finantiën deelt
mede dat het de wensch is van Gede
puteerde Staten de begrooting zoo te
maken als bij normale inkomsten en
uitgaven om aldus een juist overzicht
der oorlogsschade te krijgen.
UITGAVEN
Hoofdstuk II afd. 1 no. 2. Jaarwedde
Wethouders. Een der leden is van
meening dat deze jaarwedde te laag is.
De wethouders deelen mede dat de on
gunstige finantieele toestand voor B. en
W. een aanleiding was, nu nog geen
voorstel tot verhooging te doen.
Afd. 1 no. 5. Jaarwedde Ambtenaren
ter Sekretarie. Bij deze post worden
aigemeene besprekingen gevoerd over
de wenschelijkheid van salaris-verhoo-
ging of het bestendigen der duurte-
toeslag.
De Wethouder van Finantiën verde
digt zijn afwijkend siandpunt en zegt
van meening te zijn dat aigemeene
salaris-verhooging niet noodig is, omdat
meerdere ambtenaren bij-verdiensten
hebben, en van een aigemeene ver-
liooging ook de minder geschikten en
ijverigen profiteeren.
Een der ieden meent dat ais de
wethouder als zoodanig niet tevens
aangewezen was de noodige gel
den voor een en ander te vinden,
zijn opvatting wei gunstiger voor de
ambtenaren zou zijn.
Een lid zou zich wel met de voor
gestelde verhoogingen kunnen vereeni
gen als de gelden hiervoor te vinden
waren.
Een der leden zegt dat hooge salaris
sen geen voldoende waarborg zijn om
goede ambtenaren te krijgen en te be
houden, en zou alleen hen die uitblin
ken extra willen bezoldigen. Dezelfde
is eveneens van oordeel dat te geven
duurte-toeslag feitelijk als oorlogskosten
is te beschouwen en dus de mogelijk
heid bestaat de kosten hiervan terug te
krijgen.
Meerdere leden zijn van oordeel, dat
in vergelijking met andere gemeenten,
de salarissen hier te laag zijn, en dus
dringend verbetering behoeven. Een
verwijzing naar eventueele bijverdien
sten, die echter slechts enkelen genieten,
gaat niet op, omdat dat ook in andere
gemeenten wel zoo zal zijn. Zij zijn van
meening, dat de ambtenaren die zulks
verdienen, recht op een goed salaris
hebben.
Een der wethouders wijst er nog op
dat nu de duurte-toesiag zal vervallen
en dus de kosten der verhoogingen niet
zoo heel belangrijk zullen zijn.
De meerderheid kan zich ten slotte
met de voorgestelde verhoogingen ver
eenigen.
Afd. 1 no. 9 en 10. Jaarwedde kneeht
en concierge. Meegedeeld wordt dat
ook de jaarwedde van de concierge zal
verhoogd worden, en wordt algemeen
de wenschelijkheid uitgesproken' dat
waar1 de hoogere salarissen nog minder
zullen bedragen dan het nu ontvangen
salaris plus duurte-toeslag, de toeslag
voorioopig nog gedeeltejijk zal gegeven
worden.
Afd. 2 no. 2. Licht en brandstoffen.
Een lid vraagt of gerekend is op de
Hoogere prijzen der brandstoffen. De
betrokken wethouder zegt dat het nooit
mogelijk is het juiste bedrag vooraf te
ramen.
Hoofdstuk III no. 2. Jaarwedde amb
tenaren plaatselijke belastingen. Een
lid meent dat 't salaris van den hoofd
kommies 25 gld. minder verhoogd wordt
dan dat óer kommiezen.
Een ander lid deelt mede dat deze
verhouding reeds bij een vroegere sala
ris-regeling is ontstaan, terwijl meerdere
leden van meening zijn dat in de toe
komst de functie van hoofdkommies wel
kan vervallen.
De wethouder van finantiën wil den
kommies, die tevens als deurwaarder
dienst doet, geheel overplaatsen bij den
dienst van den gemeente-ontvanger.
Enkele leden hebben bezwaren om den
ambtenaar bij den kontroleur den titel
van adjunkt-kommies te verleenen, als
dit een aanleiding mocht worden later
een hooger salaris te vragen. Waar het
hier een afzonderlijken tak van dienst
betreft meenden and eren dat dit be
zwaar zich niet zal voordoen.
Hoofdstuk IV afd. 1 no. 2. jaarwedde
inspecteurs en agenten van politie.
Meerdere leden vinden het onnoodig de
funkties van hoofdinspecteur en inspec
teur le en 2e klasse in te stellen, en
willen de regeling van inspekteur en ad-
junct-inspekteurs behouden. Een ander
lid meent, dat dit tot de bevoegdheid
van den burgemeester behoort, in over
leg met den kommissaris van polttie,
doch dat de raad wel de salarissen moet
vaststellen.
Andere leden vinden dat de voorge-
gestelde verhouding tusschen het salaris
inspekteur le en 2e klasse onjuist is.
Het maximum-salaris van den inspek
teur 2e klasse is hooger dan het mini
mum-salaris van den inspekteur le
klasse, en willen dus het salaris van den
inspekteur 2e klasse van 1000—1200
gld. stellen.
