2000'
ffifoummer bestaat uit 2 bladen.
Eerste Blad.
11 MAART
CLEMENTINA.
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
-a- No. 60
S4e «Icuurgaiig'
191©
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30
ne drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummer* 3 cent
firma f. ¥48 0f ÏELOE Jr., Kleine üarli 58, fiissinpn. ïalafm into. II
ADVERTENTIEPRIJSVan —4 regeli 0.4© root iedere regel aseer 10 ce»}
Driemaal plaatsen wordt onmtoaal beregend. B| abonnement speciale prjf*
Reclames 2® et per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen S et per regel
fsrsÉÉiini Mis, BltgsjsM cp Mn m s!gi@2ii srtaè S&iisiilyln tostfe
|gulden bij levens- n F* f| gulden bij dood AftA gulden bij verlies A gulden bij veilles J tj"! gulden bij verlies gulden bij vemen
1 lange ongeschikt- HjS door Br 8 van een hand, van 1H||g van een Jf van eiken
Ertegen ongelukken voor: heid tot werken f C"U een ongeluk voet ol oog een duim mij «J? wijsvinger £ai*i]fr anderen vitigir.*
Bui» uitKesrlnje» worden VERDUBBELD indien de ««rsekurdoa, voorsten eer. geldig plutebew^t, «es ongeluk betomen op train, boei ei tras». De aütoerlng wordt gmssatbergd door de „balt, Atg. Voriek. Bank" Is SsMttfwe
donnés, in 't bezit eener
noliSj zijn GRATIS verze-
V ^noplnlflcpn voor:
V erwilder ing.
Wanneer eenmaal de stormachtige
tijden, die wij thans beieven tot het
verleden zullen behooren, en het oogen
blik zal daar zijn, waarop de ge
schiedenis van dezen wereldoorlog
zal geschreven kunnen worden, dan
zal de geschiedschrijver, zoo hij een
juist beeld wil geven van den loop
der gebeurtenissen in hun onderling
verband en van den indruk op het
raenschelijk gemoed teweeggebracht,
een droeve bladzijde moeten wijden
aan de ontaarding, aan de verwilde
ring, die de reusachtige strijd in de
harten der volken heeft verwekt.
Al aanstonds bij het uitbreken van
den wereldkrijg, ja zelfs nog daar
vóór, toen de vijandelijkheden nog
geen aanvang hadden genomen, heeft
men kunnen getuige zijn van toonee-
len van uitbrekende volkshartstochten,
gelijk vooral in de hoofdsteden der
in den oorlog betrokken landen aan
den dag traden. De plotseling op
laaiende haat van gansche volkeren
tegen elkander, de uitbarsting van
schier ongekende en zeker onver
moede, ontembare driften in het
volksgemoed, de eensklaps als een
onbluschbaar vuur aanwakkerende
afkeer, wrok en vijandschap van volk
tot volk, van mensch tot mensch,
de herinnering kortom aan die eerste
weken van den Europeeschen brand,
zij ligt nog in ons aller geheugen.
En sedert, helaas, heeft zich die
vijandschap wel een meer normalen
uitweg gebaand, maar is in kracht
noggeenszins afgenomen. Integendeel,
wies zij in omvang en sterkte nog
aanalleen blijkt zij niet meer als
in die dagen uit bruisenden over
moed, uit luidruchtige tooneelen, doch
toont zij een meer overlegd, een
oogenschijnlijk bedaarder voorkomen.
Nergens worden meer tafereelen van
woesten aard vermeld, door een in
vaderlandsliefde opgezweepte menigte
afgespeeld doch onder het kalmer
aanzien verbergt diezelfde menigte,
in alle oorlogvoerende landen, nog
precies dezelfde gevoelens van vij
andschap, als zij weleer in woeste
straattooneelen en het vernielen van
de eigendommen van gevluchte of
gearresteerde vijanden, zoo afgrijselijk
aan den dag legde. Deze gevoelens
zijn aan rang noch stand gebonden
zij beheerschen het geheele volk in
zijn lagen, en zijn het deel der
hoogste rangen, gelijk zij ook in de
(Naar het Engelsch.)
38.) —o— (Saint TirliiM.)
