keihuis Ditnummar bestaat uit2 bladen. Eerste Blad. tegen Ongelukken a 10 centperweek. smble No. 13 54e Jaargang 1916 ÜCCES. lipn: firma F. ¥IH SE IfElBE Ff.. Klfline Markt 58, Iflissiogen. Mm luiere. IS tt Uitputting. FEUILLETON Buiten de beschaafde Wereld. Brieven uit de Hofstad edrijven ER Jr. 8 uur. ƒ030. VL1SS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummert 3 cent 15 JANUARI ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regel» 0.4* j voor iedere regel meer 1* cenE Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bf abonnement specials prge Reclames 2* ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen S et. per regel fsfsciijoi dagstijki, gitgunrfiri op hé® ti sigsmsiB srksndi Oiriotoiijii isislslsiië eabonnés in't bezit eener rtff|f|ftgulden biJ 'evens- gulden bij dood gulden bij verlies gulden bg verlies J gulden bg verlies f^gulden bij verlies polis, zijn QRATIS verze- /UI UI lange ongeschikt- 5|| door j|i S31 van een hand, §5%g§ van iligl vaneen /5| van eiken kerd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken OVV een ongeluk WM voet of oog een duim 1UU wgsvinger UV anderen vinger. Hfra ülikeorlngen worden VERDUBBELD Indien ds «erzeksrden, r oorzien ean geldig pleafabewfe, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram, De olikeerlng wordi gewaarborgd door de „Holl. Alg, Verzak. Bank" fa SebledaB te Vlissingen, zal' ruari 1916 'erkoopen VONI&iG aan de te Vlissingen. He hand te Koop. n bekwame isfikster, ïmakerij.A ROELSE, NSTBODE t beneden 20 jaar, de huishouding bij ïFLAKEN, Wiihel- ven.) 1RAAFF, Hendrikslr. Februari een nette FBODE, P.G. die koken en g- v- BOOY, Boulevard *ét eene netle TBODE, L De reusachtige worstelstrijd der volkeren, waarvan wij sedert die •onvergetelijke bewogen eerste dagen van Oogstmaand 1914, dag aan dag getuige zijn geweest, en die sindsdien in omvang nog is toegenomen, zoodat allengs op eenige weinige neutrale landen na, vrijwel geheel Europa in vuur en vlam staat, die wereldstrijd laat zijn einde nog nergens bespeuren. '.Aanvankelijk een strijd, die zich liet iaanzien, dat hij binnen enkele maan- ■den zou beslecht zijn, is deze wor- 'Steling thans een hopelooze en nut- telooze verdelging geworden, die van de eene week op de andere,van maand tot maand, welhaast van jaar tot jaar, voortgezet wordt. Van vrede, toch zoo vurig gewenscht door millioenen ■menschen, rept geen der partijen. 'Wordt soms hier en daar een klank, .een woord vernomen, dat als een mogelijke voorbode zou beschouwd kunnen worden van een zich sterker uitend vredesverlangen, dadelijk staan •Ade regeeringen klaar om ten stelligste te ontkennen, dat zij iets met zulke uitingen te maken hebben. Integendëel, alle maken zich opnieuw gereed om den strijd met onverminderden moed en met nog vermeerderde kracht tc vervolgen. Dat het hen alleszins bittere ernst is, daarvan is de wereld volkomen overtuigd, en dat zij niets onbeproefd laten tot het uiterste te (jfunnen blijven strijden, dat leerde ons nog deze week de aanneming in het Engelsche Parlement van het f wetsontwerp op den algemeenen dienstplicht. In Frankrijk weten wij, dat het woord van minister Briand het richtsnoer blijft van regeering en volk „de strijd zal worden voortgezet I tot de algeheele overwinning". En in Duitschland Daar is als het ware de oud-Germaansche geest, naarmate t'de oorlog langer duurt, geheel en al ■vaardig geworden over gansch het volk, die geest getuigend van door zettingsvermogen en van onuitputte- 2 lijke