De Wethouder van Financiën heeft
bezwaren tegen de voorgestelde salaris-
verhooging der agenten en tracht aan te
toonen dat het nu ontvangen salaris plus
duurte-toeslag hooger is, dan de nieuw-
vastgestelde salarissen te Middelburg.
Verschillende leden toonen aan dat de
voorbeelden van den wethouder onjuist
zijn, en de agenten te Middelburg bo
vendien allerlei voordeelen genieten, die
deze ambtenaren hier missen.
Veie leden kunnen zich met de voor-,
gestelde verhoogingen voor de agenten
vereenigen. Een lid wil echter het voor
gestelde maximum-salaris in zes jaar doen
bereiken, dit wordt door bijna alle leden
ondersteund.
Afd. 1 no. 5. Raderbrancard. Een
lid wil de lijkenbrancard niet langer in
het gasthuis bergen, maar in het politie
bureau of op het terrein van fabricage.
Afd. 2 no. 3. Brandbluschmiddelen.
Een lid wijst er op dat de brand-
kranen soms veranderd óf verplaatst
worden, soms zelfs onder de bestrating
geraken, wat tot groot ongemak bij
eventueele branden kan leiden. Meerdere
leden ondersteunen deze klacht en wen-
schen doelmatig en zichtbaar plaatsen
der brandkranen.
Afd. 3 no. 1. Straatverlichting. Een
lid heeft klachten over de verlichting
en vraagt ook in de straten der binnen
stad electrisch licht te doen aanbrengen.
In verband hiermee geeft de wethouder
verschillende inlichtingen.
Afd. 5 no. 6 Reinigingsdienst. Met
de voorgestelde loonsverhooging voor
de werklieden kunnen de leden zich
vereenigen. Een lid meent dat de voor
gestelde saiaris-verheoging voor den
opzichter te ver gaat, daar deze ook
reeds vrije woning heeft, en wenscht
liever een salarisregeiing. De betrokken
wethouder verdedigt deze verhooging.
Hoofdstuk V afd. 1 no. 1. jaarwed
de van den bouwmeester. Meerdere
leden hebben bezwaar tegen de voor
gestelde salarisverhooging.
Een lid wijst er op dat alle andere
verhoogingen betrekking hebben op
ambtenaren diej tot heden minder dan
2000 gld. per jaar verdienen, gaat
men hier het salaris van een hoofd-amb-
ten aar verhoog en, dan is er g een reden
dit voor andere hoofd-ambtenaren na te
laten.
Een ander lid zegt dat de bouwmees
ter, wordt deze verhooging aangenomen,
met inbegrip van vrije woning, dan hoo
ger saljaris dan b. v, den gemeente se-
krefaris heeft.
Afd. 1 no. 2 en 3. Jaarwedde van de
opziGhters en v. d. klerk. Een lid
vraagt waarom eigenlijk de salarissen
der opzichters verhoogd moeten wór
den. Een ander betwijfelt of het noo
dig is de funktie van hoofdopzichter in
te stellen.
De wethouder van finantiën \yijst er
op dat ai deze salarissen te Middelburg
lager zijn. Meerdere leden meenen dat
bij een aigemeene salaris-verhooging
ook deze ambtenaren verhooging be-
hooren te krijgen.
Meerdere leden zijn tegen de voor
gestelde verhooging voor den klerk,
maar anderen wijzen er op, dat waar
de salarissen der klerken ter secretarie
zijn verhoogd, het salaris van den klerk
ook minstens 700—900 gld. zal moeten
bedragen.
Afd. 1 no. 7. Jaarwedde tuinman.
Enkele leden vragen waarom voor den
tuinman geen salaris verhooging is voor
gesteld. Het wordt wenschelijk gevon
den ook den tuinman 2 tweejaarlijksche
verhoogingen van 25 gulden toe te
kennen.
Hoofdstuk VII, afd. 2 no. 5,Jaarwed-
de amanuensis. De wethouder van
onderwijs deelt mede dat B. en W.
voorstellen ook het salaris van den
amanuensis met 50 gulden te verhoogen.
De leden kunnen zich hiermee ver
eenigen.
Handelsschool. Een lid vraagt wat
B. en W. voornemens zijn te doen met
de Handelsschool, waarvoor zich dit
jaar geen leerlingen hebben aangemeld.
Het bezoek der schooi is niet in even
redigheid met de groote kosten hieraan
verbonden.
De wethouder van onderwijs is van
meening dat zich volgend jaar wel
meerdere leerlingen zullen aanmelden
de school opheffen gaat niet met het
oog op de leeraren. Door B. en W.
wordt over deze inrichting onderhan
deld met de inspecteurs van het M. O.
Afd. 3 no. 1. Jaarwedden onderwijzers.
De wethouder van finantiën wijst op
de reeds hooge salarissen van de hoof
den van scholen en acht verhooging
hiervan onnoodig.
De wethouder van onderwijs vindt
verhooging noodig in verband met de
voorgestelde regeling voor de onder
wijzers.