Clementina gevoelde de onmacht
van haar gebed.
Toen zij haar hoofd oplichtte zag
zij, dat een man, dicht bij het altaar
geknield, zijn «ogen op haar geves
tigd had.
Oie man was de prins van Baden
Had hij haar herkend?
Met hft gezicht in de handen keek
tersluiks naar hem en zag zij dat
twijfelde, dat hij niet zeker was,
"och slechts vermoedde
Zij wachtte tol hij het hoofd om
wendde, stond toen op en sloop stil
naar buiten, waar Wogan haar met
ongeduld wachtte.
Heeft hij u herkend vroeg
w°gan dadelijk.
Hij twijfelt, antwoordde de prin-
sts i maar hoe weet gij
'k sprak zooeven met een be
woner van dit dorp.
- De prins is geen edelmoedig
onderste klassen der maatschappij
worden gevonden.
Wanneer aldus geheele volken door
een verwildering, die de blinde haat
in zijn gevolg mede voert, worden
aangegrepen, dan is de vrees niet on
gewettigd, dat er ook na den oorlog
nog maar al te zeer kiemen van dit
harten- en geestesbederf zullen blijven
voortleven, jaren en jaren. Dit nu ach
ten wij een der droevigste gevolgen
van dezen oorlog te zijn de door het
ondergane leed verduisterde blik op
het leed van anderen, de door den
ontketenden haat teruggedrongen ge
voelens van waardeering van hetgeen
er ginds aanwezig is, ook in de vol
ken die met ons in strijd zijn of
waren.
Reeds nu gorden zich alle regee
ringen aan, om als de militaire oor
log zal zijn beëindigd, een handels
oorlog te doen losbreken, onbloediger
zeker, maar niet minder hardnekkig
gevoerd dan die op het slagveld. Dan
zullen weliswaar daarbij geen vestin
gen te veroveren zijn, en geen sche
pen zullen in den grond worden ge
boord, maar wel zullen op handels
gebied nieuwe terreinen voor de
tegenstanders ontoegankelijk worden
gemaakt en oude afzetgebieden elkan
der worden ontworsteld zullen groote
industrieën verlamd, zullen eertijds
bloeiende takken van bedrijf geknot
worden, met als noodzakelijk ge
volg' een verarmde bevolking, in die
landen, die de zwakste zullen blijken
te zijn in dien verwilderenden han
delsoorlog, waarvan nu reeds de voor
teekenen zich allerwegen afspiegelen.
Wat moet er, mag men zich afvra
gen, op deze wijze wel terechtkomen
van de grondslagen waarop het
geluk en de voorspoed der volken
gebouwd moet wordenwat zal er
overblijven van de beginselen waar
uit de beschaafde natiën toch de
krachten moeten putten om voort te
kunnen gaan op den weg die naar
veredeling des harten, naar verruiming
van den geest leidt. Helaas, noch
aan het een noch aan het ander is
de oorlog ten goede gekomen en,
zelfs waneer deze zal beëindigd zijn,
staat het te vreezen, dat in niet min
der mate de verwildering, die in het
gemoed der volken zoo om zich heen
gegrepen heeft haar prooi r.og langen
tijd zal blijven vasthouden. Want
hoe ook en op welke wijze het
wapenconflict beëindigd zal worden,
het conflict, dat tevens is opgeroepen
in het geestesleven der volken, zal
blijken van nog veel langeren duur
te zijn. Menschengeslachten zullen
komen en gaan, vooraleer het onder
scheid tusschen goed en kwaad,
tusschen recht en onrecht, tusschen
waarheid en leugen, welk onderscheid
thans niet meer bestaat bij de natiën
mensch, zeide Clementina als met
tegenzin.
Wogan begreep
Als de prins van Baden zekerheid
verkreeg, zou hij niet zwijgen en zich
zelf gelukwenschen geen jonge prin
ses gehuwd te hebben die met een
edelman langs den weg reisde, en hij
zou den chevalier van St. George
bitter beklagen reeds hoorde hij den
spot aan de vorstelijke tafels van
geheel Europa
Hij verlaat Peri om negen uur,
zeide Wogan hardop als bij zichzelf
hij heeft dus geen tijd inlichtingen in
te winnen. Wij hebben slechts het
logement te vermijden, waar hij is
afgestapt. Er is nog een logement aan
het andere einde van het dorp.