oer-kracht, gelijk waarvan de 3 oud-Germaansche Sagen ons te ver- tellen weten. De Centraal-Europeesche Tj mogendheden, zij kennen en zien slechts dit eene doel: de wereld te kunnen voorschrijven den „Duitschen door J. ID. 94.) —o— (MriK verëodM.) „Ja, in '84. Hij was er een van de courant, die een reis om de wereld zou doen door Alaska en Siberië, ik was om een vechtparlij gevlucht uit Sitka, en ik associeerde me met hem voor veeitig pond per maand en een gedeelte van de vondst. Nu hg twistte met me Een gelach, dat nergens in 't bi- zonder begon, maar van man tot man J ging en steeds krachtiger werd, be groette deze woorden. Zelfs Frona en Del zelf moesten glimlachen en het eene ernstige gelaat was dat van den gevangene. „Maar hg kreeg ook twist met den ouden Andy te Dyea en met het op perhoofd der Chilcoots, en den Factor te Pelly en zoo de geheele lijn langs. Wij hadden altijd last en soesahmet hem en voojal wat de vrouwen be- vrede", de „Pax Germanica". Het is juist deze, die voor geheel Europa wordt jgevreesd. Zoo staan de zaken al reeds geruimen tijd. Inmiddels vernielt het oorlogswee de levenskracht der volkeren en ver delgt er den groei en de sappen der vruchtbaarheid van. Een nameloos leed wordt nog dagelijks veroorzaakt, duizenden en honderdduizenden vrou wen en kinderen worden tot weduwen en weezen gemaakttallooze helden van alle natiën zijn reeds gevallen op de slagvelden, en steeds weder brengen de jeugd en de hoop der landen het dierbaarste wat zij hebben aan het vaderland ten offer. Schrijnt het hart bij dat alles, het verstand schijnt te kort te schieten in het bevatten van de verwoesting op materiaal gebied. Wat, vraagt men zich tevergeefs af, moet er wel terecht komen van die landen, die nu reeds maanden iang, niet alleen millioenen, maar milliarden wegsmijten aan dien hopeloozen, nutteloozen strijd. En geland zien wij dagelijks 60 millioen gulden aan het ooriogsmonster ten offer brengen en het duizelt ons van het bedrag, 'dat in éen jaar tijds ver slonden wordt Frankrijk geeft thans per maand 12 honderd millioen gld. uit, Duitschland desgelijks, terwijl Oostenrijk en Rusland er met niet veel minder afkomen. Een eenvoudige berekening doet ons dan ook zien, dat deze 4 landen en dus de andere oorlogvoerende staten niet medege- rekend, reeds in het eene jaar 1916, zooveel- geld aan den oorlog zullen moeten besteden, als er op de geheele wereld niet te vinden is. A! het geld op den geheelen aard bol bijeenverzameld zou niet in staat zijn de som te vormen, die benoo- digd is om den muil van het oor logsmonster te bevredigen, ook al zou de oorlog niet langer dan tot het einde dezes jaars duren.. En de meening is vrij algemeen, dat wel licht dit jaar nog niet eens het einde van den krijg aanschouwen zal. Wan neer wij nu nog rekening houden met hetgeen de oorlog thans reeds aan ontzaggelijke bedragen heeft verslon den, dan lijdt het geen den minsten twijfel meer of de uitputting moet te eeniger tijd komen. Reeds nu, op dezen dag, moet, wanneer de oorlog op dit zelfde oogenblik geëindigd was, het thans levend geslacht alleen reeds aan rente-betaling der oorlogs kosten elk jaar een extra bedrag van 8500 millioen gulden opbrengen Zoo niet, dan gaan de staten die dezen schuld op zich laden bankroet en zal de wereld de ineenstorting zien van treft. Hg snuffelde altijd rond „Mynheer de voorzitter, ik protes teer.' Frona stond rechtop, haar ge zicht heel kalm en vol zellbeheetsching. „Het is nietnoodzakeiyk om te spreken over