Eerste Blad.
4 NO VEMBER
IH nuiam8i bustaat al 2 biadea.
Toekomsfzorgen.
No. 261
54e Jaargang
1916
ive
Firma F. Villi DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Intern. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
VLISSIINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.45
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.48; voor iedere regel meer 12 cent
Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6 ct. per regel
Oeabonné's, in 't bezit eener gulden bij levens- rj t*ft gulden bij dood f| gulden bij verlies A gulden bij verlies f| f| gulden bij verlies ft T* gulden bij verlies
«lis, zijn GRATIS verze- #111 III lange ongeschikt- II door <|l|| van een hand, |l"|ll van II lil vaneen /K van eiken
kerdtegen ongelukken vooi:UUUU heid tot werken f VU een ongeluk WU voet of oog 1UU een duim JLUU wijsvinger l^\J anderen vinger
0Ke ultkeeringtn worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ofrtram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" tè Schiedam
EIEREN.
Burgemeester en Wethouders van Vlis
singen
brengen ter algemeene kennis
dat door den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel is bepaald dat de
maximum kleinhandelprijs van versche
kipeieren, ingevolge artikel 2 der Distri-
butiewet 1916, zal bedragen fO.10 per
stuk en dat de maximum grossiersprijs
van kalkeieren, ingevolge artikel 8 der
gemelde wet, zal bedragen f0,06 per
sluk en de maximum kleinhandelprijs
f 0.07 per stuk.
Vlissingen, 3 November 1916.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
Het einde van den grooten oorlog
is voorzeker nog allerminst te voor
zien. De eerste weken werden maan
den, de maanden werden jaren en het
mensch-onteerend oorlogsbedrijf nam
slechts toe in omvang, in hevigheid,
in vernietigende kracht. Wij schrijven
alreeds November, het jaar spoedt
met rassche schreden ten einde, de
derde oorlogswinter staat voor de
deur, en het einde, het verlossende
einde van dit werelddrama ligt in een
verder verschiet helaas, dan nog im
mer het geval was. Toch, hoe nog
in nevelen gehuld de toekomst hare
liaven voor ons geestesoog verborgen
houdt, het lang verbeide, het door
gansch de wereld smachtende verlang
de einde van den krijg móét eenmaal
komen, en zal ook komen. Geen van
cynische berekening vervulde generale
staven, geen alles en ieder overhoop
loopende militairistische kaste-geest,
geen door onverantwoordelijke leiders
opgezweepte volkshartstocht, geen
macht kortom zal in staat blijken de
roepstem van het geweten der mensch-
heid te smoren, zoo zij eenmaal tot
het waarachtig besef harer rampzalige
doling komt.
Die roepstem zal dan weerklinken,
luid-op boven de ontelbare hoofden
der saamgedrongen menigten, zal
doordringen in de kabinetten derhoog-
hartigste diplomaten, zal zich ver
staanbaar maken bij de staatshoofden
en hunne raadslieden, en zal, mochten
alle andere middelen gefaald hebben,
het inzicht brengen bij die allen, die
door
M. C. VAN DEN ENDE.
Soppen riep de vrouw veront
waardigd, soppen Denk je, dat ik aan
mijn tafel wil zitten met een soppenden
man Hier heb je 't brood terug, ban
ketbakker Dit laatste woord was
met na te bootsen. Baas Oven moest er
nch mee bemoeien. Zijn reputatie stond
°P 't spel. Ieder op 't dorp zou van
aoo'n wijf ingelicht worden. Hij verliet
dus de kamer en gaf zijn zoon een
standje.
- Vrouw Broere, je hebt een ver
keerd brood gekregen, 't is een abuis,
neem me niet kwalijk. Ziehier een be-
r, en dit is voor mijn varkens
Hiermee was de zaak in 't reine,
oen hij in de kamer terugkwam, was
meester door de achterdeur vertrok-
ken uit bescheidenheid. Hij wilde geen
getuige zijn van het tooneeltje, dat zich
«afspeelde. Bovendien, vrouw Broe
rs v r hac' h'i eerl:)ied voor. Hij ont-
srti haar zooveel mogelijk. Och, op
Wool leerde hij de menschen zoo
grondig kennen.
