;ma, NAAR tgJÊÊÊÈL itl2S urtei isca edbeef BODE BODE ZATERDAG Iühi: 16 SEPTEMBER ,tfo. 219 beweeg- delburg. SOKWAREN. ershaifwas iOONNEME .■hTSPSIJS Voor VlUstngen ca de gemeenten op Walcheren UI s,,. drie maanden. Franco door het geheele r§k f Ï.S9, Voor België f 3.29 Vuor overige landen der Poat- Unie 3.3S Afxondsrlifce nomraera 8 ces? Nu of nooit. BINNENLAND 1916 ""-w U INGEN. cédé) 1 's norgeuQ mmmfBK elijks te bekomen iteli en machinaal ;en fabrikaat, jnbevelenti, DMETER, V rkensslagerij. ondschool Handweiksheden. en Teekeiibehoef- iH's Boekhandel. e 1 vrijen lijd heelt, ;oede hard schip ig fwerk nder motio „mill- Vliss. Courant* beneden 16 jaar, Walstraa'. he taal en motor en geregeld werk. KKE, 206 E VHs- burg. choenhandel kan vorden een >g loon. i ime sérieuse •che journée i bonna Mai- oeau de dame ge, Manuele ot. Au besoln Ie<jon francais iion piano. 10 Oprit. RG, Breesbaat IT 3BN IweikzaamheiteiJ .Viiss O' uranl. a.e. gev: raa^d de 18 jaar. l'<-\ huisstraat 53,3" VL1SSINGSCHE COURANT fliai t. Hit K IHIIt i Iltiae U SI, tlinlsgn. Iilite Mm 13 m ADVERTENTIEPRIJS t Van I —4 rcgsls 8.40root iedere isgel-met; 18 es». Driemaal plaatsen wordt berekend. B| abcssenent iptclale pr|e Reclames Ï0 ct. psr reggi - Diesateenblgdlages i» -aaavsage» i ct. per regal ïnsïlijit toplijh, litpsifgjlsri s; Mn n sipstii sries^e Slrisleiijië insiiipi Jnf^nrmés, in 't bezit eener gulden bl levena- ff F*g% galden b3 dood ^Ufëfkgulden bg verliet J s*f2gulden bj «rite» J #1 fbgulden bl verlies r^guióen b§ verlies Ifita z»n ORAT1S verze- 81B lange ongeschikt- Hl i door «||g| van een hand, "llS van §1111 vaneen WH van eiken 'y tegen ongelukken voor: UUUU held tot werken f lysqj een ongelak UUU voet óf oog Ë<trU een duim HUI," wfsvlnger §eé%3 anderen vlcgg?, |tt2; ■ll>H'lal*n »»r4«B VEBPOSBeiD taëlva farasksróa», sserï!#* «n pkuttftMrija, aea aagsieh bstonws op troie, koet «t kis. De «iitawlus tsmil g(5«aart»s;g# deer da „E»B. fllg. Versek, Buirtr" St $ïfs?^is e 11 jin CflnriHl bshMft hu Rijviigsil. Zij die zich met 1 Ocober op de [dagelijks uerschijnende „VLIS- ■siNGSCHE COURANT" aboo Ineeren, ontoangen de Courant |tot dien datum GRATIS. Opnieuw mag in de provinciale Izeeuwsche jaarboeken van een ko- hinkljk bezoek worden melding ge- Lakt, een bezoek dat, gelijk wij schre- |ven, herinneren doet aan het feit, dat I jU|St negen jaar geleden onze Kenln- h met Prins Hendrik onze provincie I m ook onze stad bezocht. Hoe gansch I verschillend zijn de omstandigheden Ivan toen en van nu toen was de we- lrtld, wij schreven 190T, in voilen I vredestijd, toen bekampten de volke- |ien elkander slechts in den vreedza- Imen wedijver op handelsgebied, toen Itvas o*k de positie van ons kleine I Nederland een volkomen geruste te luidden zijner vredelievende buren. ■Thans echter brandt de wereld aan lalle kanten, barnen de vlammen van Idenheetslen en geweldigsten krijg,dien Imenschenoogen ooit aanschouwden laan alle zijden om ons henen, staan ■driemaal honderdduizend welgewa- pende kwehtige mannen gereed om, ■mocht de corlogsfakkel ook op het liaderlandsche erf worden ontsteken, Iffi dierbaar pand onzer vaderen te Ivticedlgen, tegen een elk die zich lons een vijand betoont. De grootste Ikrachts-bereidheid, gaat en moet gaan ■gepaard met de grootste waakzaam heid. Voor de eerste kunnen wij1 ons lallen, elk naar de mate zijner krachten jen naar den aard zijner omstandig- lieden aangorden; voor de tweede zorgt het staatsbestuur en aan het Jhoofd daarvan onze Koningin. 