de amourettes van mr. St. Vin cent. Ze hebben absoluut niets te maken met het gevalen verder, geen der mannen van deze vergadering is rein genoeg, om zulk een onderzoek te leiden. Ik verzoek dat we ons be perken tot wat by de zaak behoort." Bill Brown trad vooruit, beleefd en glimlachend, „Mynheer de voorzitter, wat wy te berde zullen brengen, zal de zaak moeten ophelderen. Mr. Bis hop is onze voornaamste getuige en zqn getuigenis is van veel waarde. Er moet in overweging genomen wor den, dat we geen directe bewijzen hebben, wie de moordenaar is van John Borg. Wij kunnen geen oogge tuigen in het hof brengen. Wat wy hebben is toevallig. Om tot de waar heid te komen, moeten we het karak ter van den beklaagde ontleden. Dit zyn we ook van plan te doen. Wij willen zijn lichtzinnige natuur doen uitkomen, die haar hoo ,'epunt bereikt heeft in een afschuweiyke misdaad. het tallooze jaren lang rotsvaste cre- diet der groote Europeesche mogend heden, met al ae onheilvolle ge volgen daarvam En wij spreken nog daarbij geenszins over den opbouw der verwoeste steden, de herstelling van vernielde vestingwerken, bruggen, wegen en den aanbouw van geheel nieuwe oorlogsvloten. Waarlijk het is niet te veel gezegd, wanneer wij, met deze cijfers voor oogen en rekening houdend met de meer dan groote waarschijnlijkheid, dat de oorlog nog niet spoedig geëindigd zal zijn, van een uitputting gewagen, een uit putting aan materieeie kracht van een groot deel der natiën, zoo omvang rijk, dat een herstel welhaast tot de onmogelijkheden za; gaan behooren. Aldus zien wij, dat een deel der we reld, en waarlijk niet het minste deel, zich zelf in een strijd verscheurt, die, hoe ook het einde van den krijg zal uitvallen, nimmer vergoeding zal kun nen brengen voor al het voorgoed verlorene aan levensgeluk en voor spoed. Want welke vergelding voor geleden leed, welke verzachting van de smart voor de door den oorlog geteisterde volken is er denkbaar, wanneer ten slotte alle, de een zoo goed als de ander, een uitputting deel achtig geworden zijn, waarbij een menschenleeftijd wellicht verloopen moet, voor aleer de wonden geheeld zijn, of voor het minst zijn dichtge groeid Wij wierpen hierboven een korten blik op de materieeie, de finantieele zijde van het groote oorlogsprobleem, en hetgeen wij zagen is verre van opwekkend. Hoe d' per nog is even wei de smart die deze oorlog, het geen er aan voorafging en hetgeen er op volgen zal, veroorzaakt bij allen, die zich de moreele zijde van het vraagstuk voor oogen stellen de in zinking van 't rechtsgevoel der natiën, de totale ontkenning van het hoo- gere in den mensch, die waarlijk niet geboren is, zijn evenmensch te ver delgen, te vuur en te zwaard, te water en te land de wetten wijkende voor het geweld, de rechtschapenheid overmand en tot dienares verlaagd van de donkerste hartstochten der volken. Onverpoosd en onverminderd zet aldus het oorlogsmonster zijn verdel gend werk van reeds bijna anderhalf jaar voort, en geen macht ter wereld schijnt in staat zijn wreede vaart te stuiten. Tenzij onvoorziene krachten den voortgang belemmeren, zal alleen volslagen uitputting het oorlogvoerend Europa uit de klauw van het monster kunnen 'verlossenwant eerst dan Wij willen aantoonen, dat er geen waarheid in hem isdat hij een ma teloos leugenaar isdat geen woerd, 'twelk hij mag spreken, voor waar heid behoeft aangenomen te worden door een jury van zyn gelqken. Wy willen dit alles aantoonen, en het aaneenweven, draad voor draad, tot wij