DONDERDAG 27 «JANUARI
Watersnood.
"GEMEENTEBESTUUR
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
Buiten de beschaafde
Wereld.
BINNENLAND
j^o.2a S4e Jaargang -■1916 =--
VLISSINCSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels 6.4# i voor iedere regel meer M cent
per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor België 2.20 Driemaal plaatsen wordt (motos! berekend. bjf abonnement speciale pr|i
Voor overige ianden der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummer» 3 cent jÉf Reclame» 2© ct, per regel Dienthanbiedingen en -aanvragen 9 ct, per regel
ilfgsisFirma f. VAH OF VtLi Ir., Kleins Markt 58, ïlissiiip. ïglete luiere. 18 ïirschijnt dagelijks, Bifggzgpisrd tp Mn n tlgtsm ifksndi Okrisfiisjii \mlim
De abonnés.in'tbezit eener ^|HH^fcgu!den bij levens- (7 Fff) gulden b£| dood ft (ft gulden M| verlies gulden bi} verlie» f£ 4* gulden big verlle* A f^gulden bij verlies
poli», zijn ORATIS verze- III Ril lange ongeschikt- 8 door $g||g van een hand, 8»^|B van 8 8III vaneen van eiken
fcerd tegen ongelukken voor: gj Ijl WW heid tot werken J &yljf een ongeluk CPSU'sJ voet of oog Hï/sJ? een duim wijsvinger Lè%3 anderen vinger.
Sua ultkeerlngen worde» VERDOBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewga, eea ongeluk bekomen op trein, boo! ol tram. De uKkverlng wordt gewaarborgd door de „Hall. Alg, Veria!;, Bank" te SciüleSKn;
3
In dank ontvingen wij voor de door
den watersnood getroffenen:
Vorige opgave 357 665
Van J. H. B1.—
een Dienstmeisje0.75
mej. A. C. de K. 10.—
L. W. M0,50
J. de K., Koudekeike 2.50
X. wegens een tekort
op een verkeerde opgaaf 1
Samen ƒ373.41'
N.B. Na 's nam. 2 uur ingekomen
giften worden in een volgend nummer
verantwoord.
Aan den Penningmeester van het
Provinciaal Watersnood-comité, den
heer mr. J. F. van Deinse, droegen
wij gisteren weder f 100.— af.
INLEVERING BROODKAARTEN.
Aan de bezitters van brood- en
meelkaarten wordt te kennen gegeven,
dat alle kaarten, geldende voor de
maand Januari 1916, moeten worden
ingeleverd ten stadhuize op Maan
dag, 31 Januari a s. van des voor
middags 9 uur tot des namiddags 5
uur.
Zij, die hunne oude kaarten hebben
ingeleverd zullen een kaart, geldende
voor de maand Februari 1916 ont
vangen, welke na inlevering per
post zal worden toegezonden, Ier-
wijl zij die hunne oude kaarten niet
op den hierbij bepaalden tijd hebben
ingeleverd zich blootstellen aan het
niet verkrijgen eener nieuwe kaart.
De inlevering geschiedt door het
werpen van de kaarten in de in den
gang van het stadhuis staande hier
voor bestemde mand.
Zij, die geen regeeringsbrood of
-meel meer wenschen te gebruiken,
dienen op de oude kaart de woorden
„niet meer" te vermelden, terwijl
zij die verhuisd zijn, mede verplicht
zijn hunne nieuwe woonplaats op de
oude kaart mede te deelen.
Op genoemden datum, bestaat te
vens voor hen, die nog geen regee
ringsbrood of -meel hebben gebruikt,
gelegenheid om in de trouwzaal
eene brood- of meelkaart te bekomen.
Viissingen, 26 Januari 1916.
De Burgemeester van Vlissingen,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Vergadering van Woensdag.
De toesiand van het spoorweg
personeel is een voorwerp van aan
houdende zorg van eenige Kamer-
door J. L-.
105.) —o— (nadruk TirioJsi.)
Het kraken van een voetstap op een
dooden wilgentak wekte haar uit
haar droomertjen en haar oogen ont
moetten die van St. Vincent.
