VRIJDAG
24 MAART
binnenland
CLEMENTINA.
FEUILLETON
Afschafting van tollen op Walcheren.
Onze scheepvaart en de oorlog.
1V0.7J
«JaUBUV&Ctllii
191©
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
e drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Vuor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan '—4 regeii ƒ0.401 voor iedere regel mee? I® een,
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bg sbonnemesti speciale pr?s
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 et. pui regel
i: Firma f. MS DE VELDE Jr., Kleine Harkt 58, Vlissingen. Teieieon Inters. ID Yirschijnt dagilijks, sitpianli^ ap Zendsg ie algtssn irkirÉ Gkristilijki tssstiapi
i i
i1flftsulden bij levens-gulden bq dood A rttfl gulden bq verlies A gulden bg verlies J ||A gulden bg verlies pfgulden bg verlies
ziin unniu verze- |l| ijl lange ongeschikt- »1|| door <|||E van een hand, van gllll vaneen irnt van eiken
kerd'tegenongelukken voor: LUUU beid tot werken g Vu een ongeluk Uvw voet of oog luU een duim 1UU wgsvlnger anderen ving*;.
i ellketrlngen worden VERDUBBELD Indian d« »»ri«k«rdon, «pariten hi geldig pl»»tob«w|s, OBgslak Iwkomsa op tul», beet ol tram. Ds altlwsrlng wordt *»»m«r*»rgd doer de „Holt, Alj, Vsrssfc. Bank" te Sehlvdss-i
bezit eener
zijn GRATIS
Zij die zich met
1 April op de da-
^jjjks uerschijnende „VLIS
SINGSCHE COURAHT" abon
neren, ontvangen de Courant
fot dien datum GRATIS.
Tweede Kamer.
De 5de sectie van de Tweede Ka-
ffler is met het afdeelingsonderzoek
eereed, ook van dat der grondwets-
herzieningsvoorstelier, maar de vier
andere zijn nog druk bezig, zoodat als
zij deze week niet gereed komen, de
Tweede Kamer a.s. Dinsdag niet zal
kunnen beginnen met de openbare
behandeling van de ouderdomsrente-
wet. Het afdeelingsonderzoek der be-
laslingontwerpen is afgeloopen. De
heer van der Voort van Zyp is ge
kozen tot voorzitter der commissie
van rapporteurs ever de voorstellen
betreffende de grondwetsherziening.
Nederland als industrieland.
0. W. M. betoogt in een artikel
in „Nederlandsch Fabrikaat", het tijd
schrift van de vereeniging van dien
naam, aan de hand der „Jaarcgfers
van bet Centraal Bureau voor de
Statistiek", dat Nederland in de laatste
halve eeuw in industrieel opzicht
met reuzenschreden zyn achterstand
heeft ingehaald en vooral in de laat
ste 25 jaren op weg is geraakt om
in den wedstrijd der volkeren een
plaats van beteekenis in te nemen.
Omtrent de bevolking leeren wij
uii de Jaarcijfers over 1913, dat ze
van 5,104,137 zielen in 1899 tot
5,858,175 in 1909 steeg, dat is dus
met 14,7 pet. Gaat men na, hoeveel
personen, mannen en vrouwen, in
nljverheidsbedrgven werkten, dan
vindt men dat dit aantal in dezelfde
jaren is gestegen van 646,745 tot
782,382, dat is met 20 pet. Dat wil
dus zeggen, dat een steeds grooter
deel onzer arbeidende bevolking haar
beslaan vindt in nijverheidsonderne
mingen en dat Nederland bezig is
zich als industrieland uit te breiden.
in dien zelfden tijd ging het deel
der bevolking, dat aan landbouw en
veeteelt deelnam vooruit van 571,942
tot 616,395 personen, dat is met 44,453
ol 7.7 pCt., dat is dus minder snel,
dan die in de industrie.
Wie weet hoevele woeste gronden
in die tien jaren zgn ontgonnen, hoe
veel intensiever de cultures zijn ge
worden, hoevele kleine bedrijven,
dank zij betere bemesting en betere
keuze van zaaigoed enz. mogetyk zijn
geworden, vooral in den tuinbouw,
die moet dunkt ons te beter kunnen
zien, dat de minder snelle vooruitgang
van het cijfer der in landbouw en
(Naar het Engelsch.)
