ieer, DE HAND. e Meisje, WOENSDAG 3 MEI /2 fl70 cf, lerde Voorkamer Jongen lienstbode enstbode (STER. gemeentebestuur FEUILLETON binnenland L 104 _m 54e alaariang 1916 mlii VLISSINGSCHE COURANT 5 60 b« gevraagd, voos rouw een •leven onder No. 805, ^ourart." TAALVRA6EII s f 0.25, iedere ent. Zonder rabat, plaatsen dwort twee- ld. JONGEN ma C. M. DOMMISSE ngde Nieuwstraat. resA. CALJÉ, Kalk- r dag en nacht. Adres Kanaalstraat 82. res Bureau „Vlissing- f OLKSWASSCHERIJ, vraagt een bekwame ijk aan te melden. BOCK, Oinnekenweg treda, zoekt met Au- enlijk runnende naaien en zeer goede getuigen aan te melden. Loon vaschgeld en verval. ftige Juffrouw gezette zich wegens orastan- ie geplaatst als ap-Juffrouw. igen huiselijke bezig- ten, bij Heer of Dame. ing boven hoog looi M. A., Bureau »Vlls- it\ ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren/1.S0 pf drie maanden. Franco door het geheele r|Jk f 1.59. Voor BelgiE 2.20 Voor overige landen der Post-Unle ƒ3.35 Afzonderlijks nummer* 3 ceni iiiiTfirim f. Villi Bi VELDE lr„ Stom laf lil 58, Viissinggii. ïiIiIoab Intire. 10 m ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-4 regelt f«A9 voor ieders tegel «neer te een. Driemaal plaatsen wórdt tweemaal berekend. Bf abonnement specials $r§s Reclames 29 ct. per regel Dienstaanbiedingen ss -aanvragen 5 ei. per regel Virscbiist dagiliiks, iltgussderi sp Mn ie ilgiiisi nksids Olrjiisiijke liestigfsi r>»abonnés, in't bezit eener ft H gulden bij levens- W ff ft gulden bij dood ftftftgulden bij verlies^ P»ftgulden bij verlies .4 ft ft gulden b? verlies f^gu.icri bS verlies oólli zijn ORAT1S verze- /IJl Jll lange ongeschikt- /KB I door jc|I van een hand, 1 K[ van 11 IS I vaneen van eiken gerd tegen ongelukken voor: ttUUU heid tot werken S wU een ongeluk |JUU voet ol oog IvU een duim JLUU1 wijsvinger anderen vinger, jjji sltkeerlngen Morden VERDUBBELD Indien de verankerden, voorilen ven geldig plaetebeMje, een ongelok bekomen op trein, boot ol trim. Ds atfkeerlng wordt gewaarborgd door de „Bolt, A!g. Versek. Beek" te Stklii- t MILITIE. Kostwinnerschap, Lichting 1917. De Burgemeester van Vlissingen maakt ingevolge art. 60, 2e lid van het Militiebesluit bekend dat door Gedeputeerde Staten van Zeeland bij besluit van 28 April 1916 no. 135, 3e aid. W. aan den militieplichtige dezer gemeente, lichting 1917, P. BRASSER voor één jaar vrijstelling wegens kostwinnerschap is verleend. Vlissingen, 3 Mei 1916. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. KflMEROVERZKHTT Vergadering van Dinsdag. Weer een appèl nominaalDe week zei niet best in. De voorzitter was niet ten onrechte daarover uit zijn humeur en verklaarde voortaan eerder appèl te zuilen houden, opdat de leden zullen inzien, dat zij op tijd aanwezig moeten zijn. T Was over half twaalf eer de be handeling van de ouderdomswet kon beginnen. Art. 2 bepaalt, dat geen rente zullen ontvangen, zij, die een onteerend von nis achter den rug hebben of dronk aard zijn, of op andere wijze een be kend slecht levensgedrag leiden. Deze bepalingen zijn hard en kun nen tot willekeur leiden, omdat er geen herroeping van een eenmaal ge nomen uitsluiting bestaat. In Engeland is dit wel het geval, en de heer San- nes wilde liever de bepalingen doen vervallen, of in elk geval bepalen, dat na een bepaald aantal jaren, waarin de man zich „goed" gedroeg, de rente toch zal worden verleend. Bovendien bepaal! de wet reeds dat, in geval de man een dronkaard is, de rente öf in natura kan worden uitgereikt óf aan bet gezin kan worden uitgedeeld. In tegenstelling daarmede, wilde de heer Rutgers de bepaling uitbreiden met een