ZATERDAG ö4e jaargang 1916 jyeFirma F. Vil) DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Iniero. 18 dagelijks, oitgezonderd op Zondag en feestdagen lij deze Courant behoort eon jiEMEENTEBESTUUR Volkshuisvesting. FEUILLETON BINNENLAND NO. 24Ü VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.45 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ1.60. Voor België ƒ2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent m ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels 0.48; voor iedere regel meer 12 cent Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 24 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 6ct. per regel neabonné's, in 't bezit eener gulden bij levens- gulden bij dood ft gulden bij verlies 4| f* O gulden bij verlies A A A gulden bij verlies gulden bij verlies nolis, ziin GRATIS verze- M\ IIIII lange ongeschikt- /'<<|ll door S1111 van een hand> l^ll van II III van een van elken kerdtegen ongelukken voorLdU w w heid tot werken f Uil een ongeluk UUU voet of oog AVw een duim 1UU wijsvinger UV anderen vinger Deze uitkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" tê Schiedam gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken REGEERINGS-AARDAPPELEN. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter algemeene kennis dat door liem een aardappelenhande- |aar te dezer stede gedurende 2 maan den geen regeeringsaardappelen zal kunnen verkrijgen wegens het verkoo- „en van deze aardappelen aan een jroenteventer uit een andere gemeente. Vlissingen, 21 October 1916. De burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Naar mate de groote wereldoorlog onverpoosd voortgang heeft, nemen ook de moeilijkheden waarmede de neutra le landen te worstelen hebben eer toe dan af. En dat wel minder in militair opzicht, dan wel met betrekking tot de staathuishoudkundige omstandigheden, waarin zich de neutrale volken ge plaatst zien. Reeds kort na den aanvang van de groote worsteling, is ook in de gewone levens-verhoudingen een groo te omkeer gekomen, die zoowel in de oorlogvoerende landen als in de andere groote afmetingen aannam. Deze diep gaande veranderingen kwamen al aan stonds in een sterk gewijzigd prijs niveau van de meest onderscheiden le vensbehoeften tot uiting we behoeven daarvan waarlijk geen voorbeelden te noemen, daar deze voor het grijpen zijn en nog versch in aller herinnering lig gen. Daar was echter één omstandigheid, die de beroeringen in ons economisch leven zoo al niet licht te dragen maak- le, dan toch deze in zekeren zin voor een deel hun ernstig karakter deed ver zachten nl. de door velen gevoede hoop, zoo niet de gekoesterde overtui ging, dat dat alles wel spoedig een einde zou nemen. De oorlog, meende men, en met den oorlog de daaruit voortvloeiende rampen van allerlei aard, kon onmogelijk langen tijd duren. De verliezen door de menschheid ge leden achtte men te groot, dan dat lan ger dan eenige maanden het oorlogs wee op de wereld zou kunnen drukken. Alle maatregelen dan ook door plaatse lijke overheid of door 's iands-regeering genomen om althans eenige orde in den ontredderden staat van de volkshuis houding te brengen, droegen een uiter aard uiterst tijdelijk karakter. Evenwel, dat zou anders worden en moest ook anders worden nu tegen alle voorspellingen in van de kundigste mi litairen, de schranderste staatslieden en he geleerdste staathuishoudkundigen, de wereldkrijg niet alleen bleef voort 66.) —o— (liaittt TerlWfi Weer werd de deur opengerukt, want "iemand kwam in deze uren bedacht zaam of bedaard aanstappen, maar al- es stormde, holde of struikelde. Eenige ''eden van de Roode Kruis-colonne kwamen binnen, pakten de verbandkis- ten weer in, sloegen ze dicht en sleep ten ze mee anderen kwamen de draag baren halen alles in haast, alles in groofe opwinding. Eerst na een lange, lange poos kwam nartrop en meldde „De artsen en de "mpcolonne zijn naar beneden in de ™jn. Wat zij daar doen