over het wel en wee van het lot der
volkeren beschikken, dat het einde
van deze rampzaligste aller wereld
worstelingen dèar is. Dan ook zal
zulk een einde, overwinnaar noch
overwonnene kennen, het zal de ba
lans van den krijg noch aan de eene,
noch ook aan de andere zijde zien
doorgeslagenbeide groote partij-
groepen zullen verbijsterd en ontroerd
zich afvragen bij ai het namelooze
leed, dat zij over zich en de hunnen
uitgestort hebben, waar dan toch de
winste te zoeken is, na al dat groote
verlies. Maar zulk een einde, dat
velen reeds als het eenig mogelijke
voor oogen houden, nu na zulk een
langen tijd, nog geen enkele van de
partijen gebleken is de zwakste, nog
geen enkele getoond heeft de sterkste
te zijn, zulk een einde zal de
wereld wei den vrede, maar niet de
oplossing van het groote volkeren-
machtsprobleem brengen. En na, wie
weet, hoeveel luttel jaren ontbrandt
de krijg dan opnieuw.
Rest nog een andere mogelijkheid
deze', dat öf aan de Centralen, óf aan
de Entente-partij de overwinning toe
valt. Dan zal de overwinnaar met
vaste hand de vredes-voorwaarden
dicteeren dan zal de onderliggende
groep de volle zwaarte van den
finantieelen oorlogslast van de boven
liggende partij te torschen krijgen
dan zal bij het nameloos leed over
het vergeefsche van alle inspanning,
alle lijden, allen rampspoed in en
door den krijg geleden, zich nog het
onneembare moreele wee van het ter
neergedrukte gemoed van den over
wonnene voegen. En de wereld zal
blijken aan waarachtig geluk verarmd
te zijn, wanneer zij een deel der
menschheid in rouw en wroeging, in
stoffelijke en zedelijke ellende zijn
bestaan ziet voortslepen gedurende
tal van geslachten.
Aldus ontwaren wij, hoe ook het
einde van deze volkeren-worsteling
moge uitvallen, weinig vreugdevolle
verschieten voor de direct aan den
strijd deelnemende landen. Doch ook
voor de onzijdig geblevenen is het
toekomst-beeld zorgelijk. Over heel
de wereld is een reusachtige stijging
der levensmiddelen ingetreden, en
gaat deze stijging nog onverminderd
voort. Behoort eenmaal de oorlog tot
het verleden, dan blijft het zeer de
vraag of er een- teruggang, en dan
nog in welke mate, zal plaats vinden.
De vernietiging van het wereld-kapi
taal met tientallen milliarden, zal on
getwijfeld nadeelige gevolgen voor
jaren en jaren medebrengen, en aan
een teruggang tot het prijsniveau van
vóór den oorlog zal, moeten wij de
econofhen geloaven, niet te denken
zijn.
Stemt dit vooruitzicht niet vroolijk,
daar komen voor enkele neutrale
Bij zijn thuiskomst vond hij Netje
bëzig met Jacoba, die naar bed ge
bracht werd onder protest. Zij was nu
al zes jaar, ging ook al school en voel
de zich vernederd, als zij door Net ont
kleed moest worden. Dat meende zij
zelf te kunnen. Ook begeerde zij lan
ger op te blijven.
En zoo vroolijk zij in den regel was,
zoo boos en onhandelbaar betoonde 't
kind zich tegen bedtijd. Zoodra vader
zich vertoonde, zweeg ze gehoorzaam
en geen tien minuten later sliep ze
rustig. De zeelucht, pas genoten, maak
te slaperig, 't stoeien en rollen door 't
duinzand vermoeide
Netje was met haar nog even dartel
als 'n echte spring-in-'t-veld, vermaak
scheppend in onschuldig spel, nu zij
zich niet bewoog temidden der stads-
juffertjes. Even stond ze slechts pein
zend stil bij diepe lijnen, die zij op 't
strand getrokken zag, waarschijnlijk
met een wandelstok. Die lijnen vorm
den in krachtige trekken haar voor
naam zeer duidelijk. „Net", las ze. Met
een stuk hout, wist zij met een paar
halen er tusschen 't woord om te wer
ken, tot een teleurstellend „Niet".
Lachend verwijderde zij zich daarop
met Jacoba, die niet begreep, hoe op
deze wijze met Nico van den banket
bakker briefwisseling gehouden werd.
Regelmatig volgden de dagen en
nachten elkander op. Zonder schokken
staten nog zorgen van gansch anderen
aard bij, wanneer het einde van den
oorlog- nadert. In verscheidene dezer
landen zijn er door 'n deel der bevolking
reusachtige oorlogswinsten gemaakt
kunnen worden. Noorwegen, om een
enkel voorbeeld te noemen, zag zijn
nationaal vermogen nu alreeds met een
milliard kronen stijgenons eigen
land becijfert men op 100 millioen
gulden elke maand aan oorlógswinsten
te maken. Wij laten de juistheid dezer
cijfers daar, doch zeker is dat het bui
tenland er absoluut geloof aan hecht.