bepaling, waardoor de z.g, „ba liekluivers" en „slampampers* zullen worden uitgesloten. Wat komt er weer van die bepa lingen in de praktijk terecht? Niet veel, aldus vreest de heer de Visser, of het zal willekeur zijn. Liever had bij een algemeene bepaling dat slecht levensgedrag tot derving van de rente leidt, opdat gelijk de minister ook wil alleen aan „waardige" ouden de rente zal worden toegekend. De mi nister vond de voorgestelde bepalin gen niet streng. De bedoeling is eenige normen te stellen. Het amen- dement-Rutgeis wees hij af, omdat bij geen onderzoek wil raar het ver leden van zeventigjarigen, een in qui- Roman van Reinhold Ortmann. 12.) —o— (ïfadml verBoden.) Zijn gelaat stond ernstig en vast beraden, koel en terughoudend zei hij Mag ik misschien om eenigen grond voor deze merkwaardige veronderstelling vragen Zeker, ik dacht u die natuurlijk le geven. Slechts eene vraag zij mij n°g geoorloofd. U is over het pri- vmi leven en de omstandigheden )an Beiersdoif beter onderricht dan En u zal wellicht ook weten, of bij eenige betrekking onderhield met lames uit de hoogere standen. Rit antwoord liet op zich wachten, maar toen het kwam, klonken de w°orden scherp en beslist. Ik geloof u daarop een zeer be trouwbaar antwoord te kunnen geven. Als arts en vertrouwde van den doode "Sb ik natuurlijk een blik in zijn le- "snswqze en zijn zielsleven kunnen "aai. De man leidde een volkomen sitie die tot allerlei ongewenschte ge volgen zou leiden. Het was moeieiijk een uitweg te vinden, omdat men wei algemeen het zelfde wilde, doch niemand zijn op vatting wist te belichamen in een amendement. Sommigen waaronder de heer Limburg gevoelden voor uitsluiting der „onwaardigen", doch men wilde niet het gevaar loopen, dat een „waardige" daardoor gevaar liep zijn rente te verliezen. Nadat de diverse amendementen waren verworpen werd het artikel zooals het in het ontwerp luidde, goedgekeurd. Bij art. 5 wordt bepaald welke in komens-bronnen in aanmerking mo gen worden gebracht bij de bepaling van de behoefte van den 70 jarige. Daarbij wilde de heer Duys na drukkelijk uitschakelen het geld dat hij met zijn arbeidskracht nog weet te verdienen en de opbrengst van een ingestelde alimentatie-actie tegen de kinderen het eerste om de 70 jarigen vrij te iaten ie werken als zij dit wil len het tweede om te voorkomen dat een man gedwongen wordt een alimentatie-actie in te stellen. Tegen het eerste amendement had de minister geen bezwaartegen het tweede wel, omdat een recht dat iemand heeft, nimmer als een bron van inkomsten is aan te merken. Hij vreesde dus niet dat een dergelijke lezing van het artikel zal plaats heb ben. De heer Du>s trok daarna het tweede maar in. In een volgend ariikel wordt be paald dat de vrije rente krachtens de invaliditeitswet alleen dan bij de be rekening van de inkomens bron wordt medegeteld voor zóóver ze de vijf gulden te boven gaan. Hierop zijn eenige amendementen ingediend. Al lereerst van den heer Tydeman om niet alleen de vrije rente mee te tellen doch ook een rente of pensioen uit vrijwillige verzekering of van den werkgever verkregen. Vrijwel hetzelf de werd door den heer Rutgers voor gesteld en ook de heeren de Muralt en de Jong dienden in dien geest amendementen in.' Avondvergadering. De oortogsmolestverzekeringswet is één dier eigenaardige crisis wetsont werpen, waarvan wij in normale tijden niet gedroomd zouden hebben. De staat zat herverzekeren en eventueel eerste verzekering leveren indien een Nederlandsche reeder nergens voor zijn assurantie terecht kan.Gevallen als van de „Tubantia* en de „Palembang" hebben de urgentie van dit wetsont