moeten, weet "iemand. De geheimraad heeft ze tele- "irnscli geroepen." Nog eenmaal kwam een arts, ge bigd door een helper en riep tot Hart- P ..Het zuurstofapparaat Er moet is heP" zuurs,0'aPParaat z'in Waar »*Ltr°P scl,rol< zoo, dat hij zich eerst naa Hezinnen moest. Doch dan liep hij ar de voorraadkamer en de dokter niPt "«MuauAaiiiti tu ut uutvivi ten ?'n assistent volgden hem en sleep- hid I zuurst°faPParaat weg. Har' P hen ermee tot aan de schacht. woeden, maar bovendien schier van maand tot maand aan omvang, be- teekenis en alles vernielende kracht nog toenam. Op dezen loop van zaken had den zelfs de knapste koppen niet ge rekend en bijgevolg begon ook de in zoo velerlei opzicht uit hare voege ge raakte volkshuishouding, aan een duur zame malaise te lijden. Doch juist deze duurzaamheid was een aansporing te meer voor de regeeringen, om door in wetten vastgestelde regelingen, voor schriften en bepalingen aan de gerezen moeilijkheden het hoofd te bieden. Daarvoor bestonden te meer grondige redenen, omdat tal van personen van de bijzondere omstandigheden gebruik maakten, om de economische wanver houdingen nog te vergrooten, ten einde van deze wanverhoudingen ten eigen bate volop te kunnen profiteeren. Prijs opdrijving van allerlei waren van dage- lijksche levensbehoefte, smokkelarijen op groote schaal, achterhouden van voorraden enz. waren daarbij hunne praktijken. Daaraan echter is, aithans zooveel mogelijk een einde gemaakt, door wettelijke bepalingen, die helaas niet altijd even doeltreffend gebleken zijn. Men dient echter daarbij te beden ken, dat de wetgever thans elk oogen- blik voor, uit regeeringsoogpunt, gehee le nieuwe feitelijkheden te staan komt, waarbij de meest omvangrijke ervaring op wetgevingsgebied vaak schromelijk te kort schiet. Het gaat ook hierbij, ais bij alle menschelijk werk, met veel val len en opstaan. Hoe grooter echter de nauwkeurige waarneming der euvelen door de regeerders wordt, hoe vaster ook hun hand kan zijn bij het toedienen der medicamenten voor de kwalen, wel ke de volkshuishouding thans in liooge mate kwellen. Tot deze kwalen, niet louter door den oorlog ontstaan, doch zeer zeker daar door in omvang en gevolgen schrome lijk toegenomen, behooren de groote nooden waarmede de volkshuisvesting in deze tijden te kampen heeft. Een ver schijnsel, dat men nagenoeg in alle lan den kan waarnemen, maar dat vooral in ons land sterk tot uiting komt. De woningnood, gepaard gaande met steeds stijgende huren, wordt vrijwel in gekeel ons land gevoeld, vooral in de grootere steden. De stijging der wo- ninghuren is echter niet, wat velen voetstoots aannemen een uitbuiten der omstandigheden door vele eigenaren. Natuurlijk zullen er zulke zijn, doch men mag noch kan een algemeen eco nomisch verschijnsel eenvoudig tot per- soons-kwesties herleiden. En dit alge meen verschijnsel is, dat evenals zoo vele grondstoffen, ook de bouwmate rialen aanzienlijk door den oorlogstoe stand in prijs gerezen zijn. Houdt dit eenerzijds een eenigszins genoegzame herleving van het bouwbedrijf tegen, Lang bleef hij weg, doch kwam dan met het bericht „Er zal nog een po ging gedaan worden. Maar het heeft toch geen doel. Te bereiken is er niets. Alles schreeuwt en praat door elkaar het is alsof de menschen hun verstand verloren hebben." Een geweldig gejubel van buiten weerklonk hoerageroep en daartus- sclien de hooge stemmen van vrouwen. Twintig ingesiotenen uit het diepst deel der mijn hadden zichzelf uitgegra ven en kwamen juist boven met de lift. En nu was er geen houden meer aan de menigte achter de poort. Toen de zware ijzeren traliedeuren van de poort open gingen, stormden allen naar binnen, renden langs de arbeiders, die erbij op wacht stonden en verspreidden zich roepend en schreeuwend over de plaats, alsof ze daardoor de anderen, die nog ingesloten waren, konden helpen. Auto's toeterden daarbuiten, wagens ratelden. Verscheidene bewusteloos ge worden mijnwerkers