2000
750
in:
gen.
VRIJDAG
54e Jaargang
1916
gister-
bladen.
s Caesar
prachtvol
|he waarde
is Caesar
le gunstig-
zoowel op
ïistorie als
betreft.
3S Caesar
Rome in
eid, pracht
ïerleven.
is Caesar
Id van den
Romeinen
iërs en van
ehen Eur-
jft pracht-
luit 't Gal
en woeste
ft dien tijd
is Caesar
js, verpoo-
mningis
voor ie-
mg en oud
is Caesar
recht aan
woorden
in
litigen,
£at dit
izonden
naai.
rriE
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
gemeentebestuur
FEUILLETON
HAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
iNO. 224
kar niets tegen,
Izien. Maar een
(vertoond. Door
kan iedereen
|e-Bioscoop een
lAR.
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren J.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk/l.50. Voor België ƒ2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35. Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
gulden bij dood gulden bij verlies A ^ffï gulden bij verlies A AA gulden bij verlies Of* gulden bij verlies
door van een hand, 11 van 11111 van een Mvan eiken
kërdtegen ongelukken voor :LUUU heid tot werken ff W een ongeluk (lUlff voet of oog lvU een duim ÏUU wijsvinger tU%3 anderen vinger
geze uitkeeringen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" té Schiedam
De abonné's, in 't bezit eener
polis, zij" GRATIS verze-
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
Zij die zich met
1 October op de
dagelijks verschijnende „VLIS-
SIHGSCHE COURANT" abort-
tteeren, ontvangen de Courant
tot dien datum GRATIS.
LANDSTORM. KEURING.
Jaarkiasse 1909.
De Burgemeester der gemeente Vlis
singen brengt ter algemeene kennis,
dat° de dienstplichtigen bij den land
storm der jaarklasse 1909 gelegenheid
hebben zich aan eene keuring te onder
werpen bij den keuringsraad, die zitting
houdt te Vlissingen op Vrijdag 20 Oc
tober 1916, des voormiddags 10 uur ten
Raadhuize.
Het welbegrepen eigenbelang van de
landstormplichtigen maakt liet zeer
wenschelijk, dat zij zich voor deze keu
ring aanmelden, o.a. omdat zij, ingeval
zij ongeschikt mochten blijken nadat zij
in werkeiijken dienst zijn gekomen en
alsdan weder huiswaarts worden ge
zonden, hiervan moeilijkheden kunnen
ondervinden ten aanzien van hun maat
schappelijke of studie-belangen. Onder
werpen zij zich aan een onderzoek bij
den keuringsraad en blijkt daarbij vol
doende van ongeschiktheid, dan wor
den zij van den dienstplicht bij den
landstorm terstond ontslagen en staan
zij niet meer bloot aan de kans om als
landstormplichtige in werkeiijken dienst
te worden geroepen.
Wenscht een landstormplichtige bij
een anderen keuringsraad 't onderzoek
te ondergaan, dan kan de Voorzitter
van éerstbedoelden keuringsraad hem
^daartoe., op zijn verzoek toestemming
l verkenen.
De lancistorniplichtige, die meent on-
I geschikt voor den dienst te zijn, heeft
bovendien aan den Minister van Oorlog
ontslag van den dienstplicht te vragen
met overlegging van een door twee ge
neeskundigen afgegeven verklaring
ook kunnen worden overgelegd twee
afzonderlijke verklaringen^ elk getee-
kend door één geneeskundige. Van
tee gelegenheid kan ook gebruik ma
ken degene, die reeds door den keu
ringsraad geschikt is verklaard.
De handteekening van den genees
kundige op de verklaring moet gelega
liseerd zijn door den burgemeester der
gemeente, waar de geneeskundige
woonplaats heeft. Is de landstormplich
tige in het buitenland gevestigd dan
mag de verklaring ook zijn afgegeven
door twee personen, bevoegd tot uit
oefening van de geneeskunde in het
Rijk, waar hij gevestigd is. De verkla
ring moet evenzeer behoorlijk gelegali
seerd zijn.