„Je hebt mij nog niet gefeliciteerd
met mijn onlkoming," zoo begon hij
opgewekt. „Maar je moet gisteravond
doodmoe geweest zijn. ik tenminste
ook. En jtj hadt nog bovendien dien
moeilijken tocht op de rivier achter
den rug.
Hij keek haar tersluiks aan, aisof
hij zocht, welke houding zij tegenover
hem zou aannemen.
„Je bent een heldin, dat ben je,
Frona," begon hij weer met overdre
ven enthousiasme. „En niet alleen
heb je den man gered, die de brieven
en telegrammen heeft gebracht, maar
door het oponthoud, dat je in het
verhoor wist te veroorzaken, heb je
ook mij gered. Als er dien eersten
dag éen getuige meer was voorge
leden. Eigenlijk heeft de Kamer over
dit personeel weinig mee te praten.
Immers de Minister heeft de arbeids
voorwaarden van dit personeel wel
goed ie keuren, doch de Kamer heeft
daarop geen invioed: alles geschiedt
bij koninklijke beslissing. Intusschen
biedt de behandeling der begrooting
jaarlijks een aanleiding om de houding
van den Minister te bespreken.
Volgens den heer Kleerekoper,
die de bespreking van den toesiand
inleidde, schuilt de Minister weg
achter de belangen van de aandeel
houders en achter den dikken rug
van de directie. Hiermede is feitelijk
ae geheele rede van dezen afgevaar
digde geformuleerd.
De positie van het spoorwegper
soneel is ongetwijfeld verre van
rooskleurig, er heerscht heel vaak
willekeur bij de directies en al
weer volgens den Amsterdamsche
afgevaardigde zij trachten te ont
komen aan de beslissingen van het
scheidsgerecht. Met verschillende
voorbeelden illustreerde hij dit be
weren. Een man was builen voor
kennis van de directie op audiëntie
geweest bij den Minister van Water
staat. Niemand minder dan de heer
Aalbeise, de afgevaardigde voor Al
melo, had hem bij den Minister aan
gediend. Op grond van deze achter-
baksche daad werd de man ontslagen.
Het scheidsgerecht achtte deze straf
veel te z\vaarterugstelling in rang
werd voldoende geacht. De man werd
teruggezet en kort daarna in dien
nieuwen rang ontslagen.
Waarborgen voor de positie van
het personeel, bestaan bijkans niet
de garantie die de Regeering in 1904
gaf tegenover de z.g. „kneve!" wetten
is slechts een fictie.
Door deze eigenaardige inrichting
van de verhouding tusschen de di
rectie en het personeel, heeft de
directie het in haar macht niet alleen
onbruikbare, maar ook minder ge-
wenschte elementen uit den dienst
ie verwijderen. Tegenover deze macht
staat het personeel .vrijwel machte
loos. Het is in zijn vrijheid van strijd
voor de arbeidsvoorwaarden geheel
en ai belemmerd, terwijl de wijze
waarop het scheidsgerecht is inge
richt, het geen steun in den rug geeft.
Tegenover dit slechte stelsel beval
de heer Kleerekoper het Engelsche
stelsel van Lloyd Qeorge aaneen
stelsel, dat een voortdurend verband
legt tusschen de directie en het toe
zicht eenerzijds, het personeel en al
zijn geledingen anderzijds. De per
manente raden worden gekozen en
bekostigd door beide partijen. Op
dat bekostigen legde de heer Klee
rekoper den nadruk, omdat daaruit
blijkt, dat de raden een verlegen-
bracht, zou ik gehangen zijn voor
Xjow op het toor.eel verscheen. Een
flinke knappe jongen die Oow. Het
is te erg, dat hij moet sterven."
„Ik ben blij, dat ik kon helpen,"
antwoordde zij, zich onderwijl afvra
gend, wat zij nog meer kon zeggen.
„En natuurlijk moet je mij geluk-
wenschen
„Oe geheele zaak is niet iets, waar
mee men je kan feliciteeren," zij sprak
haastig, terwijl zij hem een oogenblik
recht in de oogen zag. „Ik ben blij,
dat bet zoo geloopen is, maar je kunt
niet verwachten, dat ik je feliciteer."
„O o-o," met langgerekte stembui
ging. „Dus daar wringt de schoen."