0e [vervulling van die taak, zwaar en E veel omvattend, gold het jongste [Zeeuwsche bezoek, Voorwaar, hoe onder gansch andere omstandigheden, hu als toen I Het lijdt geen twijfel of in zoovele oprichten staat ook ons land op een [tweesprong van zijn toekomst wegen ook ve#r ens komt het er thans vóór alles op aan, den loop der gebeur- lenissen nauwkeurig na te gaan, onze i houding te bepalen, en onze kracht j te peilen, ten einde niet door het een lofandere verrassend feit overrompeld |te worden. Ook voor ons hangt de I geheele verdere toekomst van land jen lulden af van het in menig opzicht [zoo ongewisse heden. Het koninklijk ■bezoek bracht ons dan ook een ko ninklijk woord in herinnering, dat kort |en krachtig, geheel en al weergeeft FEUILLETON 40.) —o— (ladrtt Tartotoi* ^fericht van den opzichter veront- I Us e Werner zoo, dat hij al zijn eigen Ij-orgen vergat. Eerst toen hij naar huis I mÜg' amen gebeurtenissen van dien lepn f6" k0m weer voor tien geest en als Iva' R°0S* klonen hein steeds de woorden Isa" ..ar|?ara 'n °oren „de dames van Itii^-1 ,en gaan altijd omstreeks dezen r^m den herfst op reis." Ilu.nf/tu s m^ddags om drie uur op het I vena UreaU kwam» wachtte hem daar een I schrijft '"/J ,°P de verhooging van zijn adres j een aan hem ge- Dora onmlddellijk herkende hij I alsofS ..an(Jsc^lrift. Een oogenblik was het, Idat rt 'n ziJn ^eel klopte. >ya& ■zoek Jn (>nts'a^ en ^en schriftelijk ver- |l 0nverwijld zijn betrekking neer te [Ial™ uUbetalen'? fCSt Va" Sa'ariS 'e |l^briLaie,ra':alc"d ?reeP naar |los, °pener en scheurde den oipsflag brief luidde ieliu"?'' fh.ecr, Spalding Tante Schot- Plotseling weer haar asth- den elsch van het oogenblik. Het is het woord, hetwelk onze Vorstin eigenhandig neerschreef, toen zij haar beeltenis aan den zeventig jaar gewor den minister Coit van der Linden schonk„Nunc aut numquam." Nu cf nooit. Het wil ons toeschijnen, dat de diepe beteekenis van dit „nu of nooit" te geenen tijde zoo ernstig voor ons gemeenebest voelbaar is geweest, dan in dit tijdsgewricht. Zoo ooit in het leven van onzen slaat oeger.blikken zijn aangebroken, waarop het „nunc aut numquam" voer een itder, wiens vadcrlandsch hart op de rechte plaats klopt, duidelijk geldt, dan is het wel nu. Geen week, geen dag gaat voorbij o! zij brengen sns nieuwe redenen tot waakzaamheid, nu eens van dicht bij, dan weder van veraf. Nu eens zijn het voorvallen, die ons bestaan als zeevarende mogendheid raken, dan weder geldt het ons bestaan als han- drijvende natie. Voeren deze voor vallen vooit uit het voeren van den krijg zoo dicht nabij onze grenzen, daar komen ook gebeurtenissen voor, die oogenschijnlijk weinig met den oorlog in verband slaan en, gebeurend in onze koloniën, toch van ernstige beteekenis zijn. Dan raakt het ge beurde ons bestaan als koloniale mo gendheid. Wij hebben hierbij het oog op de, deze week bevestigde berichten, dat er in onzen Oost, met name in Midden Sumatra, onlusten zijn uitge bioken, die een ernstig karakter dra gen. Ongetwijfeld zouden de onge regeldheden in de residentie Djambi, een gebied ruim anderhalf maal zoo groot als Nederland, veel meer ons aller aandacht hebben getrokken, in dien zij plaats hadden op een tijd stip, waarin op