En dies is de afgunst bij de oorlog
voerende rijken op de kleine onzij-
digen niet gering, die, waar zij zelf
van dag tot dag verarmen, voortdu
rend groote oorlogswinsten kunnen
boeken. Het machtige Amerika, dat
eveneens schromelijke winsten uit de
- ontreddering van het verdwaasd Euro
pa weet te halen, zullen zij hun af
gunst niet durven toonen. Des te
sterker zal zich deze dus tot de zwak
kere rijken keeren.- Deze afgunst zal
zich uiten in de eerste plaats op eco
nomisch gebied door de handelsvoor-
deelen zooveel mogelijk te stremmen
doch ook, zoo dit maar eenigszins
kan, zal men bij het scheiden van de
markt nog in ander opzicht, door de
neutraai-geblevene rijken een deel van
het gelag willen laten betalen.
Wat ons land betreft, dat door zijn
geografische ligging zich daartoe bij
bij uitstek leent, zal men mogelijk op
het groote wereid-vredescongres
waar het zeer de vraag is of de niet
aan den strijd deelgenomen hebbende
landen er vertegenwoordigd zullen
zijn bij de nieuwe staaikundige
indeeling van Europ; aangaande ons
grondgebied beschikkingen willen
treffen, waarbij wij ons onmogelijk
zullen kunnen nederleggen. Wij spre
ken hierbij slechts over een mogelijk
heid, en dus geheel en al veronder-
stellender wijze niet meer, maar ook
niet minder. Doch compensatie in
vorm van Nederlandsch grondgebied
aan een of meer der betrokken rijken,
zou een eisch zijn, die wij, op straffe
van nationalen ondergang, niet zouden
mogen, noch kunnen inwilligen. Die
eisch zal ons, hopen en verwachten
wij, dan ook niet gesteld worden
doch zoo het gebeuren zou, dan zal
voorzeker, der geschiedenis van ons
gemeenebest indachtig, de oude be
proefde en onwrikbare vastberaden
heid der vaderen in de tijden hunner
nationale nooden zoo onomstootelijk
gebleken, opnieuw over de kinderen
vaardig worden. Vaardig, met het be
wustzijn de rechtvaardigste zaak voor
te staan, die een volk ooit de zijne
kan noemen het recht op zelfbehoud.
Daarvoor, daaraan valt niet te twijfelen,
zullen wij tot de grootste opofferingen
bereid zijn. En juist wanneer wij
daartoe ten volle bereid bevonden
de gebeurtelijkheden verliep het schoo-
ne jaargetijde en kwamen weer donke
re dagen met vuile regenvlagen, val
lende bladeren, naargeestige huilwin-
den en drassige wegen.
Onder 't droefgeestig golfgeklots op
't verlaten strand maakte Nico vaak
gedichten. De goedige, lange slungel,
kon maar niet zijn liefdevlam blus-
schen. Hijdeed en gaf zijn verdriet lucht
in dichtmaat, 's Avonds, als hij met
zijn aangebeden uitverkorene huis
waarts keerde, zei hij brokstukken op.
Niettegenstaande zijn ernst, gierde
Netje 't uit van pret, zoodat hij tegen
wil en dank meedeed.
Samen brachten zij zoo den winter
door hij in aanbidding, zij spottend
met zijn kalverliefde, zich vermakend
met zijn vleitaal.
Nico mocht weer gearmd met haar
loopen, haar tasch dragen, zijn para-
pluie voor haar ophouden, snoepjes
voor haar meebrengen en eens zelfs
stond zij hem toe zonder ontstemming
of verrassing, dat hij haar een kus gaf.
Van dien dag af, nam hij steeds op
die wijze afscheid van „zijn meisje".
Ja, zij waren goede vrienden. Nico
kon geen kwaad bij haar doen hij
was een goede jongen. Zoo ging de
tijd voort, en naderde het oogenblik
van 't eindexamen. Zonder vrees kon
Netje ziih daaraan onderwerpen. Nico
koesterde evenmin vrees, dom genoeg.
worden, zullen de Europeesche staats
lieden allicht liever naar andere op
lossingen van het staten-probleem
zoeken, dan welke zij mochten wanen
reeds gevonden te hebben, in de
meening tegenover een volk te staan,
dat voor de onaantastbaarheid van
zijn grondgebied niet alles over heeft.