Zij werden ontvangen door ee*
hupsche boerenvrouw, die haar vreug
de ever de aankomst van zulke nette
reizigers niet verborgen hield.
Wogan bekeek de ligging van de
herberg en toonde zich voldaan. Zij
bevatte drie kleine gebouwtjes rondom
een binnenplaats. Rechts bevonden
zich de stal en de boerderij en de lin
kervleugel vormde de eigenlijke her
berg. De herberg had slechts één ver
die bij dezen oorlog betrokken zijn,
is teruggekeerd.
Deze oorlog, wij kunnen nauwelijks
zijn materieele vernietiging onder
cijfers brengen. Het duizelt ons van
de getallenreeksen, wanneer wij de
offers aan menschenlevens willen
opnoemenwij komen met voor ons
begrip moeilijk omvatbare hoegroot
heden in aanraking, wanneer in milli-
arden de onkosten van den oorlog
tot uitdrukking moeten worden ge
bracht. En toch, nog zwaarder dan
het leed, geleden door het verlies van
dierbare verwanten of vrienden, nog
grooter dan de vernietiging van
wereldkapitaal door dezen oorlog
bewerkstelligd, nog aangrijpender en
verder strekkende in zijn onafwijs
bare gevolgen dient het schier on
herstelbare verlies genoemd te wor
pen, dat der menschheid in haar
edelste gevoelens is opgelegd, en
maar al te zeer nog langen tijd zal
opgelegd blijven, door de in het
geestes- en gemoedsleven der oorlog
voerende volken diep ingekankerde
zielsverwildering.
Het kan haast niet anders of oog
getuigen en tijdgenooten van dezen
grootsten aller wereldoorlogen zullen
hun kinderen en kindskinderen in
nationale eenzijdigheid en vooroor
deel, het onrecht als geheel en al
van de zijde van den tegenstander
voor oogen stellen, en dezen opge
voed in wrok en afkeer, en misken
ning en haat jegens de belagers van
hun land, zullen de van jongs-af in
geprente gevoelens hun leven lang
met zich dragen. Eerst aan latere
geslachten zal het mogelijk gegeven
zijn, met de objectiviteit, zoo noodig
om de roerselen van dit wereldge
beuren te ontwarren, te werk te gaan
en het al of niet schuldig uit te
spreken, waar zulks pas heeft. Eerst
dan ook zal van de verwildering der
geesten, die thans geheele volkeren
in haar boeien gekluisterd houdt, de
sporen zijn uitgewischt en zal ook
de tijd daar zijn om de bladzijde van
rouw en droefheid in het boek der
wereldgeschiedenis, waarvan wij
hiervoren in den aanvang gewaag
den, voorgoed om te slaan.
Baantjes jagerij.
Er bestaat in de residentie een
euvel, dat onmiddellijk het gevolg is
van de omstandigheid dat hier ter
stede het centrum der regeering is
gevestigd. Het is nu eenmaal een feit
dat hij die het dichtst bij het vuur
zit, zich het best warmt. De regeering
van den Staat is een warm vuurtje,
heel warm zelfs, waaraan al menigeen
een plekje wist te veroveren, waar hij
zich behagelijk gevoelt en waar hij
dieping en bevatte vier kamers. Met
een trap kwam men uit op de bin
nenplaats. En achter het huis ont
dekte Wogan met plezier een boschje.
Er was geen enkele andere gast
gelogeerd.
Waarschijnlijk komen onze vrien
den, die door een ongeval met het
rijtuig achtergebleven zijn, dezen nacht
ook hier logeeree, sprak Wogan tot
de waardinik huur dus alle vier de
kamers.
De waardin was niet minder in
haar schik als Wogan. Die fiere edel
man en de lieve dame bevielen haar
en zij ging dan ook haastig het ontbijt
gereed zetten.
Haar verbazing was echter groot,
toen dadelijk na het ontbijt Clemen
tina zich terugtrok en Wogan op de
bank buiten voor het huis ging zitten
en oplettend den weg opkeek.