De tijd, waarop de landstormplich-
I hgen van jaarkiasse 1909 in werkeiij
ken dienst zullen moeten komen, zal
(Mitt ie ïSo iei.
„In de eerste plaats is dit niet zoo
'rg". meende mevrouw Glover, „en in
de tweede plaats is zooiets voor een
'rouw die lief heeft, geen beletsel. Ik
geloof, dat in zulke gevallen een vrouw
vee! dieper en zachter voelt dan een
man."
„Zonder twijfel zijn de gevoelens
v3n de vrouw in die gevallen dieper en
zachter dan bij den man. Maar ik wil
8Wn medelijden ik ben bang voor
medelijden. Ik heb heel wat anders ge
hoopt."
„U wilt liefde", antwoordde me-
rouw Giover. „Waarom zou die niet
w "eel worden Is de liefde, die uit
edelijden ontstaat, soms minder
waardig
j?or. m'j wel, mevrouw, ik geloof
mi J'eRle geen stand houdt. Ik voor
1 "eb altijd hooren vertellen, dat de
zii 'eëen den ma" moet opzien, dat
"cm moet bewonderen. Daarop kan
ik kreupel ben, geen aan-
kreim ma,<en- Ka" iemand zich een
W n '1e'd denken
Klj'ees toch niet zoo bitter, graaf
zirh de eersfe plaats kan men
i 00 iets heel goed denken daarbij
andermaal worden bepaald.
Vlissingen, 21 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
M. LAERNOES (L. B.)
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer stelde het adres
van antwoord vast op de troonrede. Bij
deze gelegenheid drong de heer Van
Kol er nogmaals op aan, dat Neder
land den eersten stap zou doen tot het
houden van een conferentie voor de
neutrale staten, opdat eindelijk getracht
zou worden tot bemiddeling in dezen
oorlog. Hij meende dat het oogenblik
nu gunstig was en dat, als de Neder-
iandsche Regeering, die z. i. aangewe
zen is voor het initiatief, niet spoedig
begon, zij te laat zou komen.
De Regeering behield een welspre
kend stilzwijgen op deze vraag. Zelfs
was de Minister van Buitenlandsche
Zaken niet aanwezig.
Bij een paar koloniale ontwerpen
werd eenige discussie gevoerd van
geen beteekenis. Iets langer werd stil
gestaan bij de naturalisatie van me
vrouw de weduwe Von Grignancourt,
geb. Van Nispen tot Sevenaar De heer
de Vos van Steenbergen was tegen
deze naturalisatie op grond van het be
zit van vreemde titels, die volgens dien
spreker niet wettig zijn. De Minister
van justitie betoogde dat dit niets ter
zake deed. De heer de Vos vindt zoo'n
titel natuurlijk iets buitengewoon be
langrijks. Werkelijke beteekenis heeft
deze zaak echter nihil.
Het wetsontwerp kwam zoowaar in
stemming en werd aangenomen met 16
tegen 11 stemmen.
Deze Kamer is uiteen tot Woensdag
27 September.
TWEEDE KAMER.
De Tweede Kamer nam eenige be
sluiten. A.s. Donderdag zal in openbare
vergadering worden behandeld het
wetsontwerp betreffende den Kolonia
len Raad.
Dinsdag 3 October begint het afdee-
lingsonderzoek van de Staatsbegroo-
ting. De Voorzitter zal later voorstel
len om na dat afdeelingsonderzoek te
beginnen met de grondwetsherziening.
De Troonrede.
Een beknopte bloemlezing uit de voor
naamste beschouwingen laten we hier
volgen.