werden naar het hospitaal gebracht. Opnieuw klinkt er buiten geschreeuw; hoerageroep en haastige schreden, weer vliegt de deur open vier mannen van de hulpcolonne stormen binnen, terwijl een arts volgt. „Maak voorloopig hier alles maar klaar. Er zullen verscheidene zieken wagens komen om de geredden daarna naar het hospitaal te brengen Dan eerst zag de dokter Dora en anderzijds doet het de onderhouds- en reparatie-kosten voor hen, 3ie daar mede belast zijn, aanzienlijk toenemen. Ten overvloede is de vraag naar wo ningen tijdens den ooiiog sterk toege nomen in verband met de aanmerke lijke vermeerdering van het binnen onze landsgrenzen vertoevend aantal vreem delingen, waarvan de meesten nood gedwongen hier verblijven. Het verdient dan ook toejuiching, dat ten einde aan een stijging der huren zooveel mogelijk een einde te maken, daar waar deze stijging onredelijk dreigt te worden, en een ongunstigen invloed gaat uitoefenen op den levens standaard van het minst kapitaalkrach tige deel der bevolking, de regeering een desbetreffend wetsvoorstel heeft in gediend. Daarmede wordt ongetwijfeld een groot volksbelang gediend. Het ergste toch „woedt" de stijging in de lagere huurprijzen, waardoor de „kleine luyden" ook het meest getroffen wor den.' Het wetsontwerp bedoelt niet den eigenaar te treffen, die zich aan redelij ke prijzen houdt, doch wei dengene, die minder ruim van opvattingen, onnoo- dige winsten zoekt te verwerven. Ech ter, wat redelijk en wat onnoodig is, kan niet altijd met een maatje worden uitgemeten en hangt grootendeels van de persoonlijke opvatting af. Te dien einde voorziet het thans aanhangig wetsontwerp in de vorming van dus genaamde huurcommissies, door het college van burgemeester en wethou ders of wel door Gedeputeerde Staten te benoemen. Evenwel een wet is maar half werk, wanneer zij niet door den geest waar mede zij wordt uitgevoerd, tot een le vend deel van het staats-organisme wordt gemaakt. Op de toepassing dan komt het vooral aan en hier geldt dit dubbel waar het de taak der huurcom missies betreft. De grootste tact toch is hier geboden om eenerzijds geen on billijkheid te begaan tegen de huiseige naars van goeden wille, anderzijds om tegenover hen die dit niet zijn, de on redelijkheid hunner inzichten duidelijk te doen uitkomen en doortastendheid aan voorzichtigheid te paren. Wil deze wet effect sorteeren en bijdragen tot de zoo hoog noodige verbetering in vele toestanden onzer volkshuisvesting, dan komt het ons voor, dat inzonder heid de keuze der personen in bedoelde commissies, met groote omzichtigheid moet geschieden van hun bekwaam heid en niet minder van hun menschen- kennis hangt voor een groot deel het welslagen af. Wij koesteren nochtans vertrouwen in een en ander immers waar het be langen geldt, die onze volkskracht ra ken, bleek reeds meermalen in deze moeilijke omstandigheden de juiste weg nog wel te vinden te zijn. Dat zal wendde zich tot haar. Hij rukte zich den hoed van het hoofd, wischte zich het zweet van het voorhoofd en van het vuil geworden gelaat. „Graaf Klinter, de bergaad en de vijf arbeiders zijn uit de mijn gehaald eenigen van hen zullen we zeker weer in het leven kunnen terugroepen. Graaf Klinter is weer heelemaal bij alleen met den bergraad schijnt het heel slecht te staan De arts ging weer de zaal uit. Een gejubel en daarop een plotseling stilzwijgen. Daarna hoorde men regel matige schreden. Ook de tweede helft der vleugeldeur werd geopend en de helpers van de geneeskundige colonne droegen zes baren binnen. Daarop la gen de lichamen van Spalding en zijn vijf moedige helpers. Aan den arm van een dokter verscheen wankelend en moeilijk loopend, graaf Klinter. Hij werd op een der bedden gelegd, die in derhaast klaargemaakt werden en met het zuurstofapparaat behandeld. Daar na werd ook bij de andere half bewus- teiooze mannen geprobeerd, zuurstof naar binnen te brengen. Dora zag alles als in een nevel. Een