Wogan verwachtte kapitein Misset
en diens vrouw.
Den heelen dag bleef hij zoo zit
ten, den rug naar de herberg gekeerd.
De goede waardin maakte er uit
op dat de beide reizigers misschien
boudeerden.
En in die meening werd zij nog
tevens beschut zit voor allerlei ge
varen en stormen des levens.
Het euvel heeft geen mooien naam,
die echter precies aanduidt wat be
doeld wordt, en zelfs een stille ver
oordeeling in zich draagt. Het onwel
luidende woord van baantjesjagerij
toch vat in zich een qualificatie van
het werk en een nadere aanduiding
van de wijze waarop getracht wordt
dat werk te verkrijgen.
'n Baantje, wat is een baantje
Het is een gemakkelijke fauteuil voor
den rustzoekende, een genoegelijke
toepassing voor den halven rentenier,
een bron van zoete winst voor den
geldbegeerige, een onderdak voor den
schaloosloopende, arbeid voor den
ongeoefenden tot niets bekwamen,
vooralies bruikbaren werklooze-van-
professie.
Jager, wat is jager Het is een
streven om iets te vangen, met alle
middelen, die ten dienste staan of
dienstbaar gemaakt kunnen worden
het hulp-zoeken bij anderen om tij
delijk weer het terrein af te zetten,
om glorie bij te zetten aan een dor
heid, kracht te geven aan een onver
mogen.
Wie jaagt er naar een baantje De
halfversleten gepensionneerde, de
roeping-looze, de van een universiteit
volgepropte, de vleugel-lamme,! de
fut-looze, de gemakzuchtige en niet
in de laatste plaats de duiten-dief.
Van alie genres zouden wij voor
beelden kunnen noemen van „hooge"
qualiteit zoowel als van „lage".
Sla de lijst van Tweede Kamerleden
eens op en ga eens na wat de meeste
buiten hun volksvertegenwoordiger
schap nog meer doen. Vier leden van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
zitten er in. Deze Staten vergaderen
's morgens om elf uur en de Kamer
eveneens. Toch worden de baantjes
gecombineerd.' Zie de stemmingen van
de Kamer eens na en ge zult ontwaren
hoe ze bijna steeds door afwezigheid
schitteren. Burgemeesters zijn er, wet
houders van groote gemeenten, rech
ters en griffiers. Is het niet het toppunt
van koddigheid dat iemand in de
Kamer klaagt over overlading van de
rechtbanken en aandringt op uitbrei
ding, terwijl hij zelf de betrekking
van griffier combineert met die van
Tweede Kamerlid?
Dezer dagen bevatte een der groote
bladen opzienbarende mededeelingen
van het absenteïsme bij afdeelings-
vergaderingen van de Tweede Kamer.
Tien leden van de twintig aanwezig
heet een goedbezochte vergadering.
Zelfs daalde het eenmaal tot het
uiterste minimum van één. Wat je in
de Kamer ziet en wat je niet ziet,
had de titel kunnen zijn.
Is dat niet-geziene maar thans ge
openbaarde niet het duidelijkst bewijs
dat uiterlijk vertoon moet redden wat
versterkt toen ze tegen den avond de
tafeltging dekken en Clementina pein
zend achter het gordijn zag staan,
de oogen gevestigd op den edelman,
die zich maar niet wilde omkeeren.
Ondanks zijn schijnbare waakzaam
heid kweet Wogan zich echter zeer
slecht van zijn taak, want kooplieden,
monniken en edellieden trokken over
den weg naar Italië, en Wogan keek
naar hem, zonder hen ie zien.
Naar gelang de avond viel werden
de voorbijgangers zeldzaam.
Een groep van zes mannen, op
flinke paarden gezeten, kwam nog
voorhij. De ruiter, die voorop reed,
verborg plotseling zijn hoofd achter
den hals van zijn paard.
Wogan bemerkte die beweging
echter niet, en toen hij in het kleine
vertrek terugkeerde, verklaarde hij de
■prinses geen spoor van kapitein Mis
set gezien te hebben
Wachten wij tot morgen vroeg
Clementina toen onverschillig.
