MAANDAG No. 304 53e Jaargang GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON BINNENLAND 1915» VL1SS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent iiigsvifirma f. VAK DE VELDE Ir., Kleins Hukt 58, Vlissingen. ïbIbIoor luiere. 10 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regeis 0.401 voor iedere regel meer 1# een* Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. BjJ abonnement speciale prfs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 8 ct. per regel Verschijn! dsgtlijls, eltgug&iird op Mig ie ilgsmnn srksnds Christiiijki Isssüipi De abonnés,in'tbezit eener j\sulden bij levens- F*A gulden bij dood ffe f\gulden bil verlies^ PfffSgulden bij verliesgulden bij verliestfk^gulden bij verlies polis, zijn QRATiS verze- M 6 9j11 lange ongeschikt- /»%B| door %|B|| van een hand, i "^18 van gfiigl vaneen van eiken kerd tegen ongelukken voor: u UI SJ1JP heid tot werken i UU een ongeluk UUU voet of oog JLUU een duim lUy wijsvinger anderen vinger. Bus olikeerlngen worden VERDUBBELD Indian da «erzakerden, «oorzien ven geldig pleatsbew|i, een ongeluk bekomen op trein, boet ol trim. De nlikeerlng wordt gewaarborgd door dn „HoEI. Alg, Varzek. Bank" ie Scklodnw Zij die zich met 1 Januari op de dagelijks uerschijnende „VUS- SINGSCHE COURANT" abon- fieeren, ontuangen de Courant tot dien datum GRATIS. AANGIFTE TER INSCHÈIJVING VOOR DE MILITIE. De Burgemeeester der Gemeente Vlissingen brengt ter kennis van wie het aangaat, inzon derheid van de in het jaar 1897 gehoren man nelijke personen, dat bij de Militiewet (Staats blad 1912, No. 21) het volgende is bepaald: Wie moeten worlea inschreven. Artikel 12. 1. Behoudens het bepaalde in art. 13 wordt voor de militie ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die op 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het I8de levensjaar heeft volbracht, binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk België woonplaats heeft, of wiens vader, moeder of voogd op genoemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats neeft 2o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die op genoemd tijdstip in een der genoemde Rijken woonplaats heeft 3o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die op genoemd tijdstip ingezetene van het Rijk is, 2. Voor ingezetene in den 'zin dézer wet wordt gehouden A. de minderjarige niet-Nederlander, die bin nen het Rijk woonplaats heeft lo. indien zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en gedurende de voor afgaande achttien maanden m het Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere we- relddeelen woonplaats gehad heeft-, 2o. indien hij zelf gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks in anderé werelddeelen "woonplaats gehad heeft, tenzij hij in den zin dezer wet een vader of moeder heeft en deze elders •dan binnen het Rijk woonplaats heeft B. de meerderjarige niet-Nederlander, die bin nen het Rijk woonplaats heeft en gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen woonplaats gehad heeft. 3. Voor de toepassing van het bepaalde in het vorig lid wordt gehouden: voor minderjarig hij, die minderjarig is m den zin der Nederlandsche wet voor meerderjarig hij, die meerderjarig is in •den zin der Nederlandsche wet. Wie niet inschrijv'ngsplichtig zijn. Art. 13. Voor de militie wordt niet inge schreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die blijkt te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht .het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o. hij, die blijkt in de koloniën of bezittingen de3 Rijks in andere werelddeelen woonplaats te kobben, mits dit niet zij ter zake van krijgsdienst. In we'ke gemeente de inschrijving moet geschieden. Art. 14. 1. De inschrijving geschiedt ]q. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid, onder lo. a. zoo zijn vader, moeder of voogd binnenliet Rijk woonplaats heeft, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente zijner woonplaats, tenzij hij in den zin dezer wet een vader, moeder of voogd heeft en deze in eene andere gemeente binnen het Rijk woonplaats heeft; c. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk en hij niet binnen het Rijk woon plaats heeft, in de gemeente Amsterdam; d. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Ko ninkrijk België en hij niet binnen het Rijk woon plaats heeft, in de gemeente Rotterdam e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, in de ge meente Amsterdam f. zoo hij in het Koninkrijk België en zijn va der, moeder of voogd niet binnen net Rijk of in het Duitsche Rijk woonplaats heeft, in de ge meente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art.. 12, eerste lid onder 2o. a. zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats b. zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam c. zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk, België, in ae gemeente Rotterdam; 3o. A. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid, onder 3o., indien bij minderjarig is a. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd b. zoo hij in den zin dezer wet geen vader, moeder of voogd heeft of zoo zijn voogd niet binnen bet Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij zelf woonplaats heeft; B. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid, onder 3o., indien hij meerderjarig is -, in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. 2. De in het vorig lid als plaats van inschrij ving aangewezen gemeente is die, waar de woon plaats gevestigd is of was op 1 januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het ISde levensjaar volbracht. Ten aan- j zien van hem. wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens woon- t plaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België, wordt de gemeente, waar de inschrijving moet plaatshebhen, bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats gevestigd is of was op 1 Januari van het jaar volgende op dat, waarin de in te schrijvea persoon het 18de levensjaar volbracht. Aangifte ter inschrijving. Art. 15. 1. Hij, die volgens art. 12 moet wor den ingeschreven, is verplicht zich daartoe aan te geven bij den burgemeester der gemeente, waar de inschrijving moet geschieden. 2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust de verplichting tot het' doen van de aangiftea. in dien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd, mits de vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, of indien de voogdij is opgedragen aan eene rechtspersoon lijkheid bezittende vereeniging, aan eene stichting ot aan eene instelling van weldadigheid op de bestuurdersb. indien het een meerderjarige be treft, die onder curateele staat, op zijn curator. 3. De minderjarige, die in den zin dezer wet Buiten de beschaafde Wereld. door J- X.. T8.) —o— («adrul vetwei.) „Het is niet te laat." Weer Het hij •zijn oogen gaan over de met eilanden bezaaide kromming der rivier en hij zag de ijsbergen grooter worden en elkaar naderen. „Ga in de tent, Courbertin, en trek de mocassins aan, die je bij de kachel zult vinden. En jij, Frona, maak het vuur aan en zet de koffie." Een half uur later, ofschoon de rivier twintig voet gevallen was, schoot het ijs hen nog even snel voorbij. „Nu begint het feest," zei jacob Welse ernstig. „Hier, kijk eens door den verre kijker, heethoofdige Calliër. Zie eens naar den doorgang aan je linkerhand man. Daar begint het." Courbertin zag, hoe de doorgang links gesloten werd en toen een groote, witte barrière zich verhief en geen vader, moeder of voogd heeffc, of wiens v; der, moeder of voogd niet binnen het Rijk, i het Dnitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, is, behoudens het bepaalde in het volgen4. lid, steeds zelf tot het doen van de aangifte verplicht. 