angstaanjagende onverschilligheid had zich van haar meester gemaakt. De ziekenwagens reden voor en de 6 bewusteloozen werden weggebracht. Graaf Klinter echter weigerde naar het hospitaal te gaan. Hij zette zich op den rand van zijn bed en verklaarde het ook nu, waar het de breede lagen onzer Nederlandsche samenleving geldt, in het bij uitstek groote belang eener op redelijke huurvoorwaarden gegronde volkshuisvesting. Landstormjaarklasse 1908. De minister van oorlog brengt ter kennis dat nog niet kan worden bepaald wanneer de in 1888 geboren personen, die tot den landstorm behooren of daar toe op of na 1 November 1915 komen te behooren, in werkelijken dienst zul len worden gesteld. Behoudens onvoor ziene omstandigheden zal hun opkomst niet nog in dit jaar moeten plaats hebben. Zoodra den tijd van indienststelling zal zijn bepaald, zal nadere bekendmaking volgen. Nederland en Duitschland. Onder den titel „Holland en Duitsch land" publiceert de „Kölnische Zeitung" een artikel, waarin zij er de aandacht op vestigi, dat de Hollandsche pers den verminderden uitvoer van ijzer en staal uit Duitschland besproken heeft en erop gewezen heeft, dat dit belemmerend is voor den Hollandschen scheepsbouw en andere industrieën. Evenwijl wijten de bladen dit niet aan Duitsche fabrikanten of de Duitsche regeering, maar aan de meerdere behoefte van Duitschland zelf in verband met de vermindering van het aantal arbeiders. De .Kölnische Zeitung" acht het ver blijdend dat Nederland zelf verklaart het ijzer nooaig te hebben uit Duitschland, hetwelk ook verder bereid zal zijn zoo veel ijzer af te staan, als het missen kan. Het blad vervolgt danOnze goe de wil hangt echter zooals vanzelf spreekt daarvan af, dat men ons te gemoet komt en zich niet verder laat dringen op den door Engeland's wille keur aangewezen weg, waardoor de uit voer naar Duitschland hoe langer hoe meer beperkt wordt. Sinds lang afgesloten en tot nog toe nagekomen leveringscontracten worden door Holland niet meer opgevolgd op grond, dat eerst aan Engeland geleverd en dan eerst het overschot naar Duitsch land komen kan. Geen onpartijdig den kende Hollander zal echter van ons ver langen, dat wij met Duitsche aan den dienst onttrokken arbeiders ijzer voor Nederland vervaardigen, wanneer daar de uitvoer van levensmiddelen voor die zelfde arbeiders onnoodig bemoeilijkt en ten gunste onzer vijanden aanhoudend verminderd wordt. De verminderde steenkolen-aanvoer. Het feit, dat de laatste weken uit Duitschland minder steenkolen worden aangevoerd, dan gewoonlijk, heeft hier en daar de meening doen ontstaan, dat we ons zouden hebben voor te bereiden op een algemeen uitvoerverbod. Van bevoegde zijde vernam het „Hbi." echter dat van ee» dergelijken maattegel niets bekend is. De verminderde aanroer staat in verband met het wagengebrek dat „Het wordt al beter, de frissche lucht doet me goed. Ik heb mijn eigen auto hier en rijd daarmee naar huis." Hij stond op en beproefde te ioopen, wat 'hem met veel moeite gelukte. Hij reikte Dora de hand. Dora kuste die en deed den goedmoedigen Klinter daar door zóó schrikken, dat hij eigenlijk pas goed tot bewustzijn kwam en afweerde: „Dat niet, dat niet „Jij hebt ze gered," zei Dora en nu eindelijk vond ze tranen en brak uit in een hartverscheurend snikken. De graaf ging bij haar zitten en pro beerde haar te kalmeeren. Hij sprak en kele onsamenhangende woorden, zoo goed en zoo kwaad als hij in zijn suf- figen toestand bedenken kon. Dora zat aan de tafel, het gezicht in de handen verborgen. Het roepen en schreeuwen buiten werd harder, duidelijk hoorde men vele menschen heen en weer Ioopen. Een luid hoerageroep Daarna trad Hartrop binnen en riep „De colonne uit het diepste deel der mijn komt. Nu zijn ze allen gered Toen verdween hij weer. De oude mijnwerker kon onmogelijk binnen blij ven hij moest naar buiten, om zijn ka meraden te begroeten. Het tumult daarbuiten hield wel een half uur aan. Daarna