49.) —o— (HadrtiK veitUn.)
De koning wilde u zeggen het
zoeken naar een echtgenoot voor hem
Ie staken, toen gij met de tijding
kwaamt dat prinses Clementina zijn
hand aannam en zich weidra op weg
naar Bologne zou begeven. Hoewel
hij u een lachend gelaat toonde, was
hij wanhopig. Prinses Caprara ging
naar Rome en de koning bleef te
Bologne om zijn verloofde op te
wachten. Toen kwam de tijding van
haar aanhouding te Innsbriick. En zoo
2Ün hari opsprong van vreugde, wie
zal hem dat kwalijk nemen Herinnert
jW,u den avond, toen gij heimelijk
s konings kabinet geleid werdt en
mij daar met hem samenvondt
Of ik mij dat herinner I sprak
Wogan. De koning was bleek en
scheen ten zeerste ontmoedigd.
Ja, en waarom Omdat Hare
Hoogheid opgehouden werd en het
huwelijk nu onmogeiyk werd, meent
veeteelt enz. werkenden wflst op een
snelle toeneming van de beteekenis,
die de industrie in ons land krijgt.
Dit komt nog te meer uit als wy
nagaan welk percentage de personen,
werkzaam in de industrie en die in
landbouw enz., van de totale bevolking
vormen.
Was dat in 1880 voor de industrie
12.9 pCt. en voor landbouw enz. 11.2
pCt., in 1909 was dat 13.3 pCt. voor
landbouw, veeteelt enz. Dat wil dus
zeggen dat de industrie van den be
volkingsaanwas steeds grooter deel
naar zich toetrekt, terwyi de landbouw
ook bij toenemenden uitvoer in
1904 bedroeg het uitvoersaldo van
boter 20.953.000 K. G. tegen 35.552.000
K.G. in 1913, terwijl het uitvoersaldo
voor vee bedroeg in 1904 40.726 stuks
en in 1914 58.197 stuks op het
zelfde percentage der bevolking be
slag blijft leggen.
De cyfers nagaande der beroeps
telling, is daarin teekenend de snelle
en sterke uitbreiding van sommige
industrieën, vooral de chemische nq-
verhetd, de scheepsbouw en de ver
vaardiging van stoom- en andere
werktuigen. Wie weet, hoe onze Ne-
derlandsche nijverheid op tentoonstel
lingen in het buitenland in de laatste
jaren een uitstekend figuur maakte,
verbaast zich over deze cyfers niet.
Hij kan zich alleen verwonderen, dat
er nog landgenooten zijn, aan wie
feiten ais deze ontgaan zqn en die in
hun onkunde biykbaar de vryheid vin
den om er maar op los te praten en
te beweren.
Ook de in- en uitvoercijfers beves
tigen de in dit artikel vooropgezelte
meening dat Nederland reeds geruimen
tijd op weg is een industrieel land
te worden, thans een eervolle plaats
tusschen de industrieele landen in
neemt.
In de vergadering, welke gisteren
te Middelburg werd gehouden op
initiatief van het bestuur der Vereeni
ging tot bevordering van het Vreem
delingen verkeer in Walcheren, waren
aanwezig de heeren Blum, van Niftrik
en Sprenger, leden van Ged. Staten en
verder een groot aantal burgemees
ters, secretarissen, raadsleden en leden
van het polderbestuur van Walcheren
en enkele andere genoodigde heeren.
De vergadering werd gepresideerd
door den heer H. J. G. Hartman,
voorzitter van Vreemdelingenverkeer,
die betoogde dat de afschaffing van
tollen beschouwd wordt als een der
zaken, die het Vreemdelingenverkeer
bevorderen. Deze kwestie is meerma
len in den boezem van het bestuur
besproken, maar er kwam weinig van
naar buiten. Thans bleek echter het
gevoelen algemeen dat een belemme-
ge? Volstrekt niet! Maar omdat gij
in Bologne terug waartomdat gy een
geheim onderhoud verzocht hadt
omdat de koning, evengoed als ik,
wist dat gij kwaamt voorsteilen; en
eindeiyk, omdat de koning ook wist
dat, wat gy beloofdet, ook ten uitvoer
gebracht zou worden. Gy herinnert
u ook nog hoe ik alle mogeiyke te
genwerpingen maakte. Ik noemde de
vele gevaren en trachtte het onmoge-
ïyke uwer onderneming aan te too-
nen. Gy zult nu wel begrypen waar
om ik dat deed
Naarmate Wogan alles duideiyker
begon te worden, geraakte hy hoe
langer hoe meer in verlegenheid.