4. Hij, die is opgenomen in een der in art. 16 vermelde gestichten en inrichtingen of behoort tot de in het tweede lid van genoemd artikel bedoelde personen, dan wel in dienst is bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, behoeft niet ter inschrijving te worden aangegeven. 5. De aangifte geschiedt in de maand Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18e levensjaar volbracht. 6. Voor hem of haar, die tot het doen van de aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. Tijd van aangifte. Voor het doen van de aangifte ter inschrij ving, die moet plaats hebben tusschen 1 en 31 Januari a.s., zal meer bepaald gelegenheid wor den gegeven ter Gemeentesecretarie op eiken werkdag, des voormiddags van 9 tot 12 uur. Men wordt dringend verzocht, .zich zoo moge lijk op een der aangegeven uren voor het doen der aangifte ter Gemeentesecretarie te vervoegen. Vlissingen, den 21 December 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. INLEVERING BROODKAARTEN. Aan de bezitters van brood- en meeikaarten wordt te kennen gegeven, ging van eiland tot eiland. Het ijs voor hen verminderde in snelheid en kwam tot rust. Toen volgde onmid dellijk de was der rivier. Zij rees en rees met groote snelheid, alsof niets ter wereld haar zou kunnen tegen houden. Evenals toen zij pas ontwaakt waren, kwamen de ijsschotsen over den oever glijden en schuren, terwijl het modderige water vooruit kwam kruipen en den weg aangaf. „Mon DieuMaar dat ziet er niet goed uit I" „Maar het is te prachtig, baron," zoo beknorde Frona hem. „Doch denk er aan, uw voeten worden nat." Hij stapte achteruit uit het water, en nog juist bijtijds, want een kleine sneeuwval van ijsschotsen viel kra kend ineen op de plaats, die hij juist verlaten had. Het wassende water had het ijs omhoog gedrongen tot het op manshoogte boven het eiland stond als een muur. „Maar het izal spoedig vallen, ais de dam breekt. Zie, het rijzen gaat al niet zoo vlug meer. De dam is doorgebroken." Frona keek naar den witten berg van ijsschotsen. „Neen, nog niet," dat alle kaarten, geldende voor de maand December 1915, moeten wor den ingeleverd ten stadhuize op Vrij dag 31 December a.s. van des voor middags 8 uur tot des namiddags 3 uur. Alleen zij die hunne oude kaarten hebben ingeleverd zullen een kaart, geldende voor de maand Januari 1916 ontvangen, welke na inlevering zal worden toegezonden. De inlevering geschiedt door het werpen van de kaatten in de in den gang van het stadhuis staande hier voor bestemde mand. Zij, die geen regeeringsbrood of -meel meer wensehen te gebruiken, dienen op de oude kaait de woorden „niet meer" te vermelden, terwijl zij die verhuisd zijn, mede verplicht zijn hunne nieuwe woonplaats op de oude kaarten mede te deelen. Op genoemden datum bestaat te vens voor hen, die nog geen regee ringsbrood of -meel hebben gebruikt, gelegenheid om in de trouwzaal eene brood- of meelkaart te bekomen. Vlissingen, 24 December 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Spoorweg van Braskons naar Sluis. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot toekennen van een renteloos voorschot uit 's Rijks schatkist ten behoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van een spoorweg van Breskens over Cadzand en Retranohement naar Sluis met zijlanen van 'Cadzand naar de haven van Cadzand en van Retranche- ment naar de Belgische grens in de richting van Knocke. In de Memonie van Toelichting wordt medegedeeld, dat de gezamen lijke lengte dezer lijnen 24 5 K.M. bedraagt en de totale kosien van aan leg en in exploitatie brengen zijn geraamd op f836'000. Op grond van de adviezen van den Raad van Toezicht op de spoorweg diensten en den Rijkscommissaris voor spoorwegen met beperkte snel heid was de ambtsvoorganger van den Min. van Waterstaat van oordeel, dat, hoezeer ook de nieuwe verbinding van groot belang voor de betrokken streek moet worden geacht het niet gewenscht zou zijn voor deze verbindingen de oprichting van een afzonderlijke on derneming in de hand ie werken, aangezien deze niet voldoende levens vatbaar