Een lid wil voor de onderwijzers
het minimum-salaris op 700 gld. en
het maximum-salaris op f 1600 stellen.
Dit lid verdedigt uitvoerig dit voorstel
met verwijzing naar vele plaatsen in de
omgeving waar het minimum-salaris
reeds 700 gld. is. In Middelburg gaat
met Januari 1917 het maximum-salaris
reeds tot 1400 gld., na 13 dienstjaren
te bereiken. Hier is het maximum
salaris in 1920 na 18 dienstjaren eerst
1500 gld.
Meerdere leden zijn voor een minimum
salaris van 700 gld.
Enkele leden willen door het betalen
voor bij-akten, de onderwijzers gele
genheid geven hun salaris te verbeteren,
waartegen andere leden opmerken dat
het bezit van bij-akten geen enkel voor
deel voor het onderwijs geeft, als hier
van geen gebruik wordt gemaakt.
De wethouder van onderwijs is tegen
het jagen naar allerlei akten, en weet
uit ervaring dat iemand met vele akten
niet altijd een goed onderwijzer is
een goed salaris is noodig om goede
leerkrachten te krijgen- en te houden.
Een lid vindt zelfs 650 gld. als minimum
salaris eerder te hoog dan te laag.
Geen der leden verklaart zich beslist
tegen wat B. en W. voorstellen.
Afd. 3 no. 21. Subsidie voeding en
kleeding. Een lid zou het wenschelijk
vinden om waar het uitgetrokken bedrag
geheel voor klompen noodig is, ook een
bedrag voor schoolvoeding op de be
grooting te brengen, en de voeding niet
zooals de laatste jaren pas in Januari,
maar vroeger in den winter te doen aan
vangen.
De wethouder van onderwijs deelt
mede dat de betrokken vereeniging in
overleg met B. en W. zich bereid ver
klaarde met 1 December met de voeding
aan te vangen, terwijl B. en W. subsi
die hebben toegezegd zoo zulks noodig
mocht zijn.
7e leerjaar. Een lid vraagt inlich
tingen over de instelling van een 7e
leerjaar; de betrokken wethouder zegt
dat zulks in verband staat met een nieuwe
school die noodig zal worden.
Hoofdstuk VIII, afd. no. 1. Jaarwedde
geneesheeren. Een lid zou de jaar
wedde der geneesheeren tot 1090 gld.
willen verhoogen.
Een ander lid meent dat 't hier slechts
een bijbetrekking betreft. Een der wet
houders deelt mede dat men oorspron
kelijk van plan was de jaarwedde te
verhoogen, doch dat zulks met het oog
op den ongunstigen toestand voor dit jaar
achterwege bleef.
Afd. 2 no. 1 en 2. Subsidie Armbe
stuur en Gasthuis. Een lid wil betere
regeling en verhouding der subsidies aan
burgerlijk armbestuur en gasthuis. Meer
dere leden zijn het hier mee eens en
vragen voor het volgend jaar hiervoor
een afdoende regeling.
Hoofdstuk IX, no. 9, Arbeidsbemid
deling. Een lid vraagt inlichtingen
over de werking der arbeidsbeurs, waar
van naar zijn meening weinig merk
baar is.
Een ander lid merkt op dat met het
oog op de werkloozenverzekering, waar
bij bepaald is, dat werkloozen zich bij
een arbeidsbeurs moeten aanmelden, het
voortbestaan der arbeidsbeurs noodig is.
Hoofdstuk XIV no. 9. Toeslag aan ge
meente-ambtenaren. Een lid wijst er
op, dat door het aannemen der voor
steilen tot salaris-verhooging, nu de
duurte-toeslag zal kunnen vervullen.
INKOMSTEN.
Hoofdstuk lil afd. 1 no. 3. Marktgei-
den. Een lid vraagt hierbij hettarie
voor den omroeper te verhoogen.
Andere leden vreezen dat dan nog
minder van zijn diensten gebruik zal
gemaakt worden, en zagen liever dat
hem de vrijheid werd gelaten om op
een of andere manier bijverdiensten te
krijgen.
Afd. 2 no. 6. Voordeelig saldo haven
bedrijf. Een lid zag liever de betrokken
5000 gld. in het reservefonds van het
bedrijf gestort.
De betrokken wethouder merkt op
dat zelfs na het storten dezer 5000 gld.
in de gemeentekas, voldoende kan ge
reserveerd worden.
Afd. 4 no. 1. Hoofdelijke Omslag.
De wethouder van financiën is van mee
ning dat bij aanneming der voorgestelde
salaris-verhoogingen, de opbrengt der
Hoofdelijke Omslag met ruim 30 duizend
gulden zal moeten verhoogd worden.
Verschillende leden bestrijden deze
opvatting en bewijzen aan de hand der
door B. en W. verstrekte cijfers, dat een
verhooging van den hoofdelijken omslag
met 10 duizend gulden voldoende is, wat
ten slotte door den betrokken wethouder
wordt toegegeven.
De Rapporteur,
(get.) G. F. LINDEIJER.
Leden de heeren Klijberg (Voorzit
ter), Staverman, de Meij, Duijm, P. G.