Hij glimlachte goedgeluimd en maakte
een beweging, alsof hij naast haar
wilde gaan zitten, maar zij maakte
geen plaats voor hem en hij bleef
staan. „Maar ik kan je alles ophel
deren. Als er vrouwen geweest zijn
Frona had haar hand zenuwachtig
ineen geklemd, maar bij dit woord
barstte zij in lachen uit.
„Vrouwen vroeg zij. „Vrouwen
herhaalde zij. „Wees niet belachelijk,
Gregory."
„Naar de manier, waarop je me
door het geheele verhoor hebt bijge
staan," begon hij verwijtend, „dacht
woordiging van het personeel zijn.
Wil men in ons land tot eenige ver
betering geraken dan dient in den
Raad van Toezicht ook het lagere
personeel vertegenwoordigd te zijn.
Nu wordt dit gedeelte van het per
soneel vaak „gehoord", doch een
blijvende adviseur bij dit gedeelte
van het beheer heeft het niet.
Dienst- en rusttijden en loon-rege-
lingen, zij laten alles te wenschen
over. De loonen zijn in het algemeen
lager dan die welke door andere
arbeiders worden verdiend. Vooral
op de werkplaatsen is de toestand
zeer slecht, niettegenstaande de loo
nen daar onlangs zijn herzien. De in
gewikkeldheid van het daar gevolgde
stelsel stukloon met teesiag als
basis verhindert het krijgen van
een groot overzicht. Er is een hoog
loon te behalen maar de eischen die
daarvoor worden gesteld zijn zóó
hoog, dat zelfs de beste werkman
het niet kan halen.
Vóór alles wil de heer Kleereko
per dat het personeel meer mede
zeggenschap zal verkrijgen over de
aangelegenheden, welke zijn belangen
raken. Zonder staais-exploitatie is dit
het eenige middel om verbetering in
den toestand te brengen.
Met een weinig andere woorden,
betoogde de Maastrichtsche afgevaar-
dlge Janssen, vrijwel heizelfde als
de. heer Kleerekoper. Beperking van
den diensttijd achtte hij in Se eerste
plaats noodig. Hierbij is ook het
groote aigemeene belang, verbonden
aan de veiligheid van het verkeer.
Een herziening der loonen moest
al wa3 ze urgent* door de tijds
omstandigheden wachten. Wat echter
onmiddellijk kan worden gedaan, is
een verbeterde wijze van verkiezing
van het arbeidsgerecht. Het personeel
dient vrijer te zijn in zijn keuze. In
den aandrang daartoe stemde ook de
heer Koster in, die bovendien krachtig
pleitte voor samenwerking met de
vak-organisaties van het personeel.
De groepveitegenwoordigingen, inder
tijd door Minister Talma ingesteld
zijn mislukkingen geweest, zooals
indertijd door dr. Bos reeds werd
voorspeld.
De in beslag genomen Netferlandsche
mail.
Het Engelsche departement van
buitenlanasche zaken maakt het re
sultaat bekend van het aan boord van
de schepen „Frisia", „Tubantia" en
„Rijndam" ingestelde onderzoek.
Aan boord van de „Frisia", die op
de uitreis was, werd een groote hoe
veelheid pakketten gevonden met gou
den en zilveren sieraden, chemicaliën,
ik
„O, je begrijpt het niet," sprak zij,
hopeloos. „Je begrijpt het niet. Zie
mij aan, Gregory, en zie, of ik het je
kan doen begrijpen. Je tegenwoordig
heid is mij pijnlijk. Je kussen belee-
digen mij. De herinnering ervan doet
mijn wangen gloeien en ik heb een
gevoel, of mijn lippen onrein zijn. En
waarom? Om deviouwen, die je ge
makkelijk kunt wegredeneeren Hoe
weinig begrijp je hetMaar zal Ik
het je zeggen
Mannenstemmen kwamen tot haar
van den oever der rivier en het pias
sen van riemen in het water. Zij keek
haastig op en zag Del Bishop een
boot tegen den stroom opwerken en
Corliss op den oever aan de sleep
lijn.