Eindeiyk riep hy uit
Dan zou ik dus al sedert maan
den niets anders dan den boel in de
war gestuurd hebben?
Terneergeslagen liet hij zich op zijn
stoel neervallen.
De zaken zgn nu al te ver gevor
derd, om er verbetering in te brengen,
vergenoegde de kardinaal zich op te
merken. Het huweiyk moet plaats
hebben. Bovendien is de koning er
vast toe besloten.
En toch biyft zyne Majesteit
ring van het verkeer als die welke de
tollen opleveren niet mag biy'ven
voortbestaan en wat tot nu toe onder
vonden is, heeft getoond dat het thans
het goede moment is en de omstan
digheden ryp zijn voor een actie in
deze richting. De verschillende col
leges van B. en W. op Walcheren
verleenden hun medewerking en uit de
talrijke opkomst biykt het groote ge
wicht van deze zaak en de belang
stelling welke zy inboezemt.
Spr. stelde voor de volgende drie
punten aan de orde te stellen
le. het principe der afschaffing van
de tollen2e de schadeloosstelling
aan de thans tot heffing geiechtigden
en ten derde de wijze waarop de
middelen moeten werden verkregen,
om tot die schadeloosstelling te ge
raken.
Uit de verkregen opgaven blijkt,
dat alle tollen in Walcheren over 1913,
1914 en 1915 gemiddeld per jaar
f 16.118,17 hebben opgebracht. De be
rekeningen in de verspreide brochure
die berekend zyn op een opbrengst
van 16.500, zijn dus nog aan den
ruimen kant.
By acclamatie beantwoordden de
aanwezigen de eerste vraag bevesti
gend. De tweede vraag wilde de
voorzitter beantwoorden met het plan
om de lichamen, die thans tol heffen
een kapitaal te verstrekken, waarvan
de rente geiyk staat met de tolop-
brengst van thans,
De heer Bium vroeg ol er wel re
kening is gehouden met de vermin
dering der opbrengst in de laatste
jaren, waarmede het dikwyis minder
goede onderhoud verband houdt.
De heer van Niftrik achtte het wen-
scheiyk, het onderhoud in een hand
te brengen van een centraal lichaam.
De heer van Berlekom wees op de
moeiiykheid om de kosten door de
verpachters op goede wyze op de
pachters Je doen verhalen.
De heer Dumon Tak vroeg of de
heer vaq Niftrik bedoeld heeft ook de
tolvrije wegen.
De. heer van Niftrik zeide, dat hy
althans de intercommunale wegen be
doelde.
De heer Paap vreesde dat er gevaar
is, dat bqv. de ambachtsheer van
Koudekerke bg persoonswisseling zijn
onderhoudsplicht niet zal kunnen blij
ven vervullenen dat byv. de com
missie van den weg Serooskerke
Vrouwepolder hare verplichting niet
zal nakomen.
De heer F. J. Sprenger meende, dat
daarvoor geen gevaar bestaat.
De heer Adriaanse hield een plei
dooi voor het brengen van het onder
houd onder 't beheer der Provincie en
meent, dat steeds meer gedaan is voor
andere deeien der provincie, dan voor
Walcheren.
De voorzitter beantwoordde de ver
in Spanje, Uwe Eminentie.
Ik zelf weet er de reden niet
van, antwoordde deze, maar ik ben
overtuigd dat het een eeriyke is.
Dezen winter echter, merkte
Wogan op, tydens myn verblqf te
Schlestadt, waar ik het plan van Inns
briick uitwerkte, was de koning te
Rome en bezocht hy prinses Caprara.
De kardinaal scheen zich te erge
ren aan Wogans aanhouden.