werp wel aanzienlijk vergroot, hoewel het thans volgens het oordeel van verschillende leden nog meer een voorzorgsmaatregel is dan een voor ziening in een dringenden nood. De eenzaam leven, en van een verkeer, als u daar aanduidde, kan geen spra ke zijn. Hij vertelde mij zelfs, dat hij geen enkelen vriend of zelfs maar bekende hier in Berlijn had, behalve den uitgever, die tevens zijn werk gever was. Dan heeft hij zich toch niet geheel naar waarheid uitgelaten. Want het is toch niet aan te nemen, dat de uitgever hem 's nachts om twaalf of één uur een bezoek brengt. De ontsteltenis van den arts bij deze mededeeling was zoo in het oog loopend, dat zij Roggenbach onmo gelijk kon ontgaan. En haastig vroeg Römhild Wil dat zeggen, dat Beiersdorf dezen nacht bezoek ontving, een be zoek, dat u in verband brengt met uwe uitgesproken vermoedens De privaat docent vertelde hem nu wat er was voorgevallen, sedert hij de woning had betreden. Römhild had de oogen met de hand overscha duwd, en zijn belangstelling nam klaarblijkelijk af, zooveel te verder Roggenbach met zijn verhaal kwam. Eindelijk keek hij op en een eenigs- zins smadelijk lachje speelde om zijn heer Roodenburg bijv. acht de nood zakelijkheid van staatsbemoeiing in deze nog niet gebleken, terwijl hij vreest dat den builenlandschen assu radeuren concurrentie zal worden aan gedaan, omdat men hen wil uitsluiten niettegenstaande men hen niet kan missen. De regeering vraagt een bianco- crediet en op dat verzoek had de Ka mer weinig lust om in te gaan. Een kostenberekening achtte men geen overbodige weelde. Scheepvaart-des kundigen waartoe de heer Nier- strasz ongetwijfeld behoort, gevoelen wel sympathie voor het denkbeeld der herverzekering, maar men ziet in dat het wetsontwerp toch te weinig geeft in vergelijking van hetgeen noo- dig is. De bedoeling van het wetsontwerp is eigenlijk voornamelijk om laad ruimte in voldoende hoeveelheid te houden voor den aanvoor van levens middelen. De moeilijkheden nemen volgens minister Posthuma bij het verzekeren zeer toe. Het is al meer malen gebeurd dat schepen niet kon den uitvaren omdi t niemand wilde verzekeren. Er is "dus wel noodzaak en deze neemt toe en juist daarom heeft het wetsontwerp reden van bestaan die verder strekt dan een eenvoudige her verzekering. Alle andere [zaken zijn slechts bijkomstig en maken geen punt van overweging uit. De regeering spant al haar kracht in om den gere- gelden aanvoer van levensmiddelen te verzekeren en daarvoor is het drin gend noodzakelijk dat alle schepen kunnen varen, wat nn soms on mogelijk is omdat geen verzekering valt af te sluiten. Het is dus niet alleen een voorzorgmaatregel voor nog slechtere tijden doch wel degelijk een urgente voorziening. De Minister was bereid om over te nemen het amendement van de Commissie van Rapporteurs, dat bedoelt de wet te beperken tot de gevallen waarin het behoud van een bepaalde stoom- vaartverbinding of van den aanvoer van een bepaald levensmiddel hulp noodzakelijk maakt. Het wetsontwerp is afgehandeld en komt Woensdag in stemming. Met de oorlogswinstbelasting werd aangevangen. Daarover Donderdag meer. Inlijving lichting 1916. in de hieronder vermelde tijdvakken zullen van de dienstplichtigen der lichting 1916 worden ingelijfd: I. in het lijdvak van 16—20 Juni 1916: a. de dienstplichtigen, toegewezen aan het korps pontoniers en bestemd mond. Wat u mij daar vertelt, mijn waarde, klinkt werkelijk als een roman, zei hij. Maar u zal het mij niet kwa lijk nemen, als ik het niet al ie ern stig opneem. De heer, die Beiersdorf op zoo ongelegen lijd een bezoek wilde brengen, lijkt Inderdaad