„Zal ik je zeggen waarom, Gregory
St. Vincent?" vroeg zij weer. „Zal ik
je zeggen, waarom je kussen mij ver
ontreinigd hebben? Omdat je het
eerste gebod van dit land geschonden
hebt. Omdat je de gastvrijheid van
een man hebt aangenomen en toen
toegezien, dat die man een ongelijken
strijd streed om zijn leven, zonder dat
jg een hand hebt uitgestoken. Wel, ik
had liever gezien, dat je je dood hadt
gevonden bij zijn verdediging; dan
machinenaalden en andere artikelen,
welke van Duitschland naar Spanje
en Zuid-Amerika waren geconsig
neerd. Een groot aantal van deze
pakketten was voorzien van het op
schrift „monster zonder waade."
Aanboord van de „Tubantia" (thuis
reis) werden 4 zakken rubber gevon
den, waarvan er twee 101 pond beste
Para rubber bevatten, en de twee
andere een blok en reepen rubber t ot
een gezamenlijk gewicht van 731/»
(Eng ponden. Deze 4 zakken waren
gemerkt „monster zonder waarde" en
geadresseerd „Hamburg, van Brazi
lië" ook waren er 7 pakken wol van
Uruguay aan boord, bestemd voor
Berlijn.
Het onderzoek van de vijandelijke
mail aar. boord van de „Rijndam"
(uitreis) is nog niet voltooid, maar
deze bestaat voor ongeveer 60 pCt.
uit kranten, voor ongeveer 30 pCt.
uit propagandalectuur en voor 10 pCt.
uit goederen, aile afkomstig van den
vijand en meestal geadresseerd aan
firma's met Duitsche namen in de
Vereenigde Staten.
Het departement van buiieniandsche
zaken voegt hieraan toe, dat uit de
bovenstaande bijzonderheden blijkt,
in welke mate de verzending per
post wordt gebruikt door den vijand
als een middel var. vervoer bij zijn
pogingen om de maatregelen, welke
door de regeering van Engeland zijr.
getroffen tot beperking van zijn handel
te ontduiken. Met den besten wii
van de wereld kan men niet beweren,
dat tenminste in het meerendeel der
opgenoemde gevallen de inbeslag ge
nomen artikelen uit zoodanige brie-
ve-correspondentie of uit postpakket
ten bestonden, ais waarvoor uitslui
tend de onschendbaarheid van post
stukken ge'dt.
Hat Kamerlid graaf Van Bylandt.
Naar thans met zekerheid kan wor
den gemeld, heeit mr. W. K. F. P.
graaf van Bylandt, lid der Tweede
Kamer voor Apeldoorn, op advies
van zijn geneesheer, die hem over 't
algemeen beperking van zijn arbeid
heeft aangeraden, ontslag ingediend
als Kamerlid.
De heer Van Bylandt die tot de
Christelijk-Historische fractie behoor
de, had ruim drie en dertig jaren on
afgebroken zitting in de Tweede Ka
mer, en heeft gedurende eenige jaren
het voorzitterschap der Kamer be
kleed.
Graaf Van Bylandt heeft, daar hij
van heden af niet maar aan de Ka
merwerkzaamheden zal deelnemen,
afscheid van zijn medeleden genomen.
Als zeer ernstig candidaat voor de
vacature. Apeldoorn werd in de laat
ste dagen want het gerucht dat
zou de herinnering aan je goed ge
weest zijn. Ja, ik had liever gehad,
dat je hem zelf gedood had. Het zou
tenminste getoond hebben, dat er bloed
in je lichaam zat."
„Dus dit is het, wat je liefde
noemt?" zoo begon hij verachtelijk,
terwijl de duivel in hem wakker werd.
„Een mooiweersliefde, zeker. Maar,
Hemel, wat leeren wij, mannen, veel."
„ik had gedacht, dat je er wel in
volleerd was," antwoordde zij„je
hebt vrouwen genoeg ontmoet in je
leven."
„Maar wat ben je van plan te doen
vroeg hij, zonder notitie te nemen van
haar woorden. „Ik ben geen gemak
kelijk man, om te dwarsboomen. Je
kunt me niet ongestraft uit je leven
schrappen, ik waarschuw je, dat ik
het niet verdragen zal. |e hebt in dit
land dingen durven doen, die je naam
zouden bezoedelen, als ze bekend
werden. Ik heb ooren. Ik heb niet
geslapen. Het zal niet gemakkelijk zijn,
dingen goed te praten, die jij mis
schien voor heel onschuldig houdt."