die aandacht niet zoo grootelijks beslag gelegd werd door de eigenlijke oorlogsgebeurtenissen. Toch i3 de zaak ernstig genoeg, om haar in het licht van de wereldge beurtenissen te beschouwen. Onze Oost Indische bezittingen vor men in hun rijkdom een lang begeerd bezit voar alle groote koloniale mo gendheden, en voor hen, die het willen worden. Onder deze laatste neemt het Japansche keizerrijk een eerste plaats in. Men kan er zeker van zijn, dat indien geen overwegingen van anderen aard de Japansche regeering weerhouden, en daaronder dient in de eerste plaats de naijver van Amerika en Engeland genoemd te werden, zij zich door geen enkele angstvalligheid of gemoedsbezwaar zou laten terug houden een begeerig oog te slaan op een koloniaal rijk, dat zij reeds lang veor de ontwikkeling tot eerste rangs- mogendheid ter zee van noode beeft. Men behoeft het gevaar, dat uit dien hoek kan komen, geenszins te over drijven, doch men mag evenmin de beteekenis onderschatten van het feit, dat terwijl alle in den oorlog betrok- matische aanvallen, waaraan zij lijdende was, teruggekregen en moet onverwijld naar een ander klimaat. We gaan naar Berchtesgaden en hoelang we wegblij ven valt nog niet met zekerheid te zeg gen. Natuurlijk kunnen we itiet terug komen, voordat tante weer geheel van haar aanvallen af is. Ik zal u mijn adres zenden en u wilt wel zoo goed zijn, mij gewichtige-stukken toe te zenden. Ik zal alle zendingen dan per omgaande be handelen. Tot ziens DORA BUCHWALD." Werner had het gevoel, dat er een zwalre last van hem afgewenteld was, en dat hij weer vrij kon ^demen. De in den vroegen morgen uitgeschre ven vergadering van de niuziekvereeni- ging duurde niet lang. Behalve mevrouw Glover waren alleen directeur Grau en graaf Klinter verschenen. Geheimraad Kersten ontbrak natuurlijk, omdat hij op reis was. Men moest trouwens alleen af spreken met den hotelier, wanneer de zaal vrij was en verder op welke manier men een gezellig samenzijn zou organiseeren na de muziekuitvoering. De datum was spoedig vastgesteld, evenals de genoegens, die keuken en kelder verschaffen zouden. Tevens werd aan Friedrich opgedragen, een strijkje te engageeren, om voor dans muziek te zorgen. In een half uurtje was alles afgesproken. „Bent u hier te paard gekomen vroeg ken valken zich, en elkander als het ware van dag tot dag, meer en meer uitputten, het r^k van den Mikado nu het door den oorlog verkeeg wat het hebben wilde en aan Duitschland kon ontrukken door het veroveren van Kiautsjou, nog krachtiger geworden is, dan het vóór den ooilog reeds was. Indië's verdediging is dan ook een eerste eisch van het huidig oogen blik, doch daarnevens in de eerste plaats is rust en orde in het land zelf van noode. En elke afwijking daarvan moet en kan niet anders werden op gevat door arglistige benijders van ens koloniaal bezit, dan te zijn een spel in hun kaart. Wij hebben een oogenblik stil ge staan bij hetgeen de aandrcht vraagt, ntet alleen van hen, die rechtstreeks belang hebben bQ den goeden gang van zaken In onzen Oos', doch ook van een ieder, die beseft welk een belang voor onzen rang als staat onze koloniën zijn wij hebben dit gedaan om nog eens te meer te doen uitko men, hoe bij het woelen en bruischen der hooggaande golven van den we reidstrljd om ons henen, de ernst van het oogenblik ons dwingt op alle ver schijnselen, geene