wat vreemd. En de dame, laat mij heele- maal openhartig zijn, was mij ook zeer verdacht, als ik aan haar bestaan kon gelooven. Roggenbach hief het hoofd op, en hij had een scherp antwoord op de tong. Maar de ander was hem voor. Excuseer, ik wil u niet belee- digen. Maar u zei zelf, dat het eene in halfslapenden toestand waargeno men verschijning was. Nu zal het u zeker niet voor de eerste maal ge beurd zijn, dat u ontwakend na een levendigen droom dingen of personen meent te zien, die zich later ontpop pen als louter producten van fantasie. De vreemde woning, en de merk waardige omstandigheden, waaronder u hier was, hebben waarschijnlijk sterk op u ingewerkt en ik beroep mij op nw eigen verklaring, dat u voor het tweede In te lijven gedeelte b. het thans nog overschietend ge deelte van de getallen der dienst plichtigen, toegewezen aan de com pagnieën wielrijders, met uitzondering van hen, die het in art. 70 der Mlii - tiewet bedoelde bewijs van voorge oefendheid hebben verworven. Deze laatsten zuilen twee maanden later worden ingelijfd 2. In het tijdvak van 1—5 Juli 1916 de helft van de getallen der dienst plichtigen, toegewezen aan de regi menten huzaren. Alleen om zeer gewichtige redenen waaronderin dit geval ook studie- belangen kunnen worden gerekend kan aan deze in in te lijven dienst plichtigen uil stel van eerste oefening worden verleend, indien zij daartoe alsnog ten spoedigste zeli hun ver langen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den minister van oorlog te ken nen geven. Grenswacht. Met ingang van 1 Mei is de grens wacht teruggebracht tot haar oor spronkelijke sterkte, vermeerderd met personeel om de wacht bij ziekte en verlof op sterkte te houden. Alle be moeiing van de grenswacht met de bestrijding van den smokkelhandel is met 1 Mei opgehouden en deze is opgedragen aan de belastingambte naren, geholpen door de militaire buitengewoon-kommiezen. De grens wacht heeft dus haar oorspronkelijke taak weer opgevat n.l. surveillance langs de grens. Straffaevoegdnaid. De minister van oorlog heeft be paald dat het opleggen van krijgs- tuchtelijke straffen aan het personeel der compagnieën hospitaalsoldaten, gedetacheerd bij militaire ziekenin- richtingen, berust bij den chef van de militaire ziekeninrichting, indien het betreft overiredingen uitsluitend den hospitaaidienst aangaande. In alle overige gevallen treedt de commandant van het onderdeel, waar bij de betrokken militair in onderhoud is gesteld, als compagnies-commandant op. De commandanten en chefs zijn gehouden elkander wederzijds mede deeling te doen van het opleggen van straffen. Een strenge straf. Aan de korpsen van het leger is opgave gevraagd of zich onder de militairen, die zich met de Paasch- dagen aan ongeoorloofde verwijdering van hun korps hebben schuldig ge maakt, ook personen bevinden, aan wie een bijzonder verlof is verleend, b.v. voor landbouwzaken e. d. Aan den minister van oorlog zal worden voorgesteld om voor die mili- slecht geslapen en onrustig gedroomd hebt. Iets zoo toevalligs, als het klap pen van een deur in huis, zal u dan In uwe verbeelding hebben versterkt. De wijze waarop dit gezegd werd, met een vertoon van meerderheid en lichten spot, joeg Roggenbach het bloed naar het hoofd. Doch hij was onbevooroordeeld genoeg, om het rechtvaardige van het standpunt van den arts te begrijpen. Ik dacht zelf in den beginne ook aan die mogelpheid. Doch er zijn tastbare aanknoopingspunten, die mij van de waarheid van het door leefde overtuigden. U zal mij toege ven, dat eene gesloten deur zich evenmin vanzelf opent, als een me- dicijnfleschje en een pakket