Zij zag hem aan met een glimlach,
koel en medelijdend, en woede over
meesterde hem.
„Ik ben verloren, een voorwerp van
bespotting, een voorwerp van mede-
grasf Van Bylandt zou aftreden liep
reeds lang genoemd de heer J. R.
Snoeck Henlcemans, vroeger lid der
Kamer voor Amsterdam II.
De „Telegraaf'-onthullingen.
Onder het opschrift „Verderfelijke
toestanden" schrijft de „N. Rott. Ct.
„Het is geen vetkwikkende lectuur,
die de journalistenvereeniging „De
Amsterdamsche Pers" omtrent het
dagblad „de Telegraaf" in hei licht
heeft gezonden. De heer H. M. C.
Hoidert, „een Engehchman," „een ge
wezen spion in Duiischen dienst,"
„een Belgische avonturier", en nog
„eenige Hollanders van minder allooi"
ziedaar het geestelijk milieu, van
waar de zoogenaamde anti-smokkel-
campagne in Nederland's luidruch
tigste dagblad uitgaat. De „speurders"
van deze combinatie zien tegen geen
middelen op zij geven zich uit vcor
„inspecteurs van N. O. T.," voor ver
slaggevers van de Telegraaf, en reke
nen het ook tot hun taak, „smokke
larij en andere ongerechtigheid te pro-
voceeren," „vervalschte documenten"
worden evenmin versmaad.
Voor zoover dit lugubere bedrijf
copie voor de krant oplevert, verhuist
deze raar de kolommen van „de Te
legraaf," buiten weten van den hoofd
redacteur om, en tegen zijn zin. Ver
der worden de Fransche en Engelsche
legatie te 's Gravenhage met het „ma
teriaal, door bovengenoemde speur
ders verzameld" gracieuselijk bediend.
Dit alles gaat door voor een be
weging in het belang van ons vader
land. Wie daaromtrent wat sceptisch
is, krijgt de volle laag hoon, waar
over men in het bovengeschetste ge
zelschap beschikt. Het „eenige flinke
dagblad" onthult zich met een pantser
van verdachtmaking en lasterlijke aan
tijgingen, waarmee het eiken twijfelaar
aan de oprechtheid van zijn streven
afweert."
Ten siotle wil het blad niet nalaten,
aan de journalistenvereeniging „de
Amsterdamsche Pers" haar hulde te
brengen. „Het verslag, dat zij van haar
vergadering in het licht gezonden
heeft, is voor journalisten, die voor
hun vak voelen, zeer pijnlijke lectuur,
en het moet voor de vereeniging verre
van aangenaam zijn geweest, zich ge
noopt te voelen, haar verslag buiten
haar kring te verspreiden. Terecht
is zij daarvoor echter niet terugge
deinsd. Het bevordert een groot open
baar belang, zoo zonneklaar blijkt,
dat Nederlandsche journalisten er niet
voor terugschrikken, verderfelijke
toestanden bloot te leggen, zelfs in
dien deze in de pers worden aange
troffen."
Het „Handelsblad" noemt de „ont
hullingen" voor ons land en voor de
lijden, maar ik beloof je, dat ik je met
me omlaag kan trekken. Mijn kusSen
hebben je in je eigen oogen verne
derd, zeg je Hoe moet je je dan
wel gevoeld hebben in Happy Kamp,
aan den Dyea-weg
Als antwoord stond Corliss plotse
ling voor hen met de sleeplijn nog
in de handen.
Frona knikte hem toe. Vance,"
sprak zij, „de man, dien wij gered
hebben, heeft belangrijke tiding ge
bracht aan. vader, zoo belangrijk, dat
hj| naar den Rand 'moet. Hij vertrekt
vanmiddag met baron Courbertin in
„Byou" Wil je mij naar Dawson
brengen Ik zou dadelijk willen gaan,
vandaag nog."
in Corliss' oogen kwam een schit
tering van geluk. Eerbiedig nam hij
Frona bij de hand en voerde haar
weg, zonder een woord met St. Vin
cent te. wisselen, die hen met doffe
oogen nastaarde.
EINDE.