een touw hebben lang genoeg en sterk genoeg om hem te hangen, voor de dag om is. Ik vraag dus eerbiedig, mijnheer de voorzitter, dat de getuige mag voortgaan. De voorzitter knikte, dat Del Bishop zyn relaas zou voortzetten. „Zooals ik zei, wq hadden aanhou dend last met hem. Nu, myn heele leven heb ik met water omgegaan het schynt wel, dat ik het nooit ont- loopen kan, en hoe meer ik er mee te maken heb, des te minder weet Ik er van. St. Vincent wist dit ook en hy zelf is zeer bedreven met de pagaaitoch liet hy me de Box Canyon alleen afvaren, terwyi hij er omheen wandelde. Het gevolg was ik ging met myn kano omver, verloor de helft van onze proviand en al de tabak, en toen gaf hy my nog van alles de schuld op den koop toe. laat het zijn prooi los. Maar welk een vooruitzicht Voorbijgaande schepen Ook oorlogshaaien. Men zal er ons wel niet van ver denken, dat wij niet gaarne alle me dewerking willen verleenen of alle hulde willen brengen aan iedere po ging, die gewaagd wordt om den vrede naderbij te komen. Ieder mensch verlangt vurig naar het einde en wie het niet doet, is een onmensch. Om deze algemeene reden zijn wij dus aanstonds bereid, hulde te bren gen aan de Amerikaansche expeditie, wier doel zeer schoon was, maar wier succes nihil moet zijn. Ondanks dat, zijn wij in de gelegenheid ge weest kennis te maken met een Ame rikaansche methode van propaganda maken. Misschien hebben wij deze niet in optima forma gezien, wellicht koelde de Amerikaansche gloed zeer snel af in het koude milieu der oude wereldhet kan ook zijn dat de on derlinge oneenigheid bij de leden der expeditie de krachtige uiting heeft tegengehouden. Hoe het zij, wij heb ben met iets Amerikaansch kennis gemaakt. Dankbaar voor de eer, ge voelig voor de goede bedoeling enz. enz., vonden wij tot ons leedwezen geen aanleiding om onze eigen ge woonte te laten varen en er de stars en stripes voor in de plaats te nemen. Iemand, die jaren in Amerika rond zwierf, gaf eens als zijn meening over de Amerikanen het volgende te ken nen „Zij zijn in de practijk buiten gewoon practisch, maar in de theorie zijn zij verschrikkelijk onpractisch." De tweede helft van deze ietwat pa radoxale kritiek hebben wij als juist bevonden bij de Ford-expeditie. Eigenaardig was het dat ten aanzien van moraal-bespiegelingen werd ge werkt met een beeldspraak, die om haar naiviteit bij de meer intellectu- eelen al lang heeft afgedaan en slechts met een glimlach wordt aan gehoord Wat de politieke verhoudingen op het vasteland betreft, geen der spre kers heeft eenig bewijs gegeven daar van een denkbeeld te bezitten, nog minder een meening. De theorie, die door allen werd verkondigd, kwam ten slotte neer op dit refreinde vrede is zoo schoon, de vrede is zoo goed, laat men daar om vrede maken. Met deze platoni sche exclamaties hield het alles op en de pacifistische kruisridders vol- Koiten tijd daarna kreeg' hy het aan den stok met den stam van Lake Loe Barge, en wij werden byna een kop kleiner gemaakt." „En waarom was dat viel Bill Brown hem in de rede. „Alles om een mooie squaw, die hem ie vriendeiyk aankeek. Nadat wy weer vrij kwamen, las Ik hem de les over vrouwen in het algemeen en squaws in het bijzonder en hy be loofde beter op te passen. Toen had den wy een moeilijken tqd met een anderen stam. Hy was dezen keer slimmer, maar ik giste de waarheid. Hy zei, dat het de dokter was, die de vqandelijkheden begonmaar ik begreep wel, dat er weer een vrouw achter stak, en de feiten bewezen het ook. Toen