spoorloos kunnen verdwijnen. En voor die twee feiten kan ik instaan. Als met slecht verheeld ongeduld trok Römhild de schouders op. Dan is Beiersdorf nog eens op gestaan, misschien heeft hij buiten eenig gedruisch vernomen en wilde ht) zich bij zijn bekend angststemming overtuigen, dat niemand probeerde in de woning te dringen. En waarom zou hij niet zelf die voorwerpen van tairen het reeds toegestane bijzonder verlof in te trekken. Een buitenkansje voor de beroeps-enderofficieren. De minister van oorlog heeft thans ter kennis van de landmacht gebracht, dat de tot stand gekomen verhooging der onderofficiers-pensioenen tot ge volg heett, dat voor weduwen van militairen beneden den rang van adju dant-onderofficier een hooger pensi oen tot een maximum bedrag van f 220 bereikbaar is en dat in ver band daarmede vanaf den 8 Mei 1913 een hoogere bijdrage aan het weduwen en weezenpensioen verbonden is. Het verschuldigde hooger bedrag vanaf Mei 1913 moet door elk mili tair in dit jaar in zijn geheel worden gestort. („Avondp.") Een nieuw tijdschrift. Wij ontvingen het eerste nummer van „Lente", half maandelljksch tijd- schrfit voor kuns', humor en satire. „Lente" kost f 1.50 per kwartaal en losse nummers 25 cent. De bureaux van dit nieuwe tijd schrift zijn gevestigd Hoogewal 3, 's Gravenhage. Haven-exploitatie. Aan het aanhangsel, opgenomen in het jaarverslag over de exploitatie der haven in 1915, ontleenen wij het volgende Waar door de Hooge Regeering plannen aanhangig zijn gemaakt om de haven van Vlissingen te vergroo- ten, daar heeft de havencommissie gemeend hier eene mededeeling aan toe te moeten voegen omtrent een vondst, die haar dezer dagen in han den kwam. 't Betreft een boekje in brochure-vorm uit den jare 1873 en is getiteld„Projected International Communication in the North and East of Europe through the New Harbour of Flushing at the Mouth of the Scheldt, in Holland bij Wm. T. Mulvany, for merly Commissioner of Public Works Ireland, President of the Council of Supervision of the Prussian Mining and Iron Works Company, Diissel- doif. Printed for private circulation. Düsseldorf September 1873. Printed by Spiethoff Krahe." Zou het alleen daarom al merk waardig zijn omdat het door een Engelschman in 't Engeisch geschre ven, te Düsseldorf is uitgegeven, onze bewondering voor den schrijver stijgt tot verbazing als wij zijne beschou wingen over de haven van Vlissingen volgen. Na alle havens van het Con tinent te hebben bezocht, (behalve Helder en Harlingen) komt hij tot de slotsom, dat Vlissingen meer dan eenige andere haven is aangewezen op snelvervoer. Hij schrijft tafel genomen en weggeborgen heb ben Zij zullen by een onderzoek van de nalatenschap zonder twijfel gevonden worden. En ik sta zonder meer er borg voor dat zijn dood aan natuurlijke oorzaken is toe te schrij ven. U kan immers een klacht indie nen, indien u van andere meening is, maar ik vrees, dat u zich daar door slechts overbodige moeite ver oorzaakt. De overledene zal naar alle waarschijnlijkheid toch door den ge rechtsarts geschouwd worden, hoewel het, zooals ik u herhaal, totaal over bodig is. De zekere toon van den dokter en zijne bijna neerbuigende houding werd Roggenbach zoo pijnlijk, dat den le vendigen wensch koesterde, een eind aan dit onverkwikkelijk gesprek te maken. Hij kon toch ook niet laten erkennen, dat er veel waars in de opmerkingen van dokter Römhild lag. En zoo groot was tenslotte zijn deel neming in Beiersdorfs lot niet, dat hij niet meende, met de gedane mee- dedeelingen aan den arts zyn plicht te hebben gedaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1