De „Nieuwe Rott. Crt." (Lib.) wijst
er op, dat een groot deel van de Troon
rede geen nieuws bevat, staande in het
teeken van den „rampzaligen oorlog,"
heeft de rede weinig nieuwe klanken
laten hooren. Het zou echter weldadig
geweest zijn, indien in de rede verband
was gebracht tusschen de gewichtige
onderwerpen, die in openbare behande-
komt, dat niet alle mannen helden be
hoeven te zijn. Het is een dwaling,
wanneer men meent, dat de vrouwen
haar liefde alleen aan helden schenken.
Wanneer de vrouwen slim zijn, gaan
ze zelfs de helden uit den weg die
verbeelden zich te veel. Geloof mij,
wanneer ik u die dingen zeg ik ben
een oude vrouw, die ervaring heeft."
„Mevrouw, u zult wel weer beweren,
dat ik het gesprek op zijpaden leid
maar ik moet weer protest aanteekenen
tegen uwe bewering, dat u een oude
vrouw bent."
In het volgende oogenblik gebeurde
zoo iets zonderlings, dat graaf Klinter
geheel en al verbaasd was
Mevrouw Glover begon plotseling te
\veenen. Twee groote tranen biggelden
langs haar wangen, en zij begon zoo te
snikken, dat haar paard onrustig werd.
„Mevrouw riep graaf Klinter ge
heel ontsteld. „Wat is er gebeurd Ik
heb toch geen schuld aan uw tranen
Barbara schudde heftig van neen.
„U hebt mij naar mijn aangelegenhe
den gevraagd en ik heb mij in vertrou
wen geuit. Kunt u mij niet zeggen, wat
u drukt
Mevrouw Glover streed moedig met
haar tranen en zei dan
„O, wat zijn de mannen dwaas
Eerst zetten zij ons dc revolver op de
borst en wanneer we ons dat niet iaten
welgevallen, richten zij het wapen op
zichzelf."
En wederom weende mevrouw Glo
ver, dat het graat Klinter door het hart
ling komen en den oorlog. Zij had er
nadruk op kunnen leggen, dat het van
het uiterste belang is, met het oog op
de zeer zware, niet alleen oeconomisch-
politiek zware, omstandigheden, welke
na den oorlog nog voor ons land zullen
aanbreken, tijdig in onze binneniandsche
politiek die twisten tot oplossing te
hebben gebracht, die Nederland tot nog
toe „verscheurden."
Het „Handelsblad" (Lib.) wijst erop,
dat, al kondigt de Troonrede weinig
nieuwe wetgevende maatregelen aan, er
genoeg werk op afdoening ligt te wach
ten. Doch de aankondiging der wets
ontwerpen op finantieel gebied, speciaal
de regeling der gemeente-inkomsten,
heeft het met ingenomenheid gezien.
Ook juicht het toe de maatregelen op
militair gebied, speciaal de overweging
om den druk der mobilisatie te ver
lichten.
De „Standaard" (Antirev.) is getroffen
door het ernstige, sombere karakter der
Troonrede, en uit het ongenoemd laten
der Grondwetsherziening zou men haast
willen afleiden, of de regeering zelve
niet gevoeld heeft, dat het bij zoo ge
spannen, ten deele zelfs dreigenden in
ternationalen toestand, toch eigenlijk
niet aangaat, thans juist aan de funda
mentstukken van ons Staatsgebouw te
gaan rammelen. „Denk u maar in, wat
indruk het later op den kiezer zou ma
ken, bijaldien er een vooruit gevreesde
oorlog uitbrak, en onze Staatslieden aan
het redekavelen waren, aan het om
bouwen van de cardiuaalste stukken
van onze Grondwet."
Ook de Antirev. „Rotterdammer" is
getroffen door den somberen toon der
rede. Van enkele punten heeft het blad
met belangstelling kennis genomen, doch
elke politieke noot ontbreekt. Zelfs
kost het moeite om te gelooven, dat de
belangrijke wetsontwerpen, in de voor
laatste alinea bedorjd, betrekking heb
ben op onderweijjtn, welke in onze
binneniandsche politiek groote beroering
wekken. En dan besluit het blad
„Den inhoud van de Troonrede kun
nen we het best karakteriseeren Een
onbedoeld, maar vernietigend protest
tegen het Kabinet, dat te kwader uur
het bestand verbrak."