ik het met hem besprak op een vaderlijke manier, werd hy boos, en ik moest hem wel meenemen naar den oever der rivier en hem 'n pak slaag geven. Daarop werd hy koppig en knorrig en hy werd niet weer vroolljk, vóór wy den mond van de Rendier rivier binnenliepen, waar een kamp van Siwashes aan het zalrn- visschen was. Maar by bedroog me deden dus geheel en al aan de kritiek van onzen Amerikaanschen vriend, dat zij nl. in de theorie uiterst on practisch zijn. De geheele expeditie gaat langs ons land heen en raakt de kouwe kleeren van niemand. Misschien ne men de dames en heeren een zeer goede gedachte van ons mee en zul len zij in de nieuwe wereld den roem onzer traditioneele deugden breed verkondigen. Indien zij dit doen, zullen wij hun dankbaar zijn, zullen wij een aangename herinnering aan hen bewaren. Oud-geworden en ver halend van de huidige crisistijden, zullen wij hen even gedenken met een „goeie menschen, maar wat naief, wat onpractisch." Wil men ten slotte nog éen bewijs voor het onpractische dan is het dit de redevoeringen werden in het En- gelsch gehouden, gedeeltelijk heel goed Engelsch, gedeeltelijk heel slecht. Nu wordt in den Haag Engelsch al heel weinig gesproken en dus is het aantal van hen, die het gesprokene goed kunnen volgen, al zeer gering. Op de eerste vergadering waren zeer velen aanwezig, maar het aantal ver minderde per minuut. Had men een goede Hollandsche rede als hoofdzaak gegeven en de rest als decoratief er naast, dan had de zaak wellicht in geslagen. Wij willen er ten slotte op wijzen, dat de Hollandsche woordvoerders zeer gunstig bij de buitenlandsche afstaken en' dat zij vooral door de wijze waarop zij de Engelsche taal beheerschten, toonden op een hooger trap van ontwikkeling te staan. Genoeg van de Fora-expeditie voorbijgaande schepen in donkeren nacht. Even een zwakke lichtstraal, die niets nalaat dan een nog sterker verlangen naar de herrijzenis der vredeszon. Het is een bedroevend verschijnsel dat maar o zoo weinig menschen kunnen nalaten misbruik te maken van de tijdsomstandigheden. Wij zien dat nu weer aan de huiseigenaren. De woningbouw is door de crisis tijden zeer verminderd door de aan wezigheid van bijna tienduizend Bel gen zijn alle leegstaande woningen het gewone verschot in den voor raad bezet en de huiseigenaren zijn er onmiddellijk bij om de huur prijzen op te slaan. Natuurlijk is het een probeeren om er van te halen wat er te halen valt en zij zien zelf wel in dat straks als de Belgen te ruggaan, zij de prijzen weer zullen moeten afslaan, maar juist daarom al dien tijd, doch ik wisi het niet hy was altijd klaar om my te be driegen. „Nu,het valt niet te ontkennen, dat hy een verleidelijke manier heeft met vrouwen. Alles wat hy te doen heeft fs haar te fluiten, zooals .men een hond fluit. Die kunst verstaan niet alle mannen. By dan Rendier-stam was de brutaalste, mooiste squaw, die ik ooit gezien heb. Misschien was Bella nog mooier. Nu dan, ik vermoedde, dat hy het met haar eens was, want hq bleef langer in het kamp dan neodig scheen. Dasr er weer een vrouw in het spel was „Dat is voldoende, mr. Bishop", viel de voorzitter hem in de rede, Hy had Frona's onbewegelijk gelaat gadegeslagen, van haar gezicht was zyn blik afgedwaald naar haar hand, en het zenuwachtig openen en sluiten dier hand ontdekte hem, wat haar gelaat verborgen had gehouden. „Het is goed, mr. Bishop. Ik geloof, dat we nu genoeg hebben van squaws." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1916 | | pagina 1