Door reeds nu dezen geest van vast
beradenheid onder ons levendig te
houden, zullen wij er, elk voor zich,
in niet geringe mate toe kunnen bij
dragen, dat de mogelijkheid, die wij
veronderstellender wijze schetsten,
geen kans krijgt om werkelijkheid te
worden.
Een betreurenswaardig besluit.
Urgentie. Dames.
Eenigen tijd geleden besloot de ge
meenteraad tot aankoop van de prachtige
buitenplaats „Vreugde en Rust", lig
gende onder de gemeente Voorburg.
De bedoeling daarvan was, met 't oog op 'n
eventueeie annexatie van dat voorstadje
te voorkomen, dat het terrein voor bouw
terrein werd geëxploiteerd. Reeds zoo
menig mooi landgoed is in de onmid
dellijke nabijheid van den Haag ten offer
aan de bouwspeculatie gevallen en ook
dit groote goed dreigde die smadelijke
ondergang tegemoet te gaan. Den Haag
redde het door het te koopen. De be
doeling zat voor het voor wandelpark
in te richten, zoodra Voorburg bij den
Haag geannexeerd zou zijn. Misschien
zat de heimelijke bedoeling er ook wei
achter, dat op die wijze de annexatie
een bezienswaardige zijde kreeg voor
de dorpsbewoners.
Gedeputeerde Staten hebben echter
den aankoop niet goedgekeurd. Zij
meenen dat in de naaste toekomst van
een annexatie van Voorburg nog geen
sprake zal zijn en dat overigens een
speciaal Haagsch belang den aankoop
niet rechtvaardigt. De goede politiek
die belichaamd is in de bekende Fran-
sche stelling dat besturen is vooruitzien,
sehijnt bij Gedeputeerde Staten niet als
zoodanig te worden erkend. Het is
wel te betreuren dat op een dergelijke
wijze een groote gemeente geringeloord
wordt hij het maken van haar plannen
ten aanzien van de uitbreiding der ge
meente. Waarschijnlijk zal het' ge
meentebestuur wel in hooger beroep
gaan, doch het is dan verre van zeker,
dat het gelijk krijgt.
Er schuilt hier een algemeene princi-
pieele kwestie in, die door Gedeputeerde
Staten niet in het oog schijnt gevat.
Natuurlijk bestaat er een gedetailleerd
plan bij het bestuur der gemeente ten
aanzien van de ontwikkeling der stad.
Natuurlijk komt daarin ook voor dat
op een bepaald moment annexatie van
de gemeente Voorburg zal worden ge
vraagd. Hoe weten Gedeputeerde Sta
ten wanneer dit zal zijn
Hoe het zij, wij betreuren het besluit
van ..Gedeputeerde Staten en allen, die
prijs stellen op behoud van natuur
schoon zullen dit met ons doen. Indien
Wel was hij ook voor de vierde klasse
nog toegelaten, doch van kans op suc
ces kon nu geen sprake zijn. Nico
redeneerde er in optimistischen zin
over.
Nettie zei hij een paar weken
voor dien gewichtigen dag, je zal zien
dat ik bof. Wat ik weet, kan ik zeg
gen. Van die gave zal ik profiteeren.
ik praat die bende droogstoppels om
ver, haal mijn acte en dan ga ik on
middellijk doorstudeeren voor de
hoofdacte. Tot zoolang moet je op mij
wachten, Nettie, dan wordt je mijn
vrouw
Om al die gekheid, zoo heette zij zijn
ernst, moest Netje lachen.
Toch kon zij soms weemoedig wor
den bij 't zien naderen van 't einde.
De kameraadschappelijke omgang
met den ondegelijken, maar in-goeden
jongen, was haar aangenaam. Hun
tochtjes van dag tot dag visa-versa
Geestland's Gravenkerke, zou ze nim
mer vergeten.
Nog enkele dagen, Nico, en 't is
niet meer noodig, dat je stil voor mij
wat gebak kaapt uit den winkel zei
ze, triestig gestemd, bijna.
Is dat het eenige, dat je zult mis
sen, zeg vroeg hij teleurgesteld.
Doch omdat zij om dién uitval lach
te, deed hij 't ook en voegde er bij
Wacht maar, mijn kind, ik ga 't
je voortaan met doozen vol zenden
den Haag deze buitenplaats niet mag
koopen, lijdt het geen twijfel of ze zal
verkaveld worden en spoedig met een
reeks min of meer leelijke huisjes be
dekt zijn. Helaas!
Zaterdag viel er in den Haag iets
bijzonders waar te nemen. Er reed
een tramwagen, versierd met vlaggetjes
en vol dames. Het bleek te zijn de
oefenwagen van den cursus voor wa
genbestuurder van den urgentie-raad.