uitgezonderd,nauw lettend acht te geven. Wij bleven, het zij dankbaar eikend, nog ongemoeid btj den algemeenen oorlog, die thans van zoovele landen het uiterste aan krachtsinspanning vordert, wij hopen ook verder bulten het strijdgewoel te kunnen blijven. Doch gelijk voor zoo vele dier andere landen het huidig oogenblik er een is, waarin, „nu of nooit", öe toekomst zich zal afbake nen langs den weg, door den ge spannen wil en de krachtsoniplooiing tier natie aangewezen, zoo ook zal het koninkl^k „Nurse aut numquam" voor ons vaderland van alles over wegende beteekenis genoemd moeten werden. Wanneer wij nu ons niet betoonen een volk te zijn, dat zich der tijden diepen ernst bewust, daar naar ai zijn handelingen richt, dan zullen wij n o o 11 op den eerbied noch bij ons zelf, noch bij anderen voor ons aanspraak mogen maken, zonder welke nochtans geen enkel volk zich vermag te handhaven, wanneer wij n u niet een krachtsontwikkeling, gees telljk en materieel, ontplooien gelijk het tijdsgewricht van alle volken en dies ook van ons eischt, dan zullen wij nooit den toekomsligen belager, wie het ook zij, ons van het lijf kun nen houden wanneer wij, ten slotte, n u niet ons allen gevoelen in staat en geroepen tot het belijden van die liefde en het brengen van die offers, waarop het land in de ure, waarin een nieuwe orde van zaken aanbreekt, recht beeft, dan zullen wij nooit, bij tijdgenoot noch nakomelingschap, op den naam van toegewijd en eerlijk vaderlander meer aanspraak mogen maken. Nunc aut numquam Barbara Glover aan den graaf. „Jawel mevrouw". „Hebt u tijd, met me mee te rijden Ik wilde ergens over spreken." „Ik ben geheel en al tot uw beschik king." Mijnheer Grau haastte zich naar zijn bureau. Graaf Klinter hielp mevrouw Glover in het zadel daarna reden ze lang zaam door de straten van Dasburg en sloe- gfen den weg naar Ivershofen iii. „Bent u op reis geweest vroeg Bar bara. „Ik ben vannacht pas thuisgekomen. Ik ben vier dagen weggeweest." „Naar ik hoop bent u tevreden over het resultaat van 11 w reis zei Barbara en een eigenaardig lachje speelde om haar lippen. Dit maakte haar metgezel korzelig en eenigszins onzeker antwoordde hij „Ik geloof het wel, mevrouw." „Ik wilde met u spreken over een drin gende aangelegenheid, uw vriend Spalding betreffende. Hij is in een toestand van overspanning, die me ongerpst maakt. Ik heb hem nog geen twee uur geleden in mijn nieuwen aanplant ontmoet, in een toestand van totale afwezigheid. Als ik niet beter wist, zou ik kunnen denken, dat de bergraad trots den vroegen morgen, leelijk beschonken was. Toen ik hem aan riep, was het, alsof hij uit een diepen droom ontwaakte daarna was hij weer heel gewoon. Hij vertelde me, dat hij weer over zijn projecten en dienstzaken aan het piekeren was, en dat zelfs onder het rij- Telegrafischs verbinding met Engeland hervat. Shids 12 uur in den afgeloepen nacht Is de telegraafdienst tusschen Engeland en Nederland, welke gelijk men weet sinds den nacht van 12 op 13 dezer door Er geland werd stop gezet, weer hervat. Om hei groot aantal telegrammen, dat uit Londen naar Nederland geëx pedieerd werd, snel te verwerken, waren op het telegraafbureau te Rot terdam en Amsterdam extra-nachtr ploegen In dienst gesteld. Militaire Onderwijzers. De Opperbevelhebber heeft bepaald dat aan alle miiitairen die optreden als onderwijzer bij de aan de