De (Chr.-Hist.) „Nederlander" vindt
de kern van de Troonrede in de ali
nea's
„lk zal ook in het vervolg de plichten
nakomen die eene neutrale natie door
het volkenrecht zijn opgelegd. Maar ik
ben vastbesloten onze onafhankelijkheid
te verdedigen en naar vermogen, tegen
over wien het ook zij, onze rechten te
handhaven."
Het „Je Maintiendrai" zal weerklank
vinden in het hart van ieder rechtgeaard
vaderlander. Maar onze Vorstin heeft
juist ingezien, dat daarop de bede moest
volgen „dat God ons ook in dezen
zorgvoiien tijd moge bijstaan." Moge de
volgende Troonrede niet enkel kunnen
gewagen van onze vriendschappelijke
Betrekkingen met alle mogendheden,
maar ook van het herstel van den vrede.
De (Kath.) „Tijd" heeft met alle er-
sneed.
Hij begreep, dat iedere tegenspraak
op dit oogenblik nutteloos was. Hij kon
er bij haar ook niet op aan dringen, een
geheim prijs te geven, dat haar klaar-
blijkelijk zwaar drukte en dat haar bin
nenste in de hevigste beroering bracht.
Daarom bleef hij slechts zwijgend naast
haar rijden.
Inmiddels bereikte men het park van
ivershofen.
Mevrouw Glover hield haar paard in
en droogde haar tranen. Zij stak haar
zakdoek in den zijzak van haar rij-
jacket en reikte haar begeleider de
hand.
„U hebt mij zwak gezien, in een toe
stand van opwinding en verwarring
verkeerend, die mij helaas door de om
standigheden en het lot is opgedron
gen. Ach, ik had nimmer kunnen den
ken, nog eenmaal voor zulk 'n dilemna
te moeten komen. Ik verzoek om uw
discretie en reken op uw vriendschap
en uw stilzwijgen. U zult bij gelegen
heid ook vernemen, wat de oorzaak
van mijn leed is alleen nu niet. Ga nu
heen, alsjeblieft. De menschen bij mij
thuis zullen toch wel kunnen bespeuren
dat ik geweend heb en wanneer zij
zien, dat u mij thuis brengt, zouden er
onnoodig praatjes ontstaan. Men zou
gaan fantazeeren, dat er tusschen ons
iets was voorgevallen. Blijf mijn vriend,
graaf Klinter. Ik zal uw vriendschap en
uw hulp in de volgende dagen wellicht
zeer behoeven. Ik heb hier geen vrien
din het ligt misschien aan mijn
kenning van de hooge beteekenis der
woorden door H. M. gesproken in ver
band met de handhaving onzer onaf
hankelijkheid en voor de concrete plan
nen in de Troonrede aangekondigd, met
bevreemding geconstateerd, dat de rede
met geen woord rept van het groote
probleem, dat de regeering in dit zit
tingsjaar wil oplossen het groote werk
der Grondwetsherziening is verborgen
onder dit telken jare terugkeerend zin
netje belangrijke wetsontwerpen zullen
ook in dit zittingsjaar uwe aan
dacht vorderen. Geen woord verder
over de drooglegging der Zuiderzee,
geen woord overhet Staatspensioen 1
„Van Thorbecke is de typeering van
de Troonrede, „dat zij slechts wetsont
werpen aankondigt, die min of meer
in staat van wijzen verkeeren." Welnu,
dit is toch zeker het geval met de Grond
wetsherziening, die deze Regeering als
voornaamste punt op haar program
plaatste, die met medewerking van alle
partijen werd voorbereid en zoowel de
voorstanders van het bijzonder onderwijs
als van het algemeen mannenkiesrecht
bevredigde.