Wij moeten helaas verklaren dat wij
het nut van deze schoone zelfopoffe
ring van de Haagsche juffers niet be
grijpen. Wie even nadenkt, zal inzien,
dat deze hulp nooit noodig zal kunnen
zijn.
Indien ons land onverhoopt nog in
den oorlog mocht worden meegesleept,
zal een van de dingen die daarvan het
onmiddellijk gevolg zijn, ook dit zijn,
dat wij uiterst zuinig moeten zijn met
het steenkolenvverbruik. Reeds nu is dit
gewenscht omdat ons land op de aan
vulling der voorraden geheel en al op
het buitenland is aangewezen. Nu heeft
de Electrische Centrale enorm veel kolen
noodig omdat £ij één groote afneemster
heeftde tram. Het lijdt o. i. geen twij
fel of onmiddellijk na het uitbreken van
den oorlog zullen wij wel genoodzaakt
zijn het tramverkeer te staken. Het komt
ons dus voor al te groote ijver te zijn
wanneer de dames zich bekwamen voor
wagenbestuurder.
Precies hetzelfde is het geval bij de
posterijen en telegrafie. Ook daarvoor
sloven een dertigtal juffertjes zich thans
uit. Maar ook hier zal de dienst bij een
eventueeie oorlog zoo sterk verminde
ren, dat eer te veel aan personeel dan
een tekort valt te vreezen. Enfin, de
dames zijn al vast bezig en dat loven wij.
Heel scherp beantwoorden aan het
begrip urgentie doen ze wel niet. Op 12
April van dit jaar werd door den Vrou
wenraad besloten de urgentie-raden in
ie stelien en op 28 October reed er
eens éen tram als leerling-tram. Aan
een wagenbestuurder hebben zij dezer
dagen geïnformeerd hoe lang hij dacht
dat zij noodig zouden hebben om het
besturen te leeren. Zijn antwoord was
in vijf minuten kent u de handgrepen
en v«or de rest moet je eens een paar
dagen onder leiding rijden.
Het begrip „urgentie" is hier wel
eenigermate zonderling gebezigd wan
neer bijna zeven maanden ligt tusschen
de urgentie-verklaring en het eerste stapje
ter uitvoering.
Van dames gesproken, de parade op
het Binnenhof houdt nog dagelijks aan.
Men begint al gewend te geraken aan
deze kleurige stoffeering van de colon
nade. De kritiek over deze daad der
vrouw is zeer uiteenloopend van goed
keuring tot diepste verguizing.
Het feit dat een massa Kamerleden
het land hebben aan deze demonstratie
is, dunkt ons, er een aardig bewijs
voor, dat ze lang nietslecht bedacht is.De
ervaring heeft allang geleerd, dat zij,
die iets - van de Kamer gedaan willen
zien te krijgen, moeten opdringen, vol
harden en steeds meer rechtstreeks de
heeren aan het kleed komen.
Men informeere maar eens bij hen,
die den strijd voor het staatspensioen
Dat plan bleek voorloopig onuitvoer
baar voor hem, daar hij de uitspraak
der examen-commissie moest hooren
gewogen, maar te licht bevonden.
Zonder geld te verdienen, kon hij
geen bestellingen voor zijn- aangebede
ne doen. 't Volgend jaar moest Nico
maar eens terugkomen.
Bij volhardende studie in dien tus-
schentijd, kon succes niet uitblijven.
Voorwaar schrale troost
Maar zijn duikeling beteekende geen
nekslag voor zijn bluf. en oppervlak
kigheid. De examen-commissie was niet
onpartijdig geweest en men had zijn
cijfers onrechtvaardig gedrukt, zijn vrij
moedige houding vrijpostigheid gehee-
ten enz.
Netje slaagde, slaagde met prachti
ge punten. Maar hoe kon 't anders
Voor dames waren de examens niet
openbaar en lang niet zoo zwaar. Bo
vendien en dat deed de deur dicht,
heeren examinatoren waren menschen
van gelijke beweging als Nico en kon
den niet dan geïnfluenceerd zijn door
de magische bekoring, die van heel
haar wezen uitging. Vandaar die hoo-
ge cijfers, en de acte voor onderwijze
res. Voortaan liep hij alleen langs den
ouden, bekenden weg met zijn tasch op
den rug en 't hoofd vol herinneringen.
Toen Netje elders benoemd werd,
was de scheiding volkomen.
(Wordt vervolgd).