gemo- biliseerden te geven cursussen, boven het periodiek oerlof zal worden ver leend per maand een verlof van twee werkdagen, te regelen in verband mei de belangen van den diensteen verlof van 24 December tot en met 2 Januari 1917. Bovendien is bij beschikking van den ministtr van Oorlog bepaald dat niet-beroepsmilitairen, die als on derwijzer bij een der hlervoren ge- neemde cursussen optreden en in verband daarmede een verlof genieten van 4 tot f0 dagen, gedurende dat vei lof in het genot zullen blijven van soldij, tractement ef jaarwedde. Ook zal aan hen voor deze verlo ven, vrij vervoer worden verleend, terwijl ten slotte is bepaald dat voor het vervullen van Zondagsche diensten deze onderwijzers zullen rouieeren met hun ranggenooten in den troep en alzoo niet bij voorkeur veor die diensten mogen aangewezen worden. De rechterzijde en „stemdwang". „De anti-rev. „Rotterdammer" komt op tegen de „legende" welke bezig is zich te vormen, nl. dat de stem dwang dien minister Coit van der Linden wil invoeren, door de rech terzijde werdt beweerd. Een enkel reomsch-katbeliek orgaan moge zich gunstig ever stemdwang hebben uit gelaten zegt het blad het ge voelen der rechterzijde wordt daardoor niet weergegevende anti-revolutio nairen althans moeten er niets van hebben. De „N. Cf." neemt deze verklaring gaarne aan, maarin de Kamer schijnt er rechts toch nog al animo voor stemdwang aanwezig. In het Voorloopig Verslag ever de kiesrecht voorstellen leest men, na de passage waarin „vele leden" verklaarden aan het organische kiesrecht {de meesten dezer aan het huismans- of gezins hoofden-kiesrecht) de voorkeur te ge ven deze zullen dan toch wel rechts gezeten zijn dat „een aantal dezer leden" eraan toevoegde niet tegen een belangrijke kiesrechtsuitbrelding te den. Daarbij liet hij zijn paard geheel den vrijen teugel, zoodat dit in mijn dennen aanplant terecht kwam. Op zoo'n manier zal hij nog eens verongelukken. Een paard is een eigenaardig dier wanneer het merkt dat zijn berijder in gedachten ver zonken is, is het al gauw tot kromme sprongen geneigd." „Spalding is een fanatiek werker, dat is zeker," zei Klinter. „Hij gaat geheel in zijn werk op en op het oogenblik heeft hij ontzettend veel aan zijn hoofd. Hij be stuurt twee groote werken en is daaren boven nog tijdelijk belast met de algemee- ne leiding." „Ook juffrouw Buehwald is van morgen vroeg op reis gegaan en zijn verantwoor delijkheid en werkzaamheden zullen daar door zeker nog toenemen. We ontmoetten de dames even voor negenen, toen ze naar het station gingen." „Zijn de dames op reis vroeg Klin ter verrast, „daar had ik geen flauw ver moeden van." „Ze gaan toch altijd omstreeks dezen tijd op reis „Dat is waar, doch ze moeten wel plot seling het besluit genomen hebben. Meer werk heeft Spalding door de afwezigheid van juffrouw Buehwald niet, doch wel een groote verantwoording." „Wij moeten er wat aan doen, waarde graaf. Ook geheimraad Kersten, die mij geschreven heeft, verzoekt mij, zoo nu en dan naar Spalding om te zien, opdat hij zijn en zelfs bereid was zich bij de voorstellen der regeering neder te leg gen „althans indien tegelijkertijd stem plicht en invoering van evenredig kies recht worden voorgeschreven." Dit „aantal" der „vele leden" moge dan voornamelijk uit katholieke leden der rechterzijde bestaan, er zijn 25 katholieke leden in de Kamer