In een officieel stuk als de Troon
rede had een zoo gewichtige onderne
ming, als een Grondwetsherziening is,
toch wel vermelding verdiend 1"
De (Kath.)„Maasbode" vindt deTroon-
rede een mooi stuk werk, dat echter
aan de werkelijkheid weinig beantwoordt.
Zij geeft een beeld hoe volk en regee
ring zich tegenover de groote gebeurte-
tenissen van den dag zouden moeten
gedragen, maar onze binneniandsche
toestand geeft een anderen indruk.
Over de politiek wordt gezwegen en
juist de politieke beslommeringen, spe
ciaal de Grondwetsherziening, zullen de
welvaartsverzorging, die werk genoeg
geeft, voor een belangrijk deel beiem
meren. Beiastingaanvulling enz. ligt bui
ten de politieke zóne, en daaromtrent is
wel overeenstemming te bereiken. Doch
omtrent de hervormingen in Indië, vooral
wat betreft de Indische defensie, is de
„Maasb." niet gerust en over een mo
gelijke uitbreiding van onze eigen weer
macht is het blad ook slecht te spreken.
„Meer dan ooit wordt deze troonrede
geheel beheerscht door den oorlogstoe
stand, die ook voor ons land bij voort
during zulke buitengewoon moeilijke,
vaak en telkens weer zelfs niet-onge-
vaarlijke omstandigheden meebrengt.
Ware het daarom alleszins te begrij
pen, indien dit staatsstuk voor een zeer
belangrijk deel gewijd ware aan de
toestanden, door den oorlog ten onzent
geschapen, en aan de maatregelen, die
kunnen strekken om in de aldus ge
wekte euvelen te voorzien, toch doet
het vreemd aan, dat nagenoeg elke ver
wijzing naar de behartiging van eenig
ander belang ontbreekt.
De beide groote hervormingen der
grondslagen van het staatswezen op
het stuk van kiesrecht en onderwijs, die
op het komende parlementaire jaar voor
een overwegend deel hun stempel zullen
drukken en een periode van tientallen
jaren van een politieken strijd voorloopig
heerschzuchfig en zelfstandig karak
ter, dat de dames zich niet tot mij aan
getrokken voelen. Ik heb geen vriendin,
tegen wie ik mij kan uitspreken en de
oude geheimraad, wien ik mijn volle
vertrouwen zou kunnen schenken, is er
niet bovendien zou hij mij in dit geval
ook niet kunnen helpen. Neen, vooral
hij heelemaal niet
Tot morgen, graaf Klinter. Morgen
vroeg dus rendezvous hier in Ivershofen
om te gaan rijden. Wellicht doen we
morgen den laatsten wandelrit. Het is
mogelijk, dat ik ook op reis ga, mis
schien is dat de beste oplossing."
Graaf Klinter kuste Barbara nog eer
biediger dan vroeger de hand. Uit zijn
oogen straalde een zoo hartelijk mede
lijden, dat mevrouw Glover hem nog
eens toeknikte, alvorens haar paard in
gang te zetten.
Graaf Klinter draafde naar huis en
dacht er onderweg aan, hoe in den
laatsten tijd de wereld in het algemeen
en de menschen in het bijzonder uit hun
voegen schenen te geraken. Voor hem
zelf was het oogenblik gekomen, dat
een paar meisjesoogen hem meer in
teresseerden dan zijn werk. Bergraad
Spalding was melancholiek en nu
scheen ook een zieiestrijd mevrouw
Glover, de ongenaakbare, te beroeren.
„in de wereld schijnt toch nog meer
te bestaan dan kolenmijnen en wals-
werken
Tot dit resultaat was graaf Klinter
gekomen, toen hij voor zijn villa stil
hield en uit den zadel steeg, om zijn
zullen afsluiten, worden in deze troon
rede zelfs in het geheel niet genoemd.
Zij schijnen maar gerangschikt te moe
ten worden onder de belangrijke wets
ontwerpen" (inderdaad 1) die heel op
het eind even aangeduid worden. Dit
dunkt ons toch de soberheid ietwat vèr-
gedreven.