Misschien komen zij vannacht
nog hier, en daar ik den nacht boven
aan den trap zal doorbrengen, aldus
sprak Wogan, zal ik Uwe Hoogheid
op het gewenschte oogenblik wekken.
innerlijk wordt te kort gekomen
Maar is er nog een veel ergerlijker
soort van baantjes-jagerij. Of is het
louter toeval, dat een Kamerlid een
goed gesalarieerd „baantje" weet te
verwerven, dat hij nog wel naast zijn
Kamerlidmaatschap weet waar te ne
men Het aantal Kamerleden dat lid
van den Haagschen gemeenteraad is
(200 gld. per jaar) stijgt angstwekkend.
De Maandag wordt in vergaderweken
al opzettelijk vrijgehoudenvoor
de baantjes-gasten die gelegenheid
hebben dien dag te benutten voor het
waarnemen van andere zaken.
De avondvergaderingen van de
Kamer zijn zij niet een paskwil.
Het is ons overkomen, dat op een
avond te acht uur in het geheel vier
menschen in de Kamer aanwezig wa
ren de voorzitter, de minister, éen
lid en éen journalist. Het gaat dan
met de Kamerverslagen zooals het
gaat met de Kamerafdeelingen wat
je niet ziet is meer dan wat je wel
ziet.
Sommige Kamerleden hebben een
talent om steeds te kunnen vinden
aan welke zijde de boterham het best
gesmeerd is. Er is één lid, dat aldus
uitgerust is Kamerlidmaatschap (2000
gld.); dus ook gratis treinen le kl.
bezoldiging staatsambt (18002400
gld.)lid van den Haagschen raad
(200 gld.) plus gratis telefoon (65
gld.), gratis trammen in den Haag
(60 gld. per jaar minstens). Totaal
ruim 4000 gld. Capaciteit pro
memorie
Hieruit blijkt dat het Kamerlid
maatschap tot vele dingen nut is,
hebbende hetzelve de belofte des
tegenwoordigen levens en des toe
komenden (alias pensioen.)
Het voorbeeld dat op zoo illustere
wijze wordt gegeven, tracht tot na
volging, zooals te begrijpen valt.
De directeur-generaal van de Pos
terijen en Telegraphie is een oud
militair. Kende de post alleen van
de postzegels. Niettegenstaande zijn
voorganger, die ook oud-militair was,
schromelijk mislukt was, werd toch
het spelletje herhaald, dank zij het
feit dat baantjesjagen een schoone
zaak is.
Er wordt van dien man op het
oogenblik geen kwaad verteld maar
ook geen goed. Wie de rede van den
heer Polak in de Eerste Kamer heeft
gelezen weet, als hij dat nog niet
wist dat er heel wat te verbeteren
valt bij den dienst der P. en T. of
hij daartoe in staat is Indien dit
blijkt is het een bof, niets dan een
bof, want een benoeming als deze
vindt in niets haar rechtvaardiging
dan in het dood-simpele euvel van
de baantjes-jagerij.
Tal van gevallen zouden zijn op
te noemen waarin hetzelfde valt te
constateeren. Men breekt in den Haag
De waardin bracht het avondeten
binnen en aanstonds bemerkte Wogan
haar veranderde houding. Zij hinder
de hen niet meer met haar dom ge
babbel en toonde zich niet meer zoo
uiterst beleefd als des smorgens. Bo
vendien scheen ze een weinig zenuw
achtig.
Hebt gij nog andere gasten?
vroeg hij op goed geluk af.
Neen, mijnheer antwoordde zij
alle reizigers nemen helaas hun intrek
in de „Gouden Leeuw".
Wanneer heeft Uwe Hoogheid
die verandering in haar houding op
gemerkt vroeg Wogan, toen hij weer
met de prinses alleen was.
Nog maar kort geleden.
Wogan werd ongerust.
Hij ging de trap af naar de bin
nenplaats, maar er was niemand. Het
was reeds donker. Hij dacht dat het
geen kwaad kon even te gaan zien
of de poney, ingeval van nood, vlug
ingespannen kon worden. Spoedig
had hij het dier in den stal ontdekt,
evenals de twee andere paarden, die
hij er des morgens gezien had.
(Wordt vervolgd).