zou zijn. Daarentegen zouden de kosten lager kunnen zijn en zou den bovendien de belangen van het westelijk deel van Zeeuwsch Vlaan deren in hoogere mate worden ge diend, indien de ontworpen lijnen worden aangelegd door en in één hand geëxploiteerd met die van de Sloomtram Mg. Breskens Maldeghem sprak zy stellig. „Maar het water wast niet meer met zoo'n schrikwekkende haast." „Toch wast het nog." Voor dezen keer was hq in de war gebracht. Toen verhelderde zich zyn gelaat. „Ach 1 ik ben erErgens bo ven is een andere dam. Dat is uitste kend, is 't niet?" Zy nam zqn hand in de hare en zag hem ernstig aan. „Maar, luister. Veronderstel, dat de bovendam door breekt en de benedendatn het uit houdt Hij zag haar strak aan, tot hy de geheele beteekenis ervan begreep. Een blos bedekte zqn gelaat en den adem inhoudende, wierp hij het hoofd achterover. Hy maakte een breed gebaar, alsof hij het geheele eiland omvatte. „Dan zouden u, en ik de tent, de booten, hutten, boomen, alles, en „Byou", poeten alles is verdwenen, alles weg Frona schudde het hoofd. Hel is te erg." „Erg? Pardon. Grootsch!" „Neen, neen, baron dat niet. Maar dat u geen Angel-Saks bent. Het ras zou trotsch op u kunnen zyn." weike door haar ïy'nen van Breskens naar Maldeghem en van Draaibrug over Sluis naar de Belgische grens in de richting van. Westcapelle, in aansluiting waaraan een Ifjn van Oost burg naar Cadzand is tot stand ge komen, reeds het vervoer van een groot deel van het westelijk gedeelte van Zeeuwsch Vlaanderen bedient. Een comité dat de plannen van den aanvrager der concessie, den heer Huyghebaert, steunde, en de My. Breskens Maldeghem werden uitge- noodigd zich met eikaar ie verstaan, tengevolge waarvan de maatschappy thans in de plaats van den heer Heygebaert en het comité is getreden. De Minister, zich geheel kunnende aansluiten bij de door zijn ambts voorganger gevolgde gedragslijn, acht thans den tijd gekomen te bevorde ren, dat voor den aanleg en het in exploitatie brengen var. den onderha- vigen spoorweg een renteloos voor schot uit 's Rqks schatkist zou wor den toegekend, gelqk aan de som van de bydragen van de provincie Zee land en van de betrokken streek en ten bedrage van ten hoogste één der de gedeelte van de geraamde kosten van aanleg en in exploitatie brengen. De Maatschappy heeft zich bereid verklaard het kapitaal, dat naast dit voorschot en dat van de provincie Zeeland voor den aanleg van den spoorweg benoodigd zal zijn, te ver schaffen. By den geldeiyken toestand waar in de maatschappij verkeert, mag na aanneming van het wetsontwerp de aanleg van den spoorweg verzekerd worden geacht. Der klokken Kerstgroet. 't Was onder stormgeloei en regen- gekletter, dat de Kerstklokken te Am sterdam Vrydagavond het heilige feest inluidden. Ditmaal werden de caril lons van de Oude Kerk en het Ko- ninklqk Paleis bespeeld. Aan 't klavier, het veelbesproken nieuwe klavier van den Oude-Kerkstoren, zat ditmaal Nq'- kerks cariilionneur, de heer Joh. W. Meyil, die als 't ware een zee van klanken over de toehoorders deed nederdalen. Helaas, de storm, die langs de geveltjes en torentjes van het oude gebouw floot, deed de muziek afbreuk. De plaatsing en de hoogte der klokken was bovendien oorzaak, dat sommige klokken te bard, anderen te zacht klonken. Maar de biq'ken van zyn vingervaardigheid, die heeft Meyll ons getoond. Verscheidene mooie num mers stonden op 't programma en de toeschouwers behoefden in 't minst geen berouw van hun tocht naar het geheimzinnig donkere Oude Kerks- plein te hebben. Nauwelijks hadden de wijzers de cqfers IX en XII aangewezen of heel in de verte, voorlgedragen door den „En jij, Frona, zou je niet trotsch er op zijn als je een Frangaise waart „Ik een Frangaise Beste baron, is er iets ook maar het geringste aan mij, wat u herinnert aan de vrouwen van uw land?" „Neen, Frona, bij den Hemel, jq bent geheel anders, je gelijkt op de vrouwen thuis evenveel als een fris- sche