en dat is niet zoo'n gering percentage Een middel tegen het mijnengevaar. Te Haarlem vertoeft tijdelijk onze oudlandgenoot, de ingenieur W. van Wienen, directeur van de Russisch- Finsche Bergingsmaatschappij, te Heisingfors. De heer van Wienen heeft, in opdracht voor zijn maat schappij, het lichten van 26 schepen, die in den laatsten tijd iH de Witte Zee verongelukt zijn. Daar er op het oogenblik riet gewerkt kan worden, verblijft de heer van Wienen hier te lande, waar hij werkt aan een uitvin ding, waardoor het onmogelijk zou zijn, dat schepen op mijnen konden loopen. De vinding komt hierop neer, dat de heer ran Wienen de schepen denkt te omgeven door een onderwater-toe stel, dat de mijnen, die er mede in aanraking komen, lot ontploffing brengt. Dooreen bijzondere constructie wordt meteen de uitkqk gewaarschuwd, en tevens de scheepsmachine op.stop" en „achteruit* gezet. Heeft het toestel dienst gedaan, dan is het door een kleine voorziening weer opnieuw voor gebruik gereed. Op de uitvinding is, naar de heer van Wienen mededeelde, in hetbinnen- en buitenland octrooi gevraagd. 1 1 s- Viissiagsa, 16 September. De „Zeeland." De maildienst van de maatschappij „Zeeland" zal morgen hervat worden. Dan vertrekt de „Koningin Regentes" Maandagmorgen vertrekt de „Prins Hendrik". Bij Kon. besluit zijn de volgende voorschotten verleend aan de gemeente Vlissingen, ten einde genoemde gemeente In staat te stellen voorschotten van gelijke be dragen te verleer.en aan de Vereenl- glng tot Verbetering van de Volks huisvesting a. een voorschot van ten hoogste f 70,213, voor den aankoop van grond b. een voorschot van ten hoogste 1449,787 voor den bouw van een 200-tal arbeiderswoningen. De officier van gezondheid 2e klasse B. Bosch, van het maritiem hospitaal te Willemsoord, is overgeplaatst aan boord van Hr. Mi. „Zeehond", ter vervanging van den officiervan gezond heid 2e klasse H. M. van der Meer, die werkzaam is gesteld te Vlissingen en aldaar belast met den buitendienst. Luitenant ter zee le kl. C. A. Brug- zich niet overwerkt." „Hoe maakt mijnheer Kersten het „Hijzelf maakt het heel best, doch met zijn zoon gaat het minder goed. De kapi tein ligt met een zwaren koortsaanval in het sanatorium te Meran. Toch geven de doktoren hoop op ëën spoedig herstel." Het paard van Barbara begon onrustig te worden het was alsof deze onrust van zijn meesteres op hem overgegaan was. Het is merkwaardig, hoe een goed gedres seerd paard reageert op de innerlijke emo ties van zijn berijder. Graaf Klinter en Mevrouw Glover reden eenige minuten in draf. - Daarna kwam Barbara's paard weer tot rust en Klinter zette het gesprek voort „Het is heel moeilijk, Spalding van zijn werk los te scheuren. Als men hem overdag stoort, haalt hij het verzuimde des nachts in. Ik breek mij tevergeefs het hoofd, hoe men hem op andere gedachten zou kunnen brengen." „De beste tijd daarvoor is 's morgens, als hij, zooals hij dat altijd doet, paard rijdt. De hoofdzaak is, dat men hem ten minste gedurende dien tijd op andere ge dachten brengt, dat men hem dwingt, zich niet met dienstzaken bezig te houden. Dat zou een geestelijke opfrissching voor hem zijn. Ik bedoel niet dat wij zulke geestige causeurs zijn, om hem deze verkwikking te bezorgen doch die zou vanzelf ont staan, alleen al door de afwisseling." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1