Maar mijnheer, vroeg hy, wie
heeft u dit alles gezegd De koring,
voor zoover my bekend, heelt prinses
Caprara slechts een keer te Rome ge
sproken Ik weet de geschiedenis
van die scheiding,want het was er een 1
Majoor Gaydon is op uw bevel naar
Rome gekomen om den koning een
eigenhandig geschreven brief te vra
gen, waarin hij Hare Hoogheid ver
zocht zich geheel te verlaten op uw
eer er. uw bekwaamheid. Tot op dat
cogenblik was het slagen van uw on
derneming nog twijfelachtig, maar het
verzoek om dat schryven was een
zeker bewys dat gy welhaast over
tuigd waart van het gelukken van uw
plan. Alvorens uw brief te schryven
verzocht de koning prinses Caprara
schillende sprekers. De vermindering
in de opbrengst is niet van beteekenis,
de kwestie aangeroerd d»or den heer
van Niftrik betreft meer het onderhoud
en dit heeft het bestuur niet bespro
ken. De onderhoudsplichtigen kunnen
toch zeker verplicht worden tot goed
onderhoud.
De heer van Niftrik zeite nog nader
zyn bedoeling uiteen. De heer jhr.
mr. A. A. van Doorn van Koudekerke
zeide dat hy de toi niet heeft als
ambacklsheer van Koudekerke, maar
krachtens een octrooi, dat in 1841 aan
zgn grootvader werd verleend.
De voorzitter was niet ongeneigd,
indien de vergadering daartoe den
wensch uitspreekt te trachten het
daarheen te sturen, dat de Provincie
het onderhoud op zich neemt.
De heer Blum zeide dat hg be
doelde een vergelgking met drie jaren
byv. 10 of 20 jaar geleden.
De heer van Gelderen zeide dat
voor den polder de opbrengst juist
is toegenomen, deze spreker betwq-
felt of de tollen wei zoo nadeelig op
het verkeer werken als wordt voorge
geven.
De heer Blum wees erop dat in
1911 de Staten een verzoek om de
wegen in onderhoud te nemen hebben
afgewezen en hy denkt dat het weer
zoo zal gaan, een andere weg is dus
verkieseiyker.
De heer van Niftrik zeide, dat het
zyne bedoeling niet is, dat de afkoop
sommen niet worden verdeeld over
verschillende co'poraties, maar te
samen aan de provincie die dan wel
licht iets moet byteggen.
Thans werd besproken de wqze
waarop de middelen moeten woraen
verkregen.
Er zal per jaar ongeveer f 19.000 noo-
dig zyn voor rente en onkosten. Dit
zou kunnen betaald worden door de
provincie bv. een derde en de twee
derden op andere wqzen door den
polder en gemeenten bv.
De heer Adriaanse meende, dat de
provincie de helft zou kunnen betalen
verder kan worden gevraagd om sub
sidie van den A. N. W. B. en de Ned.
automobiel club.
De heer Blum verklaarde zich be
reid hieraan mede te helpen.
De heer de Veer vroeg of het ka-
pitaliseeren wel noedig is en of geen
gewone subsidies kunnen worden
gegeven, waarop de voorzitter ant
woordde, dat dit 't bezwaar heeft dat
men in het eerste geval er in 20 jaar
zeker af is en in het tweede geval
weet men niet wanneer.
De heer A. Geschiere vroeg of de
provincie geen 2/3 kan betalen en be
treurt bet dat nu de vreemde auto
mobilisten niet zullen bijdragen.
Besloten werd aan de provincie de
helft, aan den polder en de gemeenten
ieder 1/4 te vragen.
om een onderhoud. En op een avond
tot voor het paieis door Wittington
vergezeld, ging hy de vrouw, die hy
beminde, vaarwel zeggen Ik vind
dat hem veel vergeven kan worden,
zelfs door u, mijnheer Wogan, die
toch ver staat boven de veroordee
ling der wereld
gy deze woorden voelde Wogan
zich het bloed naar het hoofd stygen,
doch gelaten verdroeg hij deze spot
ternij, geheel verslagen door hetgeen
de kardinaal hem had medegedeeld.
Ik smeek God om kracht voor
het herhalen van dit alles aan Hare
Hoogheid, vervolgde de kardinaal.
O, kondt gy er de ware reden
van 's konings toeven in Spanje maar
bijvoegen, sprak Wogan. De prinses
heeft haar eigenliefde. Een verklaring
is noodig om al haar vermoedens le
doen verdwynen. Prinses Clementina
zal geen man huwen, die haar hand
met tegenzin aanneemt.