Inlijving lichting 1917.
De minister van Binneniandsche Za
ken heeft aan de Commissarissen der
Koningin in overleg met den minister
van Oorlog medegedeeld, dat de inlij
ving van dienstplichtigen der lichting
1917 vermoedelijk zal geschieden in de
gewone bij de wet vastgestelde tijd
vakken.
Daar het echter niet onmogelijk is,
dat de inlijving vervroegd moet worden,
behoeven de aanvragen om vrijstelling
wegens kostwinnerschap, wegens oplei
ding tot een geestelijk ambt, of wegens
woonplaats of toekomstige woonplaats
in de koloniën, dit jaar niet in Novem
ber, doch in October te worden gedaan.
Staatsraad de Nerée. f
Het lid van den Raad van State, mr.
j. P. R. M. de Nerée van Babberich, is
gisterenmiddag op66jarigen leeftijd over
leden.
De heer de Nerée werd Woensdag
tijdens de vergadering der afdeelings-
geschillen van bestuur van den Raad
van State onwel. De ongesteldheid liet
zich aanvankelijk niet ernstig aanzien,
maar in den toestand kwam later plot
seling een ongunstige wending.
Een nieuwe onderzeeboot.
De werf „Feijenoord" heeft een on
derzeeboot gebouwd, bestemd voor onze
marine. Een vorige week reeds werden
fabrieks-proefvaarten gehouden om het
bewegingsmechanisme te probeeren.
Deze week werden de proeftochten voort
gezet, voor de duikproeven en het varen
onder water.
Er moeten nog kleine wijzigingen aan
gebracht worden. Binnenkort heeft een
laatste proeftocht plaats.
De onicieele proeftocht voor de ma
rine-autoriteiten geschiedt daarna te
Vlissingen.
Kunstverzameling-Mesdag.
De particuliere kunstverzameling van
wijlen den kunstschilder H. W. Mesdag
is voor een zeer aanzienlijk bedrag
overgegaan in handen van een combi
natie van koopers in Amerika.
Het bedrag van den aankoop is, hoe
wel niet in de millioenen loopende,
hooger dan het bedrag waarvoor de
verzameling indertijd aan het rijk te
koop is aangeboden.
Het geval Gosch-Ter Spill.
De heer mr. dr. J. H. W. Q. ter Spill
verzoekt het volgende ter verklaring te
publiceeren
Bijzondere redenen, welke in dit ver
band niet ter zake doen, noopten mij
tot nu toe over het bekende geval te
zwijgen.
paard aan een stalknecht over te geven.
Mevr. Glover was door den slottuin
tot voor den stal gereden zij steeg af
en ging het huis in. Ze zei aan den
knecht, dat zij voor niemand was te
spreken en trok zich in haar kamer
terug.
Hier liep zij langen tijd op en neer.
Toen ging zij naar haar schrijftafel en
nam uit een' van de laden een brief,
dien zij den vorigen dag had ontvangen
en waardoor zij in zulk een opwinding
was geraakt. Deze brief kwam van ka
pitein Lothar Kersten en luidde
„Liever de dood, dan die onzeker
heid 1 lk verkeer sedert verscheidene
dagen wederom in een koortsachtigen
toestand, die geen einde wil nemen,
daar de opgewondenheid van mijn
geest het lichaam niet in de gelegenheid
laat tot rust te komen. Op een of andere
manier moet daaraan een einde komen.
Ik moet klaarheid hebben. Waartoe kan
ik genezen, wanneer het leven voor mij
geen waarde heeft en waarom zou ik
mij verder kwellen, als het leven mij
niets meer te geven heeft
Zes jaar is het geleden, dat ik je op
een oogenblik, dat ik de controle over
mezelf kwijt was, mijn liefde verklaar
de. Je wees mij met verontwaardiging
af en had daarin gelijk, omdat je de
vrouw was van een ander."
(Wordt vervolgd.)
I^D^VELDK J''