kwam, met lang zame slepende schreden, geheimraad Kersten binnen. Zijn verschijnen had een uitbundig gejubel daarbuiten ver zich omstreeks dezen tijd stééds doet gevoelen. En juist thans valt er in dat opzicht weer eenige verbetering te con- stateeren. Vermindering sigarenprijs. Het blijkt ons uit een nadere toelich ting van een sigarenwinkelier alhier dat de firma Van Gardinge te Eindhoven den prijs van de Braziliaantjes slechts met f2.50 per 1000 heeft verminderd (alzoo 1 cent per stuk) onder verplichting evenwel dat men dan ook duurdere si garen van genoemde firma koopt, anders blijft de verhooging van f 2.50 voor eerst genoemd merk ook gehandhaafd. Jaarbeurs-Utrecht. Door het Bestuur van de Eerste Ne derlandsche Jaarbeurs, welke te Utrecht van 26 Februari-10 Maart 1917 zal plaats vinden, worden op groote schaal kaar ten verspreid in het buitenland, teneinde het bezoek van kooplieden uit den vreemde te bevorderen. Binnenkort zal ook eene geillustreerde brochure verschijnen, die eveneens in negen talen wordt gedrukt. Een prettige verstandhouding! In de jongste raadszitting van de ge meente Buurmalsem sprak de voorzitter, F. W. Baron v. d. Borch, volgens de „Gelderlander" het volgende „Naar aanleiding mijner herbenoeming wensch ik even het woord. „Ik breng een woord van dank aan H. M. de Koningin der Nederlanden, die mij andermaal op aanbeveling van de hoogere autoriteiten heeft geroepen tot hoofd dezer gemeente. Ik breng een woord van dank aan de bevolking dezer gemeente, die mijn anibt in de afge- loopen zes jaren gemakkelijk heeft ge maakt door haar welwillende mede werking helaas, kan ik dit woord van dank niet richten tot de meerder heid van den raad, daar zij getoond heeft, geen zaken van personen te kunnen onderscheiden. Reken er op, mijne heeren, ik sta ver boven u en ben alleen rekenschap verschuldigd aan de Kroon. Wilt ge op den ingeslagen weg doorgaan, mijne heeren, door alles tegen te werken, dan zijt gij daarvan reken schap en verantwoording schuldig aan de kiezers en den eed, door u afgelegd." Aan het slot der zitting gaf alleen een der wethouders zijn instemming met de herbenoeming van den burgemeester te kennen. Smokkelen. Een correspondent aan de Oostgrens schrijft aan het „Hbi." Ondanks de herhaalde bekeuringen en de verbanning uit het in staat van be leg verklaarde gebied, blijven de smok kelaars nog maar steeds er hun „hebben en houden" aan wagen, om een smok- kelwinstje te bemachtigen. En toch vrachten in beslag genomen smokkel waar liggen hier en daar en elders op gestapeld. „Wat geeft het, of de kom miezen me al een enkelen keer snappen", redeneert de smokkelaar. „Eén vrachtje naar de overzijde en de schade van een paar inbeslagnemingen is al lang oorzaakt. Dit gejuich hield nog aan, toen hij reeds binnen was en zich uit geput op een der bedden neerzette. Buiten voor de vensters verdrongen zich honderden menschen, meest vrou wen en kinderen. Ze ontdekten graaf Klinter en begonnen opnieuw te jui chen: „Graaf Klinter, hoefa, gliikauf 1 glükauf 1" Er hielp niets aan graaf Klinter moest opstaan en tot voor de deur gaan, om een paar woorden tot de menschen te spreken. Hij was de held van den dag hij was de redder van de verloren gewaanden, evenals de oude geheimraad als leider van het reddings werk de verdienste had, dat degenen, die onder in de mijn opgesloten waren, zoo spoedig weer bevrijd waren. De beambten kwamen binnen en ge- estrade, waar hij zich aan de tafel, die heimraad Kersten ging moeilijk naar de zich daar bevond, neerzette. Zoo goed en zoo kwaad als het ging, werden de noodige bevelen gegeven, om de mijn zoo spoedig mogelijk weer geschikt voor het werk te maken. Reeds de nachtploeg zou met het opruimings- werk moeten beginnen zij moest trachten de grootere stukken steen van de doorbraak er uit te zoeken, opdat de dwarsgang zoo gauw mogelijk weer gebruikt zou kunnen worden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1