Welnu, dat kan ik nietriep de
kardinaal opgewonden uit. Eigenlief
de De prinses heeft eigenliefde En
die eigenliefde zou onze politiek doen
mislukken
Neen! antwoordde Wogan,op-
Na eenig debat over de vraag welke
gemeenten het meeste belang by de
de kwestie zullen hebben, werd be
sloten dat Iedere gebeente evenveel
per inwoner zal bydragen vermoedelijk
8 cent.
De heer A. baron Schimmelpen-
ninck van der Oyen, wonende te Lo-
chem, zwager van de twee heeren
De Beaufort, die op de „Tubantia"
waren, vertelde een correspondent
van „de Tel." het volgende
Even na het torpedeeren van de
„Tubantia" werd er te Vlissingen een
draadloos bericht opgenomen hetwelk
meldde: „Tubantia" op een myn ge-
loopen."
Kapitein Wyisma verzekert dat hy
geseind heeft„Tubantia" getorpe
deerd."
Hieruit blijkt, dat de duikboot, die
de „Tubantia" getorpedeerd heeft,
zelf het draadlooze bericht verzonden
heett.
Naar aanleiding van dit schryven,
verzocht „de Tel." aan haar Haarlem-
schen correspondent bij den kapitein
der „Tubantia" nadere inlichtingen in>
te winnen. Hy meldt het volgende
Kapitein Wytsma verklaarde my, dat
bij het ongeluk met de „Tubantia"
door hem 2 radiogrammen zgn afge
zonden, een aan Scheveningen oiti
hulp te verzoeken van de marine-auto
riteiten en een aan de directie van
zijn maatschappij, waarin gemeld
werd„„Tubantia" getorped .erd". Hy
beeft geen radiogram gezonden, dat
hei schip op een mqn geloopen was.
Het is echter gebleken, dat de mar-
coni-officieraaneen vriend te IJmuiden
een particulier radiogram heeft ver
zonden, dat reeds in de bladen is
vermeld, dadelqk na de ramp. De
meening van den kapitein is nog steeds,
dat het schip getorpedeerd is. Hy
acht het uitgesloten, dat het schip door
een ontploffing is te gronde gegaan.
De „Wodan" heeft bg haaronder
zoek de plaats van bet wrak niet kun
nen terugvinden, omdat er r.iets meer
van het schip boven water steekt en
in zulk geval de opsporing ervan al
leen bq goed weer mogelqk is.
De stukjes metaal die in de sloepen
afkomstig van de „Tubantia" zqn aan
getroffen en die wellicht van waarde
konden zijn voor de beantwoording
van de vraag, op welke wyze het
zinken van de „Tubantia" is veroor
zaakt, zqn door de directie van den
Kon. Holl. Lloyd in haden gesteld van
het departement van Marine.
De Berlqnsche medewerker van het
„Hbl." verneemt, dat de Duitsche re
geering, ofschoon niet officieel, tegen
over de Nederlandsche regeering de
wenscheiykheid heeft uitgesproken
springend van zqn zetel, ik heb nog
veertien dagen voor mg. Ik verzoek
Uwe Eminentie de prinses niets te
vertellen voor die lwee weken voorby
zyn. Laat mg begaan. Ik heb eenige
hoop dat'Uw Eminentie haar dat ver
haal nooit zal behoeven te doen.
De kardinaal haalde de schouders
op en zeide
Ik moet meer hebben dan hoop.
Kunt gy er tenminste uw woord niet
op geven, mynheer Wogan
Het scheen Wogan of by zich in
een dier omstandigheden bevond,
waarin een man moet durven.
Ja, antwoordde.hq toen met vaste
stem.
En meteen verliet hq haastig de
woning van den kardinaal.
Hy had gesproken door een plot
selinge ingeving, daar enkele gezeg
den van den geestijke hem half en
half een weg hadden gewezen, die,
zoo hy dien slechts met zorg volgde,
wellicht tot het doel zou leiden.
Eerst liep Wogan naar huis en be
val zjjn trouwen dienaar aanstonds
zqn zwart ros te zadelen.
(Wordt vervolgd.)