herfstmorgen in ons schoone Frankrqk op een zwoelen zomer avond." Del Bishop glimlachte medelijdend, toen hy hen zoo druk bezig hoorde en maakte zich gereed weer te ver trekken, zou gauw ais hij gekomen was. „Houdt jullie je gereedriep hy. „Er zyn eenige zieke mannen in een der hut en ginds. Wij zullen ze er uit moeten halen. Het kan zijn, dat we je noodig hebben, Frona. En blijft niet den geheelen dag de Yukon aangapenriep hy nog over zijn schouder, terwyi hy tusschen de boo men verdween. De rivier was nog steeds wassen de, ofschoon langzamer, en zoodra zq den hoogen oever verlieten, plasten zij tot hun enkels in het water. storm, klonken de tonen van het Pa leiscarillon, waar de heer Vincent op zyn beurt het Kerstfeest inluidde. Toen volgde onder de hoorders een alge- meene verhuizing; in groepjes trok men naar den Dam, die zoo stampvol was, als gold het een bespeling op een zwoelen zomerschen avond. Slatig en langzaam klonk het Zege koor van Handel, als een gebed zoo ernstig werd het „Ave Maria" ingezet en als gewijde otgeltonen ruischie het „Stille Nacht, Heilige Nacht" door de bewogen lucht. Ook hier was de wind zoowel in letterlijken ais figuuriyken zin een spelbreker, wat niet weg neemt, dat het voor beminnaars van het carlllonspel een schoone avond is geweest. Welgemeend en welver diend klonk na afloop het applaus over 't groote plein. Het is een verbiydend verschynsel, dat, niettegenstaande het slechte weer, de belangstelling zoo groot was. De Dam geleek éen dak van glimmende parapluies en ook in de nabyheid van de Oude Kerk was 't levendig. Het was een welgeslaagde avond en de Amsterdammers hebben dank baar der klokken Kerstgroet aanvaard. («Tel.") Openbare leeszalen, De Prov. Staten van Zuid-Holland hebben met 44 tegen 26 stemmen aangenomen het voorstel van Ged. Staten om subsidie te geven aan de openbare leeszaal en bibliotheek te Dordrecht. De „Vaderlander" schrijft naar aan leiding hiervan Stond de zaak nu zoo, dat dit voor stel aangenomen ware door eene com binatie van de christeiyk-historischen met Links, het gebeurde zou niet de waarde hebben, welke het thans voor ons heeftde christeiyk-historischen zyn nu eenmaal voorstanders van de openbare leeszalen, en de uitmun tende redevoering daarover door dr. De Visser gehouden in de Kamer, waarin hy het Protesfantsche vrye onderzoek hoog hield tegenover de Katholieke geestelijke voogdy, zal niet licht worden vergeten. Maar zoo stond de zaak niet. Thans werd de subsidie verdedigd door een Katholiek, door een overtuigd Katho liek, en wel door niemand minder dan den heer Kolkman. Dit lid van Gedeputeerden, oud minister, weidra weer lid van de Tweede Kamer, kwam met de me- dedeeiing, dat men getracht had de Katholieken tegen het voorstel op te zetten, maar dat hij Katholiek was en dat hij er vóór was. Als hy tegen het neutraal onderwijs was en steeds geweest was, was dat omdat daarby niet gegeven werd, wat volgens zqne godsdienstige begrippen vereischte was, maar in de neutrale, openbare Zigzagsgewyze tusschen de boomen doorgaand, kwamen zy aan een boot, die van den oever der rivier tusschen de boomen was opgetrokken. En drie nieuwelingen, die over het qs zoo ver het land waren ingekomen, had den zich daarin opgeborgen, ook hun tenten, sleden en honden. Maar de boot was gevaatiyk dicht by de ysmassa, die gromde en kraakte en knarste en wel twaalf voet boven hen uitstak. „Komt! Komt daar uit, dwazen!" riep Jacob Welse, terwijl hy hen voor- byging. Del Bishop had hun toegeroepen, toen hy hen voorbqsnelde, er uit te komen en drommels gauw ook, maar zy hadden hem niet verstaan. Een van hen wendde een verschrikt ge- - laat naar het drietal op het land. Een ander lag lusteloos voorover dwars in de boot, alsof alle kracht hem verlaten had terwql de derde, die er uitzag als een kantoorbediende, zich heen en weer wiegde en eentonig kermde„Mijn HemelMijn Hemel (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1